Samenvatting

De grasopbrengst op een gemiddeld melkveebedrijf is zo’n 3,5 ton droge stof per hectare per jaar lager dan wat in theorie mogelijk is. Uit onderzoek is gebleken dat de grasopbrengst afgelopen jaren eigenlijk 14,3 ton gras per hectare per jaar had kunnen zijn, terwijl in de praktijk maar gemiddeld 10,8 ton werd geoogst. Daarmee blijft de opbrengst een kwart achter bij de potentie. (Feenstra, 2015) Om de gewasopbrengst van grasland in de Nederlandse melkveehouderij te optimaliseren is het nodig om de gewasopbrengst te kunnen meten. Dit kan met behulp van precisielandbouw door de opbrengsten van het gewas plaats specifiek te meten en daarmee in kaart te brengen. In dit onderzoek is onderzocht hoe gewassensoren kunnen bijdragen aan het nauwkeurig meten van de opbrengst van grasland, zowel kwantitatief als kwalitatief. Dit resulteerde in de volgende hoofdvraag voor het onderzoek: Hoe kan de Nederlandse melkveehouderijsector, door gebruik te maken van precisielandbouw,de gewasopbrengst van grasland optimaliseren met gebruik van meetapparatuur voor opbrengstbepaling?