Invloed van sportstroming op de prestatiemotivatie bij leerlingen
Wij hanteren het label Open Access voor onderzoek met een Creative Commons licentie. Door een CC-licentie toe te kennen, geeft de auteur toestemming aan anderen om zijn of haar werk te verspreiden, te delen of te bewerken. Voor meer informatie over wat de verschillende CC-licenties inhouden, klik op het CC-icoon. Alle rechten voorbehouden wordt gebruikt voor publicaties waar enkel de auteurswet op van toepassing is.
Invloed van sportstroming op de prestatiemotivatie bij leerlingen
Wij hanteren het label Open Access voor onderzoek met een Creative Commons licentie. Door een CC-licentie toe te kennen, geeft de auteur toestemming aan anderen om zijn of haar werk te verspreiden, te delen of te bewerken. Voor meer informatie over wat de verschillende CC-licenties inhouden, klik op het CC-icoon. Alle rechten voorbehouden wordt gebruikt voor publicaties waar enkel de auteurswet op van toepassing is.
Samenvatting
Op het Copernicus SG te Hoorn is onderzoek gedaan naar de invloed van extra sporten op de prestatiemotivatie (motivatie om te presteren). In de sportstroming van jaar één en twee, krijgen de leerlingen de gelegenheid om drie uur extra te sporten bovenop de drie reguliere sportlessen.. In het literatuuronderzoek zijn er voldoende argumenten aangedragen, waaruit zou moeten blijken, dat extra sporten leidt tot een hogere prestatiemotivatie. Vanuit verschillende onderzoeken wordt aangenomen dat de cognitieve ontwikkeling bij jongere kinderen, wordt gestimuleerd door middel van fysieke activiteit (Leppo, Davis & Crim, 2000; Pica 1997) en dat sportief bewegen ook het cognitieve functioneren verbetert (Landers & Arent, 2007). Volgens bovenstaande onderzoeken zou het volgen van de sportstroming moeten leiden tot een hogere prestatiemotivatie en hogere cijfers bij cognitieve vakken. De PMT-K-2 test (Hermans, 2011) kan onder andere de hoogte van de prestatiemotivatie vaststellen. Er doen 81 jongens en 37 meiden uit de sportstroming en 54 jongens en 83 meiden uit de reguliere stroming, mee aan dit onderzoek. Zij hebben allen de PMT-K-2 test (Hermans, 2011) ingevuld. De gemiddelde score, van alle leerlingen, op het onderdeel prestatiemotivatie is stanine 4,9 en hierbij is de standaard deviatie 1,7. Deze resultaten zijn, net als alle andere resultaten (aantal beweeguren en cijfers theoretische vakken), verkregen vanuit statistisch analyses in SPSS. Naar aanleiding van de gemeten resultaten is het duidelijk geworden dat er geen significant verschil is (P= > 0,05) bij het volgen van de sportstroming en de hoogte van de score op de PMT-K-2 test, voor leerlingen van havo/vwo. Wat wel een significant verschil heeft (P= <0,05) is de invloed van het volgen van de sportstroming op vmbo-t/havo niveau op de prestatiemotivatie ten opzichte van de reguliere stroming. Daarnaast halen leerlingen met een hogere score op de PMT-K-2 test ook gemiddeld hogere cijfers voor de cognitieve vakken (zowel voor vmbo-t/havo als havo/vwo).

Organisatie | Hogeschool van Amsterdam |
Opleiding | Academie voor Lichamelijke Opvoeding |
Afdeling | Bewegen, Sport en Voeding |
Jaar | 2013 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |