Motiverende manieren van beoordelen in de gymles : Het effect van de verschillende soorten beoordelingsvormen op de motivatie van kinderen in het speciaal basisonderwijs
Wij hanteren het label Open Access voor onderzoek met een Creative Commons licentie. Door een CC-licentie toe te kennen, geeft de auteur toestemming aan anderen om zijn of haar werk te verspreiden, te delen of te bewerken. Voor meer informatie over wat de verschillende CC-licenties inhouden, klik op het CC-icoon. Alle rechten voorbehouden wordt gebruikt voor publicaties waar enkel de auteurswet op van toepassing is.
Motiverende manieren van beoordelen in de gymles : Het effect van de verschillende soorten beoordelingsvormen op de motivatie van kinderen in het speciaal basisonderwijs
Wij hanteren het label Open Access voor onderzoek met een Creative Commons licentie. Door een CC-licentie toe te kennen, geeft de auteur toestemming aan anderen om zijn of haar werk te verspreiden, te delen of te bewerken. Voor meer informatie over wat de verschillende CC-licenties inhouden, klik op het CC-icoon. Alle rechten voorbehouden wordt gebruikt voor publicaties waar enkel de auteurswet op van toepassing is.
Samenvatting
Het doel van dit onderzoek was het effect van verschillende soorten beoordelingsvormen op de motivatie van kinderen op Speciaal Basisonderwijs (SBO) de Boei te meten. De proefpersonen waren 33 leerlingen van SBO de Boei. Dit waren 24 jongens en 9 meisjes met een gemiddelde leeftijd van 10,91 (SD=0,757) jaar. De leerlingen hebben deelgenomen aan drie lessenreeksen met elk een andere beoordelingsmethodes. Dit ging om docentbeoordeling, peerbeoordeling en zelfbeoordeling. Aan het einde van elke lessenreeks is er een motivatievragenlijst ingevuld (BREQ-2). Deze bestond uit 25 vragen die betrekking hadden op de verschillende motivatiesoorten. Er werd gemeten met een vijfpuntsschaal. De resultaten van de BREQ-2 zijn aan de hand van de Kruskal-Wallis test en Whitney-U test geanalyseerd. Uit deze resultaten kwam naar voren dat er bij alle drie de beoordelingsmethodes een significant verschil werd gevonden bij de geïntrojecteerde en/of de intrinsieke motivatie ((p=0,038 gemiddelde=38,38/28,62 , p=0,013 gemiddelde =39,14/27,86) (p=0,000 gemiddelde =42,92/24,08) (p=0,029 gemiddelde =28,61/38,39)). Als er gekeken werd naar de scores van de eigen mini enquête, dan kon er gesteld worden dat de zelfbeoordeling en docentbeoordeling het beste scoorden op de motivatie (leukste manier: zelfbeoordeling 46,4%, docentbeoordeling 35,7%; meest je best doen: zelfbeoordeling 46,4%, docentbeoordeling 39,3%). Dit is strijdig met de hypothese, aangezien er vanuit werd gegaan dat peerbeoordeling en zelfbeoordeling voor de meeste motivatie zouden zorgen. De docentbeoordeling zou over het algemeen het slechtst moeten scoren (Brand-Gruwel, Martens, Van Merreinboer & Sluijsmans, 2004). Geconcludeerd kan worden dat er uit dit onderzoek in eerste instantie geen beoordelings-methode is gekomen die beter aansluit bij de behoeften van SO leerlingen tijden de lessen lichamelijke opvoeding. Een mogelijke kanttekening aan het onderzoek is dat er een aantal factoren verbeterd zouden kunnen worden. Denk hierbij aan groepsgrootte, de tijdsduur van een lessenreeks (meerdere dagen oefenen voor er getoetst wordt) en het taalniveau van de BREQ-2 vragenlijst

Organisatie | Hogeschool van Amsterdam |
Opleiding | Academie voor Lichamelijke Opvoeding |
Afdeling | Bewegen, Sport en Voeding |
Jaar | 2015 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |