De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Presentatie resultaten Onderzoek binnenklimaat bij een professionele organisatie

Presentatie resultaten Onderzoek binnenklimaat bij een professionele organisatie

Samenvatting

Op basis van het onderzoek Indoor Comfort Index is antwoord gegeven op de vragen: “Hoe is het gesteld met het binnenklimaat en hoe wordt het binnenklimaat ervaren door de gebruikers van het gebouw van de Professionele organisatie, locatie Oost en Midden Nederland”. Het betrouwbaarheidsniveau van dit onderzoek is zeer hoog. Voor de locatie Midden Nederland geldt, op basis van een veronderstelde populatie van circa 500 medewerkers, een betrouwbaarheidsniveau van 99%, met een marge van <4%. Voor de locatie Oost Nederland geldt, op basis van een veronderstelde populatie van circa 450 medewerkers, een betrouwbaarheidsniveau 99% met een marge van <5%. De gebruikers van deze kantoren worden aangeduid als “medewerkers”. De conclusies zijn gebaseerd op basis de verzamelde resultaten en relevante theorie. Deze informatie is opgenomen in hoofdstuk 1, 2 en 3. Temperatuur. De temperatuur wordt op de locatie Midden Nederland beoordeeld met het cijfer 5,8 en op de locatie Oost Nederland met het cijfer 5,9. Ten opzichte van de andere factoren die bepalend zijn voor het binnenklimaat is temperatuur hiermee de laagst scorende factor en sterk bepalend voor de beleving van het gehele binnenklimaat. De gemiddelde gemeten binnentemperatuur bedroeg in Midden Nederland 23,8 °C en in Oost Nederland 24,5 °C en valt daarmee binnen de hoogste kwaliteitsklasse A (23,5 °C – 25,5 °C) voor kantoorgebouwen in de zomer. Gedurende de dag neemt de binnentemperatuur toe, met andere woorden het gebouw warmt op. Ook is vastgesteld dat op de begane grond de gemiddelde temperatuur het laagst is en naarmate hoger in het gebouw wordt gemeten, de binnentemperatuur toeneemt. Het aantal mensen dat ontevreden zou zijn bij deze kwaliteitsklasse zou maximaal 6% van de medewerkers mogen zijn. Uit het onderzoek blijkt echter dat meer dan een derde van alle respondenten de temperatuur een onvoldoende geeft. Een binnentemperatuur tussen de 21,5°C en 22,5°C wordt het hoogst gewaardeerd (6,09 op een schaal van 1 tot 10). Meer dan de helft van de respondenten geeft aan dat het te warm is in het kantoor. De gemiddelde waardering neemt af naar mate de temperatuur boven de 22,4°C stijgt. De gemiddelde buitentemperatuur lag circa 6 graden lager dan de binnentemperatuur. Geadviseerd wordt om de binnentemperatuur niet boven maximaal 23,5°C uit te laten komen, hiermee wordt beoogd dat het aantal medewerkers die het te warm hebben zal dalen waardoor de gemiddelde waardering van de temperatuur zal stijgen. Met name moet worden voorkomen dat het gebouw opwarmt gedurende de dag. Omdat warmte opstijgt zou ook met name op verdiepingen onderzocht moeten worden hoe de temperatuur beter kan worden beheerst. Daarnaast is het aan te bevelen dat medewerkers zelf de temperatuur zodanig kunnen beïnvloeden dat binnentemperatuur tot ca. 2°C warmer of koeler ingesteld kan worden. Luchtkwaliteit. De luchtkwaliteit wordt in Midden Nederland beoordeeld met het cijfer 5,6 en in Oost Nederland met het cijfer 5,9. Ten opzichte van de andere factoren die bepalend zijn voor het binnenklimaat is luchtkwaliteit naast temperatuur de laagst scorende factor en ook sterk bepalend voor de beleving van het gehele binnenklimaat. De kwaliteit van lucht wordt onder andere bepaald op basis van de concentratie koolstofdioxide (CO2). In circa 80% van de metingen vallen de waarden binnen kwaliteitsklasse A (<650 ppm). Slechts in 1% van de gevallen lag de concentratie koolstofdioxide boven de 1050 ppm. De kwaliteit van de lucht is, op basis van de concentratie koolstofdioxide, in veruit de meeste vertrekken goed. Op basis van de NEN-EN 15251 (2007) moet de relatieve vochtigheidsgehalte … ??? De relatieve vochtigheid van is 93% van de gevallen tussen de 50% en 70% en is daarmee acceptabel. Toch wordt de luchtkwaliteit niet hoog gewaardeerd door de respondenten. De binnentemperatuur (zie paragraaf 4.2) speelt mogelijk hierbij een rol. Meer dan de helft van alle medewerkers geeft aan dat de werkplek … ???. Bijna de helft van de medewerkers ervaart de lucht als te droog terwijl de gemeten luchtvochtigheid acceptabel is. Geluid. Het geluid wordt door respondenten in Midden Nederland beoordeeld met het cijfer 6,2 en in Oost Nederland door respondenten met het cijfer 6,6. Van uit deze waardering kan worden geconcludeerd dat geluid minder bepalend en minder van invloed is op de beleving van het gehele binnenklimaat. Dit in tegenstelling tot de temperatuur en luchtkwaliteit van beide locaties. Er is pas sprake van schadelijk geluid als de geluidsdruk hoger is dan 80dB. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat het gemiddeld geluidsdrukniveau in Midden Nederland ligt op 51,8 dB(a) en in Oost Nederland op 51 dB(a). Hiermee is er dus geen sprake van schadelijk geluid. Ondanks dat er geen sprake is van schadelijk geluid is er wel sprake van hinderlijk geluid. Bij een omgevingsgeluid boven de 35dB(a) kan geluid als hinderlijk worden ervaren en is er sprake van geluidsoverlast. Hinderlijk geluid is niet schadelijk voor het gehoor maar wel voor de gezondheid en maakt geconcentreerd werken lastig. Zowel in Midden Nederland als in Oost Nederland ligt het omgevingsgeluid boven de gestelde norm van 35dB(a) en is er dus sprake van hinderlijk geluid. In Midden Nederland geeft 16,2% van de respondenten aan last te hebben van hinderlijk geluid en in Oost Nederland 11,8%. In Midden Nederland geeft 37,8% van de respondenten aan te veel te worden afgeleid door geluiden uit de omgeving, in Oost Nederland is dit 28,3%. Daarnaast geeft 16,6% respondenten in Midden Nederland aan dat het geluid een negatieve invloed heeft op de productiviteit en in Oost Nederland 11,1%. In Midden Nederland ervaart 29,1% van de respondenten geluidsoverlast en in Oost Nederland 18,7%. Als de respondenten geluidsoverlast ervaren - zowel in Midden Nederland als Oost Nederland - dan zijn mogelijke oorzaken: pratende collega’s, telefonerende collega’s en geluid uit aangrenzende ruimten. Van deze mogelijk oorzaken wordt pratende collega’s als meest hinderlijk ervaren. Namelijk in Midden Nederland 35,8% en in Oost Nederland 25,1%. Licht. Licht wordt door respondenten in Midden Nederland beoordeeld met het cijfer 6,9 en in Oost Nederland door de respondenten met het cijfer 7,3. Van uit deze waardering kan worden geconcludeerd dat licht minder bepalend en minder van invloed is op de beleving van het gehele binnenklimaat. Dit in tegenstelling tot de temperatuur en de luchtkwaliteit van beide locaties. De gewenste verlichtingssterkte kan per werkzaamheid sterk verschillen. Voor de meeste activiteiten op kantoor, zoals lezen, tekstverwerken of vergaderen is een verlichtingssterkte tussen 300 en 750 lux optimaal. Uit de onderzoeksresultaten bij Midden Nederland blijkt dat 68,9% van de metingen een verlichtingssterkte is gemeten tussen de 300-749 lux en in Oost Nederland 49,8%. In 6,1% van de metingen in Midden Nederland is een verlichtingssterkte gemeten onder de 300 lux en in Oost Nederland 21,9%. Opvallend is dat in ruimte 4.14 in Oost Nederland op 22 werkplekken een verlichtingssterkte is gemeten die lager ligt dan 300 lux. Niveaus hoger dan 500 lux zijn bij kantoortaken niet altijd nodig en kunnen zelfs hinderlijk zijn. In 11,3% van de metingen in Midden Nederland is een verlichtingssterkte gemeten van boven de 1000 lux en in Oost Nederland 16,5%. Van de respondenten in Midden Nederland vindt 88,1% dat er voldoende licht is om het werk uit te voeren en in Oost Nederland 88,2%. Daarnaast is uit het onderzoek gebleken dat de verlichtingssterkte nauwelijks van invloed is op de productiviteit. In Midden Nederland is men van mening (de respondent) dat de verlichtingssterkte 6,2% van invloed is op de productiviteit en in Oost Nederland 3,9%. Uitzicht. Uitzicht wordt door respondenten in Midden Nederland en Oost Nederland beoordeeld met het cijfer 6,5. Meer dan 80% van alle ondervraagden is het niet eens met de stelling dat het uitzicht slecht is. In Midden Nederland wordt het uitzicht door meer medewerkers (50%) gekwalificeerd als mooi dan in Oost Nederland (38%). Volgens de medewerkers op beide locaties beïnvloedt de kwaliteit van het uitzicht de productiviteit nauwelijks. Met name het kunnen waarnemen van infrastructuur (zoals stoepen, wegen, fietspaden, autosnelwegen, etc.) leidt op beide locaties tot een hogere waardering van het uitzicht. Individuele regelbaarheid. Op nagenoeg alle werkplekken kunnen ramen worden geopend. Opvallend is dat in Midden Nederland ca. 70% van de medewerkers aangeeft de verlichting te kunnen bedienen terwijl in Oost Nederland slechts 3% aangeeft dit te kunnen bedienen. Bijna 80% van alle medewerkers geeft aan de temperatuur niet te kunnen beïnvloeden. In Midden Nederland moet een derde van alle medewerkers zich houden aan kledingvoorschriften, ook een derde geeft aan zijn of haar kleding niet te kunnen aanpassen aan de mate waarin men het te warm of te koud heeft. In Oost Nederland ligt het aantal medewerkers die zich moeten houden aan de kledingvoorschriften en de mate waarin men zich kan aanpassen iets hoger. Bijna alle werkplekken beschikken over zonwering en deze kan ook op bijna alle werkplekken worden bediend. Geadviseerd wordt om de verlichtingssterkte in Oost Nederland individueel te kunnen laten beïnvloeden, ook op locatie Midden Nederland kan de individuele beïnvloeding worden verbeterd. Daarnaast is het aan te bevelen om de binnentemperatuur individueel regelbaar te maken. Omdat er geen verband is aangetoond tussen de medewerkers die zich moeten houden aan de kledingvoorschriften en de mate waarin men het te warm of te koud heeft wordt hiervoor geen advies geformuleerd. Privacy. Het gevoel van privacy wordt in Midden Nederland gemiddeld gewaardeerd met een 6,5 en in Oost Nederland met een 6,8. In Midden Nederland (23%) ervaren medewerkers vaker een gebrek aan privacy dan in Oost Nederland (14%). In Midden Nederland is de behoefte aan rustige omstandigheden groter (35%) dan in Oost Nederland (17%). Het gevoel van privacy kan op beide locaties worden verbeterd door te voorkomen dat medewerkers tijdens het uitvoeren van werkzaamheden worden gestoord en door de werkomgeving rustiger te maken. Sick Building Syndrome. Zowel in Midden Nederland als Oost Nederland geeft een derde van de medewerkers aan last te hebben van fysieke klachten die overgaan als de ruimte wordt verlaten. Dit kan duiden op sick building syndrome. De belangrijkste klachten op beide locaties zijn oogirritatie en vermoeidheid. Opvallend is dat in Midden Nederland de volgende klachten beduidend meer voorkomen:-concentratieproblemen (+14%)-duizeligheid (+9%)-vermoeidheid (+8%) en-oververhitting (+8%). Concentratieproblemen kunnen worden verminderd door medewerkers die daar behoefte aan hebben met minder medewerkers in een ruimte te laten werken. Concentratieproblemen kunnen ook worden teruggedrongen als de geluidsoverlast afneemt en medewerkers meer privacy te geven. Tot slot kan oververhitting worden voorkomen door de binnentemperatuur zodanig te beheersen dat zo weinig mogelijk medewerkers het te warm hebben, dit kan onder andere door medewerkers meer individuele regelmogelijkheden aan te bieden.

Toon meer
OrganisatieHanzehogeschool Groningen
Datum2016-06-01
TypeConferentiebijdrage
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk