De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

“Hé, zullen we de hele wereld tekenen?”

Een literatuuronderzoek naar de rol die taal en dialoog spelen in het tekenen van jonge kinderen.

Open access

Rechten:

“Hé, zullen we de hele wereld tekenen?”

Een literatuuronderzoek naar de rol die taal en dialoog spelen in het tekenen van jonge kinderen.

Open access

Rechten:

Samenvatting

Bijna alle jonge kinderen tekenen. En vaak doen zij dit met een enorme bevlogenheid, concentratie en met heel veel plezier. Op vierjarige leeftijd stappen die kinderen met al hun opgedane ervaring de basisschool binnen. Soms na eerst een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal bezocht te hebben. Ook in deze voorschoolse opvang en in de eerste groepen van het basisonderwijs wordt getekend.
‘In deze eerste instituties (..) is er nog geen sterke scheiding tussen formeel en informeel leren. In de loop van de basisschool wordt dat onderscheid steeds sterker en ontstaat er een kloof tussen thuiskunst en schoolkunst. Bepaalde beeldende repertoires worden op school wel onderwezen en beloond en andere vormen van spontane alledaagse beeldende communicatie steeds minder’. (Haanstra, 2009, p. 61) Ik concentreer mij in dit onderzoek op kinderen van 4 tot 6 jaar in groep 1/2 van het basisonderwijs; de tijd dat er nog geen sterke scheiding is tussen school- en thuiskunst en er meer ruimte is voor informeel leren.
Uit de bestudeerde literatuur blijkt dat kinderen die de gelegenheid krijgen net zoals thuis te tekenen waarover en met wie ze willen, soms intensief samenwerken: ideeën en verhalen worden uitgewisseld, elkaars werk wordt bewonderd, bekritiseerd en gekopieerd en de kinderen eigenen zich voorstellingen van een ander toe. Soms werpt het ene kind zich zelfs spontaan op als een geduldige leraar van de ander. Daarbij wordt gesproken. Mijn eigen ervaring als groepsleerkracht en kunstenaar tijdens kunsteducatieve projecten zegt mij dat dit praten meer is dan wat gezellig gebabbel. Maar is dat ook zo?
Dit literatuuronderzoek richt zich op de vraag hoe er gedacht en geschreven wordt over het praten van kinderen terwijl ze tekenen. Ik heb daarbij vooral literatuur bestudeerd die er vanuit gaat dat leren een actief, construerend proces is dat gebeurt in interactie met anderen zoals samengevat in het zogeheten constructivisme.
“Hé, zullen we de hele wereld tekenen?” hoorde ik de 5 jarige Jitte zeggen tijdens een kunsteducatief project van Toeval Gezocht.
Hoe zou die wereld eruit zien? Kunnen we iets te weten komen over de gedachten, de plannen en de ideeën van de kinderen als ze ‘de hele wereld’ tekenen? Dit soort vragen inspireerde mij tot het doen van dit literatuuronderzoek.

Toon meer
OrganisatieAmsterdamse Hogeschool voor de Kunsten
OpleidingMaster Kunsteducatie
AfdelingBreitner Academie
Datum2010-06-10
TypeAndersoortig materiaal
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk