Nazorg uit voorzorg
Wij hanteren het label Open Access voor onderzoek met een Creative Commons licentie. Door een CC-licentie toe te kennen, geeft de auteur toestemming aan anderen om zijn of haar werk te verspreiden, te delen of te bewerken. Voor meer informatie over wat de verschillende CC-licenties inhouden, klik op het CC-icoon. Alle rechten voorbehouden wordt gebruikt voor publicaties waar enkel de auteurswet op van toepassing is.
Nazorg uit voorzorg
Wij hanteren het label Open Access voor onderzoek met een Creative Commons licentie. Door een CC-licentie toe te kennen, geeft de auteur toestemming aan anderen om zijn of haar werk te verspreiden, te delen of te bewerken. Voor meer informatie over wat de verschillende CC-licenties inhouden, klik op het CC-icoon. Alle rechten voorbehouden wordt gebruikt voor publicaties waar enkel de auteurswet op van toepassing is.
Samenvatting
In het kader van de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening aan Avans Hogeschool in ’s-Hertogenbosch is er een onderzoek gedaan binnen SMO-Traverse. SMO-Traverse is een Stichting voor Maatschappelijke Opvang en begeleiding in de regio Midden-Brabant. Zij bieden begeleiding aan mensen die in probleemsituaties verkeren waarbij sprake is van dak- en thuisloosheid of een dreiging hiervan. Traverse heeft de afgelopen jaren gesignaleerd dat zo’n vijftien procent van de positief uitgestroomde cliënten (waarbij bij uitstroom de financiën en huisvesting van de cliënt stabiel is) terugvalt en opnieuw beroep moet doen op begeleiding van Traverse. Uit het onderzoek van Spapens (2015) kwam als advies om nazorg te bieden aan uitstromende cliënten om terugval te beperken.
Het doel van dit onderzoek is inzichtelijk krijgen aan welke voorwaarden nazorg voor de cliënt moet voldoen volgens de cliënt, de professional en hoe dit aansluit binnen het beleid van de instelling om terugval naar dak- en thuisloosheid of een dreiging hiervan te beperken.
Hierop is de volgende probleemstelling opgesteld:
“Aan welke voorwaarden moet nazorg voldoen voor positief uitgestroomde cliënten van de afdeling zelfstandig volgens de cliënt en de professional en hoe sluit dit aan binnen het instellingsbeleid om terugval naar dak- en thuisloosheid te beperken?”.
Aan de hand van de volgende deelvragen wordt de probleemstelling beantwoord:
Kan volgens de literatuur terugval door middel van het bieden van nazorg bij positief uitgestroomde cliënten met vergelijkbare problematieken worden beperkt?
Welke manier van nazorg is volgens de literatuur effectief voor cliënten die positief zijn uitgestroomd bij vergelijkbare problematieken?
Aan welke voorwaarden moet nazorg voldoen voor positief uitgestroomde cliënten van de afdeling zelfstandig volgens de cliënt?
Aan welke voorwaarden moet nazorg voldoen voor positief uitgestroomde cliënten van de afdeling zelfstandig volgens de professional?
Aan welke voorwaarden moet nazorg voldoen voor positief uitgestroomde cliënten van de afdeling zelfstandig zodat het aansluit binnen het instellingsbeleid?
Om de bovenstaande deelvragen te kunnen beantwoorden is er gebruik gemaakt van literatuuronderzoek, interviews en secundaire analyse. De populatie van het onderzoek zijn alle positief uitgestroomde cliënten van afdeling zelfstandig. In 2015 waren dit 64 cliënten. De steekproef bevat zeven cliënten en negen professionals. Waarvan zeven professionals werkzaam zijn binnen Traverse en twee externe professionals zijn.
Uit het onderzoek blijkt dat cliënten behoefte hebben aan nazorg. Zowel uit het literatuuronderzoek als uit de interviews komen een aantal voorwaarden naar voren. Voorwaarden die worden genoemd zijn bereikbaarheid, achterwacht, afstand/nabijheid en beschikbaarheid.
De belangrijkste voorwaarde die door het gehele onderzoek als een rode draad terugkomt is overleg tussen de cliënt en de instelling. Zowel uit de literatuur als uit de interviews is gebleken dat nazorg in overleg tussen de cliënt en de instelling vormgegeven dient te worden. Het is belangrijk om samen te kijken wat de cliënt nodig heeft aan nazorg.
De onderzoeker adviseert Traverse om de nazorg gesprekken telefonisch te laten plaatsvinden. Dit scheelt tijd en daardoor ook in de kosten. Geadviseerd wordt om de gesprekken vorm te geven aan de hand van de Quickscan. Dit biedt een handvat voor de vragen die de professional stelt en het zorgt er voor dat het gesprek doelmatig kan worden gevoerd.
In bijlage 1 is het beroepsproduct terug te vinden waarin uitleg wordt gegeven over de pilot ‘nazorg voor cliënten’. Geadviseerd wordt om deze pilot uit de voeren, waarna er conclusies kunnen worden getrokken over de effectiviteit van nazorg binnen Traverse. Om deze pilot te kunnen financieren wordt het advies aan Traverse gegeven om met de gemeente of wijkteams in gesprek te gaan, dit kan zowel voorafgaand aan het draaien van de pilot als achteraf als de effectiviteit is bewezen. Een andere aanbeveling is het onderzoeken of het mogelijk is om vrijwilligers in te zetten in de vorm van een maatjes project. Als vierde wordt geadviseerd om tijdens de begeleiding meer aandacht te hebben voor het sociaal netwerk. Indien een cliënt een groter en stabiel sociaal netwerk heeft is hij minder snel geneigd om terug te vallen op instanties. Ook het hanteren van een eenduidig uitstroombeleid wordt meegenomen in de aanbevelingen. Tot slot word vervolgonderzoek geadviseerd, er wordt wetenschappelijk onderzoek geadviseerd naar de effectiviteit van nazorg en er wordt geadviseerd om onderzoek te doen naar de behoeften van langdurig uitgestroomde cliënten.
Organisatie | Avans Hogeschool |
Opleiding | Maatschappelijk Werk en Dienstverlening-Den Bosch |
Afdeling | ASH Academie voor Sociale Studies 's Hertogenbosch |
Partner | SMO-Traverse |
Datum | 2016-06-10 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |