De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

‘Zeg gewoon dat het klote is’

Afstudeeronderzoek naar hulpverleningsbehoeften bij suïcidaliteit vanuit een depressieve stemmingsstoornis

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

‘Zeg gewoon dat het klote is’

Afstudeeronderzoek naar hulpverleningsbehoeften bij suïcidaliteit vanuit een depressieve stemmingsstoornis

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Ondanks het vaak voorkomen van suïcidaliteit bij volwassenen met een depressieve stemmingsstoornis
is er te weinig inhoudelijke kennis over de hulpverleningsbehoeften van deze doelgroep.
Op basis daarvan is een oriënterend onderzoek gestart, met als opdrachtgever het lectoraat Zorg
Rond Het Levenseinde van Avans Hogeschool. De doel van het onderzoek is om in kaart te brengen
welke hulpverleningsbehoeften bestaan bij suïcidaliteit vanuit de depressieve stemmingsstoornis,
zodat hulpverleners op basis van deze resultaten beter toegerust kunnen worden op de omgang
met deze problematiek. Door in opdracht van het lectoraat kennis op te doen over dit vraagstuk,
kunnen de resultaten en aanbevelingen via het lectoraat verspreid worden naar relevante
instanties en beroepsgroepen, die de aanvulling op kennis kunnen implementeren in de praktijk.
De hoofdvraag is: Welke begeleidingsbehoeften hebben volwassenen van 40 t/m 60 jaar met
suïcidegedachten vanuit een depressieve stemmingsstoornis in een hulpverleningstraject? Deze
leeftijdsafbakening is gekozen, omdat in de leeftijdsgroep 40 jaar t/m 60 jaar relatief gezien de
meeste gevallen van suïcide vanuit psychische problematiek geregistreerd worden (CBS, 2017).
Bijbehorende deelvragen zijn: ‘Hoe wordt de beleving van suïcidaliteit vanuit een depressieve
stemmings-stoornis omschreven door de literatuur en door de respondenten vanuit eigen
ervaringskennis?’, ‘Wat benoemen de respondenten vanuit eigen ervaringskennis als helpend in de
begeleiding door professionele hulpverleners?’ en ‘Wat benoemen de respondenten vanuit eigen
ervaringskennis als niet helpend in de begeleiding door professionele hulpverleners? Voor de
beantwoording van de hoofd- en deelvragen is gebruik gemaakt van literatuuronderzoek en zijn 6
respondenten individueel geïnterviewd middels semi-gestructureerde interviews, gericht op de 2
kernbegrippen binnen dit onderzoek: beleving en behoeftevervulling.
Uit het onderzoek blijkt dat het wenselijk is dat er een kanteling wordt gemaakt in het werken
vanuit richtlijnen naar het werken vanuit de behoeften van de cliënt. De wisselende betekenis van
de factoren die per individu in de beleving van de problematiek centraal staan, zorgt voor een
essentieel besef van subjectiviteit in de aanpak van de behandeling en begeleiding voor de
problematiek. Tevens blijkt dat de factoren die als gewenst worden genoemd minder gaan over de
behandeling en doelen op zich, maar om de therapeutische relatie tussen de hulpverlener en de
cliënt en de manier waarop de hulpverlener zich opstelt richting de problematiek en de wensen van
de cliënt. De meest belangrijke kenmerken in de gewenste houding van de hulpverlener zijn een
actieve, onbevooroordeelde luisterhouding en het bieden van empathie en erkenning voor de
problematiek en de overweldiging die de cliënt daarbij kan ervaren. Daarnaast is het aanhouden
van een herstelondersteunende benadering, waarin de wensen van de cliënt gedurende het traject
centraal staan, essentieel. Het op een functionele manier delen van eigen ervaringskennis vanuit
de hulpverlener, en meer inzet van ervaringsdeskundigen in de hulpverlening, wordt als wenselijk
benoemd. Als niet helpend wordt een benadering vanuit heersende stereotypen of ziektebeelden,
en bagatellisering van de problematiek genoemd. Ook het bij aanvang van het hulpverleningstraject
gelijk beginnen met standaard doelen, een strak tijdspad en het verbinden van
consequenties aan het behalen van deze doelen, wordt als negatief ervaren en benoemd.
Om gerichter en grootschaliger onderzoek te kunnen doen naar behoeften binnen de begeleiding
bij suïcidaliteit bij psychiatrische problematiek, om vanuit een grotere steekproef voor een grotere
populatie valide conclusies te kunnen trekken, wordt aanbevolen om vanuit de gevonden begrippen
en thema’s van dit onderzoek vervolgonderzoek uit te voeren. Daarnaast is verder onderzoek naar
welke beroepsgroepen welke mogelijkheden hebben om de herstelondersteunende houding en de
cliënt als basis te kunnen nemen essentieel om een realistisch beeld te vormen van realistische
verwachtingen/benodigde veranderingen in de manier van begeleiden vanuit elke beroepsgroep.
Tevens is vervolgonderzoek naar hoe samenwerking met ervaringsdeskundigen meer
geïmplementeerd zou kunnen worden in hulpverleningstrajecten binnen de GGZ passend. Daarbij
wordt aanbevolen dat vooral de effecten van meer samenwerking en implementatie van
ervaringsdeskundigen voor de cliënt onderzocht worden, om meer inhoudelijke uitspraken te doen
over de wenselijkheid van deze implementatie voor het proces van de cliënt.
De conclusies en aanbevelingen vanuit dit document zijn niet bedoeld en geschikt als universeel
geldende richtlijn met regels waar aan voldaan moet worden, maar als een document met
aandachtspunten die meegenomen kunnen worden in de begeleiding van deze doelgroep. Door op
deze punten te letten kan de manier van begeleiden meer toegespitst worden op de behoeften van
de cliënt. Het besef dat alle individuele cliënten weer subjectieve behoeften meenemen in het
contact met de hulpverlening hoort daarbij het uitgangspunt te zijn.

Toon meer
OrganisatieAvans Hogeschool
OpleidingMaatschappelijk Werk en Dienstverlening-Den Bosch
AfdelingASH Academie voor Sociale Studies 's Hertogenbosch
PartnerExpertisecentrum Caring Society 3.0
Datum2018-05-28
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk