De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Veilig in huis

Hoe lokale netwerken van gezinsvormen bijdragen aan een veilig thuis voor uithuisgeplaatste kinderen

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Veilig in huis

Hoe lokale netwerken van gezinsvormen bijdragen aan een veilig thuis voor uithuisgeplaatste kinderen

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Jaarlijks worden ongeveer 44.000 jeugdigen (0-18 jaar), al dan niet vrijwillig, uithuisgeplaatst. Er zijn dan grofweg drie vormen van opvang mogelijk: pleeggezinnen, gezinshuizen of residentiële instellingen. De eerste twee varianten lijken veel op elkaar, met dit verschil dat pleegouders vrijwilligers zijn en (één van) de gezinshuisouders een zorgprofessional is.
Volgens internationale richtlijnen ligt de voorkeur bij plaatsingen in een gezinsvorm1 boven een plaatsing in een residentiële instelling. De Jeugdwet van 2015 schrijft voor dat kinderen, als dit redelijkerwijs mogelijk is, in een gezinsvorm moeten worden geplaatst. Eén van de redenen hiervoor is dat een gezinshuis of pleeggezin voor het kind continuïteit van verzorgers waarborgt. Dit in tegenstelling tot de residentiële zorg waar het kind wisselende verzorgers heeft. Continuïteit van verzorgers heeft grote invloed op de kwaliteit van de gehechtheid, ontwikkeling en welzijn van het kind.
Tot nu toe is de opvang in gezinsvormen nog te vaak instabiel. De Alliantie stimuleert de ontwikkeling van ‘Lokaal Netwerk Gezinsvormen’ (LNG). Een LNG wordt door haar gedefinieerd als: ‘een samenwerkingsverband van pleeggezinnen en/of gezinshuizen dat zich structureel inzet om de opvang van inhuisgeplaatste kinderen te realiseren of te verbeteren door elkaar met raad en daad bij te staan’. De verwachting van de Alliantie is dat een LNG zou kunnen bijdragen aan het versterken van de opvoedkwaliteiten van pleeg- en gezinshuisouders.
De aanleiding voor dit onderzoek was het ontbreken van kennis over het huidige functioneren van LNG. Er was niet bekend hoeveel er zijn, waar zij zich bevinden, hoe ze zijn samengesteld, op welke basis ze zijn georganiseerd, wat hun doelstelling is en welke resultaten ze behalen. Ook bleef onduidelijk wat hun eventuele ondersteuningsbehoefte is en wat de (mogelijke) concrete bijdrage is aan het duurzaam inhuisplaatsen van kinderen. Door deze ontbrekende kennis, was het niet duidelijk of er in LNG moest worden geïnvesteerd en hoe dat kon worden gedaan.
Er is besloten om een samenwerking aan te gaan met de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen (NVP), waar een onderzoek loopt naar netwerken van pleeggezinnen. Zij heeft haar contactgegevens en onderzoeksresultaten beschikbaar gesteld. De NVP is actief betrokken bij het onderzoeksproces.
Dit onderzoek geeft een schets van het huidige functioneren en de locaties van lokale netwerken van gezinsvormen. Daarnaast laat het zien welke meerwaarde pleeg- en gezinshuisouders ervaren door hun deelname aan het netwerk. Ook wordt beschreven hoe zij bijdragen aan duurzaam inhuisplaatsen. Tot slot wordt ook de potentie van deze netwerken besproken aan de hand van hun ambities.

Toon meer
OrganisatieChristelijke Hogeschool Ede
OpleidingMaatschappelijk Werk & Dienstverlening
PartnerAlliantie Kind en Gezin
Jaar2017
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk