De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Verticale groepsindeling binnen de dagbehandeling van herlaarhof

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Verticale groepsindeling binnen de dagbehandeling van herlaarhof

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Conclusies en aanbevelingen

De groepsleiding van de dagbehandeling Okki en Pinokkio zal in de toekomst meer als één team gaan samenwerken. Daardoor zal er meer gebruik gemaakt kunnen worden van een verticale groepsindeling. In het literatuur- en praktijkonderzoek is naar voren gekomen hoe er gebruik gemaakt kan worden van deze verticale groepsindeling om de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind te bevorderen. Het jonge kind (3 t/m 8 jaar) kan van het oudere kind (8 t/m 12 jaar) leren en andersom. In dit hoofdstuk zullen de conclusies van het literatuur- en praktijkonderzoek samen komen. Aan de hand van deze conclusies worden er aanbevelingen gedaan in relatie tot de volgende centrale vraag:


Hoe kan er gebruik gemaakt worden van verticale groepsindeling binnen de dagbehandeling van Herlaarhof, zodat de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind in de leeftijd van 3 t/m 12 wordt bevorderd?


De conclusies en aanbevelingen zullen gedaan worden met betrekking tot de context, paragraaf 8.1, met betrekking tot de doelgroep, paragraaf 8.2 en met betrekking tot de groep, paragraaf 8.3. De tekst achter de bolletjes zijn de conclusies, de schuingedrukte tekst is de uiteindelijke aanbeveling.


§ 8.1 Conclusies en aanbevelingen met betrekking tot de context

• Als er gekeken wordt naar de mogelijkheid en hoe er gebruik gemaakt kan worden van verticale groepsindeling binnen de dagbehandeling van Herlaarhof, is het belangrijk om in acht te nemen dat Herlaarhof met vraaggestuurde zorg werkt. De hulpverleners luisteren en kijken eerst goed naar de cliënt voordat ze hun kennis en kunde inzetten. Ook streeft Herlaarhof naar het 'beste' en kwaliteit. Binnen het praktijkonderzoek wordt door de respondenten aangegeven, dat verticale groepsindeling mogelijk is binnen de dagbehandeling van Herlaarhof

• In het praktijkonderzoek is naar voren gekomen dat de groepsleiding geen gebruik wil maken van volledige verticale groepsindeling maar positief tegen vertizontale groepsindeling aankijkt. In deze vorm is er een vaste horizontale groep, dat uitstapjes maakt naar een verticale groepsindeling. Zo zijn de minder positieve ervaringen, van verticale groepsindeling van de respondenten uit het praktijkonderzoek, voor een groot deel weg te nemen. Zoals: weinig aansluiting van een heel jong kind met ouder kind of het verlies van de diepgang in gesprekken met de oudere kinderen onder elkaar of het moeilijk kiezen van een gezamenlijke interesse bij veel verschillende leeftijden.

 Binnen de dagbehandeling van Herlaarhof, kan het beste gebruik gemaakt worden van vertizontale groepsindeling. Er is een vaste horizontale behandelgroep, waarbij uitstapjes gemaakt worden naar een verticale behandelgroep.

• De dagbehandeling van Herlaarhof besteedt aandacht aan de problematiek thuis en binnen de behandelgroep. Door het inzetten van vertizontale groepsindeling, leren kinderen met verschillende leeftijden met elkaar om te gaan. Dit kan als een oefensituatie gezien worden, die uiteindelijk teruggekoppeld kan worden naar de thuissituatie.

• Binnen de behandelgroep wordt er vanuit gegaan dat het kind leert van contact met groepsgenoten en andere volwassenen. Daarbij is een veilig klimaat een voorwaarde. Ook door de respondenten van het praktijkonderzoek wordt dit als een belangrijke voorwaarde genoemd. Er wordt door de groepsleiding aandacht besteed aan hoe er met elkaar wordt omgegaan en dat iedereen de opvoeding en zorg krijgt die past bij zijn/haar mogelijkheden. Door de respondenten wordt aangegeven, dat vertizontale groepsindeling het beste kindgericht ingezet kan worden.



§ 8.2 Conclusies en aanbevelingen met betrekking tot de doelgroep

Voor ieder kind loopt de sociaal-emotionele ontwikkeling verschillend, al helemaal voor een kind met psychiatrische en/of psychosociale problemen. Er valt moeilijk te spreken over één doelgroep. Er valt wel te spreken over kinderen met verschillende psychiatrische en/of psychosociale problemen, die allen zorgen voor meerdere beperkingen op sociaal-emotioneel vlak. Ook binnen het praktijkonderzoek komt duidelijk naar voren dat de kinderen van de dagbehandeling van kinder- en jeugdpsychiatrie Herlaarhof, flink achterlopen. Binnen het praktijk- en literatuuronderzoek komt bijvoorbeeld naar voren dat kinderen achterlopen bij de gemiddelde sociaal-emotionele ontwikkeling, wat betreft: zelfbeeld, empatisch vermogen, vriendschappen, ontwikkeling van spel en emoties, eigenwaarde en de morele ontwikkeling.

• Wil er binnen de dagbehandeling gebruik worden gemaakt van vertizontale groepsindeling, is het belangrijk dat er per kind gekeken wordt, hoe vertizontale groepsindeling het beste ingezet kan worden. Dit komt ook duidelijk naar voren bij de respondenten van het praktijkonderzoek. Er zal per kind naar de behandeling/hulpvraag en de soort groep gekeken moet worden.

 Bij het inzetten van vertizontale groepsindeling, moet er gekeken worden naar de groep in relatie tot de behandeling/hulpvraag van het kind.

• Zoals in het bovenstaande voorbeeld naar voren komt, is het bij een diverse doelgroep, belangrijk om per individu te bekijken hoe vertizontale groepsindeling een meerwaarde kan zijn voor de behandeling van het kind. Toch valt er ook iets algemeens te zeggen over de leeftijd waarin de kinderen van de dagbehandeling van Herlaarhof zitten. De oudere kinderen van de dagbehandeling van Herlaarhof zitten in de basisschoolleeftijd. De kinderen kunnen steeds beter oordelen over zichzelf. Dit heeft te maken met dat het kind zich beter kan vergelijken. Een kleuter kan zich daarentegen nog moeilijk vergelijken en overschat zich vaak op allerlei gebieden. Een kind in de basisschooltijd vergelijkt zijn/haar kwaliteiten meestal met die van anderen van ongeveer dezelfde leeftijd en met ongeveer hetzelfde niveau. Zo kan het kind beoordelen waar het staat. Soms kiezen ze er voor, om zich te vergelijken met iemand met een lager niveau. Door zichzelf te vergelijken met iemand die minder presteert, kan diegene zich meer succesvol voelen. Een kind binnen de dagbehandeling van Herlaarhof, heeft vaak een proces van mislukken en falen meegemaakt door zijn/haar beperking. Bij het inzetten van vertizontale groepsindeling, zou een kind in de basisschoolleeftijd gemakkelijk gekoppeld kunnen worden aan een kleuter. Een kleuter ervaart dit als een prettig speelmaatje en een kind in de basisschoolleeftijd doet succeservaringen op, doordat het kind merkt hij/zij iets 'goed' of 'beter' kan. Ook in de psycho-analytische theorie wordt dit als een belangrijke deugd gezien. Het stadium waarin een kind in de basisschoolleeftijd zit, is een stadium waarin het belangrijk is dat een kind zich competent leert voelen.

 Een kind in de basisschoolleeftijd met een lage eigenwaarde kan gekoppeld worden aan een kleuter. Een kleuter ervaart dit als prettig speelmaatje, een kind in de basisschoolleeftijd kan succeservaring op doen.

• Daarnaast is er nog iets algemeens te zeggen over de leeftijd waarin de kinderen van de dagbehandeling zitten. Bij de gemiddelde ontwikkeling leert een kind tijdens de kleutertijd dat sociaal gedrag iets oplevert. Het leert minder egocentrisch te handelen en kan steeds beter zijn/haar gedrag aanpassen aan de omgeving. Een kind binnen de dagbehandeling van Herlaarhof ligt hierin sterk achter. In het literatuur- en praktijkonderzoek komt ook naar voren dat de kinderen vaak egocentrisch handelen. Een kind in de basisschoolleeftijd kan zich gemakkelijker aanpassen aan een kleuter omdat de kleuter geen bedreiging vormt voor het kind in de basisschoolleeftijd. Kinderen nemen ook sneller iets van elkaar aan. Een kind in de basisschoolleeftijd kan dan bijvoorbeeld denken: 'hij is toch nog maar zo klein' óf 'zij mag wel als eerste kiezen want ze is de jongste' óf 'ik laat hem wel winnen, terwijl ik eigenlijk zelf kan winnen.' Het kind in de basisschoolleeftijd oefent daardoor minder egocentrisch te handelen en merkt dat prosociaal gedrag ook iets kan opleveren (bijvoorbeeld op een prettigere manier samen spelen). Ook hierbij zal er uiteindelijk altijd nog gekeken moet worden naar het individuele kind en de behandeling.

 Een kind in de basisschoolleeftijd dat egocentrisch handelt, kan gekoppeld worden aan een egocentrische kleuter. Een kind in de basisschoolleeftijd kan zich gemakkelijker aanpassen aan een kleuter omdat deze minder snel een bedreiging vormt.


§ 8.3 Conclusies en aanbevelingen met betrekking tot de groep

Binnen een groep kunnen verschillende aspecten van de sociaal-emotionele ontwikkeling, geleerd worden. Groepen helpen te definiëren wie je bent en wie anderen zijn, het vormt de identiteit. Binnen een groep leert een kind sociale normen, sociale rollen en regels van aanvaardbaar gedrag. Een groep met veel verschillende leeftijden, zal op bepaalde aspecten een andere invloed op een kind hebben, dan een groep met kinderen van ongeveer dezelfde leeftijden. De volgende belangrijke conclusies kunnen er gesteld worden wanneer er wordt gekeken naar hoe verticale groepsindeling ingezet kan worden binnen de dagbehandeling van Herlaarhof om de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind te bevorderen:

• Een kind leert het meeste bij een positief groepsklimaat, een kind voelt zich op zijn/haar gemak en kan daardoor zichzelf zijn en zich ontwikkelen. Een leer- en/of speelrelatie komt tot stand wanneer er positieve gevoelens naar elkaar zijn. Positieve gevoelens komen vaak spontaan en snel tot stand. Het is een onbewust en gevoelsmatig proces. Deze gevoelens ontstaan vaak op basis van affectie en status. Bij een positief groepsklimaat zijn eensgezindheid, gemotiveerd om groepsdoel te halen, bereid zijn en plezier hebben om samen te werken, en verantwoordelijkheidgevoel, belangrijke aspecten. Deze aspecten zullen bij verticale, horizontale en vertizontale groepsindeling een even belangrijke rol spelen.

 Een voorwaarde voor vertizontale groepsindeling is een positief groepsklimaat. Er zullen tussen de kinderen positieve gevoelens moeten zijn. Deze gevoelens zijn spontaan, onbewust en gevoelsmatig.

• De vorming van een groep kent een aantal vaste fases. Door het kindgericht inzetten van vertizontale groepsindeling, zal er geen vaste verticale groep zijn. Kinderen zullen met verschillende leeftijden te maken krijgen, maar er is geen vaste groep voor een langere tijd. Wanneer de groepsleiding vertizontale groepsindeling kindgericht inzet, beïnvloedt de groepsleiding het groepsproces en de, te doorlopen fases. De groepsleiding kan bepaalde fases nadrukkelijker naar voren laten komen. Door het bewust inzetten van vertizontale groepsindeling zullen sommige fases zich niet tot nauwelijks voordoen. Zo kun je bewust de fase van conflicten, de fase van succes of de stabiele naar voren laten komen. Bijvoorbeeld: bij een groepje dominante kinderen, zal de fase waarin conflicten voorkomen, meer centraal staan dan bij een groepje met kinderen die snel volgen.

 De fases van groepsvorming zullen doelgericht ingezet kunnen worden door de groepsleiding bij vertizontale groepsindeling. De groepsleiding kan zich afvragen: wat is leerzaam voor dit kind, een fase met conflicten, een fase met succes of een stabiele fase?

• De eerste fase van een groepsvorming, is een fase waarin kinderen de neiging hebben om zich te gedragen naar hoe ze denken zich te moeten gedragen in de groep. Ze tasten eerst af wat ze in deze groep kunnen. Deze fase zal bij het inzetten van vertizontale groepsindeling een belangrijke rol spelen. Bij het kindgericht inzetten van vertizontale groepsindeling ontstaat er in het begin altijd een onduidelijke en nieuwe situatie waarin kinderen de neiging hebben om zich te conformeren aan de rest.

 Voor de groepsleiding is het van belang om bewust te zijn van het feit dat de eerste fase van groepsvorming een belangrijke rol speelt bij het inzetten van vertizontale groepsindeling. Een fase waarin kinderen de neiging hebben om zich te gedragen naar hoe ze denken zich te moeten gedragen binnen de groep.

• In het literatuuronderzoek is naar voren gekomen dat binnen een behandelgroep door de groepsleiding en de groepsleden macht uitgeoefend wordt. Macht is de mogelijkheid om invloed uit te oefen op iets, dit kan positief en negatief zijn. Macht ontstaat doordat iemand de mogelijkheid heeft om te belonen of te straffen of doordat iemand zich graag wil identificeren met een ander. Macht ontstaat ook als een persoon bepaalde informatie heeft die de ander graag wil weten of als een persoon deskundigheid en/of vaardigheden bezit.

 Wil er invloed uitgeoefend kunnen worden op wat een kind leert op sociaal-emotioneel gebied, is het belangrijk dat de groepsleiding bewust is van de verschillende soorten macht. Bijvoorbeeld: wanneer een jong kind met een ouder kind samen speelt, kan er macht ontstaan voor het ouder kind omdat het jonge kind zich met het oude kind wil identificeren. 'Ik hoop dat ik later net zo goed kan delen en wachten op mijn beurt als hij.'

• In het praktijkonderzoek wordt door de respondenten een aantal keer genoemd dat kinderen zelf plezier ervaren bij vertizontale groepsindeling. Dit is een belangrijk aspect. De groepsleiding kan kinderen motiveren voor vertizontale groepsindeling door het inzetten van een beloning. Op den duur zal de interesse in de beloning afzwakken en daarbij ook de interesse om te spelen en leren in vertizontale groepsindeling. Doordat de kinderen van de dagbehandeling van Herlaarhof, zelf intrinsieke motivatie hebben om met andere kinderen te spelen en te leren, heeft werken binnen vertizontale groepsindeling een groter en langer effect.

 Intrinsieke motivatie van een kind heeft langer en een sterker effect op het leren binnen een vertizontale groep, dan extrinsieke motivatie. Bij vertizontale groepsindeling is het belangrijk om te kijken naar de intrinsieke motivatie van het kind en deze te stimuleren.

• In het literatuur- en praktijkonderzoek komt naar voren dat kinderen leren door gedrag te imiteren. Dit gebeurt ook bij het inzetten van vertizontale groepsindeling. Door imiteren van bepaalde handelingen, kunnen kinderen deze handelingen onder de knie krijgen. Dit wordt modeling genoemd. Een kind leert onbewust het gedrag van een ander, zonder dat het gedrag wordt geprezen of afgekeurd. Het kind kijkt het gedrag van een ander persoon af. Binnen het praktijkonderzoek wordt dit aspect als positief en negatief genoemd. Naast het positieve gedrag van een ouder of jonger kind over te nemen, kan een kind ook het negatieve gedrag imiteren.

 Kinderen leren door te imiteren. Dit kan in de positieve en in de negatieve zin voorkomen. Door vertizontale groepsindeling kindgericht in te zetten, kan de groepsleiding negatieve imitatie voorkomen en/of sturen.

• Door de respondenten van het praktijkonderzoek wordt genoemd dat veiligheid een belangrijke voorwaarde is bij het inzetten van vertizontale groepsindeling. Ook binnen het literatuuronderzoek worden een aantal basisbehoeften genoemd die belangrijk zijn bij het ontwikkelen en leren van een kind binnen een groep. Veiligheid is daar ook een van. Daarnaast worden nog fysiologische behoeften, sociale behoeften, erkenningsbehoeften en ontplooiingsbehoeften genoemd. Wil er gebruik gemaakt kunnen worden van het leren binnen vertizontale groepsindeling, is het belangrijk om deze behoeften in acht te nemen.

 Wil een kind zich kunnen ontwikkelen en groeien op sociaal-emotioneel vlak, moet het zich kunnen voorzien in 5 basisbehoeften: fysiologische behoeften, veiligheidsbehoeften, sociale behoeften, erkenningsbehoeften en ontplooiingsbehoeften. Voor de groepsleiding is het belangrijk om binnen een vertizontale groep, deze behoeften te kunnen handhaven.

• De aanwezigheid van andere kinderen bij het uitvoeren van taken, kan voor angst, afleiding en spanning zorgen. In het literatuuronderzoek is naar voren gekomen dat kinderen meestal beter presteren bij eenvoudige taken en slechter bij complexe taken als ze in aanwezigheid zijn van anderen en als hun prestaties kunnen worden beoordeeld. Wanneer kinderen met verschillende leeftijden in een groep zitten en aan een taak werken, kunnen ze beter presteren bij een eenvoudige taak en slechter bij een complexe taak.

 Binnen een vertizontale groep moeten nauwelijks tot geen complexe taken worden aangeboden. Deze complexe taken zorgen voor angst en spanning.

• In het literatuuronderzoek komt naar voren dat een groep met ongeveer dezelfde leeftijden voor meer rust en regelmaat kan zorgen. De groepsleiding kan een evenwichtiger dagritme aanbieden aan kinderen in dezelfde leeftijd. Daarnaast is de hygiëne en veiligheid beter te garanderen. Bij een groep kinderen met dezelfde leeftijd, is alleen speelgoed en eten aanwezig, dat past bij de leeftijd van de kinderen. Ook in het praktijkonderzoek komt naar voren dat bij volledige verticale groepsindeling, de materialen en omgeving van kinderen soms te verschillend zijn.

• In het praktijkonderzoek komt naar voren dat het moeilijk is om een gezamenlijke interesse te zoeken in een groep met veel verschillende leeftijden. Ook in het literatuuronderzoek wordt benoemd dat de groepsleiding bij een groep met dezelfde leeftijden, beter kan inspelen op het ontwikkelingsniveau van een kind en op de leeftijdsspecifieke behoeftes en interesses van een kind. Door een vertizontale groepsindeling kindgericht in te zetten en geen volledige verticale groep, moet het minder moeilijk worden om gezamenlijke interesses te vinden.

 Door het inzetten van een vertizontale groepsindeling, in plaats van een verticale groepsindeling, wordt er voornamelijk geleerd in een groep met ongeveer dezelfde leeftijden wat voor meer rust, regelmaat, hygiëne, veiligheid en gemeenschappelijke interesses zorgt.

• In het literatuuronderzoek wordt een verticale groepsindeling ook wel een nabootsing van een groot gezin genoemd. Een gezin bestaat vaak uit broertjes en/of zusjes met verschillende leeftijden. In een groep met verschillende leeftijden zijn er meer stimulansen voor het aanleren van sociale vaardigheden, omdat een kind op jonge leeftijd rekening moet leren houden met verschillende behoeftes. Ook in het praktijkonderzoek wordt dit aangegeven door de respondenten. Door vertizontale groepsindeling in te zetten, ontstaat er oefenmateriaal in het leren omgaan met broertjes en/of zusjes. Dit kan uiteindelijk teruggekoppeld worden naar de thuissituatie.

 Het spelen en leren binnen een vertizontale groep, wordt mede ingezet om te oefenen voor het spelen met broertjes en/of zusjes. Het kind kan hier tijdens het oefenen in vertizontale groepsindeling, op aangesproken worden door de groepsleiding. Het geleerde, kan teruggekoppeld worden naar de thuissituatie.

• Een verticale groepsindeling heeft verschillende leeftijden en hiervan kunnen kinderen leren. Dit komt in het literatuur- en praktijkonderzoek naar voren. De oudere kinderen leren hoe ze jongeren kinderen kunnen helpen en andersom leren de jongere kinderen van de oudere kinderen, door een voorbeeld te zien. Kinderen leren op een andere manier rekening met elkaar te houden. Een kind leert hulp te krijgen van een ander kind. Een kind leert hulp te vragen en een kind leert hulp te bieden.
Jongste kinderen uit een gezin, hebben van jongs af aan de ervaring dat andere mensen wel voor hen zorgen. Als de gezinsleden daarbij uit gaan van hun eigen behoeften, wordt het jongere kind een soort speelpop van het gezin. Het jonge kind wordt vertroeteld op de momenten en manieren die voor de gezinsleden prettig zijn. Een jongste kind ervaart dan geen steun van anderen. Als de gezinsleden uitgaan van de behoefte van hun jonger broertje/zusje zelf, krijgt het jongste kind wel het gevoel dat het altijd kan terugvallen op iemand anders.

 Wanneer er binnen een behandelgroep gewerkt wordt met vertizontale groepsindeling en een ouder kind speelt met een jonger kind, is het belangrijk dat bij het zorgen/helpen uitgegaan wordt van de behoefte van het jonge kind zelf.

• Aan de hand van het literatuuronderzoek, kan geconcludeerd worden dat er bij een vertizontale groepsindeling de positie van het kind veranderd kan worden. Het kind kan in zijn 'eigen' horizontale groep 'de oudste' zijn, maar in de vertizontale groepsindeling 'de jongste'. Kinderen kunnen door deze verschillende posities leren hoe het is om 'de jongste', 'de oudste', 'de snelste' te zijn.

 De groepsleiding kan bewust een bepaalde positie voor een kind inzetten. Bijvoorbeeld: een dominante kleuter kan gekoppeld worden aan een aantal dominante kinderen in de basisschoolleeftijd.

• Bij vertizontale groepsindeling zitten er grote verschillen tussen de kinderen in de sociaal-emotionele ontwikkeling, hier kan gebruik van worden gemaakt. In het praktijkonderzoek komt naar voren dat door vertizontale groepsindeling, een kind in de basisschoolleeftijd met een spelontwikkeling van een kleuter, toch op eigen niveau kan spelen. Er kan geconcludeerd worden dat er door grote verschillen in de leeftijden en sociaal-emotionele ontwikkeling bij een vertizontale groepsindeling, kinderen beter aan elkaar gekoppeld kunnen worden met hetzelfde niveau.

 De groepsleiding kan gebruik maken van de verschillende leeftijden en de verschillende sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen bij vertizontale groepsindeling. Kinderen met bijvoorbeeld dezelfde spelontwikkeling kunnen bij vertizontale groepsindeling bij elkaar gezet worden. Zo kan een kind op zijn eigen niveau leren spelen.

• In het literatuuronderzoek is naar voren gekomen dat ouders hun kinderen nooit los van elkaar zien. Het oudste kind wordt vaak gezien als het kind dat al zo veel kan en het jongste kind dat nog klein is. De aanpak van ouders van oudste kinderen, wordt vaak gekenmerkt door aanmoediging tot zelfstandig optreden terwijl een jongste kind vaak wat meer beschermend wordt opgevoed, omdat het kind nog zo klein is. Het beeld dat een oudste kind over zichzelf heeft wordt ook vaak bepaald door het beeld dat het al zoveel kan. Hier hoeft het oudste kind niet veel moeite voor te doen. Doordat het kind vanzelfsprekend dingen beter kan dan de andere kinderen, zorgt dat er vaak voor dat het oudste kind iemand wordt met overwicht.

 Het is belangrijk dat een groepsleiding bewust is van het feit dat een ouder kind tijdens het spelen met een jonger kind vaak overwicht kan hebben omdat hij/zij het beeld heeft dat het al zoveel kan zonder er moeite ervoor te hoeven doen.

 De groepsleiding zal bewust moeten zijn van het feit dat het moeilijk is om kinderen los van elkaar te zien, bij verschillende leeftijden. Een ouder kind wordt snel gezien als een kind dat al zo sociaalvaardig is en een jong kind wordt eerder gezien als sociaal onvaardig.

Toon meer
OrganisatieFontys
AfdelingFontys Hogeschool Pedagogiek
Jaar2009
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk