Samenvatting

Vanaf het schooljaar 2013/2014 moeten leerlingen in het voortgezet onderwijs ook een rekentoets maken bij het eindexamen. Leerlingen in het vmbo dienen met deze toets te laten zien dat ze referentieniveau 2F voor rekenen beheersen. Het doel van dit onderzoek was om na te gaan hoe de B. Mavo ervoor kan zorgen dat de leerlingen aan het einde van het 3e leerjaar voldoen aan referentieniveau 2F. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van verschillende onderzoeksmethoden, namelijk documentonderzoek, rekentoetsen, vragenlijsten en interviews. De informatie is verzameld bij leerlingen, docenten, het management en via beleidsdocumenten. Allereerst is bekeken wat het niveau van rekenvaardigheid is van de leerlingen op de B. Mavo. In de brugklas en in de 2e klas is de rekenvaardigheid van de leerlingen vergelijkbaar met de rekenvaardigheid van leerlingen van eind groep 7 op de basisschool. Dit komt overeen met wat in de literatuur gemeld wordt over het rekenniveau van de vmbo-t-leerling. Bij een rekentoets in de 3e klas bleek zeker 33% van de leerlingen nog niet te voldoen aan referentieniveau 2F. Alle onderdelen van referentieniveau 2F komen aan de orde bij de lessen in de vakken op het vmbo-t. Het is vooral van belang dat de rekenvaardigheden worden onderhouden. Docenten hebben daarbij een voorkeur voor aparte rekenlessen; leerlingen zien rekenen het liefst als onderdeel van de wiskundelessen. De Expertgroep Doorgaande Leerlijnen Taal en Rekenen adviseert echter om het rekenen vooral op te nemen in de verschillende vakken. Van belang is dan wel om af te stemmen over de manier waarop een bepaald onderwerp van rekenen aangeboden wordt. Oefenen wordt door de docenten bij rekenen erg belangrijk gevonden. Uit onderzoek blijkt echter dat zwakke rekenaars meer profiteren van instructie en begeleiding. De remedial teacher zou bij zwakke rekenaars kunnen onderzoeken waar de problemen liggen en advies geven over de manier waarop die problemen aangepakt kunnen worden. Volgens de Expertgroep moeten goede rekenaars ook de kans krijgen om hun rekenvaardigheden te verbeteren. Ideeën daarvoor zijn helpen van zwakkere rekenaars of meedoen aan rekenwedstrijden. De nadruk bij het rekenen op de B. Mavo ligt vooral op cijferen. Het zou goed zijn om te zoeken naar manieren waarop ook aandacht besteed kan worden aan gecijferdheid, het rekenen in de "echte wereld". Er zijn bij zowel docenten als leerlingen veel goede ideeën voor het rekenen op de B. Mavo. Overleg bij het opstellen van het rekenbeleid kan ervoor zorgen dat dit beleid een groot draagvlak krijgt.