De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Juf, mag ik met het rekenmateriaal spelen?

Onderzoek naar de betrokkenheid van het jonge kind voor speelleermateriaal en ontwikkelingsmateriaal

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Juf, mag ik met het rekenmateriaal spelen?

Onderzoek naar de betrokkenheid van het jonge kind voor speelleermateriaal en ontwikkelingsmateriaal

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Het jonge kind staat binnen dit actieonderzoek, met kenmerken van een evaluatieonderzoek, centraal. Het begrip ‘betrokkenheid’ vormt de rode draad binnen het onderzoek. Het is de kwaliteit van een menselijke activiteit. Kinderen zijn betrokken wanneer zij onder andere geconcentreerd en geboeid aangehouden bezig zijn. Kinderen kunnen dan tot ontwikkeling komen (Laevers, 1993). Op de praktijkschool waar het onderzoek plaatsvindt, is de betrokkenheid van de kleuters voor het monovalent speelleermateriaal laag. Kinderen komen met het materiaal niet optimaal tot ontwikkeling. Het doel van het onderzoek is het verhogen van de betrokkenheid waarbij gebruik gemaakt wordt van verscheiden materiaal, passend bij ieder kind. De literatuurstudie van het onderzoek, hoofdstuk 2, toont aan dat er naast monovalent speelleermateriaal ook gebruik gemaakt kan worden van polyvalent speelleermateriaal en niet conventioneel ontwikkelingsmateriaal. De probleemstelling heeft samen met de literatuurstudie geleid tot de onderzoeksvraag. ‘Wat is het verschil in de mate van betrokkenheid van de kinderen uit groep 2 bij het spelen met polyvalent speelleermateriaal en niet conventioneel ontwikkelingsmateriaal op gebied van rekenen?’ Na acht weken spelen met het ingezette polyvalent speelleermateriaal en niet conventioneel ontwikkelingsmateriaal blijkt dat de betrokkenheid, van de kinderen uit groep 2, voor het niet conventioneel ontwikkelingsmateriaal het hoogst is. Deze conclusie wordt getrokken naar aanleiding van observaties met de LBS-K (Laevers, 1993; Laevers, Jackers, Menu & Moons, 2014), het noteren van de keuzes van de kinderen, het afnemen van vragenlijsten met de leerkrachten en het voeren van gesprekken met de kinderen. Het kritisch bekijken van het aanbod monovalent speelleermateriaal en het toevoegen van polyvalent speelleermateriaal en niet conventioneel ontwikkelingsmateriaal zorgt voor een uitgebreid aanbod tijdens de speelwerktijd. Een aanbod waarbij de kinderen betrokken zijn en ontwikkeling tot stand komt

Toon meer
OrganisatieFontys
OpleidingMaster Educational Needs
AfdelingFontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
PartnerFontys Hogescholen
Jaar2016
TypeMaster
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk