De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Naastenparticipatie bij de behandeling van cliënten met een alcoholgerelateerde cognitieve stoornis

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Naastenparticipatie bij de behandeling van cliënten met een alcoholgerelateerde cognitieve stoornis

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Vanuit de participatiesamenleving wordt er van iedere burger zelfredzaamheid verwacht. Cliënten met een alcoholgerelateerde cognitieve stoornis kunnen daarom een sociaal steunend netwerk goed gebruiken. Echter is een sociaal steunend netwerk niet altijd vanzelfsprekend. Het is namelijk mogelijk dat door de alcoholverslaving van de cliënt het sociaal steunend netwerk beschadigd is (‘oud zeer’) of dat naasten de band met de cliënt (tijdelijk) verbroken hebben. De verslaving en cognitieve stoornis kunnen namelijk veel impact hebben op de naasten van de cliënt. Het is van belang dat de hulpverlener tijdens de behandeling van de cliënt zich ook richt op de naasten. De naasten kunnen namelijk een positieve bijdrage leveren aan het herstel van de cliënt. Het is dus van belang om naast het behandelproces van de cliënt ook aandacht te hebben voor het begeleiden en ondersteunen van naasten. Door naasten te begeleiden en ondersteunen, wordt de samenwerking tussen hulpverlener, cliënt en naasten vergroot. De samenwerking tussen hulpverlener, cliënt en naasten kan triadisch samenwerken genoemd worden. Triadisch werken heeft een positieve invloed op het herstel van de cliënt. De vraag die gesteld kan worden is hoe de hulpverlener de naasten van de cliënt eerder en meer bij de (inhoudelijke) behandeling van de cliënt kan betrekken, waarbij de samenwerking tussen hulpverlener, cliënt en naasten geoptimaliseerd wordt. Vanuit deze vraag is de volgende onderzoeksvraagstelling geformuleerd: ‘Hoe kan de hulpverlener binnen organisatie X/kliniek Y bijdragen aan een betere samenwerking tussen hulpverlener-cliënt-naasten, waarbij er meer aandacht besteed wordt aan de naasten van de cliënt en uiteindelijk bijdraagt aan het herstel van de cliënt?’.

Het onderzoek betreft een kwalitatief onderzoek. Voor het onderzoek zijn tien respondenten geïnterviewd, waaronder vier naasten (partners) van cliënten die in behandeling zijn bij kliniek Y en zes hulpverleners van verschillende disciplines die werkzaam zijn binnen kliniek Y. Uit de interviews blijkt dat de ondervraagde hulpverleners zich bewust zijn van de meerwaarde van het betrekken en informeren van de naasten van de cliënt. De naasten geven onder aan dat de hulpverleners binnen de kliniek goede informatie verstrekken, laagdrempelig zijn en betrokken zijn bij de (emoties van) naasten. Echter wordt door een aantal naasten aangegeven dat het soms onduidelijk is wie de contactpersoon is binnen de kliniek. Binnen de kliniek worden er ronde tafel overleggen (RTO’s) gegeven, waar onder andere psycho-educatie wordt gegeven aan de naasten van de cliënt. Tijdens deze psycho-educatie wordt er informatie gegeven over de verslaving en cognitieve stoornissen. Deze RTO’s worden momenteel om de vier weken gegeven, maar door een aantal naasten wordt aangegeven dat het wenselijk is om deze RTO’s om de twee weken te houden. Tevens komt er naar voren dat hulpverleners zich vaak niet bewust zijn van de impact van een opname voor cliënt én naasten en dat er daarnaast te weinig stil wordt gestaan bij het ‘oud zeer’ dat nog bij naasten aanwezig is. Door de RTO’s om de twee weken in te plannen worden meer contactmomenten gepland tussen hulpverlener, cliënt en naasten en kan er onder andere meer aandacht besteed worden aan het ‘oud zeer’ van naasten indien nodig.
Uit de literatuur komt naar voren dat cliënten met een alcoholverslaving sneller gestigmatiseerd worden dan cliënten met een andere psychische stoornis, omdat zij zelf meer verantwoordelijk zouden zijn voor het ontstaan van de stoornis. Dit stigma op alcoholverslaving komt tijdens de interviews ook naar voren. De geïnterviewde hulpverleners stigmatiseren de cliënt niet, maar er komt wel naar voren dat sommige naasten de cliënt wel stigmatiseren. Het stigma op alcoholverslaving kan volgens de hulpverleners onder andere verminderd worden door het geven van psycho-educatie aan naasten. Het verminderen van het stigma op alcoholverslaving kan bijdragen aan het verbeteren van de relatie tussen cliënt en naasten.

Toon meer
OrganisatieFontys
AfdelingFontys Hogeschool Sociale Studies
Datum2020-06
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk