De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Gerichte groepsopdrachten BWR-programma Ergo control

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Gerichte groepsopdrachten BWR-programma Ergo control

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Ergo control is opgericht in Juli 1999 op initiatief van Mike Haspers, Han Rutten en Jan Plat. Het eerste product waarmee Ergo Control de markt van arbeidsre-integratie opging was de Ergo-Kit FCE (Functional Capacity Evaluation) methode. In April 2009 was gebleken dat het nut van de Ergo- KIT nog niet werd ingezien door de opdrachtgevers. Door de vraag vanuit opdrachtegevers is de gedachte ontstaan om het BWR-Programma `beweging als warming-up voor re-integratie te gaan ontwikkelen en onderzoeken.
Het BWR-Programma heeft als doelstelling: Een bijdrage leveren aan het succes van een werkhervattingtraject dankzij het verbeteren van een aantal elkaar beïnvloedende randvoorwaarden. De randvoorwaarden waar de nadruk op wordt gelegd in het BWR-programma zijn fysieke conditie, de structurering in dag- en weekindeling, sociale interacties en persoonskenmerken(o.a. zelfvertrouwen en motivatie etc.)
Het programma bestaat ondermeer uit het verbeteren van het algemeen uithoudingsvermogen, het uitvoeren van specifieke conditieschema`s, sport en spel, ontspanningsactiviteiten, groepsopdrachten en theorielessen. De duur van een programma varieert per opdrachtgever.
Binnen Ergo Control zijn er nieuwe persoonskenmerken vastgesteld, maar deze waren nog niet beschreven . De nieuwe persoonskenmerken zijn vastgesteld door de regiomanagers van Ergo Control. De persoonskenmerken bestaan uit mondelinge uitdrukkingsvaardigheid, samenwerken, sociale vaardigheden, probleemoplossend handelen, initiatief, luisteren, flexibiliteit, discipline, zelfbeeld, doorzettingsvermogen/inzet, zelfvertrouwen en stressbestendigheid en zijn kort uitgewerkt in Tabel 1.1; Lijst met persoonskenmerken Ergo Control b.v.
Persoonskenmerken kunnen worden vertaald naar de praktijk als zij duidelijk omschreven worden. Uit de gradaties is te zien hoe de persoonskenmerken in de praktijk waargenomen kunnen worden. De gradaties staan per persoonskenmerk concreet omschreven in bijlage I.
Persoonskenmerken kunnen worden onderverdeeld in vaardigheidsniveau`s. De persoonskenmerken vallen onder 4 vaardigheidsniveau`s; socialiteit, emotionaliteit, taakgerichtheid en intelligentie. De vaardigheidsniveau`s, persoonskenmerken en het bijhorende gedrag(respons niveau), die voortkomen uit de gradaties, zijn verwerkt in modellen.




Groene spelen, coöperatieve spelen, groepsdynamische oefeningen en aangepaste sportspelen uitstekende mogelijkheden zijn om persoonskenmerken in een groepsopdracht te behandelen. Ook kunnen fitnessactiviteiten met dezelfde richtlijnen aangeboden worden. Het is handig om volgens thema`s te werken, omdat de thema`s overeenkomen met de vaardigheidsniveau`s. Zo is het nog eenvoudiger dit te implementeren in de praktijk.
De persoonskenmerken en het bijhorende gedrag komen terug in de gerichte groepsopdrachten. Dit is bewezen door de gerichte groepsopdrachten in de praktijk te brengen en te analyseren met het vertoonde gedrag.
Het gedrag, wat wordt vertoond in een groepsopdracht is eenvoudig te beoordelen.
Er kan doormiddel van een protocol van Flinker bepaald worden op welk niveau het waarneembare gedrag beoordeeld kan worden. Het is belangrijk dat het protocol goed door wordt genomen. Op deze manier kan het gedrag goed beoordeeld worden.
Het niveau van het gedrag van de persoonskenmerken hangt, gezien het protocol, vooral af of het gedrag vanuit de persoon zelf wordt uitgevoerd, of dat de deelnemer aangestuurd moet worden. Ook is het belangrijk of het gedrag op momenten wordt getoond waar het verwacht wordt en of het creatief gebruikt wordt.
Om deelnemers op "een hoger niveau" te krijgen zullen docenten de betreffende persoonskenmerken kunnen beïnvloeden. Hiervoor kan een eenvoudig leermodel gehanteerd worden namelijk het leermodel van Kolb.
Het leermodel bestaat uit 4 stappen; ervaring, reflexie, abstractie en experimenteren.
Een gerichte groepsopdracht is in de praktijk gebracht met ondersteuning van een video. Deze deelnemer laat negatief gedrag zien. Het thema van de groepsopdracht is Taakgerichtheid. Het persoonskenmerk is discipline. Het gedrag wat de deelnemer vertoont was op dat moment niet het gedrag wat van hem gevraagd werd. Het gedrag is beoordeeld door het protocol van Finkers en kreeg score niveau 3. Er is omschreven, doormiddel van het model van kolb, hoe de deelnemer naar niveau te krijgen 4.

De docenten kunnen er voor kiezen om een gestructureerd programma te maken waarop ze om de aantal weken terugkomen op hetzelfde onderwerp.
Wat voor de hand ligt is dat alle docenten hun eigen programma mogen blijven invullen. De groepsopdrachten worden vanuit dat oogpunt gebruikt als bibliotheek of wikipedia. De bijnaam vanuit Ergo Control is Ergo Pedia.
Op deze manier kunnen de docenten zelf kiezen wat voor hun deelnemers het beste is. Ze kunnen bepalen wat hun groep nodig heeft of juist niet. Hierbij kan het model van de vaardigheidsniveau`s eenvoudig gebruikt worden. De docent kunnen kijken welk gedrag ze willen behandelen en bij welk persoonskenmerk het past. Daarna rolt er automatisch het vaardigheidsniveau uit wat gekoppeld zit aan een groepsopdracht.

Toon meer
OrganisatieFontys
AfdelingFontys Sporthogeschool
Jaar2010
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk