De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Met kleine aanpassingen een groots effect binnen het woordenschatonderwijs

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Met kleine aanpassingen een groots effect binnen het woordenschatonderwijs

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

In mijn praktijk scoren de kinderen het minst goed op de vakgebieden begrijpend lezen en woordenschat. Omdat een goede woordenschat een belangrijk onderdeel is om tot goed begrijpend lezen te komen (Vernooy 2003), heb ik besloten om mijn onderzoek hier op te richten. Mijn doel van het onderzoek is om het woordenschatonderwijs binnen groep 4 te verbeteren, zodat de woordenschat van de kinderen wordt vergroot. Om dit doel te bereiken heb ik vier leerlingen van groep 4
gedurende een periode van vijf weken extra begeleiding gegeven op het gebied van woordenschat. Vooraf aan deze begeleiding heb ik antwoord gezocht op de volgende deelvragen:
• Op welke wijze leren kinderen nieuwe woorden?
• Op welke wijze wordt er woordenschatonderwijs gegeven in groep 4?
• Wat wordt er met de kinderen gedaan die een zwakke woordenschat hebben?
• Wat zegt de theorie over woordenschatonderwijs?
• Welke methodieken zijn er en zijn deze eenvoudig te combineren met het
huidige lesprogramma?
• Hoe kan ik de kinderen begeleiden in het uitbreiden van hun woordenschat?

Door het lezen van theorie kwam ik er achter dat de viertakt van Verhallen (1994) een bekend instructiemodel is om nieuwe woorden aan te leren. Dit model gaat uit van vier stappen; voorbewerken, semantiseren, consolideren en controleren. Door een analyse van de taalmethode te maken kwam ik tot de ontdekking dat de viertakt
was verwerkt in de methode. Maar ook kwam ik door de analyse en de verschillende vragenlijsten tot de ontdekking dat de fase van het consolideren niet voldoende aan bod kwam in de taalmethode. In deze fase worden nieuwe woorden veelvuldig en op een speelse, gevarieerde manier herhaald, waardoor de betekenissen worden vastgezet in het geheugen. Uit handelingsplannen van de leerlingen bleek dat de
kinderen met een onvoldoende woordenschat extra consolideeroefeningen kregen met behulp van de software van Taal op Maat. Uit de vragenlijst van de leerlingen (bijlage 3) kwam naar voren dat er niet op een structurele wijze werd gewerkt met de software. Dit alles zorgde er voor dat de kinderen de woordbetekenissen niet
voldoende konden consolideren en dus moeilijk de woorden konden opslaan in het geheugen. Hierdoor ben ik mijn sessies gaan richten op het consolideren van woorden uit de taalmethode. Door de kinderen zelf woorden uit het thema te laten selecteren, kon ik een selectie maken van woorden die extra werden geconsolideerd in de sessies. Brouwer (2009) is van mening dat de kinderen door het zelf selecteren
van woorden op een effectieve wijze woordenschatonderwijs krijgen. Het consolideren van de woorden gebeurde door verschillende kleine spelletjes (bijlage 6) en het maken van een woordenmap. Op deze manier waren de kinderen op een speelse, gevarieerde manier veel de woorden aan het herhalen, wat een van de consolideerregels is (van den Nulft e.a. 2008). Ook hebben de kinderen tijdens de
sessies gebruik gemaakt van het woordweb uit de klas. Normaal werden de woorden niet in de klas opgehangen, maar tijdens het onderzoek gebeurde dit wel. De kinderen konden de woorden tijdens een spelletje dan opzoeken, de woorden werden weer een keer bekeken en dus sneller opgeslagen in het geheugen (Verhallen 1999).
De laatste belangrijke aanpassing is het gebruik van de software. Door deze op een structurele manier in te zetten, consolideren de kinderen ook binnen de klassensituatie. Deze verschillende aanpassingen hebben er voor gezorgd dat de kinderen allemaal hun woordenschat (passief en actief) hebben vergroot. Dit is
duidelijk te zien in figuur 9 (hoofdstuk 4). Door bovenstaande aanpassingen als aanbeveling te geven voor de klas, hoop ik dat de woordenschat van de kinderen de komende tijd vergoot wordt. Verder hoop ik dat ik door mijn onderzoek mijn overige collega's kan motiveren om het huidige woordenschatonderwijs iets aan te passen,
waardoor alle kinderen beter woordenschatonderwijs krijgen.
"Het is niet zozeer de methode als wel de aanpak van de individuele leerkracht die er in het onderwijs toe doet!" (van den Nulft e.a. 2008, pagina 196)

Toon meer
OrganisatieFontys
AfdelingFontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
Jaar2010
TypeMaster
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk