De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

'Didactische werkvormen en inspanningsintensiteit'

Rechten: Alle rechten voorbehouden

'Didactische werkvormen en inspanningsintensiteit'

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Binnen dit praktijkonderzoek wordt onderzocht wat de invloed is van didactische werkvormen op de fysieke activiteit van studenten binnen de les bewegingsonderwijs. Het doel van dit onderzoek is de docent bewegingsonderwijs meer inzicht te geven in de invloed van de didactische werkvorm op de intensiteit van de les. Doordat de docent bewegingsonderwijs hier kennis van heeft, wordt het mogelijk om op een meer verantwoorde manier een keuze in de didactische werkvorm te maken.
Wanneer bijvoorbeeld doelstellingen met betrekking tot het behalen van een hoge inspanningsintensiteit centraal staan, is het behalen van deze doelstelling mede afhankelijk van de gekozen didactische werkvorm. Welke werkvorm het meest geschikt is voor het behalen van deze doelstellingen is afhankelijk van verschillende factoren. Deze factoren kunnen bijvoorbeeld zijn, het lesthema, de docent, de groepsgrootte, motivatie van de groep, niveau van de groep en andere groepsafhankelijke factoren.
Om de invloed van didactische werkvormen op de fysieke activiteit van studenten te kunnen onderzoeken, is de volgende onderzoeksvraag opgesteld:

"Wat is het verschil tussen de fysieke activiteit bij open en gesloten werkvormen tijdens de les bewegingsonderwijs binnen het thema hindernisbaan van studenten uit niveau 2 en niveau 4 op de Politieacademie te Eindhoven (kwartiel 3)?"

Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag is de fysieke activiteit van studenten onderzocht binnen vier lessen, namelijk:

Les 1: Niveau 2 gesloten werkvormen Docent: J. W. Breel Hindernisbaan
Les 2: Niveau 2 open werkvormen Docent: J. W. Breel Hindernisbaan
Les 3: Niveau 4 gesloten werkvormen Docent: J. W. Breel Hindernisbaan
Les 4: Niveau 4 open werkvormen Docent: J. W. Breel Hindernisbaan

De metingen zijn gedaan met behulp van borstbanden, die de hartfrequenties van studenten meten. Uiteindelijk is met de verkregen meetresultaten de gemiddelde inspanningsintensiteit van de gehele klas berekend. Hieruit kwamen de volgende resultaten naar voren:

1. Beide groepen zijn fysiek actiever bij gesloten werkvormen dan bij open werkvormen.
2. Niveau 2 is bij gesloten werkvormen 1,22% actiever dan bij open werkvormen.
3. Niveau 4 is bij gesloten werkvormen 8,05% actiever dan bij open werkvormen.
4. Het verschil in inspanningsintensiteit tussen beide werkvormen is bij niveau 4 6,83% groter dan bij niveau 2.

Uit bovenstaande resultaten zou kunnen worden geconcludeerd dat, wanneer doelstellingen met betrekking tot het behalen van een hoge inspanningsintensiteit centraal staan, het best kan worden gekozen voor gesloten werkvormen. Tevens is te zien dat het verschil in inspanningsintensiteit tussen beide werkvormen bij niveau vier 6,83 % groter is dan bij niveau 2. Uit de gedane observaties bleek dit verschil met name te zijn veroorzaakt door, het verschil in omgang met de verkregen ruimte binnen de les met open werkvormen.
Niveau 4 besteedde erg veel tijd aan overleg en samenwerking. Niveau 2 daarentegen luisterde naar de opdracht, bedacht snel een strategie om de opdracht uit te voeren en ging daarna snel actief oefenen op de door hen georganiseerde oefensituatie. Samenvattend kan gezegd worden dat in de onderzochte lesgeefsituaties, de betrokken studenten uit niveau 4 meer denkers dan doeners bleken en de studenten uit niveau 2 meer doeners dan denkers.
Of deze constatering ook in het algemeen voor studenten van de bedoelde niveaus van toepassing is, valt nog te bezien.

Toon meer
OrganisatieFontys
AfdelingFontys Sporthogeschool
Jaar2010
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk