Samenvatting

Bij leerlingen gericht aan doelen werken kan op school- en groepsniveau. Voor de ongeveer 10 procent leerlingen, die het minimum eindniveau van de basisschool niet bereikt, gebeurt dit op individueel niveau met een eigen leerlijn. Voor deze leerlingen moet basisschool Zuiderlicht een ontwikkelingsperspectief maken. Hiermee maakt ze inzichtelijk welke leerdoelen ze nastreeft. Inzichtelijk voor de school zelf, de leerling, de ouders en de Onderwijsinspectie. Over wat een ontwikkelingsperspectief van een leerling precies inhoudt bestaan nog een aantal verschillende opvattingen. Volgens Clijsen (2007) wordt het ontwikkelingsperspectief aangeduid als: • Een didactisch perspectief: wat is de haalbare didactische voortgang van deze leerling? • Een pedagogisch perspectief: wat is de haalbare ontwikkeling van een leerling op het gebied van samenwerken, communicatie en zelfsturing? • Een leerrendementsverwachting: wat verwachten we als vooruitgang bij de leerling? • Een uitstroomprofiel: wat is de gewenste en mogelijke opleiding voor deze leerling na het basisonderwijs? Veel scholen bepalen bij het werken vanuit een ontwikkelingsperspectief zowel een prognose van de leerresultaten als het uitstroomprofiel van een leerling. De school werkt dan meer plannend dan volgend en kan systematisch evalueren of ze nog op koers zit. Met plannend werken wordt bedoeld, dat er proactief en preventief gehandeld wordt. Er wordt niet afgewacht tot de leerling achterblijft in de ontwikkeling, er wordt door de leerkracht en de school goed ingeschat wat er van de leerling mag worden verwacht. Het is belangrijk om op basis van geschikte gegevens inzicht te krijgen op de capaciteiten van een leerling. De leerkracht spreekt de leerling dan aan in de zone van de naaste ontwikkeling, in plaats van op frustratieniveau. Kinderen die op het juiste niveau aangesproken en uitgedaagd worden zich veilig voelen en succeservaringen opdoen. Een basis voor kinderen om vanuit te leren. En aan die basis moeten we samen bouwen!