De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Een passende instructie voor alle rekenaars

een onderzoek naar een passende interventie om de instructie voor de sterke rekenaar te borgen

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Een passende instructie voor alle rekenaars

een onderzoek naar een passende interventie om de instructie voor de sterke rekenaar te borgen

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Dit praktijkgerichte onderzoek is een actieonderzoek met als doel het onderzoeken en verbeteren van de eigen beroepspraktijk, betreffende de rekeninstructie aan de sterke rekenaar. Er is een handelingsverlegenheid in het Nederlandse basisonderwijs als het gaat om het afstemmen van de instructie en de rekenleerstof op de behoeften van de sterke rekenaar. Op De Boomgaard, de school waar ik werkzaam ben, is dit ook het geval. Het rekenonderwijs is voornamelijk gericht op de gemiddelde en zwakke rekenaars. Om onderpresteren te voorkomen en het plezier in rekenen te behouden is het van belang dat er rekening wordt gehouden met de behoeften van de sterke rekenaar (Sjoers, 2016; KNAW, 2009). Het doel van dit praktijkonderzoek is het vinden van een instructievorm die, naast de aandacht voor de onderwijsbehoeften van de gemiddelde en zwakke rekenaar, aansluit bij de onderwijsbehoeften van de sterke rekenaar. Hierbij is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: Met welke interventie kan ik, als leerkracht, de rekenles aan laten sluiten bij de onderwijsbehoeften van de sterke rekenaar? Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag worden er, op basis van het theoretisch kader, twee interventies uitgeprobeerd. Gedurende de eerste interventie wordt de taxonomie van Bloom (Anderson & Krathwohl, 2001) ingezet, waarbij de sterke rekenaars aan het werk mogen met uitdagende denkopdrachten. Tijdens de tweede interventie wordt het differentiatiemodel van Sjoers (2016) ingezet, waarbij alle niveaugroepen op een vast moment instructie krijgen. De sterke rekenaars starten hierbij met een denkopdracht en krijgen op een later moment instructie. Om te kunnen meten of de interventies tegemoetkomen aan de behoeften van de sterke rekenaar en de uitkomsten met elkaar te kunnen vergelijken, is er gebruik gemaakt van verschillende onderzoeksmethoden. Zo zijn er op drie meetmomenten schaalvragenlijsten en interviews afgenomen. Uit de data-analyse is gebleken dat de interventie met de taxonomie van Bloom de leerlingen uitdaging biedt in het werk. Desondanks misten de leerlingen uit de onderzoeksgroep de nodige begeleiding van de leerkracht. Uit de data-analyse van de tweede interventie is gebleken dat het differentiatiemodel van Sjoers (2016) voor 96% aansluit bij de manier waarop de onderzoeksgroep op wilt leren. Daarnaast ervaart de onderzoeksgroep de leerkrachtgebonden tijd hierbij als prettig en geven zij aan door deze werkwijze meer te leren. Aan de hand van de data-analyse kan de volgende conclusie worden getrokken: Met de het differentiatiemodel van Sjoers (2016) kan ik, als leerkracht, de rekenles aan laten sluiten bij de onderwijsbehoeften van de sterke rekenaar. Op basis van de gehele analyse wordt aanbevolen het differentiatiemodel in te zetten als lesmodel en de taxonomie van Bloom daarnaast te gebruiken om de uitdagende denkopdrachten aan te kunnen bieden.

Toon meer
OrganisatieFontys
OpleidingMaster Educational Needs
AfdelingFontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
Datum2017-08
TypeMaster
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk