De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

De behandeling van ondervoeding op drie afdelingen van de volwassenenzorg van het HagaZiekenhuis

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

De behandeling van ondervoeding op drie afdelingen van de volwassenenzorg van het HagaZiekenhuis

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Inleiding: Ziekte-gerelateerde ondervoeding is een groot probleem in Nederlandse ziekenhuizen. De screening op ondervoeding is in het HagaZiekenhuis inmiddels met succes geïmplementeerd; de behandeling van ondervoeding blijft echter achter bij het landelijk gemiddelde. Het doel van dit onderzoek is het vaststellen van knelpunten in de behandeling van ondervoeding en het doen van aanbevelingen ter verbetering van de situatie.
Methode: Factoren die een rol spelen bij de behandeling van ondervoeding en de in Nederland geldende richtlijnen zijn onderzocht middels een systematisch literatuuronderzoek. De in het HagaZiekenhuis geldende procedures betreffende de behandeling van ondervoeding zijn beschreven op basis van interne documenten.
Op drie afdelingen van de volwassenenzorg van het HagaZiekenhuis, locatie Leyweg, is een praktijkonderzoek uitgevoerd middels participerende observatie ter bepaling van de huidige werkwijze in de behandeling van ondervoeding.
Resultaten literatuuronderzoek: Risicofactoren voor ondervoeding kunnen van persoonlijke en organisatorische aard zijn. Persoonlijke factoren vallen, afgezien van de ziektefactor en de behandeling, over het algemeen buiten de invloedsfeer van het ziekenhuis. Ziekenhuizen dienen alert te zijn op patiënten uit risicogroepen: ouderen, chronisch zieken, patiënten met een lage opleiding/een hoge BMI. Risicofactoren van organisatorische aard beslaan diverse niveaus van verantwoordelijkheden: management (betreffen onduidelijkheid over verantwoordelijkheden, onvoldoende opleiding van personeel, gebrekkige samenwerking, onvoldoende betrokkenheid van het management), uitvoerend procesmatig (screening, documentatie) en uitvoerend praktisch (diverse problemen op praktisch gebied bijv. te weinig hulp bij eten).
Resultaten praktijkonderzoek: Patiënten die bij opname ondervoed zijn (zoals bepaald middels screening) krijgen een energie- en eiwitverrijkt (en+e+) dieet. In de praktijk zijn er diverse knelpunten gesignaleerd in de uitvoering hiervan. Belangrijkste is dat tijdens het delen van eten en drinken niet altijd duidelijk is welke patiënten een (en+e+) dieet hebben. Tussendoortjes worden niet, niet aan alle patiënten met een (en+e+) dieet, op verkeerde tijdstippen of slechts met beperkte keuzemogelijkheid uitgedeeld. Voedingsassistenten lijken onvoldoende kennis te hebben over de in het HagaZiekenhuis geldende procedures en over de voedingszorg voor ondervoede patiënten. Overdracht tussen verschillende voedings-diensten verloopt op sommige afdelingen niet goed. Het is onduidelijk wie eindverantwoordelijk is voor de behandeling van ondervoeding op de afdelingen. Tot slot is er geen protocol voor het meten van de voedingsinname van patiënten die langere tijd opgenomen zijn, met als risico dat patiënten die tijdens ziekenhuisopname ondervoed raken niet tijdig opgemerkt worden.
Conclusies/Aanbevelingen:
1. Het verdient aanbeveling dat ziekenhuizen beleid maken om de voedingszorg optimaal te laten verlopen. Verantwoordelijkheden dienen expliciet vastgesteld te worden.
2. Het inschakelen van de diëtist en voorschrijven van eiwit-verrijkte drinkvoeding zijn effectief in het verbeteren van de eiwit- en energieinname van ondervoede patiënten.
3. Het dient voor iedereen duidelijk te zijn welke patiënten een en+e+ dieet hebben.
4. Het uitdelen van tussendoortjes dient verbeterd te worden.
5. De kennis van voedingsassistenten dient vergroot te worden, zowel op het gebied van de geldende procedures als op het gebied van voedingszorg voor ondervoede patiënten.
6. De overdracht tussen diensten van voedingsassistenten dient geoptimaliseerd te worden.
7. De implementatie van een protocol betreffende het monitoren van de voedingsinname van langdurig opgenomen patiënten/patiënten met SNAQ ≤2 zou de voedingszorg kunnen verbeteren.

Toon meer
OrganisatieDe Haagse Hogeschool
OpleidingGZH Voeding en Diëtetiek
AfdelingAcademie voor Gezondheid
PartnerHagaZiekenhuis Den Haag
Jaar2013
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk