Samenvatting

Veel studenten stoppen met het hoger onderwijs vanwege een verkeerde studiekeuze. Expeditie Noord lost dit probleem op door middelbare scholieren te ondersteunen bij hun studiekeuze. Echter merkte Expeditie Noord dat het aantal aanmeldingen voor de ondersteunende trajecten afnam. Dit komt mede doordat het hoger onderwijs de samenwerking heeft stopgezet. Om dit probleem op te lossen wil Expeditie Noord advertenties maken die potentiële deelnemers aantrekt. Deze advertenties worden gemaakt door een marketing en communicatie stagiaire. Ter voorbereiding op het maken van deze advertenties wordt dit onderzoek uitgevoerd. Het doel is om te onderzoeken hoe een scholier kan worden bereikt en wat een studiekiezer aanspreekt. En dan in het bijzonder wanneer een studiekiezer moeite heeft met de studiekeuze. Kwalitatief onderzoek maakte het mogelijk om deze vraag te beantwoorden. Negen decanen uit Noord-Nederland (Groningen, Friesland en Drenthe) zijn bevraagd voor kwalitatief onderzoek. Decanen staan vaak in direct contact met de scholier en zijn specialisten in het begeleiden van het studiekeuzeproces. Daarom konden zij veel zeggen over het oriëntatieproces van de scholier. Als decaan helpen ze scholieren hun attitude te volgen; ze gaan na in hoeverre hun omgeving hun keuze beïnvloedt. Bovendien zijn decanen in staat om de waarde van de ondersteuning van hun begeleidingsproces te ontdekken. Verder analyseren ze hoe verschillende geslachten zich oriënteren en tot slot suggereren ze dat studenten die al een studiekeuze hebben gemaakt ideaal zijn om scholieren aan te spreken.
De resultaten laten zien dat de meeste scholieren zich pas in het examenjaar focussen op het kiezen van de vervolgstudie, terwijl ze door schooltaken weinig tijd over hebben voor de oriëntatie in het examenjaar. Studietwijfelaars willen hen studiekeuze liever na de examens maken. Expeditie Noord wil hen helpen bij het maken van de juiste studiekeuze. Decanen bevestigen dat studenten de steun waarderen die ze kunnen krijgen doormiddel van advertenties voor de oriëntatie evenementen. De meer passievere scholier oriënteert zich het liefst via opendagen, actievere studenten vinden het nuttig om het vervolgstudie te ervaren. Een andere gebeid beroepsoriëntatie. De bekendheid en de beschikbaarheid van mogelijke stages bepalen hoe studiekeuzes worden beïnvloed. Ervaringen met schoolvakken, vervolgstudie en werkervaring bieden waardevolle inzichten. Tijdens de oriëntatie vinden scholieren het onaangenaam om studiekeuzes te verminderen. Hoewel studenten liever beslissen zonder ouderbetrokkenheid, hebben ouders volgens decanen wel veel invloed op de studiekeuze. Decanen geven aan dat het wenselijk is dat ouders studenten ondersteunen bij de zelfreflectie. De decanen merken dat het vrouwen er moeite mee hebben om keuzes te beperken en dat mannen zich liever zo efficiënt mogelijk oriënteren op een studie. Tot slot werkt begeleiding via eerste- en tweedejaarsstudenten beter studenten te activeren omdat scholieren zich gemakkelijk kunnen identificeren hun ervaring. Bovendien lieten de resultaten zien dat er maanden zijn waarin scholieren minder bezig gaat met de studie-oriëntatie. Schooltaken leiden dan erg af en laten minder tijd over voor het nadenken over toekomstige studiekeuzes. Onderzoek wijst ook uit dat studenten de voordelen van de ondersteuning van Expeditie Noord beter kunnen inschatten wanneer advertenties studenten voorbereiden op de evenementen voor de studie-oriëntatie. Scholieren zijn daarom in september, oktober, november, december, maart, april, juni, juli en augustus het beste per mail, tijdschrift/krantenartikel, nieuwsbrief en in januari, februari en mei per televisie, radio of poster te bereiken.