De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Fiscale straffen in relatie tot de administratie van contant geld

Rechten:

Fiscale straffen in relatie tot de administratie van contant geld

Rechten:

Samenvatting

Het onderzoek “Fiscale straffen in relatie tot contant geld” is verricht in opdracht van Delissen Martens Advocaten en Belastingadviseurs (hierna: DM Advocaten), een middelgroot, full service advocatenkantoor in Den Haag. De aanleiding van dit onderzoek is dat DM Advocaten
met regelmaat ondernemers in de spreekkamer krijgt waarbij een fiscaal geschil speelt of dreigt te gaan spelen. In fiscale geschillen speelt de administratie vaak een belangrijke rol. De vragen aan DM Advocaten zijn veelal gericht op de mogelijke gevolgen van een gebrekkige administratie. Een gebrek in de administratie van deze cliënten bestaat vaak uit een gebrek in de administratie van contant geld. DM advocaten heeft daarom de opdracht gegeven een onderzoek te verrichten naar de fiscale straffen in relatie tot de administratie van contant geld.
Een fiscaal geschil kan zowel in de bestuursrechtelijke als in de strafrechtelijke sfeer worden afgedaan. De wetgeving en jurisprudentie dienaangaande is complex en onduidelijk. Omdat de sectie strafrecht van DM Advocaten steeds meer te maken krijgt met het grensgebied tussen fiscaal bestuursrecht en het strafrecht is een onderzoek naar de fiscale straffen in relatie tot de administratie van contant geld relevant voor deze afdeling binnen DM Advocaten.
Vanuit deze invalshoek is de volgende doelstelling geformuleerd:
“Het doel van het onderzoek is DM Advocaten middelen in handen te geven om te bepalen of de Belastingdienst, FIOD en/of OM binnen hun bevoegdheden handelen in de opsporing en vervolging van fiscale fraude met betrekking tot de administratie van contante geldstromen, om zo haar cliënten beter te kunnen bijstaan in aanhangige en toekomstige procedures, door op grond van wetsanalyse, literatuur-, wetshistorie- en jurisprudentieonderzoek een advies te geven”.
Met het beantwoorden van onderstaande centrale vraag wordt de doelstelling bereikt:
“Welk advies kan aan DM Advocaten gegeven worden aangaande de
behandeling van de administratie van contant geld, door de Belastingdienst,
FIOD en OM op basis van wetsanalyse, literatuur-, wetshistorie- en
jurisprudentieonderzoek”.
Om deze vraag te beantwoorden zijn de theoretische onderdelen van deze vraag door
deelvragen beantwoord. Bekeken is wat de administratieplicht inhoudt, welke bevoegdheden betrokken instanties hebben, welke straffen opgelegd kunnen worden en wat belastingplichtige c.q. verdachte tegen deze straffen kan inbrengen.
De wetsanalyse heeft geleerd dat de administratie- en bewaarplicht zoals neergelegd in art. 52 van de Algemene Wet inzake de Rijksbelastingen (hierna: AWR), een open norm is. Er wordt niet bepaald hoe geadministreerd moet worden; de regels beschrijven slechts het resultaat.
De partijen die betrokken zijn bij het fiscale strafrecht zijn: de Belastingdienst, de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (hierna: FIOD) en het Openbaar Ministerie (hierna: OM). Deze instanties hebben bevoegdheden om hun taken te kunnen uitvoeren. Met betrekking tot het onderzoeksonderwerp heeft de Belastingdienst de taak om belasting te heffen, fraude op te sporen en om toezicht te houden op de naleving van de fiscale wetten en regels. De spoort eveneens fiscale fraude op en het OM vervolgt de fraude. In de opsporing en vervolging van fiscale fraude overlappen de taken en hiermee ook de bevoegdheden van de betrokken instanties. Het Besluit Bestuurlijke Boete Belastingdienst (hierna: BBBB) en het Protocol aanmelding en afdoening van fiscale delicten en delicten op het gebied van douane en toeslagen 2016 (hierna: protocol AAFD) schrijven voor of een fiscale overtreding, bestuursrechtelijk dan wel strafrechtelijk zal worden afgedaan.
De mogelijke straffen, of beter maatregelen, die ten aanzien van het schenden van de
administratie- en bewaarplicht kunnen worden opgelegd zijn achtereenvolgens; het navorderen of naheffen van belastingen, het opleggen van een informatiebeschikking met als gevolg omkering en verzwaring van de bewijslast, indirect het opleggen van een boete, de fiscale strafbeschikking, het strafrechtelijke transactievoorstel, de strafbeschikking van het OM en strafrechtelijke vervolging door de strafrechter.
Bij het opleggen van deze maatregelen gelden beperkingen voor de betrokken instanties. Na het opleggen van een van deze maatregelen kan belastingplichtige c.q. verdachte rechtsmiddelen inzetten. De beperkingen zijn dan met name de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (hierna: ABBB’s) en overige rechtsbeginselen zoals het una via- en het nemo tenetur- beginsel.1 De rechtsmiddelen die kunnen worden ingezet zijn de rechtsmiddelen; bezwaar, beroep, hoger beroep en cassatie. Tegen enkele maatregelen kan het bijzondere rechtsmiddel verzet worden ingezet.
Na het in kaart brengen van de theorie met betrekking tot de fiscale straffen in relatie tot de administratie van contant geld is gekeken naar het oordeel van de rechterlijke macht. In het praktijkkader van het onderzoek is aan de orde gekomen; hoe de rechterlijke macht invulling geeft aan de verplichting tot het voeren van een administratie van contant geld, hoe de rechterlijke macht oordeelt over de fiscale straffen die in het theoretisch kader zijn behandeld en welke rechtsregels uit de recente jurisprudentie volgen met betrekking tot het fiscaal strafrecht.
Het advies aan DM Advocaten dat in dit rapport wordt gegeven is om de resultaten van dit rapport op te nemen in een stroomschema, zodat snel kan worden bepaald of vervolging door een van de instanties aannemelijk is, in welk stadium het geschil van cliënt zich bevindt, welke straffen opgelegd kunnen worden en wat hiertegen kan worden ingebracht. Door het volgen van het stroomschema wordt duidelijk welke informatie uit het rapport moet worden geraadpleegd en welk advies aan client kan worden gegeven.
Het stroomschema is als beroepsproduct als bijlage VII toegevoegd. De aanbeveling aan DM Advocaten is om dit stroomschema te implementeren in het bedrijfsproces. Het rapport vormt in combinatie met het stroomschema een hulpmiddel bij het adequaat adviseren van cliënten over fiscale straffen die in relatie tot de administratie van contant geld kunnen worden opgelegd.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Leiden
OpleidingHBO-Rechten
AfdelingFaculteit M&B
PartnerDelissen Martens Advocaten en Belastingadviseurs
Datum2017-05-22
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk