De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Aansprakelijkheid van de arts na schending van de informatieplicht

Open access

Rechten:

Aansprakelijkheid van de arts na schending van de informatieplicht

Open access

Rechten:

Samenvatting

Groenendijk & Kloppenburg Advocaten is een advocatenkantoor dat cliënten bijstaat binnen verschillende rechtsgebieden, waaronder het gezondheidsrecht. Zij staan onder andere patiënten bij die schade hebben geleden bij de uitvoering van medische behandelingen. Aanleiding voor het onderzoek is een zaak die momenteel in hoger beroep wordt gevoerd. Cliënten zijn niet voldoende ingelicht door hun psychiater die twee soorten medicatie heeft voorgeschreven. Deze medicatie lijkt het risico op afwijkingen bij het ongeboren kind te verhogen. Het kind van cliënten is geboren met ernstige afwijkingen. Cliënten stellen de behandelend psychiater aansprakelijk op grond van een schending van zijn informatieplicht en vorderen schadevergoeding.
Met het onderzoek is gezocht naar het antwoord op de vraag wat voor Groenendijk & Kloppenburg Advocaten de beste mogelijkheden zijn om voor cliënten schadevergoeding te vorderen als hun zelfbeschikkingsrecht is geschonden doordat de arts hen onvoldoende heeft geïnformeerd op grond van art. 7:448 BW. In de praktijk blijkt het bijzonder lastig te zijn om te voldoen aan de bewijslast in de rechtszaal. De bewijslast die op de patiënt rust bestaat uit drie onderdelen. De patiënt moet bewijzen dat de arts een fout heeft gemaakt door de patiënt niet voldoende of niet juist te informeren. Daarnaast moet de patiënt bewijzen dat hij een andere keuze zou hebben gemaakt indien hij juist was geïnformeerd. Dit wordt de voorwaardelijke voorwaarde, ofwel conditio sine qua non, genoemd. Als de conditio sine qua non is aangenomen of vastgesteld is, is er sprake van een schending van het zelfbeschikkingsrecht. Ten slotte moet het causaal verband met de schade wordt vastgesteld. Dat wil zeggen, de patiënt moet bewijzen dat hij door de fout van de arts schade heeft geleden. Er is een inventariserend onderzoek gedaan, waarbij is gezocht naar mogelijkheden om deze bewijsproblemen op te lossen bij het vorderen van schadevergoeding. Hierbij is duidelijkheid verschaft met betrekking tot de knelpunten in het huidige rechtssysteem en de – voorwaarden van – de mogelijke oplossingen, zodat een processtrategie kan worden gekozen.
Het onderzoek is verdeeld in een theoretisch kader en een praktijkonderzoek. Er is bronnenonderzoek gedaan naar het zelfbeschikkingsrecht, de bescherming van de patiënt op grond van het informed consent en bijbehorende rechtsvordering in de civiele rechtspraktijk. Door invloedrijke zaken van de Hoge Raad en het EHRM te onderzoeken is nader invulling gegeven aan het zelfbeschikkingsrecht. Bij het jurisprudentieonderzoek – het praktijkonderzoek – is onderzoek gedaan naar de verschillende vlakken waar het vorderen van schadevergoeding na schending van de informatieplicht van de arts stuk loopt. Er is onderzoek gedaan naar de voorwaarden voor schending van de informatieplicht en vaststelling van de conditio sine qua non, het causaal verband met schade en de mogelijke oplossingen bij geen of een onzeker causaal verband.
Uit de resultaten van het praktijkonderzoek kan worden geconcludeerd dat zowel het vorderen van kansschade, proportionele schadevergoeding als integriteitsschade alle drie mogelijke oplossingen zijn voor het oplossen van verschillende bewijsproblemen. Indien het probleem in de bewijsvoering ligt in het vaststellen van de geleden schade is het vorderen van schadevergoeding op grond van verlies van een kans (kansschade) een mogelijke oplossing. Als het bewijsprobleem niet ligt bij het vaststellen van de geleden schade, maar het vaststellen van de oorzaak van de schade, is proportionele schadevergoeding een uitweg. Indien de fout is vastgesteld maar geen causaal verband kan worden gelegd met de schade kan integriteitsschade worden gevorderd. Bij het vorderen van integriteitsschade moet worden aangetoond dat er ingrijpende, rechtstreekse gevolgen zijn voor de benadeelde. In de zaak binnen Groenendijk & Kloppenburg Advocaten is, aan de hand van het tweede deskundigenbericht, aanbevolen schadevergoeding te vorderen op grond van proportionele aansprakelijkheid.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Leiden
OpleidingHBO-Rechten
AfdelingFaculteit M&B
PartnerGroenendijk en Kloppenburg
Datum2017-03-16
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk