De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Prevalence of germ cell tumor susceptibility alleles in patients with disorders of sex development

Prevalence of germ cell tumor susceptibility alleles in patients with disorders of sex development

Samenvatting

Disorders of Sex Development (DSD)-patiënten zijn patiënten met een congenitale conditie waarbij de chromosomale, gonadale of de anatomische geslachtsontwikkeling atypisch is. Bepaalde groepen patiënten gediagnostiseerd met DSD hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van een kwaadaardige kiemceltumor (KCT). In Genome Wide Association Studies (GWAS)-studies zijn 17 single nucleotide polymorfisme (SNP) gevonden die geassocieerd worden met een kwaadaardige testiculaire kiemceltumor (TKCT). Deze SNPs liggen in of nabij genen die invloed hebben op de embryogenese, geslachtsontwikkeling, kiemcelontwikkeling en overleving als ook een rol spelen in DNA herstel. In dit onderzoek wordt bestudeerd of er een link is tussen de gevonden SNPs en DSD­patiënten wie een (T)KCT hebben ontwikkeld bestudeerd. Dit kan resulteren in een nauwkeurigere risicobepaling voor het ontwikkelen van een KCT. Om deze link te vinden wordt er in een cohort van DSD-patiënten de genotypen van deze SNPs bepaald met behulp van genotyping-assays van Life Technologies. Van 16 van de 17 SNPs is de odds ratio (OR) al bepaald in de GWAS- studies. Voor de 17e SNP wordt de OR bepaald door een groep met TKCT te vergelijken met een groep gezonde mannen. Dit resulteert in een OR van 2.26. Met behulp van de 17 ORs wordt een Relative Risk (RR) per patiënt berekend in de DSD-groep. Per SNP werd de chi-kwadraat test uitgevoerd om te analyseren of er een verschil is in de verdeling van de genotypes. Hieruit blijkt dat een aantal SNPs een inverse verdeling lieten zien in de verdeling van de risico-allelen wanneer dit wordt vergeleken met de gepubliceerde GWAS resultaten. Wanneer deze SNPs worden geëxcludeerd in de RR analyse is er sprake van een meer significant verschil. Ondanks een stijgende significantie overlappen de groepen nog steeds. Verder is er gekeken naar een subpopulatie in de DSD populatie, de AIS patiënten. Deze groep is apart geanalyseerd en laat een significant verschil zien tussen de niet aangedane en de aangedane patiënten maar ook hier is er sprake van overlap tussen de groepen. Wanneer SNPs die een inverse correlatie, in vergelijking met de GWAS resultaten, laten zien worden geëxcludeerd in de RR analyse stijgt de significantie. Daarnaast wordt er ook een betere scheiding gevonden tussen de groepen. Dit alles houdt in dat de analyse van de RR in DSD patiënten met en zonder KCT een significant verschil laat zien, echter is het te betwisten of er sprake is van klinische relevantie omdat de groepen elkaar overlappen. Wanneer dezelfde analyse wordt uitgevoerd op een subgroep met AIS patiënten is er geen sprake van een significant verschil maar na het excluderen van vier SNPs, ontstaat er een goede scheiding tussen de niet aangedane en de aangedane patiënten. Deze 13 SNPs zouden een extra risicofactor kunnen zijn in de kliniek.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Leiden
OpleidingBiologie en medisch laboratoriumonderzoek
AfdelingFaculteit Techniek
PartnerErasmus MC, Pathology, Laboratory for Experimental Patho-Oncology (LEPO)
Datum2016-11-28
TypeBachelor
TaalEngels

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk