Samenvatting

Met dit afstudeeronderzoek heb ik een architectonische studie gedaan naar het gebouw, een ontwerpvoorstel gemaakt en de belangrijkste architectonische en bouwfysische principes uitgewerkt.
Ik ben begonnen met een analyse van het bestaande gebouw (deel A). Het kantoorgebouw bevindt zich op een bedrijventerrein aan de Schie te Delft, dit is in de nabijheid van de universiteitswijk. Door deze nabijheid komt functieverandering naar studentenhuisvesting het meest in aanmerking. Daarvoor zal een vrijstelling of wijziging van het bestemmingsplan aangevraagd moeten worden. Vervolgens heb ik het gebouw getoetst aan de mogelijkheden om bij herbestemming te voldoen aan het bouwbesluit. Bij functieverandering wordt eerst getoetst aan het bouwbesluit bestaande bouw, er vanuitgaande dat het bestaande gebouw reeds de nieuwe bestemming heeft. Vervolgens moeten alle verplichte en vrijwillige wijzigingen aan het pand in principe voldoen aan de nieuwbouweisen voor woningen. Ik heb geconcludeerd dat een aantal aanpassingen noodzakelijk zijn, te weten:
• het verbeteren van de thermische isolatie van de gevel,
• het verbeteren van de geluidsisolatie van vloer, binnenwanden en gevel,
• het aanpassen van de noodtrappen aan de kopgevel, en
• Het vervangen/vernieuwen van de (klimaat)installaties Het realiseren van een dakopbouw kan deze aanpassingen rendabel maken. Zonder versteviging van de fundering is dit mogelijk mits er elders aan het gebouw gewicht gewonnen wordt. Wat betreft de ontsluiting is er de mogelijkheid tot opdelen van de bestaande verkeersruimten of het aanbouwen van één of twee lift- en trappenhuizen. Na de bouwkundige analyse heb ik onderzocht welke mogelijke functies in het pand terechtkunnen, te weten:
• bedrijven, werkplaatsen, showrooms, etc. op de begane grond,
• (studenten)woningen op de verdiepingen,
• representatieve (kleine)kantooreenheden, recreatieruimte op de dakopbouw. Na het vooronderzoek heb ik een ontwerp gemaakt voor een multifunctioneel woongebouw (deel B). De hoofdprogramma’s zijn ‘werken’ (begane grond), ‘wonen’ (verdiepingen) en ‘recreëren’ (dakopbouw). Door een centrale ontsluiting en het integreren van de dakopbouw met het bestaande gebouw ontstaat er één gebouw. Het programma wonen bestaat uit 81 studentenkamers verdeeld over 3 verdiepingen. Elke studentenkamer is gesitueerd aan de gevel en voorzien van een keukenblok en een individuele badruimte. Hierdoor ontstaat een kamer met hoge kwaliteit. In deel C wordt het ontwerp bouwtechnisch uitgewerkt. Ter verbetering van de thermische- en geluidsisolatie is het gebouw gestript en voorzien van een nieuwe gevel. De gevel van de studentenkamers bestaat uit kamerbrede vloergedragen houtskeletbouw-elementen en is voorzien van uitstekende erkers van composiet. Om aan de geluidseisen voor woonfuncties te voldoen is het noodzakelijk de bestaande vloer te voorzien van een zwevende dekvloer. De dakopbouw bestaat uit een staalconstructie die boven op de bestaande vloer is gebouwd en gedragen wordt door de bestaande, versterkte, kolommen.