De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Dit onderzoek werd gedaan als eindonderzoek voor de opleiding HBO-Verpleegkunde aan de
Hogeschool Utrecht en inhoudelijk begeleid vanuit het lectoraat / de kenniskring van de Faculteit
Gezondheidszorg. Het onderzoek werd uitgevoerd vanuit de hoofdvraag: ‘Hoe relevant is het
voor verpleegkundigen in de psychiatrie om over de deugd moed te beschikken?’. Dit werd
gedaan aan de hand van een uitgebreid literatuuronderzoek. Daarnaast werden er verschillende
verpleegkundigen, werkzaam op psychiatrische afdelingen van het Universitair Medisch Centrum
Utrecht, geïnterviewd aan de hand van een topiclijst met als doel beeldmateriaal te verzamelen
om naast de literatuurstudie te leggen.
Aristoteles beschrijft deugden als het midden tussen twee uitersten. Beauchamp legt dit
uit en beschrijft dat moed een deugd is waarbij je dapper moet zijn zonder roekeloos te worden.
Hij stelt dat een moedig persoon heeft geleerd om niet terug te deinzen voor moeilijke situaties,
zonder dat te veronachtzamen wat echt gevaarlijk is. Vanuit deze visie op het begrip ‘moed’
werden de respondenten geïnterviewd. Er kwamen veel praktijkvoorbeelden naar boven waarin
bevestigd werd dat het voor verpleegkundigen in de psychiatrie een absolute meerwaarde heeft
over de deugd moed te beschikken. Ook bleek dat het een onderwerp is dat bij verpleegkundigen
in eerste instantie geen rol speelde, maar naar mate ze er meer over nadachten relevanter leek te
worden.
In het onderzoek wordt een tal van voorbeelden genoemd, zowel vanuit de literatuur als
uit de interviews, waarin de rol van moed naar voren komt. Socrates stelt al in 400 v.C. dat moed
en wijsheid niet los van elkaar te zien zijn. In alle gevallen komt het neer op het principe van een
weloverwogen keuze maken, waar praktische wijsheid voor nodig is, en vervolgens door moed te
hebben in staat zijn hiervoor te kunnen gaan. Jansen beschrijft dat deze keuzes zich afspelen
binnen de drie verschillende praktijkniveaus (micro-, meso,- en macronivaeu). Daarnaast kan een
keuze ook inhouden dat er een overweging gemaakt moet worden op het moment dat de belangen
van de verschillende niveaus incongruent zijn. In de ene situatie zal een verpleegkundige de moed
nodig hebben om voor een patiënt op te komen wanneer er in een behandelteam een beleid wordt
opgesteld, waarin de patiënt duidelijk tekort gedaan wordt. Op een ander moment zal een
verpleegkundige de moed nodig hebben om een patiënt aan te spreken op gedrag wat volgens de wet
niet toelaatbaar is. In het laatste geval houdt de verpleegkundige rekening met zijn
maatschappelijke verantwoordelijkheid. Doordat een verpleegkundige zich binnen deze drie
niveaus manifesteert krijgt het begrip moed een extra complexe betekenis. Er kan namelijk niet
van tevoren worden vastgesteld dat het altijd moedig is als een verpleegkundige ten alle tijden
voor een patiënt opkomt of altijd achter het beleid van het ziekenhuis staat. Per situatie zal de
verpleegkundige een weloverwogen keuze moeten maken en vervolgens daad bij woord moeten
voegen. Dat is wat moedig gedrag inhoudt binnen de psychiatrisch verpleegkundige context.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Utrecht
OpleidingVerpleegkunde
AfdelingVerpleegkundige Studies
Jaar2008
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk