De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Eindverslag

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Eindverslag

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

De verkeersveiligheid voor spoor- en wegverkeer bij overwegen moet volgens het ministerie van Verkeer en Waterstaat drastisch verbeteren. Daarom heeft het ministerie hier financiële middelen voor ter beschikking gesteld. Zo wordt er gekeken naar wat het effect is bij het toepassen van bepaalde maatregelen. Brengen deze maatregelen vermindering van maatschappelijke kosten van ongevallen met zich mee dan is het dus rendabel om de gestelde maatregelingen toe te passen. Zo is het dus mogelijk dat bij een overweg met knipperlichten of overwegbomen een ongelijkvloerse kruising wordt gerealiseerd zodat er minder ongelukken gebeuren bij deze overweg. Voor gemeenten biedt deze regeling de mogelijkheid om de verkeersstructuur te verbeteren, zonder dat daarvoor alle investeringen zelf betaalt hoeven te worden.
Het cluster Moordrecht ligt op de grens van het Groene hart en is gelegen tussen Gouda, Waddinxveen, Zevenhuizen en Moordrecht.
De provinciale weg N456 loopt van afrit Waddinxveen (A12) naar Gouda. De weg kruist bij Moordrecht de A20 en het spoor dat van Rotterdam naar Utrecht loopt. Deze overweg heet overweg Middelweg. Deze overweg maakt deel uit van de N456 en neemt een belangrijke positie in het gebied in. Door de aansluiting op de A20 voor Moordrecht en het zuidelijke deel van Gouda is de verkeersdrukte op deze overweg (zeer) hoog. Door de overweg te vervangen door een ongelijkvloerse kruising moet de verkeersdoorstroom verbeteren en het aantal ongelukken afnemen.
Er is naar verschillende gerelateerde projecten gekeken die invloed kunnen hebben op de te maken ongelijkvloerse kruising. Vooral de toename van de verkeersintensiteit ten gevolge van deze projecten is hierbij belangrijk. Aan de hand van deze gerelateerde projecten zijn het programma van eisen en de uitgangspunten voor het ontwerp opgesteld. Hieruit volgt dat de kruising toegankelijk moet zijn voor zowel (snel)verkeer uit Gouda als (snel)verkeer uit Moordrecht. Ook het fietsverkeer moet van de kruising gebruik kunnen maken. Er is gekozen voor een gebiedsontsluitingsweg met 2x2 rijstroken en een ontwerpsnelheid van 80 km/u.
Met een variantenstudie is er gezocht naar een geschikte variant ter vervanging van de overweg. De opgestelde varianten zijn op verschillende criteria getoetst. Vooral de criteria “kosten” en “verkeer” hebben zwaar meegewogen in de studie. De verschillende varianten zijn door middel van een multicriteria-analyse met elkaar vergeleken.
Uit de multicriteria zijn twee geschikte varianten naar voren gekomen: een onderdoorgang ter hoogte van de Vijfde Tochtweg en een viaduct ter hoogte van de Vijfde Tochtweg. Uit inpassings oogpunt is er gekozen voor de variant met de onderdoorgang.
Doordat de grondgegevens ontbreken is er bij het ontwerp aangenomen dat de damwanden voor de bouwkuip zullen worden geslagen tot in de waterafsluitende laag. Verder is er gesteld dat de grondwaterstand één meter onder maaiveld staat. Het spoorkruisend deel en de toeritten worden in-situ gebouwd. Het dek zal naast het bestaande spoor worden
opgebouwd op een tijdelijk aan te brengen schuifbaan. Deze schuifbaan is gefundeerd op palen. Met behulp van vijzels wordt het dek op zijn definitieve plek geschoven.
Het verticale alignement is berekend aan de hand van de boogstralen die zijn opgesteld in de uitgangspunten.
Het dwarsprofiel van de onderdoorgang is gebaseerd op de breedte van de
2 x 2 rijstroken, plus de breedte van een twee richtingsverkeer fietspad. Na het bepalen van de wegbreedtes zijn er een aantal varianten opgesteld voor het dwarsprofiel. Er is gekozen voor een dwarsprofiel dat de meest gunstige krachtsverdeling heeft.
Aan de hand van de voorkeursvariant is de onderdoorgang gedimensioneerd.
De onderdoorgang is gedimensioneerd met behulp van vuistregels. Met het programma Matrixframe zijn de belastingcombinaties ingevoerd en de benodigde krachten berekend. Aan de hand van deze krachten zijn de diktes van het dek, de wanden en de vloer bepaalt. Deze waarden zijn gebruikt voor het maken van de tekeningen. Hierbij moet worden vermeld dat het dek uitgerekend is als een gewapend dek en niet als een voorgespannen dek.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Utrecht
OpleidingCiviele Techniek
AfdelingGebouwde Omgeving
Jaar2005
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk