De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Over leven in de horendenschool

een exploratieve studie naar het welbevinden van dove leerlingen in het Vlaamse regulier secundair onderwijs

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Over leven in de horendenschool

een exploratieve studie naar het welbevinden van dove leerlingen in het Vlaamse regulier secundair onderwijs

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

De laatste vijftien jaar is er in Vlaanderen een groeiende integratietrend van leerlingen met een
handicap in het regulier onderwijs. Ook steeds meer dove leerlingen gaan naar de
'horendenschool', met als belangrijkste achtergrond dat ze in het dovenonderwijs geen diploma's
kunnen krijgen. Naar de ervaringen van die dove leerlingen is nooit onderzoek gedaan, terwijl de
verschillen tussen een dovenschool en een reguliere school voor hen enorm zijn.
De laatste decennia is er langzamerhand meer belangstelling gekomen voor de niet-cognitieve kant
van de schoolervaringen van kinderen en jongeren en men realiseert zich inmiddels ook op
beleidsniveau het belang van het 'schoolwelbevinden' van leerlingen. De inspectie in Vlaanderen
beschouwt het welbevinden van leerlingen als indicator voor de kwaliteit van het onderwijs, maar
de ervaringen van de enkele dove leerlingen op reguliere scholen bleven ook in dit verband ononderzocht.
Voor het onderhavige onderzoek is een literatuurverkenning gedaan op het gebied van Vlaams
onderzoek naar schoolwelbevinden van horende leerlingen. Op het vlak van schoolwelbevinden
van dove leerlingen moest worden uitgeweken naar ervaringsverhalen in Vlaanderen en het
buitenland enerzijds, en enkele buitenlandse onderzoeken naar de situatie van dove leerlingen in
het regulier onderwijs anderzijds.
Uit het kwalitatieve onderzoek naar het welbevinden van 12 dove leerlingen op reguliere
secundaire scholen, met een respons van 50%, kan geconcludeerd worden dat bij bijna alle dove
leerlingen de communicatie-barrière tussen de dove leerlingen en de rest van de school zo groot is
dat er van werkelijke participatie weinig sprake is, noch op cognitief noch op sociaal gebied.
Grofweg kan in de meeste gevallen worden gesproken van een vorm van onderwijs die voor de
dove leerlingen ontoegankelijk is, met uitzondering van die lesuren waarbij een tolk kan worden
ingezet, en dat is ongeveer een kwart van de schooltijd.
Ook wordt geconstateerd dat deze leerlingen andere dove jongeren, zelfs als zij niet op dezelfde
school zitten, eerder als hun peer-group zien dan hun horende klasgenoten. De mogelijkheid voor
dove leerlingen om contact te hebben met andere dove jongeren blijkt dan ook, naast de
aanwezigheid van een tolk, de belangrijkste factor die het welbevinden van deze leerlingen bepaalt.
Wat betreft het welbevinden van de dove leerlingen doet zich een opmerkelijk fenomeen voor:
ondanks de negatieve ervaringen die de respondenten rapporteren op vrijwel alle onderzochte
deelaspecten van welbevinden, geven de meesten van hen aan dat zij een matige tot goede graad
van welbevinden hebben. Een verklaring hiervoor blijkt te liggen in de betekenisverlening aan het
concept 'horendenschool', dat voor hen veel negatieve, voor hen onveranderlijke aspecten,
impliceert. Ook het feit dat de dove leerlingen zich beschouwen als lid van de 'groep' dove
jongeren verklaart hun te positieve beoordeling van eigen welbevinden. De meesten schatten hun
eigen situatie in als gunstiger dan die van een aantal van hun dove groepsgenoten, die het op andere
reguliere scholen nog moeilijker hebben.
Van hun kant doen de dove leerlingen er over het algemeen zeer veel aan om hun situatie te
verbeteren. Van de kant van de overheid, de school, de leraren en hun medeleerlingen noemen zij
de inzet, waar die althans geleverd wordt, ontoereikend. De conclusie moet wel luiden dat er sprake
is van een 'mismatch' tussen de dove leerlingen en de 'horendenschool'. Deze bevinding werd
bevestigd in de schets van hun ideale school die de dove leerlingen desgevraagd gaven. Daarin
komen de volgende elementen naar voren als cruciaal voor hun welbevinden: verwantschap en
communicatie (inclusief de toegankelijkheid van het onderwijs). De meesten zien een vorm van
dovenonderwijs dan ook als ideaal, bijvoorbeeld door het concentreren van al het Vlaamse
dovenonderwijs op één plek. Zoals een aantal dove jongeren zelf aangeeft: een horendenschool is
een school voor horenden, niet voor doven.
De vastgestelde zeer lage graad van welbevinden bij dove leerlingen in Vlaamse reguliere
secundaire scholen is een aanwijzing dat de onderwijskwaliteit voor deze doelgroep in deze setting
(ver) beneden de maat is.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Utrecht
AfdelingGebaren, Taal en Dovenstudies
Datum2009-06
TypeMaster
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk