Samenvatting

Het programma OBT (optimaal bouwplaats transport) is een programma waar men onder andere de kraancapaciteit mee kan bepalen. Dit programma is echter gebruiksonvriendelijk gebleken en wordt daarom niet toegepast in de praktijk. Na het programma geanalyseerd te hebben is besloten om een nieuwe tool te ontwikkelen die wel gebruiksvriendelijk is.

Een bouwkraan is het belangrijkste verticaal transportmiddel op de bouwplaats. Daarbij ook het kostbaarste transportmiddel. Waardoor men dat dit transportmiddel zo optimaal mogelijk wil benutten. Daarom moet er in de voorbereidingsfase goed worden nagedacht hoeveel en welk type kraan men gaat inzetten.

Het bepalen van het type kraan hangt af van de volgende twee criteriums:
- het zwaarste element dat getransporteerd moet worden;
- de vlucht waar dit element moeten worden opgepakt en geplaatst.

Om de hoeveelheid kranen te bepalen moet eerst de netto kraantijd berekend worden. Men kan de netto kraantijd bepalen dor middel van het aantal hijsbewegingen te vermenigvuldigen met de transportcyclus. Deze netto kraantijd kan men echter nooit behalen. Dit heeft mede te maken met het feit dat er op een bouwplaats teveel factoren zijn die het proces nadelig beïnvloeden. Om deze factoren enigszins op te vangen moet men de netto kraantijd met een organisatiefactor vermenigvuldigen. Dit leidt vervolgens tot de bruto kraantijd.

De organisatiefactor staat in relatie met de organisatiegraad op de bouwplaats. Zal men de organisatiegraad op de bouwplaats verhogen dan zal automatisch de organisatiefactor dalen. Er is als uitgangspunt aangenomen dat er minimaal een organisatiefactor van 1,2 moet worden toegepast. Het maximum is op 1,5 gesteld. Na overleg met verschillende deskundigen is besloten dat men een organisatiefactor van 1,2 mag gebruiken, mits men de volgende handelingen uitvoert:
- het zo nauwkeurig mogelijk berekenen van de netto kraantijd;
- intensieve werkvoorbereiding;
- maken van een transportplan;
- technische problemen vroegtijdig onderscheppen en aanpassen;
- inzet van een logistiek uitvoerder.

Indien men geen extra aandacht besteedt aan de verbetering van de organisatiegraad op een bouwplaats, zal men een factor 1,5 moeten toepassen. De tussenliggende waarde van 1,3 en 1,4 zal men subjectief moeten toepassen.

De cyclustijd wordt bepaald door het aantal benodigde kraanuren. Er zijn verschillende factoren die de kraantijd kunnen beïnvloeden. Met name als de gevelfase in het zicht komt kunnen de kraanuren toenemen. Dit is echter op te lossen door de gevelwerkzaamheden door een ander transportmiddel te laten oplossen. Door bijvoorbeeld een op afstand bedienbare mobiele montagekraan of een hangsteiger met één kantelarm afhankelijk van het type project.

Met name bij hoogbouwprojecten wordt de kraantijd op een gegeven moment beïnvloed door de toenemende hijs- en daaltijd. Vooral als er in het gebouw veel prefab onderdelen zitten kan dit de cyclustijd aanzienlijk beïnvloeden. Dit kan er vervolgens tot toe leiden dat men de cyclustijd moet verlengen.

Als resultaat is er een tool ontwikkeld waarmee zowel de kraan- als liftcapaciteit berekend kan worden.