Samenvatting

Achtergrond: Osteoporotische wervelcompressiefracturen kunnen ontstaan na een trauma met lage
snelheid, bewegingen zoals het tillen of zelfs zonder trauma en zorgen voor een grote financiële druk
op de gezondheidszorg. Nu de vergrijzing vordert, nemen ook de kosten voor behandeling van deze
fracturen toe. Wervelcompressiefracturen komen voor bij 7-19% van de vrouwen en 4-17% van de
mannen tussen de 50 en 80 jaar. Twee minimaal invasieve chirurgische behandeltechnieken zijn
vertebroplastiek en kyphoplastiek. Vertebroplastiek houdt in het inbrengen van speciaal cement
(polymethylmethacrylaat, PMMA) in de vertebra om zodoende de wervel te stabiliseren. Bij
kyphoplastiek wordt een speciale ballonkatheter in de vertebra geplaatst en een gesloten holte
gevormd, voordat het cement geïnjecteerd wordt.
Doel: Het doel van dit onderzoek is de lezer meer inzicht te geven in de techniek en complicaties van
vertebroplastiek vergeleken met kyphoplastiek om zodoende het (fysiotherapeutische)
revalidatieproces goed aan te kunnen laten sluiten op de operatie.
Methode: Er is literatuuronderzoek verricht naar het verschil in de kans op complicaties bij
vertebroplastiek en kyphoplastiek. Op grond van vooraf opgestelde inclusiecriteria werden voor dit
onderzoek 11 artikelen geselecteerd. Dit waren 4 prospectief cohortonderzoeken, 3 systematische
reviews en 4 artikelen ter achtergrondinformatie.
Resultaten: Twee artikelen maakten melding van een significant hogere kans op cementlekkage bij
vertebroplastiek vergeleken met kyphoplastiek. Vier andere artikelen meldden tevens een hogere
kans bij vertebroplastiek, maar het is onduidelijk of dit een significant verschil was. Volgens één
onderzoek was de kans op cementlekkage gelijk. Drie artikelen lieten een hogere kans op nieuwe
fracturen zien bij kyphoplastiek, onbekend is of dit verschil significant was. Eén artikel meldde een
significant hogere kans bij vertebroplastiek, bij één onderzoek werd geen verschil geconstateerd en
twee artikelen deden hierover geen melding. Bij de andere complicaties waren er geen
noemenswaardige verschillen tussen vertebroplastiek en kyphoplastiek.
Conclusie: Er is onvoldoende literatuur van voldoende methodologische kwaliteit om harde
uitspraken te kunnen doen over het verschil in complicaties bij vertebroplastiek vergeleken met
kyphoplastiek. Er lijkt enig bewijs te zijn dat de kans op cementlekkage kleiner is bij behandeling met
kyphoplastiek dan bij behandeling met vertebroplastiek. De fysiotherapeut zal tijdens de
nabehandeling van vertebroplastiek extra alert moeten zijn op symptomen die kunnen ontstaan na
cementlekkage, maar ook bij kyphoplastiek dient hierop gelet te worden.
Andere complicaties die kunnen ontstaan zijn neurologische klachten, cardiovasculaire klachten,
pulmonaire embolie en nieuwe fracturen. Doordat deze complicaties niet consequent zijn onderzocht
en in veel artikelen geen melding werd gemaakt over de significantie van de gevonden verschillen
kunnen er geen uitspraken gedaan worden over het verschil in kans op deze complicaties bij vertebroplastiek en kyphoplastiek.