Samenvatting

Vanuit de bouw-, advies-, en installatiebranche is er een toenemende vraag naar concepten voor
laagtemperatuur verwarming en hoogtemperatuur koeling in appartementen ontstaan. Naar
aanleiding van deze vraag is dit rapport geschreven.
Dit rapport is geschreven in opdracht van Nathan ImporüExport B.V. welke
fabrieksagent/irnporteur is van producten voor de verwarmings- en installatiebranche.
In het rapport zijn vijf verschillende systemen behandeld:
1. 2-pijps systeem
2. 3-pijps systeem
3. 4-pijps systeem
4. VKW systeem
5. Individuael warmtepomp systeem
Bij deelonderzoek l t/m 4 wordt het verwarmings- en koelwater centraal in de technische ruimte
opgewekt. Voor de opwekking kan worden gekozen voor een bivalent (warmtepomp en cv-ketel)
of monovalent (warmtepomp of cv-ketel en koelmachine) opwekkingssysteem. Bij deze systemen
kan ook warmteopwekking door middel van zonne-energie worden toegepast. Deze warmte kan
worden gebruikt: voor het verwarmen van verwarmingswater en tapwater. Verder kan de
verkregen watmte worden gebruikt voor het teruggeven van warmte aan het grondwater. Deze
warmte wordt daar warmtepompen onttrokken.
De bereiding van warm tapwater zal bij deelonderzoek 1 t/m 3 centraal gebeuren, hier is een
warm wate circulatieleiding en een legionella beheersplan nodig. Bij deelonderzoek 4 en 5 zal
het tapwater in de woning worden verwarmd., hier is geen warm water circulatieleiding en een
legionella beheersplan nodig.
Het G1W (garantie instituut woningbouw) stelt vanaf l januari 2007 een aantal eisen aan het
Verwarmen van woningen. Deze eisen hebben invloed op de systemen in de woningen.
In de appartementenwoningen kan er worden verwarmd en gekoeld door middel van de vloer en ventilator convectoren. Met betonactivering kan er in de woning worden gekoeld. De temperatuur in de woningen kan per vertrek worden geregeld. De aanvoertemperatuur van de verdeler wordt centraal of in de woning bepaald.
De keuze van het opwekkingssysteem heeft grote invloed op de EPC van het appartement. Deze is op 1 januari 2006 van 1 naar 0,8 gegaan. Bij toepassing van een warmtepomp wordt de EPC van 0,8 gehaald. Wordt er een monovalent systeem met een cv-ketel en koelmachine toegepast, wordt de gewenste EPC niet gehaald, en zal er op een andere manier energie moeten worden bespaard.
Bij elk deelonderzoek is een conclusie geschreven. In de hoofdconclusie zijn al deze conclusies met elkaar vergeleken. De aanbeveling is geschreven voor de bewoners en de opdrachtgever van het appartement.