De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Onderzoek borgsom als schorsingsvoorwaarde van de voorlopige hechtenis vanuit reclasseringsperspectief

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Onderzoek borgsom als schorsingsvoorwaarde van de voorlopige hechtenis vanuit reclasseringsperspectief

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

In dit onderzoeksrapport komt allereerst kort de geschiedenis van de borgsom in Nederland naar voren. Hieruit blijkt dat de borgsom zeker niet een onbekend bestaan heeft gekend, en ook daadwerkelijk toegepast werd in Nederland. Vervolgens komt de juridische context van de borgsom in het Nederlandse strafprocesrecht naar voren. De borgsom bestaat al sinds de middeleeuwen en is sinds 1926 weer opgenomen in het wetboek van Strafvordering. De rechter kan volgens artikel 80 SV een geldbedrag vaststellen die een verdachte moet betalen zodat zijn voorlopige hechtenis geschorst wordt. Naast deze mogelijkheid bestaat er nog een mogelijkheid dat een derde de borgsom voor de verdachte kan betalen (derdenborg), of een verbintenis met een derde als waarborg. Laatstgenoemde mogelijkheid houdt in dat de derde de borgsom moet betalen op het moment dat de verdachte zich niet aan de voorwaarden houdt. Naast de borgsom kent Nederland ook de waarborgsom. De waarborgsom kent dezelfde achterliggende gedachte als een borgsom, maar de waarborgsom speelt pas een rol na de veroordeling en de borgsom tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis.

Omdat de borgsom een onderdeel is van de voorlopige hechtenis, is in dit onderzoeksrapport ook aandacht besteedt aan het instituut van de voorlopige hechtenis binnen het Nederlands rechtssysteem. De voorlopige hechtenis waarbij de borgsom in beeld komt, kan volgens art. 133 SV bestaan uit drie fasen. Namelijk de bewaring, gevangenhouding en gevangenneming. Op het moment dat de voorlopige hechtenis geschorst wordt waarbij er een borgsom wordt opgelegd, is de rechter verplicht daarbij altijd twee algemene voorwaarden op te leggen welke zijn opgenomen in art. 80 lid 2 SV. Verder is de rechter vrij in het opleggen van bijzondere voorwaarden. Naast deze algemene voorwaarden kunnen er bijzondere voorwaarden opgelegd worden, bijvoorbeeld een meldingsgebod of het volgen van een agressieregulatie training. De borgsom kan in combinatie met deze voorwaarden een aanvullende voorwaarden zijn.

Reclassering Nederland heeft een "menukaart" waarin alle bijzondere voorwaarden zijn opgenomen die zij kunnen adviseren. Hoewel de borgsom hier geen deel van uitmaakt kan de reclassering juridisch gezien de borgsom wel adviseren. De reclassering kan vrij ver gaan in het adviseren van schorsingsvoorwaarden. In artikel 10 van de Reclasseringsregeling staat onder b dat de reclassering een rapport kan uitbrengen waarin informatie wordt gegeven over alternatieven voor een eventuele voorlopige hechtenis. Op het moment dat een verdachte in verzekering wordt gesteld, kan er vroeghulp worden aangeboden door de reclassering. In het vroeghulpinterventierapport kunnen afspraken gemaakt worden over het starten van een reclasseringstraject met een verdachte.

Verder komt in cijfers naar voren dat bijna de helft van de verdachten in Nederland vastzit in voorlopige hechtenis. Uit onderzoek is gebleken dat deze vrijheidsbeneming nadelige gevolgen kan hebben voor de verdachte. Een gedetineerde heeft meer kans op psychische problemen en loopt meer risico's, bijvoorbeeld om zijn baan kwijt te raken. Ook heeft het vastzitten niet alleen gevolgen voor de verdachte, maar vaak ook voor zijn sociale omgeving, bijvoorbeeld voor zijn familie.

De heer Houweling heeft in zijn proefschrift "Op borgsom vrij" ook een empirisch onderzoek verricht onder rechters-commissarissen. Verder worden er resultaten weergegeven van empirisch onderzoek bij het Openbaar Ministerie en strafrechtadvocaten over de toepassing van de borgsom. Uit dit onderzoek blijkt dat er in het Nederlandse strafproces nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de borgsom.
De rechters-commissarissen, het OM en strafrechtadvocaten kwamen met bezwaren zoals onbekendheid met het instituut, klassenjustitie en administratieve redenen. Partijen verkeren in een soort vicieuze cirkel. De rechters-commissarissen leggen de borgsom namelijk niet op, het OM vordert niet omdat de borgsom nauwelijks wordt gehonoreerd en strafrechtadvocaten verzoeken nooit om de borgsom omdat ze ervan uit gaan dat het verzoek afgewezen zal worden.

Naast het zojuist genoemde empirische onderzoek is er door de auteurs van dit onderzoeksrapport onderzoek verricht naar de meningen over de borgsom onder reclasseringsmedewerkers. Hierbij gaat het om medewerkers diagnose en advies, medewerkers toezicht en werkbegeleiders van Reclassering Nederland. Er zijn in totaal 25 medewerkers geïnterviewd uit de regio Den Haag, Amsterdam en Midden-Oost Nederland. Uit deze onderzoeksresultaten is gebleken dat geen van de medewerkers kennis of ervaring hebben over de borgsom. De medewerkers waren over het algemeen vooral sceptisch over de borgsom. Maar 7 van de 25 medewerkers zijn positief te noemen. Veel medewerkers geven aan dat er per zaak apart bekeken moet worden of een borgsom van meerwaarde zou kunnen zijn. Tegen advisering van een borgsom werden fundamentele bezwaren aangevoerd zoals klassenjustitie en schulden van de cliënt. Dit laatste argument maakt volgens een aantal medewerkers een eventuele borgsom naar draagkracht weinig effectief. Verder zien een aantal medewerkers wel een meerwaarde in de prikkelfunctie van de borgsom omdat je mensen in hun portemonnee raakt. Ook wordt er gedacht aan verdachten die gevoelig zijn voor geld. Maar een aantal medewerkers ziet liever een intrinsieke prikkel dan de prikkel van de borgsom die volgens hen extrinsiek van aard is.

Tot besluit nog enkele opmerkingen over het doel van dit onderzoek en de bijdrage van de onderzoeksresultaten hieraan. Dit onderzoek heeft tot doel dat de reclasseringswerker de onderzoeksresultaten kan gebruiken om te bepalen hoe hij omgaat met de mogelijkheid om een borgsom te kunnen adviseren of hier toezicht op te houden. Deze onderzoeksresultaten kunnen een bijdrage leveren in de afweging van een reclasseringsmedewerker over de rol van een borgsom in zijn of haar advies. Ook kunnen de onderzoeksresultaten een bijdrage leveren in de overweging vanuit de beleidsafdeling om de borgsom wel of niet op te nemen in de "menukaart" van Reclassering Nederland. In meer algemene zin is het doel van dit onderzoek om een bijdrage te leveren aan de maatschappelijke discussie over de rol van de borgsom in het Nederlandse strafproces bij schorsing van de voorlopige hechtenis.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Utrecht
OpleidingIvR Sociaal Juridische Dienstverlening
AfdelingRecht
Datum2011-05-16
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk