Samenvatting

Achtergrond: Het Carpale Tunnel Syndroom (CTS) is een veel voorkomend verschijnsel. Bij CTS wordt de nervus medianus ingeklemd in de carpale tunnel waardoor pijn, gevoelloosheid en uitvalsverschijnselen kunnen ontstaan. CTS komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen en kan door verschillende oorzaken ontstaan. De diagnose voor CTS wordt gesteld aan de hand van een anamnese, EMG en lichamelijk onderzoek. In dit artikel zal antwoord gegeven worden op de volgende vraagstelling: wat heeft de voorkeur bij conservatief behandelen bij CTS: spalken of een injectie met corticosteroïden?.
Methode: Er is een literatuurstudie gedaan naar artikelen waarin de conservatieve behandelingen beschreven wordt. De gebruikte literatuur is niet ouder dan vijf jaar, de follow-up is ten minste een maand en de patiëntencategorie komt overeen in exclusie- en inclusiecriteria.
Resultaten: In het artikel van Marshall et al. 2007 komt naar voren dat er een significant verschil wordt behaald in het verminderen van de symptomen indien er geïnjecteerd wordt met corticosteroïden. In zowel het artikel van Ucan et al. 2005 als het artikel van Roger et al. 2003 werd het spalken gecombineerd met een injectie. In beide onderzoeken werd een verbetering beschreven ten aanzien van de symptomen. Mishra et al. 2006 vinden geen overtuigend verschil tussen de behandeling met orale steroïden en spalken. Sevim et al. 2004 vinden een duidelijke verbetering omtrent de symptomen bij behandeling met spalken maar geen overtuigend bewijs omtrent de verbetering van symptomen bij distaal of proximaal injecteren. In het artikel van Premoselli et al. 2006 wordt een duidelijke verbetering gevonden van de symptomen als een spalkgroep wordt vergeleken met een groep die niet behandeld wordt.
Conclusie: In drie studies waarin gekeken werd naar het effect van spalken ten opzichte van een controle groep werden positieve resultaten gevonden voor het spalken. In drie andere studies werd het geven van een injectie in de carpale tunnel vergeleken met geen behandeling en ook daaruit kwam naar voren dat de behandeling een positief effect heeft op de klachten. Een combinatie van de twee behandelingen heeft geen beter effect dan de beide behandelingen op zich. Bij alle onderzoeken kwam naar voren dat de conservatieve behandeling een gunstig effect heeft op de symptomen en functionaliteit, maar het aantal patiënten dat na behandeling klachtenvrij is, is zeer gering.