Rechtsregimes tijdens militaire operaties
Wij hanteren het label Open Access voor onderzoek met een Creative Commons licentie. Door een CC-licentie toe te kennen, geeft de auteur toestemming aan anderen om zijn of haar werk te verspreiden, te delen of te bewerken. Voor meer informatie over wat de verschillende CC-licenties inhouden, klik op het CC-icoon. Alle rechten voorbehouden wordt gebruikt voor publicaties waar enkel de auteurswet op van toepassing is.
Rechtsregimes tijdens militaire operaties
Wij hanteren het label Open Access voor onderzoek met een Creative Commons licentie. Door een CC-licentie toe te kennen, geeft de auteur toestemming aan anderen om zijn of haar werk te verspreiden, te delen of te bewerken. Voor meer informatie over wat de verschillende CC-licenties inhouden, klik op het CC-icoon. Alle rechten voorbehouden wordt gebruikt voor publicaties waar enkel de auteurswet op van toepassing is.
Samenvatting
Het doel van deze bijdrage was de vraag te beantwoorden aan de hand van welke rechtsregimes functioneel militair geweldgebruik in uitzendsituaties beoordeeld moet worden. Twee regimes zijn hier bezien: Rules of Engagement (ROE) en oorlogsrecht. ROE worden tegenwoordig voor nagenoeg iedere militaire operatie vastgesteld. ROE maken deel uit van een militaire opdracht en geweldgebruik dient altijd binnen de grenzen van ROE vorm te krijgen. Naast ROE
blijkt het oorlogsrecht als rechtsregime een belangrijke rol te spelen. Bij militaire operaties waarin er (nog) geen sprake is van een gewapend conflict, worden de regels en beginselen van het oorlogsrecht door Nederland op beleidsmatige gronden de facto toegepast, zonder dat dit regime formeel van toepassing is. Het oorlogsrecht zelf is als rechtsregime formeel (de jure) van toepassing op militaire operaties zodra (en zolang) er sprake is van een gewapend conflict.
Of er sprake is van een gewapend conflict wordt aan de hand van de feitelijke omstandigheden bepaald. Er is sprake van een (niet-internationaal) gewapend conflict als aan twee criteria is voldaan. Er moet sprake zijn van (1) feitelijke vijandelijkheden van een zekere intensiteit, bestaande uit aan elkaar
gerelateerde gewapende ‘incidenten’, die (2) uitgevoerd worden door tegenover elkaar staande georganiseerde gewapende groepen die over het vermogen beschikken om over een langere periode militaire operaties te ondernemen. Uit de jurisprudentie van het ICTY vallen voor beide criteria indicatoren af te leiden. Deze zijn ook op geweldgebruik in vredesmissies van toepassing.
Gepubliceerd in | Ars aequi : juridisch studentenblad Stichting Ars Aequi, Nijmegen, Vol. 2009, Uitgave: juli/augustus, Pagina's: 490-497 |
Jaar | 2009 |
Type | Artikel |
Taal | Nederlands |