De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Welke methoden kunnen binnen De Hoge Riet gebruikt worden om de cliënt te motiveren om meer te bewegen?

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Welke methoden kunnen binnen De Hoge Riet gebruikt worden om de cliënt te motiveren om meer te bewegen?

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

WELKE METHODEN KUNNEN BINNEN DE HOOGE RIET GEBRUIKT WORDEN OM DE CLIËNT TE MOTIVEREN OM MEER TE BEWEGEN?
Om aan het antwoord op deze vraag te komen en aanbevelingen te schrijven is er eerst een theoretisch onderzoek gedaan naar de onderwerpen die met dit onderzoek te maken hebben. Hoofdstuk 2 is de inhoudelijke oriëntatie. Het is namelijk van belang voor een onderzoek dat de onderzoekers maar ook de lezer op de hoogte is van de doelgroep, het onderwerp en voor welke instelling het onderzoek wordt verricht. Het onderzoek is in opdracht van de medewerkers van de Hooge Riet. De Hooge Riet is een afdeling van de instelling Meerkanten, een instelling voor geestelijke gezondheidszorg, werkzaam op de Noord- en West-Veluwe en in Flevoland. Bij Meerkanten kan iedereen terecht voor hulp: zowel kinderen en jongeren als volwassenen en ouderen.
De Hooge Riet is een afdeling voor psychogeriatrische patiënten. De afdeling is een prachtig groot gebouw gelegen nabij het centrum van Ermelo. Psychosociale rehabilitatie is de methodiek waarmee gewerkt wordt met de cliënt. Psychosociale rehabilitatie is dat hulpverleners proberen vooral aan te sluiten bij de levenswensen en doelen die de cliënt heeft. Hulpverleningsactiviteiten zijn erop gericht om de cliënt te helpen deze doelen te formuleren. Vervolgens wordt de cliënt ondersteund bij het werken aan deze doelen. Rehabilitatiegericht werken is: vraaggericht werken. Het gaat om een eigentijdse vormgeving aan hulpverleningsprocessen en het creëren van goede voorwaarden hiertoe.
Hoofdstuk 3 is de beschrijving van de opzet en uitvoering van het onderzoek. Het onderzoek is gericht op het beantwoorden van de onderzoeksvraag. Om deze vraag te beantwoorden worden eerst drie deelvragen beantwoord, te vinden in de hoofdstukken 4, 5 en 6:
1. Wat is het belang van bewegen voor de cliënten van de Hooge Riet?
2. Wat is er voor nodig om de motivatie tot beweging te stimuleren en te behouden?
3. Welke methoden en methodieken zijn er op het gebied van motivatie en beweging?
Om zoveel mogelijk relevante informatie te verzamelen hebben wij gebruik gemaakt van verschillende methoden van dataverzameling. Dit onderzoek is verdeeld in drie deelvragen. Bij al deze vragen hebben wij de verschillende onderzoeksinstrumenten gebruikt en verwerkt. Om het onderzoek te ondersteunen is er gebruik gemaakt van bestaande theorie, interviews met specialisten, observatie en een enquête voor de cliënt en de medewerker. Voor het afnemen van een enquête kan er gekozen worden voor een steekproef. Aangezien er 18 medewerkers en 50 cliënten zijn, is er voor gekozen om geen steekproef te nemen maar is er van uit gegaan dat iedereen een enquête kan invullen. Samen met de cliënten hebben we de enquête besproken vooral om een eerste kennismaking te creëren. Niet alle cliënten waren in staat om met ons in gesprek te gaan, 26 cliënten hebben met ons een enquête ingevuld. In het computerprogramma SPSS zijn vervolgens deze gegevens ingevoerd waardoor in dit rapport ook overzichtelijke grafieken en diagrammen voorkomen die gemaakt zijn op basis van de antwoorden uit de enquêtes.
In hoofdstuk 4 wordt uitvoerig beschreven wat voornamelijk de lichamelijke voordelen zijn van bewegen. Voldoende beweging voorkomt veel ouderdomsziekten en zorgt voor soepele botten en gewrichten. Alleen al ter voorkoming van klachten en pijn is het belangrijk om dagelijks te bewegen. Ook voor mensen met een depressie is het belangrijk om in beweging te blijven. In veel krantenartikelen en tijdschriften wordt beschreven dat er onderzoek gedaan wordt van het nut van bewegen voor mensen met een depressie. Het belang hiervan blijkt erg groot te zijn en kan wellicht zorgen voor vermindering van medicijngebruik.
Dan is er de wetenschappelijke norm. Deze is voor volwassenen 30 minuten bewegen per dag. In de enquête voor de cliënt kwam de vraag naar voren of zij aan deze wetenschappelijke norm voldoen. We hebben hier samen met de cliënt een tabel voor ingevuld om per bewegingsonderdeel in te vullen hoeveel ze dat doen per dag. Hiervan hebben we een grafiek gemaakt. Uit de grafiek is af te lezen dat 14 van de 24 cliënten niet aan de norm van 30 minuten bewegen per dag komen. Wij zijn uit gegaan van 30 minuten bewegen en dat op alle dagen van de week. Als we kijken naar 5 dagen in de week zullen nog 2 cliënten ook aan de norm komen. Er zijn nog veel cliënten die meer zouden moeten en kunnen bewegen. Uit de grafiek valt ook af te lezen dat er 5 cliënten zijn die meer dan 30 minuten per dag bewegen, dit is een positieve uitkomst. Uit de enquête kwam ook naar voren dat alle ondervraagden het belangrijk vinden om te bewegen.
Het behalen van de wetenschappelijke norm blijft lastig bij deze doelgroep. We moeten er rekening mee houden dan sommigen erg slecht ter been zijn of door de medicatie niet goed meer te motiveren zijn. Toch gaan we er bij veel cliënten van uit dat de wetenschappelijke norm haalbaar is als we maar blijven motiveren en zelf gemotiveerd blijven.
Uit de enquête voor de cliënt kwam naar voren dat veel cliënten last hebben van medische klachten. In hoofdstuk 4 staat uitvoerig beschreven wat deze klachten inhouden maar ook dat het bij deze klachten erg belangrijk is om te blijven bewegen. Ook de verpleging vindt dat de cliënten van de Hooge Riet te weinig beweging krijgen. Bij de specialisten zijn de meningen verdeeld of de cliënten aan de norm kunnen komen. Oudere mensen zijn nou eenmaal passiever en dan zijn er nog de bijwerkingen van de medicijnen. Iedereen is het erover eens, de cliënten van de Hooge Riet moeten meer in beweging komen.
In hoofdstuk 5 zijn we tot de conclusie gekomen dat de meeste cliënten van de Hooge Riet intrinsieke motivatie hebben. Meer dan de helft van de cliënten geeft aan bijna altijd gemotiveerd te zijn om te bewegen. Dat konden we ook zien bij de opkomst van de cliënten bij de wekelijkse gymgroep op de Feithenberg. 11 van de 50 cliënten deden mee aan de gymles. In hoofdstuk 6 is de uitwerking van de observatie van de gymgroep te vinden.
De helft van de cliënten geeft aan nooit door de verpleging gemotiveerd te worden om te gaan bewegen en gebeurd dit wel is het door middel van vragen of ze ergens heen.
De medewerkers motiveren de cliënten over het algemeen vaak maar geven wel aan dat ze het vaak moeilijk vinden om de cliënten te blijven motiveren om meer te bewegen.
Het is vanuit de instelling ook belangrijk dat je investeert in je medewerkers en achter ze staat zodat ze het gevoel hebben dat datgene wat ze doen ook daadwerkelijk gewaardeerd word. In het hoofdstuk worden enkele waardevolle tips voorgelegd waardoor je de motivatie van de medewerkers in stand kan houden.
Hoofdstuk 6 gaat in op de deelvraag welke methoden en methodieken er bestaan op het gebied van beweging. De instelling Meerkanten is steeds meer bezig met het onderwerp beweging. Zo is er sinds kort een methodiek opgestart genaamd running therapie. Helaas valt de doelgroep van de Hooge Riet niet onder deze methodiek want het houdt in dat de mensen gaan hardlopen.
Het activiteitenschema is aangepast voor de cliënten van de Hooge Riet. Het is opvallend dat hier maar een half uurtje beweging in voorkomt. Verder zijn er veel activiteiten waar de cliënt gebruik van maakt. Een enkele activiteit wordt weinig benut.
Het was lastig om veel bestaande methoden of methodieken te vinden. Maar gelukkig hebben we de website van het Nederlands Instituut voor Sport en Beweging gevonden. Hier wordt uitvoerig besproken hoe belangrijk het is voor ouder wordende mensen om te bewegen. Ook worden er veel manieren beschreven hoe deze doelgroep in beweging gebracht kan worden.
Het is belangrijk om als instelling een plan te maken en deze haalbaar te maken maar vooral te behouden en uit te blijven voeren. De NISB biedt een beweegbox aan met daarin heel veel informatie om in een instelling het beweegbeleid aan te passen en uit te breiden.
In de laatste paragraaf van hoofdstuk 6 is een opsomming gemaakt van sporten voor ouderen. Vooral wandelen en fietsen is een goed middel om mensen in beweging te krijgen. Ook zijn er alternatieve sporten die bevorderlijk zijn voor het welzijn van ouderen, bijvoorbeeld Thai Chi. Dit is een langzame vorm van bewegen en tegelijkertijd bezig te zijn met het tot rust komen van de geest. Sjoelen kan bijvoorbeeld in een beweegweek georganiseerd worden. Mensen zijn toch even lekker bezig en het is nog gezellig ook.
In het laatste hoofdstuk, hoofdstuk 7, wordt aan de hand van het onderzoek antwoord gegeven op de onderzoeksvraag. Hier worden de adviezen gegeven waarmee de opdrachtgever aan de slag kan gaan om te realiseren dat de cliënten meer gaan bewegen. Het gaat om de volgende adviezen:
1. Wandelen in dagroutine
2. Gym op de groep
3. Busregels aanscherpen
4. Blijf gemotiveerd en blijf motiveren
5. Beweging opnemen in zorgplan
6. Beweging als agendapunt
7. Stappenplan beweegbeleid
8. Beweegweek
9. Vervolg onderzoek
Met deze adviezen is het onderzoek afgerond en kan de opdrachtgever hiermee aan de slag. We hebben met veel plezier aan dit onderzoek gewerkt vooral omdat we goede ondersteuning hebben gekregen van alle betrokkenen.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Windesheim
AfdelingSocial Work
PartnerMeerkanten afd., De Hooge Riet, Ermelo
Jaar2008
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk