De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Kinderen in de maatschappelijke opvang : wie let er op de kleintjes?

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Kinderen in de maatschappelijke opvang : wie let er op de kleintjes?

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Het kind binnen de maatschappelijke opvang wordt geconfronteerd met een multi
problematische situatie. Zowel de periode voor de maatschappelijke opvang als ook
gedurende maatschappelijke opvang. Desondanks gaat de ontwikkeling van het kind gewoon
door. Een ontwikkeling die bedreigd kan worden door de aanwezigheid van risicofactoren.
Factoren die de kans op het ontstaan van een probleem of stoornis vergroten. Daar tegenover
staan de protectieve factoren. Factoren die het krijgen van een probleem of stoornis
verkleinen. Deze risicofactoren en protectievie factoren kunnen zich binnen diverse niveaus
manifesteren (micro, meso, exo en macro niveau). Deze niveaus worden d.m.v. het
ecologisch model en d.m.v. de theorie van Bronfenbrenner nader uitgewerkt. De
ontwikkeling van kinderen is het resultaat van een wisselwerking tussen de mogelijkheden
van het kind (aanleg) en de omgeving waarin het kind opgroeit en ervaringen opdoet. De
aanwezigheid van een risicofactor op zich veroorzaakt geen probleem maar meer de
cumulatie van risicofactoren is de oorzaak van het ontstaan van problemen en/of stoornissen.
Voor het kind binnen de maatschappelijke opvang spelen factoren als armoede, ruimte binnen
en buitenshuis en huisvestingfactoren zeker mee in deze risicocumulatie. Van de
aanwezigheid van protectieve factoren gaat een algemeen compenserende werking uit op de
ontwikkeling van kinderen. De risicofactoren en protectieve factoren worden in het
balansmodel van Bakker in kaart gebracht. In het onderzoek wrordt tevens stil gestaan bij de
rechten van het kind. Van de 54 artikelen worden er een aantal uitgewerkt waaruit blijkt dat
de opvoeding en de zorg voor het kind weliswaar primair de verantwoordelijkheid van de
ouder is, maar dat elke professional die betrokken is bij het kind hierin ook een
verantwoordelijkheid heeft. Dit wordt nogmaals bevestigd vanuit de overheid in het
programma 'alle kansen voor alle kinderen' van Minister Rouvoet. Vanuit de WMO worden
prestatievelden 2: Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met
opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden) en prestatieveld 7: Het bieden van
maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang, besproken. Vanuit deze prestatievelden
worden tevens kansen besproken om de positie van het kind maar ook van de organisatie te
verstevigen. Juist binnen de maatschappelijke opvang waar men snel zorg en ondersteuning
kan leveren, kan men zich zodoende profileren op tal van gebieden (huisvesting, financiën,
jeugdzorg, case - management). Hierdoor kan de maatschappelijke opvang zich
onderscheiden van andere welzijnssectoren terwijl de cliënt ook sneller de benodigde zorg
kan verkrijgen. Ten slotte komen de bewoners van de maatschappelijk opvang aan het woord.
Hieruit blijkt dat men weliswaar tevreden is over de begeleiding die men ontvangt. Temeer
ook wanneer er sprake is van een vaste begeleider, maar dat er nog tal van verbeterpunten
zijn. Met name het gebrek aan privacy werd als verbeterpunt aangehaald. De meeste ouders
gaven tevens aan dat zij het ouderschap niet naar tevredenheid konden vervullen. Diverse
factoren binnen de eerder genoemde niveau (micro,meso, exo en macro niveau) lagen hieraan
ten grondslag. De heersende armoede is ook zeker een factor wat niet onderschat moet
worden. Armoede omvat meer dan alleen het gebrek aan financiële of materiele middelen.
Armoede heeft ook een aantoonbaar effect op tal van andere gebieden waaronder de
opvoedingsstijl en het al dan niet hebben van sociale steun. Ouders noemden voorts nog
oorzaken als de beperkte en niet toereikende ruimte, zowel binnen- als buitenhuis, het
ontbreken van speelmateriaal en de confrontatie met medebewoners. Ouders gaven tevens
enkele handvaten aan voor de begeleiding. Zo gaf men aan dat er behoefte was aan enigszins
informele begeleidingscontacten waarin het onderwerp ouderschap aan bod kon komen.
Ouderschap was overigens niet los te koppelen van hun eigen identiteit. Ook was er behoeft
aam belangenbehartiging bij derden, praMsche ondersteuning in de vorm van
kinderopvangmogelijkheden en werd het idee geopperd om speciale gezinsunits te creëren.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Windesheim
AfdelingSocial Work
PartnerHumanitas Onder Dak
Jaar2008
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk