Samenvatting

Vanuit de resultaten van de vragenlijst en uit die van de bewegingsobservaties is een thema het meest present en overkoepelend geweest: Het belang van het sociale aspect.
Hier heeft vooral de grootte van de groep invloed gehad op de lichamelijk beleving om zich te kunnen openen en in beweging te exploreren.
Het lichaamsbewustzijn van de cliënten kon hierdoor veranderen. Vooral de waarneming van spanning in het lichaam en het ervaren van bewegingen is tijdens het verloop verandert. Hierin zijn verschillende kwaliteiten, zoals grotere en vrijere bewegingen zichtbaar geworden. Forster (2002) en ook Feldenkrais (1972) hebben in hun boeken het belang van het lichaamsbewustzijn en het ontwikkelen hierin benoemt. Beide hebben hiervoor lichaamsgerichte meer functionele werkvormen bedacht. Door de resultaten van dit onderzoek blijkt dat een verandering van het lichaamsbewustzijn ook kan ontstaan als binnen dans- en bewegingstherapie vanuit een dansant uitgangspunt wordt gewerkt.
Hiervoor neemt de therapeut een open, gelijkwaardige en respectvolle houding aan en werkt ortho- agogisch en re- educatief om de ontwikkeling van de cliënte te bevorderen.
Uit de resultaten blijkt, dat het werken met Funk binnen DBT met jonge vrouwen met eetstoornissen sucessvol is. Dit concludeer ik uit het feit dat er bij verschillende aspecten veranderingen hebben plaats gevonden. De clienten hebben zich in bewegingsgedrag ontwikkeld en zijn opener geworden. Deze ervaringen konden zij mee nemen naar hun dagelijkse leven en het daarin introduceren.
Naast het ontwikkelen van bewegingsgedrag is er een bewustere waarneming van lichaam, behoeftes en grenzen ontstaan. Deze punten spelen bij de doelgroep eetstoornissen een belangrijke rol (zie § 1.2.).
Door middel van dit onderzoek wordt het belang en effect van het dansantgericht werken binnen het lichamelijke aspect op de lichaamsbeleving gemanifesteerd.