ࡱ>  mohijklq`79 akbjbjؾ+d&l||||T  I44hh~ $ fq<e-||h~e-e-e-$|h~e-e-e-{4/+t~ `x> +ltT0Ilg+fgte- ||||    Ankie Maas Ellen Spoelstra Ingrid Brand Tamara Smits Fontys Hogeschool Verpleegkunde, Eindhoven Fontys Paramedische Hogeschool, Eindhoven Samen op weg naar een betere communicatie Communicatieplan Catharina-ziekenhuis, Eindhoven Ankie Maas Ellen Spoelstra Ingrid Brand Tamara Smits Opdrachtgever: Gerard Kiebert Begeleider verpleegkunde: Marja Legius Begeleider fysiotherapie: Monica Veeger Fontys Hogeschool Verpleegkunde, Eindhoven Fontys Paramedische Hogeschool, Eindhoven Mei 2003 Voorwoord Het afstudeerproject vormt een belangrijk deel van het vierde en tevens laatste studiejaar aan de opleiding verpleegkunde en fysiotherapie. Het afstudeerproject bestaat uit een uitwerking van een voor verpleegkunde en fysiotherapie relevant onderwerp, waaruit de toepassing van theoretische kennis en onderzoeksresultaten uit meerdere vakgebieden blijkt. Via projectmatig werken wordt een product vervaardigd dat direct bruikbaar is voor de verpleegkundige en/of fysiotherapeutische beroepsuitoefening. Hiermee wordt bewezen dat de studenten in staat zijn een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het verpleegkundig en fysiotherapeutisch beroep. (10) Het unieke aan dit afstudeerproject is dat er een combinatie is van twee verpleegkunde studenten en twee fysiotherapie studenten in een projectgroep. Dit is de eerste keer dat dit binnen de Fontys Paramedische Hogeschool en Fontys Hogeschool Verpleegkunde voorkomt. Het is voor iedereen een nieuwe, maar zeker ook een uitdagende situatie. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt over aan welke eisen het afstudeerproject moet voldoen. Met name zijn de richtlijnen volgens de opleiding fysiotherapie tijdens de schriftelijke verantwoording van dit project gebruikt. De opdracht voor dit afstudeerproject is afkomstig uit het Catharina-ziekenhuis van de afdeling fysiotherapie. Met name de fysiotherapeuten krijgen nogal eens de vraag te horen van de verpleegkundigen, om een schriftelijke rapportage over de vorderingen en/of bijzonderheden van de patint met betrekking tot de fysiotherapeutische behandeling. Verpleegkundigen van de betrokken afdelingen, dit zijn de afdelingen neurologie, chirurgie, orthopedie en longziekten, geven aan niet op de hoogte te zijn van waar de fysiotherapeuten mee bezig zijn. Dit probleem dient als basis voor dit afstudeerproject. Zonder hulp was het met zijn vieren niet gelukt om dit project tot een einde te brengen en daarom willen we een aantal mensen bedanken die mee hebben geholpen om dit te realiseren. We willen langs deze weg Marja Legius (procesbegeleider) bedanken voor haar begeleiding gedurende het gehele proces rondom het project en voor het meedenken naar oplossingen wat betreft de verschillen tussen de twee opleidingen. Daarnaast willen we Monica Veeger (methodisch begeleider) bedanken voor haar steun rondom de aanpak van de methode en het verzamelen van gegevens. In het bijzonder willen we Gerard Kiebert (opdrachtgever project en fysiotherapeut Catharina-ziekenhuis) bedanken voor het toewijzen van de opdracht aan ons en het vertrouwen wat we van hem hebben mogen ontvangen gedurende het project. Er was steeds sprake van een prettige samenwerking wat ten goede is gekomen aan het project. Tot slot willen we de contactpersonen uit het Catharina-ziekenhuis: Jacqueline Rutten (afdeling neurologie), Evelien Wagenaars (afdeling chirurgie), Charlotte van Rooij (afdeling orthopedie) en Leonie Claes (afdeling longziekten) bedanken voor hun inzet en medewerking aan dit afstudeerproject. Daarnaast willen we alle andere mensen die niet zijn vernoemd, maar die zich ook hebben ingezet ten behoeve van het project hartelijk danken. 28 mei 2003 Ankie Maas Ellen Spoelstra Ingrid Brand Tamara Smits Samenvatting Dit is een afstudeerproject naar aanleiding van een communicatieprobleem in het Catharina-ziekenhuis. Vanuit de verpleegkundigen in het Catharina-ziekenhuis komt veelvuldig de vraag naar informatie over de veranderingen en bijzonderheden met betrekking tot de fysiotherapeutische behandelingen. De schriftelijke en mogelijk mondelinge informatieoverdracht over de vorderingen en/of bijzonderheden van de fysiotherapeutische behandelingen van de patint tussen de fysiotherapie en verpleging op de afdelingen neurologie, algemene chirurgie, orthopedie en longziekten verloopt niet zoals gewenst. De verpleegkundigen weten namelijk niet wat de fysiotherapeut voor behandeling geeft en ze weten niet wat voor activiteiten de patint al kan en mag. Er zijn al pogingen ondernomen om de overdracht tussen fysiotherapie en verpleegkunde te verbeteren, maar deze zijn allemaal gestrand. Het is dus van belang om te weten te komen wat hiervan de oorzaken zijn. Daarom zijn de volgende drie hoofdvragen gesteld: 1. Hoe vindt de huidige schriftelijke en mondelinge informatieoverdracht plaats tussen de fysiotherapie en de verpleegkundigen? 2. Waarop zijn ondernomen pogingen ter verbetering van de schriftelijke informatieoverdracht, over de vorderingen en/of bijzonderheden van de patint met betrekking tot de fysiotherapeutische behandeling, tussen de fysiotherapie en de verpleging tot nu toe gestrand? 3. Welke manier van informatieoverdracht is wenselijk en hoe kan de huidige manier worden verbeterd? Werkwijze Om meer duidelijkheid over het probleem te krijgen zijn er interviews met vier verpleegkundigen en twee fysiotherapeuten van het Catharina-ziekenhuis gehouden. Met de informatie uit de interviews zijn er twee enqutes opgesteld. n voor alle verpleegkundigen en verzorgenden (ongeveer 200) en n voor alle fysiotherapeuten (17) die werkzaam zijn op desbetreffende afdelingen. Er is ook een rondvraag gehouden in drie andere ziekenhuizen en om alle gevonden informatie te ondersteunen is er naar wetenschappelijk onderbouwde onderzoeksartikelen gezocht. Resultaten Uit de enqute blijkt dat de meningen over hoe goed de schriftelijke informatieoverdracht op dit moment verloopt erg verschillen. Wel vinden de meeste genquteerden (57% van de fysiotherapeuten en 70% van de verpleegkundigen) dat de huidige manier van schriftelijke informatieoverdracht een negatieve invloed heeft op de patint. De oorzaak van de slechte communicatie ligt aan de fysiotherapeuten (6,7 % van de fysiotherapeuten en 11,6% van de verpleegkundigen) of aan beide partijen (40% van de fysiotherapeuten en 30,4% van de verpleegkundigen) Als oplossing zien de meeste het liefst een nieuw formulier in het verpleegkundige dossier. (60% van de fysiotherapeuten en 53% van de verpleegkundigen) Dit formulier zou eventueel uit een aankruisformulier mogen bestaan zolang er maar dingen bij geschreven kunnen worden. Er zou alleen bij veranderingen en bijzonderheden iets overgedragen moeten worden, dus niet na elke behandeling. Vooral de veranderingen in mobiliteit, begeleiding en transfer moeten worden overgedragen. Daarnaast zou er duidelijkheid moeten komen over welke fysiotherapeut welke patint behandelt. In de rondvraag bij de drie andere ziekenhuizen bleek dat in al deze ziekenhuizen wordt overgedragen met behulp van een formulier of een blanco vel met lijnen in het verpleegkundige dossier van de patint. Deze dossiers hangen aan het bed van de patint en worden tijdens bezoekuren weggehaald. Er wordt na elke behandeling overgedragen, wat tussen de twee en tien minuten kost. Een groot voordeel voor de patint is dat er minder dubbele vragen worden gesteld als er goed wordt gerapporteerd. Doordat het dossier aan het bed van de patint hangt wordt de patint meer betrokken bij zijn eigen ziekteverloop. Bij het rapporteren wordt er zo min mogelijk gebruik gemaakt van jargon. Uit de wetenschappelijk onderbouwde onderzoeksartikelen blijkt dat patinten er bij gebaat zijn als er goed wordt overgedragen tussen disciplines. Zo wordt de patint actief betrokken bij zijn behandelingen en dit heeft een positief effect op de sociale impact van de patint. Verder blijkt uit onderzoek dat de opleiding van de verpleegkundige, de tijd die de verpleegkundige al werkzaam zijn op de afdeling en op welke afdeling ze werkzaam zijn niets te maken heeft met het niveau van communiceren. Uit een ander onderzoek blijkt dat een elektronisch patintendossier een goede oplossing zou zijn. Ook blijkt uit onderzoek dat nieuwe bevindingen meteen moeten worden gerapporteerd, zodat anderen dit meteen toe kunnen passen. Verder moet de schriftelijke overdracht mondeling ondersteund kunnen worden. Conclusies Na alle resultaten met elkaar te hebben vergeleken zijn de volgende conclusies getrokken. Er wordt voor iedere afdeling apart een schriftelijk plan gemaakt met dezelfde basis. Het plan bestaat uit een formulier met aankruismogelijkheid voor de fysiotherapeut en schrijfruimte voor de fysiotherapeut en eventueel ook de verpleegkundige. Bovenaan noteert de behandelende fysiotherapeut een aantal patintgegevens. Daaronder kunnen verschillende categorien worden aangestreept en veranderingen in het verloop van de behandeling kunnen worden gewijzigd door de datum te noteren. Op de achterkant van het formulier is schrijfruimte beschikbaar. Hier kunnen onduidelijkheden worden toegelicht en kunnen verpleegkundigen eventueel nog iets rapporteren. Het formulier zal worden opgeborgen in het verpleegkundige dossier. Het dossier zal niet aan het bed komen te hangen, maar blijft op dezelfde plaats als voorheen. Aangezien een elektronisch patintendossier niet op korte termijn toepasbaar is, is deze mogelijkheid niet onderzocht in het Catharina-ziekenhuis. Aanbevelingen Een aanbeveling is om onderzoek naar multidisciplinaire communicatie in het algemeen te doen. Aanbevelingen specifiek voor het Catharina-ziekenhuis zijn een onderzoek naar de mondelinge communicatie, onderzoek naar samen rapporteren van fysiotherapie en ergotherapie op de afdeling neurologie, verder onderzoek naar implementatie van het formulier en onderzoek naar daadwerkelijk gebruik van het nieuwe rapportageformulier. Op dit moment wordt er in het Catharina-ziekenhuis al gewerkt aan een elektronisch patintendossier. Summary This is a graduation project written by physiotherapy and nursing students from the Fontys University of Professional Education in Eindhoven. The project is based on a communication problem in the Catharina-hospital. Nurses from several departments would like to know what kind of treatment the patients get from the physiotherapist. Besides they would like to get instructions how to treat a patient best. The goal of this project is to improve communication between physiotherapists and nurses on the neurological, surgical, orthopaedic and lung departments. At first two physiotherapists and four nurses from mentioned departments were interviewed. With the results from the interviews two questionnaires have been made. One for all the physiotherapists and one for all the nurses from the departments in question. Interviews have been held in three other hospitals about their ways of communication between physiotherapists and nurses. At last evidence based literature about communication between physicians and paramedics is collected to support the results from the interviews and the questionnaire. The conclusion of our survey is a form is needed for information transfer between physiotherapy and the nursing department. At this form the physiotherapist can write down and mark the treatment and changes in treatment of the patient. The form contains empty spaces enabling the physiotherapists to note down time and date of additional remarks. In this way the nurses are completely informed about the patients situation concerning physiotherapy. The form contains topics like mobilising, transfers, breathing, aids, escort and support during walking and motivation of the patient. The form will be placed in the nurse documentation at the nurses office. Inhoudsopgave Pagina Inleiding 10 DEEL I THEORETISCH KADER 12 Hoofdstuk 1 Communicatie 13 1.1 Communicatie in het algemeen 13 1.2 Mondelinge communicatie 14 1.3 Schriftelijke communicatie 15 1.4 Communicatiestoringen 16 Hoofdstuk 2 Verslaglegging 16 2.1 Richtlijnen fysiotherapeutische verslaglegging 16 2.2 Richtlijnen verpleegkundige verslaglegging 18 Hoofdstuk 3 Wetgeving rondom verslaglegging 18 3.1 Wet Bescherming Persoonsgegevens 18 3.2 Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst 19 Hoofdstuk 4 Theorie rondom het interview 19 4.1 Het interview 20 4.2 Standaardisatie van een interview 21 Hoofdstuk 5 Theorie rondom de enqute 22 5.1 De enqute 22 5.2 Standaardisatie van een enqute 23 DEEL II METHODE 25 Hoofdstuk 1 Het interview 26 1.1 Opstellen van het interviewschema 26 1.2 Afname van de interviews 26 1.3 Verwerken van de resultaten uit de interviews 27 Hoofdstuk 2 De enqute 27 2.1 Opstellen van het enquteformulier 27 2.2 Afname van de enqutes 28 2.3 Verwerken van de resultaten uit de enqutes 28 Hoofdstuk 3 Rondvraag ziekenhuizen 28 3.1 Deelnemende ziekenhuizen 28 3.2 Afname van de interviews 29 3.3 Verwerken van de resultaten uit de interviews 29 Hoofdstuk 4 Onderzoeksartikelen 29 4.1 Zoeken naar onderzoeksartikelen 29 DEEL III RESULTATEN WERKELIJKE SITUATIE 31 Hoofdstuk 1 Resultaten interviews Catharina-ziekenhuis 32 1.1 Resultaten interviews fysiotherapie 32 1.2 Resultaten interviews verpleegkunde 33 1.3 Samenvatting interviews met fysiotherapie en verpleegkunde 35 Hoofdstuk 2 Resultaten enqutes van de huidige situatie 36 2.1 Resultaten enqutes van de huidige situatie 36 2.2 Samenvatting resultaten enqutes van de huidige situatie 36 DEEL IV RESULTATEN MOGELIJKE SITUATIE 37 Hoofdstuk 1 Resultaten enqutes van de wenselijke situatie 38 1.1 Resultaten enqutes van de wenselijke situatie 38 1.2 Samenvatting resultaten enqutes van de wenselijke situatie 39 Hoofdstuk 2 Resultaten rondvraag ziekenhuizen 39 2.1 Uitwerking interview Maxima Medisch Centrum Veldhoven 39 2.2 Uitwerking interview Sint Anna ziekenhuis Geldrop 40 2.3 Uitwerking interview Maxima Medisch Centrum Eindhoven 41 2.4 Samenvatting interviews rondvraag ziekenhuizen 41 Hoofdstuk 3 Resultaten onderzoeksartikelen 41 3.1 Artikel over de ontwikkeling van een patinten informatie dossier 42 3.2 Artikel over de communicatie tussen verpleegkundigen en artsen 42 3.3 Artikel over de informatieoverdracht bij geriatrische patinten 42 3.4 Artikel over de communicatie tussen verschillende disciplines 43 3.5 Samenvatting onderzoeksartikelen 43 Discussie: de wenselijke situatie 44 Hoofdstuk 1 Probleemomschrijving 44 1.1 Probleemstelling 44 1.2 Doel 44 1.3 Hoofdvragen 44 Hoofdstuk 2 Verbanden tussen de resultaten 45 2.1 De huidige schriftelijke informatieoverdracht 45 2.2 De huidige mondelinge informatieoverdracht 45 2.3 Eerder ondernomen pogingen 45 2.4 Aandachtspunten omtrent het nieuwe communicatieplan 46 2.4.1 Jargon 46 2.4.2 Tijdsinvestering voor schriftelijke informatieoverdracht 46 2.4.3 Wenselijke situatie 46 2.4.4 Schriftelijk informatie overdragen 47 2.4.5 Onderwerpen schriftelijke informatieoverdracht 47 2.4.6 Plaats van overdracht 47 2.4.7 Behandelaar patint 48 2.5 Het ontwikkelen van een nieuw rapportageformulier 48 Conclusie 49 Beperkingen 52 Hoofdstuk 1 Beperkingen rondom project 52 Hoofdstuk 2 Beperkingen rondom tijd 52 Hoofdstuk 3 Beperkingen rondom de projectgroep 52 Aanbevelingen 53 Hoofdstuk 1 Algemene aanbevelingen 53 Hoofdstuk 2 Aanbevelingen implementatie 53 Nawoord 55 Literatuurlijst 56 Bijlage I: Projectplan Bijlage II: Interviewschema Catharina-ziekenhuis Bijlage IIIa: Enquteformulier voor verzorgenden en verpleegkundigen Bijlage IIIb: Enquteformulier voor fysiotherapeuten Bijlage IV: Codeboek verwerking enqute Bijlage V: Grafische resultaten enqute werkelijke situatie Bijlage VI: Grafische resultaten enqute wenselijke situatie Bijlage VII: Interviewschema rondvraag ziekenhuizen Bijlage VIII: Checklist beschrijvende onderzoeken Bijlage IX: Checklist systematische review Bijlage X: Antwoorden op de checklisten Bijlage XI: Handleiding formulieren Bijlage XII: Rapportageformulieren Bijlage XIII: Handtekeningenformulier (na goedkeuring) Inleiding Het afstudeerproject is gestart op grond van de volgende probleemomschrijving: De fysiotherapeuten registreren zowel hun cijfermatige (behandeldatum, -code, -duur en -locatie) als hun inhoudelijke behandelgegevens (invulling behandeling, vorderingen/ bijzonderheden) op een registratieformulier van de afdeling fysiotherapie. Ze registeren niets in het patintendossier wat op de afdeling ligt, waarvoor wel plaats is. Ze geven hiervoor onder andere tijdgebrek en het niet kunnen vinden van de dossiers op de afdeling als reden aan. Vanuit de verpleging komt de vraag om schriftelijke rapportage over de vorderingen en/of bijzonderheden van de patint met betrekking tot de fysiotherapeutische behandeling. Zij vragen dit als aanvulling op hun eigen rapportage en als toegevoegde informatie voor de artsen tijdens de visite. De informatie dient voor hen direct toegankelijk te zijn op de verpleegafdeling. Uit een gesprek met de contactpersonen van de betrokken afdelingen blijkt dat de verpleging op dit moment niet op de hoogte is van waar de fysiotherapie mee bezig is. (15) Bij de omschrijving van dit probleem is er gekomen tot de volgende probleemstelling: De schriftelijke en mogelijk mondelinge informatieoverdracht over de vorderingen en/of bijzonderheden van de fysiotherapeutische behandelingen van de patint tussen de fysiotherapie en verpleging op de afdelingen neurologie, chirurgie, orthopedie en longziekten van het Catharina-ziekenhuis verloopt niet zoals gewenst. Het doel wat hierbij gesteld is, is om met dit project een bruikbaar communicatieplan te ontwikkelen voor de afdelingen neurologie, chirurgie, orthopedie en longziekten van het Catharina-ziekenhuis te Eindhoven met als doel het verbeteren van de schriftelijke overdracht tussen de fysiotherapie en de verpleging, wat ten goede komt aan de patint. Met een communicatieplan wordt bedoeld het maken van een schriftelijke informatieoverdracht over de vorderingen en/of bijzonderheden van de patint tussen de fysiotherapie en de verpleging. Dit alles moet voor 27 mei 2003 gerealiseerd zijn. Om het doel te kunnen bereiken zal er onderzoek verricht worden naar de oorzaak van het probleem door middel van interviews en enqutes, welke gehouden zullen worden op de betrokken afdelingen. Met de resultaten uit deze onderzoeken wordt er gekeken naar eventuele oorzaken van het probleem om ze vervolgens aan te kunnen pakken met behulp van een communicatieplan. Werkwijze De werkwijze is een combinatie van de opleiding verpleegkunde en fysiotherapie. Er is geprobeerd om het verslag conform de richtlijnen fysiotherapie op te stellen. Nadelen hiervan waren dat dit soms wat onduidelijkheid gaf voor de verpleegkunde studenten, zoals bijvoorbeeld de methode. Deze was nog onbekend voorafgaand aan dit verslag. Maar het heeft geen grote problemen opgeleverd, omdat het werk zo verdeeld werd dat iedereen deed waar diegene goed in was. Er is voorafgaand aan het project een sterkte/ zwakte-analyse opgesteld door de projectleden, waarin iedereen afzonderlijk aan kon geven waar zij sterk of juist zwak in was. Aan de hand van deze analyse is het werk verdeeld. Daarbij is rekening gehouden met de studiebelasting. De totale studiebelasting is zo gelijk mogelijk onder elkaar verdeeld, zodat er op het einde van het project nauwelijks verschil is wat betreft tijdsinvestering per projectlid. Het verslag is dus het eerste deel van het project. Het verslag is een schriftelijke verantwoording van ons product. Het product is het tweede deel, samen met de handleiding voor gebruik van het product. En als laatste zal dit project afgesloten worden met een drietal presentaties over het product. Er zal een presentatie gehouden worden voor de opleiding fysiotherapie en dit is tevens de beoordeling van de presentatie. Vervolgens zal er een presentatie op het Catharina-ziekenhuis gepland worden om de medewerkers van de desbetreffende afdelingen op de hoogte te stellen van het product. Er zal afgesloten worden met een presentatie voor de opleiding verpleegkunde. Opbouw verslag Het afstudeerproject wordt schriftelijk verantwoord door middel van dit verslag. Het verslag is opgebouwd uit verschillende delen. Er wordt begonnen met het deel Theoretisch kader. In dit deel wordt ingegaan op de informatie uit de literatuur die gebruikt is voor het ontwikkelen van een communicatieplan voor het Catharina-ziekenhuis te Eindhoven. Deze informatie is per onderwerp kort en bondig samengevat en uitgelegd en dient als basis voor het communicatieplan. Het theoretisch kader is opgebouwd uit de hoofdstukken communicatie, verslaglegging, wetgeving rondom verslaglegging, theorie rondom het interview en theorie rondom de enqute. Per hoofdstuk wordt informatie gegeven over hetgeen wat betrekking heeft op het communicatieplan. Na de uitwerking van het theoretisch kader volgt het de methode. De methode omschrijft heel zakelijk wat er precies gedaan is om tot bepaalde resultaten te komen. De methode is gedetailleerd en stapsgewijs weergegeven. Er wordt niet ingegaan op uitleg over een bepaald onderwerp. Daarvoor wordt terugverwezen naar het theoretisch kader. De methode bestaat uit de hoofdstukken het interview, de enqute, de rondvraag ziekenhuizen en onderzoeksartikelen. In deel III en deel IV worden de resultaten besproken. Er is gekozen voor een onderscheid tussen de resultaten van de werkelijke situatie en tussen de resultaten van de mogelijke situatie. Er is gekozen om deze twee van elkaar te scheiden, omdat de resultaten van de werkelijke situatie omschrijven hoe de genquteerden van de desbetreffende afdelingen vinden dat de situatie nu is. De resultaten van de mogelijke situatie geven aan hoe de genquteerden de situatie graag zouden willen zien. Deel III bestaat uit de resultaten van de interviews en de resultaten van de enqutes. Deel IV bestaat de resultaten uit de enqute van de wenselijke situatie, de resultaten rondvraag ziekenhuizen en uit de resultaten onderzoeksartikelen. Of de resultaten over een wenselijke situatie ook daadwerkelijk realiseerbaar zijn, wordt besproken in de discussie van dit verslag. In dit deel wordt ingegaan op de verbanden tussen de resultaten die in deel III en deel IV van dit verslag weergegeven worden. Er wordt besproken welke resultaten elkaar tegenspreken of juist bevestigen zodat er uiteindelijk tot een oplossing voor het probleem gekomen kan worden. De conclusie omschrijft deze oplossing voor het probleem: Het communicatieplan. Na de conclusie wordt er aangegeven welke beperkingen er gedurende het proces zijn geweest, maar niet gewenst waren. Deze beperkingen hebben op een bepaalde manier invloed gehad op het project en worden daarom vermeld. Als laatste worden er aanbevelingen gedaan voor eventueel vervolgonderzoek met betrekking tot dit project. Het verslag sluit af met een nawoord, een literatuurlijst en enkele bijlagen. Verduidelijking vooraf De term rapportage en schriftelijke informatieoverdracht wordt door elkaar gebruikt, maar er wordt hetzelfde mee bedoeld. DEEL I THEORETISCH KADER In het deel Theoretisch kader wordt ingegaan op de informatie uit de literatuur die gebruikt is voor het ontwikkelen van een communicatieplan voor het Catharina-ziekenhuis te Eindhoven. Deze informatie is per onderwerp kort en bondig samengevat en uitgelegd en dient als basis voor het communicatieplan. Het theoretisch kader is opgebouwd uit de hoofdstukken communicatie, verslaglegging, wetgeving rondom verslaglegging, theorie rondom het interview en theorie rondom de enqute. Per hoofdstuk wordt informatie gegeven over hetgeen wat betrekking heeft op het communicatieplan. Hoofdstuk 1 Communicatie De communicatie in het Catharina-ziekenhuis verloopt niet zoals gewenst. Maar wat is nu communicatie en nog belangrijker, wanneer is er sprake van een storing in de communicatie? Om deze vragen beantwoord te krijgen volgt hier een korte uitleg over het begrip communicatie, de soorten communicatie en de storingen die daarbij op kunnen treden. Deze informatie dient dan ook als basis voor het opstellen van het communicatieplan. 1.1 Communicatie in het algemeen Volgens Oomkens kan communicatie als volgt gedefinieerd worden: De uitwisseling van symbolische informatie die plaatsvindt tussen mensen die zich van elkaars onmiddellijke of gemedieerde aanwezigheid bewust zijn. Deze informatie wordt deels bewust, deels onbewust gegeven, ontvangen en genterpreteerd. (21) Tijdens communicatie stuurt de zender een boodschap via een medium naar de ontvanger. De zender encodeert de boodschap en de ontvanger decodeert. Tijdens het encoderen wordt een gedachte omgezet in taal. Deze boodschap wordt via een medium verstuurd en tijdens het decoderen wordt de boodschap waargenomen. Dit kan in n richting gebeuren (massacommunicatie) en twee richtingen op (interpersoonlijke communicatie). In het laatste geval wisselen de zender en ontvanger steeds. Communicatie is onder te verdelen in interpersoonlijke communicatie en intrapersoonlijke communicatie. Bij interpersoonlijke communicatie wordt tussen verschillende personen gesproken en tijdens intrapersoonlijke communicatie wordt er als het ware met zichzelf gesproken. Dit laatste gebeurt wanneer de boodschap wordt gecodeerd. Het gebuikte medium kan vocaal-auditief, visueel en tactiel zijn. Tijdens de communicatie moet rekening worden gehouden met de maatschappelijke context. (9,19,23). Het voorgaande wordt duidelijk in figuur 1. Context              Figuur 1: Alle aspecten van het communicatiemodel (21) Het doel van communicatie kan zijn: Informatie overdragen Jezelf uiten Iets van de ander vinden Iets van de ander willen De ander vermaken (23) Het medium kan mondeling of schriftelijk zijn. De verschillen worden duidelijk tabel 1. Mondelinge communicatieSchriftelijke communicatieMoeilijker voor te bereidenMakkelijker voor te bereidenMoeilijk te bewarenMakkelijk te bewarenNiet geschikt voor overdracht feitelijke informatieGeschikter voor overdracht van feitelijke informatieMakkelijker te ondersteunen met non-verbaal gedragMoeilijker te ondersteunen met non-verbaal gedrag Kost over het algemeen meer tijdKost over het algemeen minder tijdMeestal persoonlijkerMeestal onpersoonlijkerOntvanger kan moment van ontvangen moeilijker zelf kiezenOntvanger kan moment van ontvangen makkelijker zelf kiezenBiedt gemakkelijker mogelijkheden voor tweerichtingsverkeerBiedt moeilijker mogelijkheden voor tweerichtingsverkeerKan tijdens ontvangst bijgestuurd wordenKan tijdens ontvangst niet worden bijgestuurdWordt meestal beter onthoudenWordt meestal slechter onthoudenHeeft minder bewijskrachtHeeft meer bewijskracht  Tabel 1: Verschillen tussen mondelinge en schriftelijke communicatie (23) 1.2 Mondelinge communicatie Volgens Watzalawicks communicatietheorie wordt er altijd bewust of onbewust gecommuniceerd. Ook zijn er verschillende communicatieniveaus. Communicatie op het inhoudsniveau betekent dat de letterlijke inhoud van de boodschap moet worden overgenomen. Bij communicatie op het betrekkingsniveau gaat het erom hoe de boodschap wordt opgepakt. Hier gaat het meer om de relatie tussen zender en ontvanger. Volgens het aspectenmodel zijn er vier niveaus: Zakelijk niveau: beschrijving van de feiten. Dit moet begrijpelijk worden gecodeerd door eenvoud van stijl, structuur, bondigheid en aantrekkelijkheid. (volgens Langer) Expressief niveau: informatie over de zender. De zender moet zich bewust zijn van hoe hij zich voelt en moet dit kunnen verwoorden. Relationeel niveau: informatie over de ander. Hierbij moet gelet worden op de toonhouding en de ontvanger moet volwassen benaderd worden. Appellerend niveau: het appl op de ontvanger. Dit appl moet open en duidelijk zijn. Om communicatie goed te laten verlopen moeten deze aspecten duidelijk verwoord worden. (9,19,23) Communicatie kan verlopen: Non-verbaal: informatie die niet in woorden te vatten is maar wel van groot belang is voor het effect van de boodschap. Dit kan d.m.v. gebaren, lichaamshouding, gezichtsuitdrukking enz. Verbaal: tekst, letterlijke inhoud (9,19,23) Factoren die het interpreteren van een boodschap benvloeden: Situatie: de plaats, omgeving en het tijdstip. Zender: door het slecht verzenden van de boodschap. Medium: door b.v. dialect of mankementen aan het medium. Ontvanger: humeur, oordelen, normen en waarden, aandacht, gesteldheid, Oost-Indisch doof. (23) Om goed te communiceren moet de ontvanger luisteren. Er zijn verschillende niveaus van luisteren: Niveau 1: niet luisteren Niveau 2: oppervlakkig luisteren Niveau 3: inhoudelijk luisteren Niveau 4: actief luisteren (23) 1.3 Schriftelijke communicatie Bij schriftelijke communicatie is er doorgaans sprake van een afstand in tijd en plaats tussen zender en ontvanger. Er is geen directe interactie tussen personen waardoor er een sterk beroep wordt gedaan op het doorzettingsvermogen van schrijvers en lezers. Ook kan er niet onmiddellijk uitleg aan onduidelijkheden worden gegeven. (1) Het schrijfproces bestaat uit de planningsfase, formuleringsfase en rivisiefase. De planningsfase: Het schrijfplan/de inhoud wordt uitgewerkt, zodat er een structuur ontstaat die in overeenstemming is met het oorspronkelijk gestelde communicatieve doel. De schrijver hoort hierbij rekening te houden met zijn publiek. De formuleringsfase: De schrijver gaat de inhoud formuleren (encoderen). Hierbij spelen de volgende zaken een rol. Tekstkeuze: Teksten kunnen worden verdeeld in fictie en non-fictie. Non-fictie wordt onderscheiden in informatieve en conactieve teksten en zijn gericht op het presenteren van informatie. Informatieve teksten zijn onder te verdelen in rapporterende en beschouwende teksten. Conactieve teksten zijn onder te verdelen in directieve en argumentatieve teksten. Fictionele teksten gaan meestal over verzonnen gebeurtenissen of situaties. Ze kunnen echter wel een informatieve en conactieve lading hebben. Zinsbouwkeuze: Hierdoor ontstaat een hirarchisch geordende structuur. Woordkeuze: Deze wordt bepaald door het doel en de doelgroep. Spellingskeuze: Hierbij speelt de ervaring van de schrijver een grote rol. Ook kan er gebruik worden gemaakt van paralingustische conventies (ritme, intonatie) en extralingustische conventies (tabellen, grafieken, illustraties). Ook de inkleuring speelt een belangrijke vorm bij de uiteindelijke vorm van de tekst. Teksten hebben stijlverschillen, die ontstaan door de maatschappelijke context. De rivisiefase: Deze fase heeft tot doel om de tekst kwalitatief te verbeteren. Het schrijfplan wordt gevalueerd. De inhoud kan nog worden herzien. Ook kan bekeken worden of beoogde conventies als stijl en spelling juist en consequent zijn toegepast. Deze fases verlopen niet in een vaste volgorde. Ze onderbreken en overlappen elkaar. (1) De lezer zal de geschreven tekst decoderen. Hierbij speelt de interpretatie een rol. De lezer fixeert steeds kleine hoeveelheden visuele informatie en neemt deze op. Omdat deze informatie niet lang in het geheugen blijft opgenomen wordt de informatie snel en efficint genterpreteerd. Dit gebeurd met behulp van kennis van visuele eenheden, woord en zinsbouwkennis en kennis van de wereld. Bij non-fictieteksten kan deze interpretatie leiden tot concreet toepassen van de verworven kennis of de lezer tot reageren aanzetten. (1) 1.4 Communicatiestoringen Wanneer de communicatie niet goed verloopt zijn er communicatiestoornissen. Dit wordt ruis genoemd. Er zijn twee soorten ruis: Interne ruis: de reden speelt zich al in het communicatieproces tussen zender en ontvanger. Externe ruis: de reden ligt buiten het communicatieproces Ruis ontstaat door: De zender kan zijn boodschap niet goed verwoorden. De zender uit de boodschap non-verbaal anders dan verbaal. Het communicatiemiddel of tijdstip van communiceren is niet juist. De zender stemt niet af op de ontvanger. De ontvanger luistert niet actief genoeg. De ontvanger neemt niet actief deel aan het gesprek. De ontvanger controleert niet of de boodschap goed is begrepen. Door externe ruis komt de boodschap niet over. (9,19,23) Hoofdstuk 2 Verslaglegging In het Catharina-ziekenhuis wordt er gebruik gemaakt van schriftelijke verslaglegging van informatie rondom een patint om zo met de eigen discipline of met andere disciplines te kunnen communiceren. Ook dit verloopt niet zoals gewenst. Voordat dit aangepakt kan worden door middel van een communicatieplan moet er eerst gekeken gaan worden naar welke richtlijnen er zijn wat betreft verslaglegging. In dit hoofdstuk worden de richtlijnen van fysiotherapeutische en verpleegkundige verslaglegging besproken omdat het communicatieplan gebaseerd is op alleen deze twee disciplines. 2.1 Richtlijnen fysiotherapeutische verslaglegging Vanaf 1993 zijn er vanuit het KNGF (Koninklijk Genootschap voor Fysiotherapie) richtlijnen opgesteld voor de fysiotherapeutische verslaglegging. Deze richtlijnen zijn geen vrijblijvende aanwijzingen, maar er mag eventueel wel vanaf geweken worden. De verantwoordelijkheid voor de eigen verslaglegging blijft daarmee bij de individuele therapeut. De richtlijn is bedoeld voor alle fysiotherapeuten in alle werkvelden. Verslaglegging is het vastleggen van het besprokene en het gebeurde. Deze is ingedeeld in basisgegevens, zorginhoudelijke gegevens en plusgegevens. De basisgegevens zijn de gegevens die vastgelegd moeten worden vanuit de wet en regelgeving. De zorginhoudelijke gegevens zijn de gegevens die vastgelegd moeten worden ten behoeve van het machtiging en declaratieverkeer. En tot de plusgegevens behoren alle overige gegevens die relevant zijn voor het bereiken van de hoofddoelen van verslaglegging, maar ook gegevens die essentieel zijn in het kader van beslismomenten en gegevens die noodzakelijk zijn in het kader van communicatie met verwijzers, patinten, collegas en andere zorgverleners. Fysiotherapeuten kunnen gegevens in eigen bewoordingen en volgens eigen systematiek vastleggen. (16) De vast te leggen basisgegevens en plusgegevens zijn verdeeld in de volgende stappen vermeld in tabel 2. Stap 1: Verwijzing en aanmelding. BasisgegevensPlusgegevens Het vastleggen van de persoonsgegevens en de verzekeringsgegevens van de patint, de behandelende fysiotherapeut, de huisarts en de verwijsgegevens.De datum van aanmelding, de aanvullende gegevens van de verwijzer en de reden voor opname (intramuraal). Stap 2: Anamnese BasisgegevensPlusgegevensDe hulpvraag van de patint en/of betrokkenen, de ervaren functioneringsproblemen, de medische voorgeschiedenis en andere of eerder verleende zorg.De psychische en sociaal maatschappelijke gegevens, gebruik van hulpmiddelen, wijze van omgang, mening en verwachting van de patint en de voorlopige conclusie.  Stap 3: Onderzoek BasisgegevensPlusgegevensDe diagnostische verrichtingen en bevindingen van de fysiotherapeut.  Stap 4: Analyse BasisgegevensPlusgegevensFysiotherapeutische diagnose, indicatie voor fysiotherapie en een eventuele conclusie van de consultatie. Stap 5: Behandelplan BasisgegevensPlusgegevensHet hoofddoel, de geplande verrichtingen, toestemming voor een bijzondere handeling en het akkoord van de patint.Tussendoelen, multidisciplinaire doelen en afspraken, verwacht aantal sessies, geplande startdatum, behandellocatie en duur van de sessies en verwacht moment van de evaluatie. Stap 6: Behandeling BasisgegevensPlusgegevensDatum van de sessie, afspraken met de patint, bijstellingen in de diagnose en behandelplan, uitgevoerde verrichtingen en overleggegevens.Klachtbeloop, behandellocatie en duur van de sessies. Stap 7: Evaluatie BasisgegevensPlusgegevensRealisatie van de behandeldoelen.Datum van de evaluatie, diagnostische verrichtingen, afwijkingen van het verwachte behandelbeloop en oordeel over de samenwerking en het behandelproces. Stap 8: Afsluiting BasisgegevensPlusgegevensDatum en reden van de afsluiting en verslaggeving aan de verwijzer.Gegevens over de nazorg en afspraken met de patint.  Tabel 2: Stappenplan over het vastleggen van de basis en plusgegevens.(16) 2.2 Richtlijnen verpleegkundige verslaglegging Het doel van de verpleegkundige verslaglegging is in de eerste plaats om de kwaliteit van de zorg te verhogen. Tevens wordt continuteit van de zorg mogelijk gemaakt. De cordinatie van het verpleegkundig handelen wordt met verslaglegging ondersteund. Ook kan verpleegkundige verslaglegging worden gebruikt voor beleid, onderzoek en onderwijs. Wanneer verpleegkundigen gegevens noteren over de verpleegproblemen van de patint worden deze concreet uitgewerkt op een logische volgorde, en worden deze opgenomen in het verpleegkundig dossier. Vervolgens wordt een verpleegplan gemaakt. Dit is een plan voor het aanpakken van de verpleegproblemen en moet voldoen aan de volgende kenmerken: Een verpleegplan is geschreven voor de individuele patint. Voor n verpleegprobleem wordt steeds n verpleegplan gemaakt. Ieder verpleegplan bevat steeds een doel dat verpleegkundige en patint willen bereiken. Een verpleegplan bevat verpleegkundige interventies of acties. Een verpleegplan bevat een evaluatie tijdstip en de wijze van evaluatie. In de verpleegkundige verslaglegging worden de effecten van de verleende verpleegkundige zorg genoteerd. Dit gebeurt als volgt: Er wordt gericht gerapporteerd over vastgestelde verpleegproblemen. Er wordt alleen gerapporteerd bij relevante ontwikkelingen. Duidelijk moet zijn over welk verpleegprobleem er wordt gerapporteerd. Er wordt beschreven in hoeverre er wordt afgeweken van het verpleegplan. Omstandigheden of gebeurtenissen die aanleiding kunnen zijn tot aanpassing van bestaande verpleegplannen worden gesignaleerd. Relevante vorderingen in het kader van het multi-disciplinaire behandelingsproces worden beschreven. In de voortgangsrapportage worden omstandigheden gesignaleerd die kunnen leiden tot aanpassing van de multidisciplinaire behandeling. De vorm van de voortgangsrapportage is een beschrijvend verslag, een aankruisblad of een combinatie van beide. De eisen die aan de verslaglegging worden gesteld, zijn dat deze concreet, bondig, eenduidig, objectief en duidelijk moet zijn. Verder dient uit de voortgangsrapportage duidelijk te worden op welke periode het geschrevene betrekking heeft, welke bronnen geraadpleegd zijn en door wie de verslaglegging is geschreven. (8) Hoofdstuk 3 Wetgeving rondom verslaglegging Bij verslaglegging moet er rekening gehouden worden met verschillende richtlijnen, zoals omschreven in het voorgaande hoofdstuk. Daarbij moet er ook rekening gehouden worden met verschillende wetten die gaan over verslaglegging. En voor het opstellen van een communicatieplan is het dan ook nodig om op de hoogte te zijn van deze wetten en wat ze inhouden. In dit hoofdstuk worden de volgende wetten besproken: de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) en de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO). 3.1 Wet Bescherming Persoonsgegevens Vanaf 1 september 2001 is de Wet Persoonsregistraties (WPR) vervangen door de Wet zorg Persoonsgegevens (WBP). Hierbij hoeft geen privacyreglement meer opgesteld te worden, zoals bij de oude wet, maar wordt er een verantwoordelijke aangesteld. Voordat met de verwerking van persoonsgegevens wordt begonnen, moet degene die daar verantwoordelijk voor is bepalen voor welk doel hij dat gaat doen. Daarna moet de betrokkene (de patint) op de hoogte worden gesteld van het feit dat zijn gegevens op een bepaalde manier worden verwerkt en de verantwoordelijke moet op eigen initiatief melden waarom die gegevens nodig zijn. De persoonsgegevens mogen niet worden verwerkt als hetzelfde doel ook met minder aangrijpende middelen kan worden bereikt. De verantwoordelijke moet zorgen voor toereikende beveiliging van de persoonsgegevens. Daarnaast moet de verantwoordelijke de voorgenomen verwerking van persoonsgegevens aanmelden bij het College Bescherming Persoonsgegevens. De patint heeft het recht de over hem verzamelde gegevens in te kijken. Hij kan verzoeken om verbetering, aanvulling of verwijdering van de op hem betrekking hebbende gegevens. Hij heeft het recht te verzoeken om vernietiging van de over hem verzamelde gegevens. Er kunnen zich omstandigheden voordoen waarbij het in het belang van de behandeling van de patint beter is dat hij over bepaalde informatie nog niet beschikt. De patint zal hierop worden gewezen. Indien de patint bij de wens van inzage blijft, kan worden aangeraden tot inzage-onder-begeleiding. In de wet staat dat er niet meer persoonsgegevens vast mogen worden gelegd dan nodig is. De opgenomen gegevens mogen alleen worden gebruikt in overeenstemming met het doel van de persoonsregistratie. Ook moet er een bewaartermijn worden vastgesteld. Dit bewaartermijn is afhankelijk van het doel van de vastlegging van de gegevens. Als de bewaartermijn is verstreken, worden binnen een jaar de persoonsgegevens verwijderd en vernietigd. (8,25) 3.2 Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst De Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) regelt de relatie tussen patint en zorgverlener. Wanneer een patint de hulp van een zorgverlener inroept, ontstaat een geneeskundige behandelingsovereenkomst tussen hen. De patint is dan de opdrachtgever tot zorg. De patint moet de zorgverlener goed, eerlijk en volledig op de hoogte stellen van zijn problematiek, zodat de zorgverlener sneller en beter een diagnose kan stellen. De patint heeft recht op informatie, in begrijpelijke taal, over de ziekte, de behandeling, de gevolgen en risico's van die behandeling en over eventuele alternatieve behandelingen. De WGBO schrijft voor dat de patint samen met de hulpverlener beslist wat er gaat gebeuren. Op de hulpverlener, en de patint zelf na, mag niemand anders het dossier inzien, tenzij de patint daar toestemming voor geeft. De patint mag aan de zorgverlener vragen om het dossier te wijzigen of om zijn visie toe te voegen aan het dossier. Medische dossiers moeten minimaal 10 jaar bewaard blijven. Op verzoek van een patint moet echter een dossier binnen 3 maanden vernietigd worden door de zorgverlener, tenzij dat in strijd is met de wet of nadeel voor een ander dan de patint kan opleveren. De zorgverlener dient de privacy van de patint te beschermen en te bewaren. Het medisch dossier is alleen ter inzage aan de zorgverlener en degenen die betrokken zijn bij de behandeling. De zorgverlener mag geen enkele informatie aan derden verstrekken (inclusief directe familie), tenzij de patint daar uitdrukkelijk toestemming voor heeft gegeven of als de wet de zorgverlener daartoe verplicht, of als het informatie betreft ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek. Dit wordt dan door de zorgverlener in het dossier genoteerd. Het overlijden van een patint betekent niet dat diens privacy niet meer beschermd hoeft te worden. Ook na de dood hebben derden geen recht op inzage in het dossier. Het is de plicht van de zorgverlener er voor te zorgen dat geen inlichtingen over de patint aan derden ter beschikking komen. Tenzij de patint hier uitdrukkelijk toestemming voor heeft gegeven. Alleen personen die direct bij het onderzoek en de behandeling betrokken zijn, mogen over de patintgegevens beschikken. (7) Hoofdstuk 4 Theorie rondom het interview Het Catharina-ziekenhuis geeft aan dat de huidige informatieoverdracht tussen fysiotherapie en verpleegkunde niet verloopt zoals gewenst. Daarbij zijn de verdere oorzaken ervan onbekend. Om deze oorzaken en andere achtergrond informatie te achterhalen is het nodig om interviews af te nemen met verpleegkundigen en fysiotherapeuten van de desbetreffende afdelingen. Door middel van de interviews kan een globale indruk worden verkregen van de situatie in het Catharina-ziekenhuis. De resultaten uit de interviews zullen dienen als basis voor een enqute waarop in het volgende hoofdstuk op teruggekomen zal worden. Om het interview op te kunnen stellen en uiteindelijk af te kunnen nemen is het eerst noodzakelijk om te weten wat een interview is en hoe deze te standaardiseren is. Wat dit inhoud wordt in dit hoofdstuk besproken. 4.1 Het interview Interviewen is het mondeling verzamelen van informatie door middel van een serie vragen naar feiten of naar de ervaringen, de mening of motieven van de ondervraagden. De verkregen informatie is zinvol als deze nieuw, bruikbaar en waarheidsgetrouw is. (14) Het doel van het houden van de interviews is het verzamelen van informatie over een te onderzoeken onderwerp. Duidelijk moet worden of de contactpersonen daadwerkelijk problemen ondervinden, hoe ernstig het probleem is volgens hen, wat de oorzaken zijn en waarom, en of het ook anders kan en hoe dan? (11) Interviewen kan mondeling en schriftelijk gebeuren. De voordelen van het mondeling afnemen van een interview zijn dat het responspercentage hoger ligt dan bij schriftelijke enqutes en wanneer de volgorde van beantwoording van vragen belangrijk is, wordt deze beter gehandhaafd door middel van een mondeling interview. Verder ontstaat er minder makkelijk verwarring, aangezien een vraag meteen uitgelegd kan worden. Daarnaast kan de interviewer de mate van serieusheid en invloed van buitenaf peilen bij de genterviewde. Het kwaliteitsaspect kan een nadeel zijn bij mondelinge interviews, omdat een niet-getrainde interviewer een sturende invloed kan hebben op de genterviewden wat de kwaliteit van het onderzoek kan schaden. De anonimiteit van de genterviewde kan minder gewaarborgd lijken in mondelinge interviews. (23) De sociale wenselijkheid kan het interview ook benvloeden, doordat de genterviewden antwoorden gaan geven waarvan ze denken dat de interviewer die graag wil horen. De interviewer kan dit proberen te voorkomen door de vragen neutraal te stellen en door geen eigen mening te geven. Als dit toch het geval blijkt te zijn tijdens het interview, dan kunnen de resultaten niet gebruikt worden, omdat de interviewgegevens dan niet aangenomen mogen worden als valide. (4) Interviews kunnen bestaan uit open en gesloten vragen. Bij gesloten vragen worden de antwoordmogelijkheden bij de vraag gegeven in tegenstelling tot open vragen. Open vragen worden met name gebruikt als er nog weinig van het onderwerp bekend is. (4) Een andere soort vraag is de directe en indirect vraag. Bij de indirecte manier van vragen stellen gaat het om vragen met dreigende of genante onderwerpen, of onderwerpen waarbij men zich niet bewust is van wat men denkt of doet in tegenstelling tot de directe manier van vragen stellen. Doorvragen is weer een andere soort vraag. Bij een interview is dit erg belangrijk, omdat deze vorm van vragen stellen de diepgang bevordert. (14) Bij de formulering van vragen moet erop gelet worden dat er n onderwerp tegelijk behandeld wordt, de vragen en antwoorden niet voor meer dan n uitleg vatbaar mogen zijn, dat het geen ingewikkeld taalgebruik mag zijn, dat vragen zo neutraal mogelijk geformuleerd moeten worden en dat er niet zomaar kennis of feiten als bekend verondersteld wordt. Ook moet er rekening gehouden worden met de volgorde van de vragen. (4) Het interview wordt gestart met een algemene introductie. Het doel van deze introductie is om in eerste instantie de genterviewde zich op zijn gemak te laten voelen, door aan te geven dat er vertrouwelijk met de informatie om kan worden gegaan en het doel van het interview te verduidelijken. Dit kan de bereidbaarheid om mee te werken aan het interview vergroten. (4) Daarnaast kan er een belofte van anonieme verwerking in de introductie worden gedaan, wat de kwaliteit van de interviewresultaten kan bevorderen. (11) In de afsluiting van het interview wordt er een samenvatting, conclusie of toekomstvisie gegeven. Daarna krijgt de genterviewde de ruimte om zelf nog iets te zeggen. Tenslotte wordt het totale interview gevalueerd en bekeken of het doel van het interview behaald is. (4,5,14) De taken van een interviewer zijn als volgt: het houden van de introductie van het gesprek, het stellen van de vragen, het evalueren van de gegeven antwoorden op hun bruikbaarheid, het drvragen om de genterviewde te stimuleren tot het geven van meer en betere antwoorden, het noteren van alle antwoorden en het leiding geven aan het gesprek. Deze taken kunnen verdeeld worden onder de taakgerichte gespreksleiding en de sociaal-emotionele gespreksleiding. De taakgerichte gespreksleiding zorgt voor de materile condities, zoals de tijd, middelen en omgeving, die nodig zijn voor de uitvoering van de taken door de beide gespreksdeelnemers. Daarnaast zorgt zij voor duidelijkheid, zodat beide gespreksdeelnemers voortdurend voor ogen hebben wat er van henzelf en hun gespreksgenoot wordt verwacht. En als laatste wijst de taakgerichte gespreksleider taken toe, legt uit wat de bedoeling is en treedt corrigerend op, als een van de gespreksdeelnemers disfunctioneel bezig is. De sociaal-emotionele gespreksleiding treft maatregelen, zodat beide deelnemers gemotiveerd en ontspannen aan het interview meewerken. Daarnaast is het een taak van de sociaal-emotionele gespreksleider om ervoor te zorgen dat geen van beide deelnemers met onvervulde wensen en behoeften blijven zitten, waardoor hun gerichtheid op het interview wordt geblokkeerd. (4) Naast de takenverdeling moet de interviewer zich neutraal opstellen, om te voorkomen dat de het antwoord van de gesprekspartner benvloed wordt. Dit worden interviewereffecten of interviewer-variantie genoemd. Er is dan geen sprake meer van een gestandaardiseerde situatie. (11) Problemen die zich bij een interview voor kunnen doen zijn: dat de genterviewde te veel uitweidt, dat men gestoord wordt tijdens het interview of dat een genterviewde niet wil praten over een bepaald onderwerp. (14) 4.2 Standaardisatie van een interview Om standaardisatie van de situatie te realiseren kan gebruik worden gemaakt van een interviewschema. Dit is een soort handleiding voor de interviewer. Daarin staat wat de interviewer moet doen en zeggen. Het interviewschema is noodzakelijk, met name als er meerdere interviewers ingezet worden om verschillende personen te interviewen. Het voorkomt dat tijdens het gesprek gemproviseerd moet worden over de manier van interviewen en dat de precieze bedoelingen van het interview niet duidelijk zijn. (14) Er zijn gestructureerde en ongestructureerde interviewschemas. De vragen zijn gestructureerd, als zowel de formulering als de volgorde in het interviewschema zijn vastgelegd. De vragen zijn ongestructureerd als de interviewer zelf de woorden mag kiezen en hij bij meerdere vragen zelf de volgorde van vraagstelling kan bepalen. Daarnaast is er een tussenvorm: het doorvragen. Dit houdt in dat per onderwerp een geformuleerde beginvraag vaststaat, maar dat de interviewer vervolgens naar eigen inzicht aanvullende vragen stelt. (14) Voorafgaand aan het interview wordt bepaald hoe de situatie zal zijn waarin de afname plaatsvindt, waardoor invloeden van buitenaf zoveel mogelijk uitgeschakeld kunnen worden. Dit wordt ook wel de standaardsituatie genoemd. De feitelijke situatie tijdens de afname moet zoveel mogelijk overeenkomen met de standaardsituatie. Hiermee wordt voorkomen dat toevallige, ongecontroleerde invloeden op de situatie effect hebben op de uitkomsten uit het interview. Omliggende factoren waar rekening mee gehouden moet worden voorafgaand aan het afnemen van een interview, zijn: Is de genterviewde een respondent of een informant?, Is er een aan- of afwezigheid van andere personen? en Wel of geen gebruik van een geluidsopname?. (11,14) De interviews zijn de meetinstrumenten om de oorzaken van de problemen duidelijk te krijgen. Om standaardisatie hiervan te waarborgen moet dit meetinstrument voldoen aan bepaalde eisen, zoals: Betrouwbaarheid: Onderzoeksmetingen zijn vaak enigszins afhankelijk van het toeval. Hoe minder dat het geval is, des te betrouwbaarder ze zijn. Het is bij onderzoek belangrijk om na te gaan hoe betrouwbaar de metingen zijn. Er zijn een aantal dingen die de betrouwbaarheid nadelig kan benvloeden, zoals: De omgeving kan het interview benvloeden door middel van bijvoorbeeld rumoer. Het welzijn van de genterviewde kan invloed hebben op het interview. De betrouwbaarheid wordt groter wanneer steeds dezelfde persoon het interview afneemt. Verschillende interviewers roepen verschillende reacties op. Er moet steeds dezelfde vragenlijst gebruikt worden, omdat verschillende lijsten andere reacties uit kunnen lokken. Je kunt de betrouwbaarheid o.a. verhogen door te operationaliseren. Dit houdt in dat je vragen omzet in meetbare kenmerken. De betrouwbaarheid kan gecontroleerd worden door na ieder gegeven antwoord te evalueren en te controleren of het gegeven antwoord goed is begrepen. Validiteit: dat wil zeggen dat je meet wat je ook wil meten. Om de validiteit te verhogen moet er vooraf goed nagedacht worden over wat precies gemeten gaat worden. Vaststellen van verbetering of verslechtering van de zorg: door het vragen naar de beleving van kwaliteit van zorg aan de genterviewde kan de interviewer vaststellen of er sprake is van een verbetering of een verslechtering van de zorg. Praktisch toepasbaar: door het opstellen van een interview door middel van een duidelijke opbouw, geen moeilijk taalgebruik, waar nodig verduidelijking geven en door een evenwicht te vinden tussen het aantal vragen en de tijdsduur, wordt het interview praktisch toepasbaar gemaakt voor de genterviewde. Acceptabel: door tijdens de introductie de doelen van het interview duidelijk te stellen en aan te geven wat er met de uiteindelijke resultaten gedaan gaat worden, zal de genterviewde het acceptabel vinden om mee te werken aan het interview. (6,13) Hoofdstuk 5 Theorie rondom de enqute Na het afnemen van de interviews kunnen de resultaten worden verwerkt. Deze resultaten dienen als basis voor een enqute. Het is noodzakelijk om de resultaten uit de interviews bevestigd te krijgen door zoveel mogelijk andere medewerkers van die afdeling. Dit is om de betrouwbaarheid van de desbetreffende uitspraak te vergroten. Voordat er overgegaan kan worden met het opstellen ervan, moet er eerst gekeken worden naar wat een enqute is en hoe deze gestandaardiseerd kan worden. Daarover meer in dit hoofdstuk. 5.1 De enqute Een enqute is een vaste verzameling vragen met vaste antwoordalternatieven, waarbij de antwoorden systematisch worden vastgelegd en statistisch worden verwerkt. (Baarda, 2000) Het doel van een enqute is het verzamelen van informatie uit mededelingen van ondervraagde personen ter beantwoording van een vooraf geformuleerde probleemstelling. (6) Er zijn verschillende soorten enqutes: mondelinge, schriftelijk en telefonische enqutes. Het voordeel van een schriftelijk enqute is dat het weinig tijd kost en de genquteerden zich over het algemeen anoniemer voelen. Een nadeel is dat een schriftelijke enqute veel voorbereiding kost en dat er niet teveel vragen gesteld kunnen worden of dat er doorgevraagd kan worden. (5) Als er een enqute wordt opgesteld moet er beslist worden over het vraagtypen en de antwoordcategorien. Er zijn verschillende soorten vraagtypen, o.a.: Volledig vragende zinnen: dit zijn normale, complete vragen, zoals in het dagelijks leven. Aan te vullen beweringen: met betrekking tot een bepaald onderwerp vind ik De mate aangeven waarin een bewering opgaat: dit is bijvoorbeeld een stelling waarbij men cijfers moet omcirkelen tussen oneens en eens. Rangschikken: geef de volgorde van belangrijkheid voor jou aan Lijnschalen: op een lijn aangeven in hoeverre je het eens of oneens bent met een stelling. Beeldvragen: wanneer er twee tekeningen zijn afgebeeld van een huis, aangeven welke het beste bij je huidige huis past. Als er wordt gekozen voor het vraagtypen Volledig vragende zinnen dan kan er nog gekozen worden uit een aantal soorten vragen. Er zijn open of gesloten vragen, directe of indirecte vragen, waardevrije of suggestieve vragen en opinie of feitenvragen. Hierover staat meer uitgelegd in Hoofdstuk 4. Wanneer er wordt gekozen voor rating scale (eens/oneens), bijvoorbeeld bij het vraagtype De mate waarin een bewering opgaat, dient men rekening te houden met een tweetal mogelijke meetproblemen. De ene genquteerde heeft namelijk de neiging om nogal hoog te scoren, de andere laag, ook al hebben ze dezelfde mening. Een ander meetprobleem zou kunnen zijn dat de ene genquteerde de volle breedte van de schaal gebruikt, terwijl de andere daar minder in varieert, ook al hebben ze dezelfde mening. Ook moet er een keuze worden gemaakt over de antwoordcategorien. Wanneer er wordt gekozen voor twee antwoordmogelijkheden moeten de antwoorden de hele vraag dekken. Als er wordt gekozen voor meerdere mogelijkheden dan hangt dit af van het onderzoeksdoel en de behoefte van de genquteerde aan verfijning. Dan moet er gekozen worden voor wel of geen middencategorie. Het voordeel van geen middencategorie is dat de genquteerde moet kiezen en zich dus niet neutraal kan opstellen. Belangrijk hierbij is dat er rekening gehouden moet worden met dat de genquteerde ook daadwerkelijk een mening in kn nemen. (5,6) Bij het opstellen van antwoordcategorien dient rekening gehouden te worden met het feit dat de categorien alle mogelijkheden dekken, elkaar uitsluiten, de juiste cognitie bevatten, de juiste dimensie bevatten en dat ze gebruikt kunnen worden om de vraag te verduidelijken. Ook dient de maker van de enqute voorzichtig te zijn met het gebruik van een middencategorie en dient hij rekening te houden met de meetproblemen bij rating scale. (5,6) Een probleem bij het houden van een enqute is de non-respons. Er zijn een aantal mogelijkheden om de respons te verhogen, namelijk: zorgen voor een goede introductiebrief, aansluiten bij de interesses van de genquteerden, zorgen voor een eenduidige wijze van terugsturen, genquteerden herhaaldelijk benaderen, de enqute aankondigen, zorgen voor een zorgvuldige vraagstelling, een aantrekkelijke vormgeving, respondenten (im)materieel belonen en vertrouwde mensen of instanties inschakelen. (6) De enqute kan op meerdere manieren verwerkt worden, maar aangeraden wordt om dit te doen met het computerprogramma SPSS, wat hier speciaal voor is geschreven. Het voordeel van dit programma is dat genquteerden geselecteerd kunnen worden, variabelen verandert kunnen worden en er kunnen kruistabellen gemaakt worden. (4) 5.2 Standaardisatie van een enqute Bij het opstellen van een enqute is de standaardisatie erg belangrijk zodat uit de resultaten bepaalde conclusies getrokken kunnen worden. Een enqute moet daarom aan de volgende eisen voldoen: Betrouwbaarheid: bij herhaling moet het tot dezelfde resultaten leiden. Over het algemeen is de betrouwbaarheid van een enqute erg hoog omdat er gebruik wordt gemaakt van voorgestructureerde, meestal gesloten antwoordcategorien. Dit wordt weliswaar beperkt doordat er geen controle is bij het invullen ervan (als er uitgegaan wordt van een schriftelijke enqute). De betrouwbaarheid kan worden verhoogd door de vragen en antwoorden te operationaliseren (zorgen voor meer duidelijkheid) en vooraf een duidelijke meetinstructie te geven. Validiteit: het moet meten wat het geacht wordt te meten. Bij een enqute is dit erg moeilijk, omdat mensen zich niet altijd bewust zijn van hun gedrag en er niet in gegaan kan worden op specifieke situaties. De validiteit kan verhoogd worden door vooraf vast te stellen wat er gemeten moet worden en door de vragen te operationaliseren (dus bijvoorbeeld met behulp van meerdere vragen over n onderwerp). Vaststellen van verbetering of verslechtering van de zorg. Praktisch toepasbaar: eenvoudig te hanteren met een geringe tijdsinvestering wat betreft tijd, geld en menskracht. Acceptabel zijn voor de betrokkenen: de doelen moeten helder zijn en de betrokkenen moeten er zeker van kunnen zijn dat de uitkomsten zorgvuldig worden behandeld. Dit is realiseerbaar met behulp van een duidelijke introductiebrief. (13) DEEL II METHODE Na de uitwerking van het theoretisch kader volgt de Methode. De methode omschrijft, in tegenstelling tot het theoretisch kader, heel zakelijk wat er precies gedaan is om tot bepaalde resultaten te komen. De methode is gedetailleerd en stapsgewijs weergegeven. Er wordt niet ingegaan op uitleg over een bepaald onderwerp. Daarvoor wordt terugverwezen naar het theoretisch kader. De methode bestaat uit vier verschillende hoofdstukken, namelijk uit de hoofdstukken over het interview, de enqute, de rondvraag ziekenhuizen en over het literatuuronderzoek wenselijke situatie. Hoofdstuk 1 Het interview Onderstaande stappen zijn ondernomen ten aanzien van het opstellen van het interviewschema, de afname van de interviews en het verwerken van de resultaten uit de interviews. 1.1 Opstellen van het interviewschema Om het interviewschema op te stellen is er een literatuuronderzoek gedaan. Er zijn de volgende drie hoofdvragen opgesteld: 1. Hoe vindt de huidige schriftelijke en mondelinge informatieoverdracht plaats tussen de fysiotherapie en de verpleegkundigen? 2. Waarop zijn ondernomen pogingen ter verbetering van de schriftelijke informatieoverdracht, over de vorderingen en/of bijzonderheden van de patint met betrekking tot de fysiotherapeutische behandeling, tussen de fysiotherapie en de verpleging tot nu toe gestrand? 3. Welke manier van informatieoverdracht is wenselijk en hoe kan de huidige manier worden verbeterd? Vanuit deze drie hoofdvragen zijn vragen opgesteld die gesteld worden tijdens het interview. Er is een onderverdeling gemaakt tussen vragen voor de verpleegkundigen en vragen voor de fysiotherapeut. De opgestelde vragen zijn vergeleken met de subvragen uit de format. Bij het interviewschema is een introductie en een afsluiting gemaakt. Tussendoor zijn er een aantal tips genoemd waarop gelet moet worden tijdens het afnemen van de interviews. Dit uiteindelijke interviewschema is gecontroleerd door de methodisch begeleider en is te vinden in Bijlage II. 1.2 Afname van de interviews Voor de interviews zijn afspraken gemaakt met twee fysiotherapeuten en een verpleegkundige van iedere betrokkene afdeling. Er een rustige ruimte geregeld, evenals een memorecorder, koffie en thee. Tijdens de mondelinge interviews, dat oog-in-oog wordt afgenomen, zijn de taken verdeeld onder de sociaal-emotionele gespreksleider en de taakgerichte gespreksleider. Er is gebruik gemaakt van een tussenvorm van een gestructureerd en ongestructureerd interview, met open en directe vragen, die tijdens het doorvragen meer gesloten gesteld worden. (11) De betrouwbaarheid is zo hoog mogelijk gehouden door te zorgen voor een rustige ruimte, waar men niet gestoord kan worden, de taakverdeling tussen de interviewers vast te leggen en door middel van het interviewschema. Verder zijn de vragen geoperationaliseerd. Door het antwoord op de vragen te evalueren wordt de betrouwbaarheid ook verhoogd. Met de validiteit is rekening gehouden door het probleem goed te concretiseren, en gebruik te maken van duidelijke themas. Het doel wordt tijdens de introductie al aangegeven. De interviews hebben een duidelijke opbouw, geen moeilijk taalgebruik en er is waarnodig een verduidelijking gegeven. (13) 1.3 Verwerken van de resultaten uit de interviews De opgenomen interviews en aantekeningen zijn meegenomen in de verwerking van de resultaten. Dit gebeurt anoniem. De tekst van de geluidsopnames is niet letterlijk uitgetypt, maar alle relevante informatie is hiervan samengevat. Er is hierbij gebruik gemaakt van de woorden van de genterviewde om verkeerde interpretaties te voorkomen. De interviews zijn uitgeschreven, waar vervolgens een samenvatting van is gemaakt. Deze staan in Deel III van dit verslag vermeld. Hoofdstuk 2 De enqute Onderstaande stappen zijn ondernomen ten aanzien van het opstellen van het enquteformulier, de afname van de enqutes en het verwerken van de resultaten uit de enqutes. 2.1 Opstellen van het enquteformulier Met behulp van het stappenplan van Ferdi Migchelbrink (20) is de enqute opgesteld. Stap 1: er wordt een lijst gemaakt. Stap 2: de lijst wordt omgezet in meetbare kenmerken, er wordt geoperationaliseerd. Stap 3: de eerste opzet van de vragen wordt geformuleerd. Stap 4: hier is besloten wat voor vragen worden gesteld en in wat voor categorien de vragen worden onderverdeeld. Stap 5: de volgorde van de vragen is vastgesteld. Stap 6: de lay-out wordt ontworpen. Stap 7: de lijst is gecontroleerd op taalgebruik, neutraliteit, aanvaardbaarheid, lengte van vragen, duur en of de lijst makkelijk in te vullen is. Stap 8: de vragenlijst wordt inhoudelijk gecontroleerd aan de hand van de vraagstelling. Stap 9: uitproberen van de vragenlijst met de opdrachtgever. Stap 10:na het verbeteren en het verwerken van de tips het definitief maken van de lijst, en het kopiren ervan (50 per afdeling en 20 voor de fysiotherapeuten). Er zijn twee verschillende enqutes gemaakt. En ervan is voor de verpleegkundigen en n voor de fysiotherapeuten. De vragen in deze enqute zijn voornamelijk gesloten en direct gesteld. Ook zijn ze concreet, neutraal en te beantwoorden. Verder is er gebruik gemaakt van waardevrije, opinie en feitenvragen. (5,13) Bij een gedeelte van de vragen wordt een rating scale gebruikt, maar er wordt hierbij geen gebruik gemaakt van een middencategorie. Positieve en negatieve stellingen zijn bewust afgewisseld. Er is rekening gehouden met het feit dat de informant zijn eigen situatie moet kunnen herkennen. Dit is opgelost door de categorie anders, namelijk.De antwoordcategorien die zijn opgesteld, sluiten op elkaar aan en bevatten de juiste cognitie. (5,6) De betrouwbaarheid is verhoogd door de vragen en de antwoorden te operationaliseren en door middel van een introductiebrief over het gebruik van de enqute. Mensen hebben vaak een selectief geheugen en vinden de sociale wenselijkheid erg belangrijk. Dit kan opgelost worden door de antwoordcategorien hierop aan te passen en door extra categorien of nuances op te nemen, zodat de mensen niet gefrustreerd raken door haar of zijn antwoord. (5,6,13) De enqute is eenvoudig opgesteld. Verder is geprobeerd om een evenwicht te vinden tussen het aantal vragen en de tijd. (13) Er wordt voor gezorgd dat de enqute voor de informanten acceptabel is door de doelen van het onderzoek duidelijk weer te geven in de introductiebrief. Ook wordt daarin gezet dat er met de uitslagen wordt gekeken wat een mogelijke oplossing zou kunnen zijn om het probleem te verbeteren en/of op te lossen. (13) Bij een schriftelijke enqute is de vergelijkbaarheid erg hoog doordat gebruik wordt gemaakt van voorgestructureerde antwoorden. (6) De enquteformulieren zijn te vinden in Bijlage IIIa en IIIb. 2.2 Afname van de enqutes De enqutes zijn gekopieerd en uitgedeeld aan de contactpersonen. Ook zijn de gegevens van de makers van de enqute doorgegeven en is er gezegd dat de contactpersonen altijd contact op konden nemen als er problemen of vragen waren rondom de enqute. De enqute is niet anoniem gehouden, omdat eventuele onduidelijkheden op deze manier nagevraagd kunnen worden. Na de uiterste inleverdatum zijn de enqutes opgehaald. 2.3 Verwerken van de resultaten uit de enqutes Tijdens de verwerking is gebruik gemaakt van de programmas SPSS en Excel. Het boek basisboek voor SPSS 9.0 van Alphons de Vocht.(26) Dit boek is aangeraden door docenten van de opleiding fysiotherapie van de Fontys Paramedische Hogeschool Eindhoven. Vervolgens zijn alle enqutes anoniem volgens het codeboek (zie Bijlage IV) in het programma ingevoerd, met behulp van docenten van de Fontys Hogescholen Eindhoven. Hierbij is gebruik gemaakt van de nominale en ordinale schaal. Via de optie frequences zijn een aantal tabellen gemaakt. Om specifiekere tabellen te verkrijgen is de optie select cases gebruikt. Omdat in het programma SPSS niet geschikt is om de gewenste grafieken te maken, zijn de percentages uit de tabellen van frequences ingevoerd in Excel. Voor dit programma is geen literatuur gebruikt, omdat de werking van dit programma al bekend was. Uit deze grafieken zijn duidelijke resultaten gekomen die verwerkt zijn in Hoofdstuk 2 van Deel III en Hoofdstuk 1 van Deel IV. Hoofdstuk 3 Rondvraag ziekenhuizen Om een indruk te krijgen van hoe er in andere ziekenhuizen tussen verpleegkundigen en fysiotherapeuten wordt gecommuniceerd is er een rondvraag in andere ziekenhuizen gehouden. Deze informatie kan een hulpmiddel zijn bij het ontwikkelen van het communicatieplan. Onderstaande stappen zijn ondernomen ten aanzien van de deelnemende ziekenhuizen, het benaderen van de ziekenhuizen, de afname van de interviews en de verwerking ervan. 3.1 Deelnemende ziekenhuizen Om de rondvraag in de ziekenhuizen te kunnen doen zijn er eerst een aantal criteria opgesteld om bepaalde ziekenhuizen in of uit te sluiten. Deze criteria zijn als volgt: Inclusie/ exclusie criteria: Er moet minimaal 1 communicatieplan zijn tussen fysiotherapie en verpleegkunde in het betreffende ziekenhuis aanwezig zijn Het communicatieplan moet op dit moment in gebruik zijn. Het plan moet voor ons in te zien zijn De ziekenhuizen moeten in een straal van 10 kilometer liggen rondom Eindhoven. Er moet een fysiotherapeut in het ziekenhuis aanwezig zijn die bereid is om ons voor 04-04-2003 te woord te staan over hun communicatieplan. De deelnemende ziekenhuizen zijn als volgt benaderd. Een fysiotherapeut van het Sint Anna ziekenhuis in Geldrop en een fysiotherapeut van het Maxima Medisch Centrum locatie Eindhoven zijn telefonisch benaderd. Een fysiotherapeut van het Maxima Medisch Centrum locatie Veldhoven is persoonlijk benaderd. De benaderde ziekenhuizen voldeden aan de criteria en waren bereid om mee te werken aan het project na een korte uitleg over dit afstudeerproject en de bedoeling van het interview. 3.2 Afname van de interviews Voor de rondvraag van de ziekenhuizen is er gekozen om interviews af te nemen. Het gaat hier om een onderzoeksinterview. De vragen van dit interview worden op een gestructureerde manier afgenomen. Er is gekozen voor een mondelinge afname. De interviews worden oog-in-oog afgenomen zodat non-verbale uitdrukkingen zichtbaar zijn en de communicatieplannen beter uitgelegd worden. De vragen zullen open en direct gesteld worden. Op de antwoorden wordt doorgevraagd om de diepgang te bevorderen. Bij de formulering van de vragen zijn de volgende criteria gesteld: - Er wordt n onderwerp tegelijk behandeld. De vraag mag niet voor meer dan n uitleg vatbaar zijn. Het taalgebruik moet makkelijk zijn. De vragen worden in een logische volgorde gesteld. Bij het daadwerkelijke interview is opnieuw een korte introductie gegeven over het doel van het interview. Bij de inleiding van het gesprek worden een aantal zaken onder de aandacht gebracht. Eerst stellen de taakgerichte gesprekleider de sociaal-emotionele gespreksleider zich voor, en wordt verteld dat het gaat om een afstudeerproject vanuit de Fontys Hogescholen, Eindhoven. Het interview zal ongeveer 30 minuten duren. Het doel van het interview wordt verteld, en er wordt gevraagd of er naast het maken van aantekeningen geluidsopnames mogen worden gemaakt. Op het einde van het interview wordt gevraagd of er nog opmerkingen aanvullingen of vragen zijn van de genterviewde. Daarna volgt een afsluiting waarin de genterviewde wordt bedankt. 3.3 Verwerken van de resultaten uit de interviews De opgenomen interviews en aantekeningen zijn meegenomen in de verwerking van de resultaten. Dit gebeurt anoniem. De tekst van de geluidsopnames is niet letterlijk uitgetypt, maar alle relevante informatie is hiervan samengevat. Er is hierbij gebruik gemaakt van de woorden van de genterviewde om verkeerde interpretaties te voorkomen. De interviews zijn uitgeschreven, waarna een duidelijke samenvatting met conclusie is gemaakt. Deze staat in Deel IV van dit verslag vermeldt. Hoofdstuk 4 Onderzoeksartikelen Naast het raadplegen van verschillende bronnen uit de literatuur is er ook gezocht naar onderzoeksartikelen met onderwerpen gerelateerd aan het communicatieplan. Onderstaande stappen zijn ondernomen ten aanzien van het zoeken naar deze onderzoeksartikelen. 4.1 Zoeken naar onderzoeksartikelen Tijdens het zoeken naar de onderzoeksartikelen zijn de volgende in- en exclusiecriteria gehanteerd: - Het moet een wetenschappelijk onderzoeksartikel zijn Het artikel moet na 1995 zijn geschreven Het artikel moet gaan over de informatieoverdracht in de gezondheidszorg Het artikel mag niet gaan over het automatiseren van patinteninformatie Het artikel mag niet alleen gaan over de informatieoverdracht van de tweedelijns gezondheidszorg naar de eerstelijns gezondheidszorg Het artikel moet methodologisch positief uit de checklist komen Voor het zoeken naar onderzoeksartikelen over een onderwerp gerelateerd aan het communicatieplan is er gebruik gemaakt van de site  HYPERLINK "http://www.doconline.nl" www.doconline.nl (28),  HYPERLINK "http://www.pubmed.nl" www.pubmed.nl (31), en Picarta (30) (te vinden via  HYPERLINK "http://www.fontys.nl/mediatheek" www.fontys.nl/mediatheek (29)). Er is gezocht met de volgende zoekwoorden: overdracht, fysiotherapie, verpleegkunde, communicatie, multidisciplinaire samenwerking, ziekenhuis, multidisciplinair, communication, hospital, checklist, multidisciplinary, physiotherapy, physical therapy multidisciplinair communication, patient information, information transfer, patient record en method. Verder is een combinatie van deze zoekwoorden gebruikt. Artikelen zijn gevonden in het Nederlands Paramedisch Instituut en in het Nederlands Instituut voor Wetenschappelijke Informatiediensten. Artikelen zijn beoordeeld met behulp van de Checklist voor een systematische review uit de cochrane library en de checklist voor beschrijvende onderzoeken. (3) Deze checklisten zijn te vinden in Bijlage VIII en IX. Uiteindelijk zijn er vier artikelen gebruikt in het verslag. Hier is een hoofdstuk aan gewijd in deel IV van dit verslag. DEEL III RESULTATEN WERKELIJKE SITUATIE Na het raadplegen van de verschillende bronnen over hoe een interview en een enqute opgesteld moeten worden en nadat het interview en de enqute ook daadwerkelijk zijn opgesteld en gehouden, moeten de Resultaten verwerkt worden. Er is gekozen voor een onderscheid tussen de resultaten van de werkelijke situatie, welke in dit deel besproken zullen worden, en tussen de resultaten van de mogelijke situatie. Dit laatste wordt besproken in Deel IV. Er is gekozen om deze twee van elkaar te scheiden, omdat de resultaten van de werkelijke situatie omschrijven hoe de genquteerden van de desbetreffende afdelingen vinden dat de situatie nu is. En de resultaten van de mogelijke situatie geven aan hoe de genquteerden de situatie graag zouden willen zien. Maar of zon wenselijke situatie mogelijk is, wordt besproken in de discussie. Dit deel bestaat uit twee hoofdstukken, de resultaten van de interviews en de resultaten van de enqutes. Hoofdstuk 1 Resultaten interviews Catharina-ziekenhuis In dit hoofdstuk worden de resultaten van de interviews met het Catharina-ziekenhuis besproken. In de volgende paragrafen wordt eerst een beschrijving gegeven van de interviews met de twee fysiotherapeuten, en daarna van de vier verpleegkundigen. Tot slot wordt een samenvatting gegeven met de meest relevante informatie uit alle interviews samen. Het interviewschema wat gebruikt is bij de afname van deze interviews is te vinden in Bijlage I. 1.1 Resultaten interviews fysiotherapie Over het algemeen wordt er weinig schriftelijk overgedragen door de fysiotherapeuten op de afdelingen chirurgie, orthopedie en longziekten, met uitzondering van de afdeling neurologie. Met name de fysiotherapeuten die er al langer werken zien het belang er niet van in. Andere redenen zijn dat het verpleegkundig dossier vaak kwijt is, tijdgebrek en dat sommige fysiotherapeuten de rapportage dubbel vinden, omdat ze zelf ook een dossier bijhouden. Toch zijn de genterviewde fysiotherapeuten het erover eens dat het schriftelijk rapporteren over het algemeen niet meer tijd zal kosten dan hooguit vijf minuten per patint. Vooral als alleen de bijzonderheden genoteerd worden. Het dossier moet wel snel vindbaar zijn. Beide fysiotherapeuten vinden het jargongebruik geen belemmering. Ook vertelden ze beide dat het een mondelinge afspraak is dat het de taak is van de fysiotherapeut is om ervoor te zorgen de bijzonderheden op te schrijven in het verpleegkundig dossier. Daarnaast is het op de afdeling neurologie ook nog zo dat de fysiotherapeut het NDT-formulier (Neurological Developement Treatment) aan het bed van de patint bij moet houden. De ene fysiotherapeut is van mening dat na een mondelinge informatieoverdracht tussen de fysiotherapeut en de verpleegkundige het de taak is van de verpleegkundige om, hetgeen wat mondeling overgedragen is, te rapporteren in het verpleegkundig dossier. En de andere fysiotherapeut vindt juist dat op dat moment in overleg met de verpleegkundige moet worden afgesproken wie de bijzonderheden uit de mondelinge overdracht rapporteert. De mate van de huidige mondelinge informatieoverdracht verschilt erg per fysiotherapeut en per afdeling. Op de afdeling neurologie verloopt de mondelinge informatieoverdracht over het algemeen goed. Voordat de fysiotherapeut naar de patint gaat, gaat hij of zij eerst langs bij de desbetreffende verpleegkundige om na te vragen hoe het met de patint gaat en of er fysiotherapie nodig is. Na de behandeling gaat deze terug naar de verpleegkundige om door te geven hoe het gegaan is. Op de afdelingen chirurgie, orthopedie en longziekten wordt er weinig tot niet mondeling overgedragen. De redenen die hiervoor met name worden gegeven zijn dat sommige fysiotherapeuten het belang niet inzien van de mondelinge informatieoverdracht, het tijdgebrek van beide kanten en de onduidelijkheid aan wie de fysiotherapeut mondeling moet overdragen. Omdat ze in vergelijking met de afdeling neurologie weinig op de andere afdelingen komen en de behandeling van de patinten op deze afdelingen veel korter is, is er weinig contact met de verpleegkundigen. Hierdoor weten ze van elkaar ook bijna nooit wie het aanspreekpunt is van de patint. Dit geldt voor zowel de fysiotherapeut als de verpleegkundige. Daarnaast zijn de behandelingen op de afdelingen chirurgie, orthopedie en longziekten vaak zo standaard, dat de fysiotherapeut van mening is dat dit vaak niet overgedragen hoeft te worden. De tijd die de huidige mondelinge informatieoverdracht in beslag neemt wordt door beide fysiotherapeuten geschat op ongeveer een minuut. Daarbij komt dat het niet bij iedere patint nodig is om een mondelinge informatieoverdracht te doen, omdat ook hier alleen de bijzonderheden overgedragen worden. Dus de tijd die de mondelinge informatieoverdracht in beslag neemt zou geen reden mogen zijn voor het achterwege laten van de mondelinge informatieoverdracht. Jargon is geen belemmering voor het voeren van een mondelinge informatieoverdracht. De ene fysiotherapeut vind dat de patint door het resultaat van de huidige manier van informatieoverdracht er niet slechter door werd, ondanks dat er wel eens wat dingen misgaan door de slechte communicatie. De andere fysiotherapeut was van mening dat het wel nadelige gevolgen voor de patint met zich meebracht, omdat er zo verwarring kan ontstaan bij de patint, doordat dingen anders worden verteld, tegenstrijdig verteld of juist helemaal niet verteld. Er zijn al verschillende pogingen gedaan vanuit fysiotherapie om het probleem aan te pakken. Er is onderling een afspraak gemaakt met de fysiotherapeuten dat alle bijzonderheden opgeschreven moeten worden in het verpleegkundig dossier. De eerste weken na het maken van deze afspraak ging het redelijk goed, maar daarna verwaterde het weer. Met name tijdgebrek, het zoeken naar dossiers, de mate van belangrijkheid en het idee van het dubbel rapporteren werden hiervoor als redenen genoemd. In een werkbespreking bij fysiotherapie is een twee jaar geleden het onderwerp schriftelijke informatieoverdracht twee tot drie maal uitgebreid aan de orde geweest en dan met het belang ervan. Hier is een groepje uit voort gekomen die hiermee aan het werk zouden gaan. Dit is mislukt omdat het groepje nooit bij elkaar is geweest. De afdeling chirurgie heeft een apart vel voor de fysiotherapie in het verpleegkundig dossier gedaan. Dit vel wordt niet gebruikt, omdat het alleen lijntjes bevat. Het vel nodigt niet uit om op te schrijven en is dus onaantrekkelijk. Daarnaast kost deze manier veel schrijfwerk. Er is op de afdeling fysiotherapie een onderzoeksformulier ingevoerd om te onderzoeken wat de redenen zijn van het niet tot nauwelijks rapporteren, maar dat is mislukt, omdat dit te veel werk bleek te zijn. Dit werd dus niet gebruikt. Beide fysiotherapeuten zouden het liefste zien dat er een aankruisformulier komt van maximaal n A4-tje met ruimte voor eventuele toelichting aangepast aan de afdelingen neurologie, chirurgie, orthopedie en longziekten. En fysiotherapeut ziet graag dat er een aparte map komt waarin alle patinten van een afdeling in komen te staan, die onder behandeling zijn van fysiotherapie. De andere fysiotherapeut vindt dit geen goed idee, omdat door fysiotherapie te gaan splitsen snel het overzicht verloren gaat. Er zou dan wel een oplossing voor het kwijtraken van de dossiers moeten komen. Beide fysiotherapeuten zijn van mening dat de plaats van de schriftelijk informatieoverdracht de verpleegpost moet zijn en dat het tijdstip van de schriftelijke overdracht niet vast hoeft te liggen. Voor de mondelinge informatieoverdracht hoeft er geen vast tijdstip te zijn. In verband met de privacy van de patint is het wenselijk om niet op de gang mondeling over te dragen. Dit gebeurt nu helaas nog te vaak. Daarnaast zou het wenselijk zijn om per patint op te schrijven wie de behandelende fysiotherapeut is. Dit is met name bedoeld voor de verpleegkundigen, zodat ze weten wie het aanspreekpunt is over de behandeling van een desbetreffende patint. Dit geeft meer duidelijkheid. De mondelinge overdracht op de afdeling neurologie gaat goed. Dit is ook wenselijk voor de afdelingen chirurgie, orthopedie en longziekten. 1.2 Resultaten interviews verpleegkunde Op de afdeling neurologie vindt de huidige schriftelijke informatieoverdracht tussen fysiotherapie en verpleegkunde plaats via het NDT-formulier aan het bed van de patint. Verpleegkundigen schrijven de informatie van het NDT-formulier over in het dossier. Daarin worden ook speciale bevindingen over de patint opgeschreven door alle disciplines. Op de afdeling chirurgie vindt de huidige schriftelijke informatieoverdracht niet tot nauwelijks plaats. Als deze plaatsvindt is dat op een vel met lijnen in het verpleegkundige dossier. Op de afdeling orthopedie rapporteren de fysiotherapeuten wel in de medische status, maar dat wordt niet door verpleegkundigen gelezen. Af en toe schrijft een fysiotherapeut iets op in het verpleegkundig dossier bij de verpleegkundige rapportage als het echt iets bijzonders is. Deze manier van werken wordt door verpleegkunde niet als prettig gezien. Op de afdeling longziekten wordt er door de fysiotherapeut gerapporteerd bij de verpleegkundige rapportage in het verpleegkundig dossier. Deze huidige manier van schriftelijke informatieoverdracht verloopt minimaal doordat verpleegkundigen te weinig gericht zijn op de schriftelijke samenwerking tussen fysiotherapie en verpleegkunde. Daarnaast zijn vaak de dossiers weg uit de verpleegpost. De redenen waarom verpleegkunde niet tot nauwelijks schriftelijk informatie overdraagt aan fysiotherapie zijn tijdgebrek, geen wisselwerking tussen fysiotherapie en verpleegkunde, onduidelijkheid over de taakverdeling en nieuw personeel. Op de afdeling neurologie vindt de huidige mondelinge informatieoverdracht plaats doordat dagelijks mondeling informatie overgedragen wordt in de wandelgangen. Er is n keer per week het MDO (Multi Disciplinair Overleg). Hier is altijd n fysiotherapeut aanwezig, een aantal verpleegkundigen en andere disciplines. Als derde is er n keer per maand het NDT-overleg. Hierin worden alle knelpunten rondom de NDT-aspecten besproken. Deze manieren van mondeling informatie overdragen worden door de afdeling neurologie als prettig ervaren. Op de afdeling chirurgie vindt de huidige mondelinge informatieoverdracht nauwelijks plaats. Soms worden er veranderingen of bijzonderheden mondeling doorgegeven. Op de afdeling orthopedie vindt de huidige mondelinge informatieoverdracht niet vaak plaats. Het is nu zo dat de fysiotherapeut soms de verpleegkundige zoekt die op dat moment bij de desbetreffende patint op de kamer staat. Maar als ze elkaar niet kunnen vinden, dan wordt er niets overgedragen. Het komt vaak voor dat de patint zelf verteld dat de fysiotherapie is geweest en wat er gedaan is. Op de afdeling longziekten is het de taak van de fysiotherapie om de mondelinge communicatie te rapporteren in het verpleegkundig dossier bij de verpleegkundige rapportage. Alle vier de afdelingen zijn het erover eens dat er door de huidige manier van informatieoverdracht, zowel mondeling als schriftelijke, er nadelige gevolgen voor de patint aan zitten. Dit omdat door een slechte overdracht van de behandeling tussen fysiotherapie en verpleegkunde, beide disciplines niet meer van elkaar weten wie wat gedaan heeft. Hierdoor kan de zorg niet op elkaar afgestemd worden, waardoor er verschillen in de behandeling naar de patint toe ontstaan. Daarnaast blijkt ook uit een enquteformulier van de patinten van de afdeling orthopedie dat ze ontevreden zijn over de fysiotherapie. Eerder ondernomen pogingen ter verbetering van het probleem zijn als volgt: Op de afdeling neurologie stond eerst alles door elkaar in de dagrapportage van het verpleegkundige dossier. Nu is er een apart vel in het verpleegkundig dossier, evenals het NDT-formulier aan het bed van de patint voor andere disciplines. Er is een werkgroep NDT opgezet met als doel het NDT-niveau te verhogen. Op de afdeling chirurgie is er een formulier voor fysiotherapie in het verpleegkundig dossier welke niet gebruikt wordt. Op de afdeling orthopedie is er een bord voor fysiotherapie op de verpleegpost met namen van de fysiotherapeuten en bijbehorende patint erop. Zo was voor de verpleegkundigen makkelijk te achterhalen welke fysiotherapeut bij welke patint hoorde. Dit werd uiteindelijk slecht bijgehouden door de fysiotherapeuten. Op de afdeling longziekten is een voorlichtings-protocol aanwezig welke niet wordt niet gebruikt. Een andere poging wat nog gedaan is vanuit verpleegkunde is het ontwikkelen van een centraal punt voor de dossiers. Er is een kar zonder wielen, speciaal voor de dossiers aangeschaft voor op de verpleegpost, maar deze wordt niet gebruikt. Op de afdeling neurologie verloopt de informatieoverdracht redelijk gewenst. Duidelijk moet worden wie de behandelende fysiotherapeut is. Ook zou het prettig zijn als er bijvoorbeeld wat uitleg staat over extra oefeningen die de patint kan doen, zodat de verpleegkundige weet waar ze de patint eventueel in kan begeleiden. Er werd benadrukt dat een aankruisformulier niet wenselijk is. Als laatste wordt het prettig gevonden als de fysiotherapeut doorgeeft als hij of zij daadwerkelijk iets gerapporteerd heeft in het verpleegkundig dossier. Op de afdeling chirurgie wordt de schriftelijke informatieoverdracht het liefste gezien in het verpleegkundig dossier met een ander apart formulier voor fysiotherapie dan er nu is. Dit mag een aankruisformulier zijn, maar hoeft niet. Ook is er behoefte aan een lijstje waarop staat welke fysiotherapeut welke patint behandelt en wanneer deze fysiotherapeut te bereiken is. Op de afdeling orthopedie wordt de schriftelijke informatieoverdracht het liefst gezien in het verpleegkundig dossier met een apart formulier voor fysiotherapie. De rapportage moet zo kort en duidelijk mogelijk zijn. Daarbij heeft verpleegkunde de voorkeur dat er na elk bezoek aan de patint schriftelijk informatie wordt overgedragen, tenzij een patint zo standaard is dat het wel duidelijk is wat fysiotherapie gedaan heeft. Als het kwijt zijn van dossiers niet opgelost kan worden, wat overigens erg denkbaar wordt gevonden door verpleegkunde, dan zou een aparte map voor fysiotherapie een oplossing kunnen zijn. Ook is er behoefte dat er bij gehouden wordt op het bord voor fysiotherapie welke fysiotherapeut welke patint behandelt en wanneer deze fysiotherapeut te bereiken is. Op de afdeling longziekten wordt de schriftelijke informatieoverdracht het liefste gezien in het verpleegkundig dossier. Het rapporteren moet snel en overzichtelijk gaan. Om het probleem van het kwijt zijn van de dossiers op te lossen, zou het een oplossing kunnen zijn om een kar met wieltjes voor de dossiers te gebruiken. Zoals nu de mondelinge informatieoverdracht op de afdeling neurologie over de fysiotherapeutische behandeling gaat, is het goed. Het enigste wat beter zou kunnen is dat de fysiotherapeut mondeling doorgeeft (of schriftelijk op een lijst) dat hij of zij iets gerapporteerd heeft bij een bepaalde patint. Het zou ideaal zijn als de fysiotherapie op de afdeling chirurgie na een mondelinge overdracht aan de verpleegkundige zelf rapporteert in het verpleegkundig dossier als er bijzonderheden zijn. Daarnaast zou het wenselijk zijn als er n maal per week een fysiotherapeut bij de visite was om een korte overdracht te doen. Overigens als de schriftelijke informatieoverdracht goed zou zijn, zou dit niet nodig zijn. Op de afdeling orthopedie zou bij iedere patint mondeling informatie overgedragen moeten worden en dan wel op de volgende manier. De fysiotherapie gaat voorafgaand aan het bezoek aan een patint eerst naar de verpleegkundige die op die kamer staat om te vragen hoe het met de patint gaat en wat verpleegkunde al gedaan heeft met de patint. Met deze informatie kan de fysiotherapie zijn behandeling afstemmen op de patint. Nadat de patint behandeld is, gaat de fysiotherapeut weer terug naar de verpleegkundige om te vertellen wat hij gedaan heeft en hoe dat is gegaan. Na deze mondelinge overdracht is het de taak van de fysiotherapie om de bijzonderheden schriftelijk te rapporteren. Waar ook nog behoefte aan is dat fysiotherapie voordoet hoe bepaalde oefeningen gedaan moeten worden. De tijd wanneer de fysiotherapeut mondeling overdraagt zou het liefst gezien worden voor de middag. Dit omdat diezelfde middag de gekregen informatie nog gebruikt kan worden. Op de afdeling longziekten zou ideaal zijn als de fysiotherapie wekelijks aanwezig is op het MDO, zodat er dan een gestructureerd moment is met verpleegkunde. Daarnaast zou een vast tijdstip per dag fijn zijn voor de mondeling informatieoverdracht tussen fysiotherapie en verpleegkunde. Er is dus behoefte aan structuur in de mondelinge overdracht. 1.3 Samenvatting interviews met fysiotherapie en verpleegkunde Alle informanten zijn het erover eens dat de huidige schriftelijke en mondelinge informatieoverdracht niet verloopt zoals gewenst. De schriftelijke informatieoverdracht wordt een groter probleem gevonden dan de mondelinge informatieoverdracht. Er wordt duidelijk aangegeven dat hier meer prioriteit aan wordt gegeven. En in verband met de probleemafbakening van dit project, wordt in het vervolgonderzoek gericht op de schriftelijke informatieoverdracht. De tijd die de mondelinge en schriftelijke informatieoverdracht in beslag zou nemen, mag geen reden zijn om niet mondeling of schriftelijk informatie over te dragen. Het gebruik van jargon vormt geen belemmering voor een mondelinge of schriftelijke informatieoverdracht. Over de onderwerpen tijd en jargon waren alle informanten het eens met elkaar. Met deze resultaten uit het interview zal het vervolgonderzoek opgestart worden. Het vervolgonderzoek zal bestaan uit het houden van een enqute onder alle fysiotherapeuten en alle verpleegkundigen en verzorgenden op de desbetreffende afdelingen. Hoofdstuk 2 Resultaten enqutes van de huidige situatie In dit hoofdstuk worden de resultaten van het eerste deel van de enqute weergegeven, namelijk de resultaten uit de enqute van de huidige situatie, dus de situatie zoals die volgens de genquteerden nu is. De gegevens zijn verwerkt met behulp van het computerprogramma SPSS en Excel. In dit hoofdstuk zullen de resultaten uit de vijf grafieken, die staan voor de resultaten over de huidige situatie, uitgeschreven worden. Voor de grafische weergave van de resultaten van de enqute wordt er verwezen naar Bijlage V. Het hoofdstuk sluit af met een korte samenvatting van de resultaten. 2.1 Resultaten enqutes van de huidige situatie In totaal zijn er 215 enqutes uitgedeeld waarvan er 85 ingevuld terug zijn ontvangen. Van de afdeling neurologie is de respons het hoogst. Vervolgens van de afdeling chirurgie, longziekten en tenslotte van de afdeling orthopedie. Hieronder worden de meningen van 70 verpleegkundigen (82%) en 15 fysiotherapeuten (18%) gegeven over de stellingen uit de enqute. Er zijn vier fysiotherapeuten die werkzaam zijn op twee afdelingen. Hun mening telt dus bij beide afdelingen mee. Over de stelling of de schriftelijke informatieoverdracht tussen fysiotherapie en verpleegkunde verloopt zoals gewenst lopen de meningen van de afdelingen chirurgie en orthopedie sterk uiteen. Op de afdeling longziekten is 73,7% het grotendeels oneens met deze stelling en op de neurologie is 58,6% het grotendeels eens met deze stelling. Het resultaat van de huidige manier van schriftelijke informatieoverdracht heeft een negatieve invloed op de patint. Bij chirurgie waren de meningen ongeveer gelijk verdeeld in eens en oneens. Bij longziekten en orthopedie hadden de meeste grotendeels eens ingevuld. Bij de afdeling neurologie is 89,6% het gedeeltelijk of volledig eens met de stelling. De reden dat eerdere pogingen zijn gestrand ligt bij de afdeling chirurgie grotendeels aan beide partijen (54,2%) terwijl 41,7% niets afwist van eerdere pogingen. De meeste werknemers op de afdelingen neurologie, orthopedie en longziekten wisten niets af van eerdere pogingen. De afdelingen orthopedie en longziekten vinden het verder aan de fysiotherapeuten of aan beiden liggen. De afdeling neurologie vindt het vooral aan beide partijen liggen. Het is niet zo dat fysiotherapeuten of verpleegkundigen de oorzaak van mislukken bij zichzelf leggen of juist bij de ander. Beide partijen vonden grotendeels dat de oorzaak aan beide kanten te zoeken is. 2.2 Samenvatting resultaten enqutes van de huidige situatie De meningen over hoe goed de schriftelijke informatieoverdracht op dit moment verloopt verschillen erg. Wel vinden de meeste genquteerden dat de huidige manier van schriftelijke informatieoverdracht een negatieve invloed heeft op de patint De oorzaak van de slechte communicatie ligt aan de fysiotherapeuten of aan beide partijen. DEEL IV RESULTATEN MOGELIJKE SITUATIE In dit deel worden de Resultaten uit de enqute over de mogelijke situatie besproken. Drie mogelijke situaties zijn onderzocht. De eerste situatie geeft de wensen van de genquteerden, de tweede is de rondvraag in andere ziekenhuizen en de derde geeft informatie uit literatuuronderzoek weer. Hieruit kunnen mogelijk wenselijke situaties gehaald worden of tips die aan het realiseren van de wenselijke situatie kunnen bijdragen. Of de resultaten over een mogelijke situatie ook daadwerkelijk realiseerbaar zijn, wordt besproken in de discussie van dit verslag. In dit deel worden alleen de resultaten beschreven. Hoofdstuk 1 Resultaten enqutes van de wenselijke situatie In dit hoofdstuk worden de resultaten van het tweede deel van de enqute weergegeven, namelijk de resultaten van de wenselijke situatie. De gegevens zijn verwerkt met behulp van het computerprogramma SPSS en Excel. In dit hoofdstuk zijn de resultaten uit de grafieken, die staan voor de resultaten over de wenselijke situatie, uitgeschreven. Voor de grafische weergave van de resultaten van de enqute wordt er verwezen naar Bijlage VI. Het hoofdstuk sluit af met een korte samenvatting van de resultaten. 1.1 Resultaten enqutes van de wenselijke situatie De resultaten over de meest ideale manier van schriftelijke informatieoverdracht tussen fysiotherapie en verpleegkunde zijn als volgt. Bij de afdelingen neurologie (60,7%), orthopedie (56,3%) en longziekten (55,6%) zien de meeste werknemers het liefst een nieuw formulier in het verpleegkundig dossier. Op de afdeling chirurgie ziet 43,5% het liefst een nieuw formulier in het verpleegkundig dossier en wil 43,5% het huidige formulier behouden. Op de afdelingen neurologie (93,1%), chirurgie (70%), orthopedie (77,7%) en longziekten (70%) denken de informanten die hebben gekozen voor een nieuw formulier in het verpleegkundig dossier dat dit nu of in de toekomst realiseerbaar is. De informanten van de afdeling chirurgie die het huidige formulier in het verpleegkundig dossier willen behouden denken allemaal dat dit nu realiseerbaar is. Van alle afdelingen vindt 68,2% tot 87,5% dat een eventueel nieuw formulier opgeborgen zou moeten worden in het verpleegkundig dossier. Met name bij de afdeling neurologie (27,3%), maar ook bij orthopedie (20%) en longziekten (16,7%) vindt een klein gedeelte dat een nieuw formulier ook aan het bed van de patint opgeborgen kan worden. Van de informanten vindt 62,1% of meer dat er alleen bij veranderingen overgedragen moet worden en niet elke keer als de fysiotherapeut de patint heeft behandeld of alleen bij bijzonderheden. Bij de overdracht wordt bij de afdelingen neurologie, chirurgie en orthopedie het liefste een combinatie van een uitgeschreven verhaal met een aankruisformulier met antwoordcategorien gezien. Op de afdeling longziekten ziet het merendeel liever alleen een uitgeschreven verhaal. Op alle afdelingen wil minder dan 4,2% alleen een aankruisformulier. Over de vraag Welke onderwerpen er overgedragen moeten worden? wordt meer duidelijkheid gegeven in figuur 2. Opvallend is dat de onderwerpen mobiliteit, begeleiding en transfer op alle afdelingen hoog scoren. Figuur 2: Welke onderwerpen moeten er overgedragen worden? Het merendeel van iedere afdeling heeft geen behoefte aan een lijst waarop staat of de fysiotherapie die dag iets heeft gerapporteerd. Tenslotte is 76,5% tot 100% van iedere afdeling het eens of grotendeels eens met de stelling dat er meer duidelijkheid moet komen over welke fysiotherapeut welke patint behandelt. 1.2 Samenvatting resultaten enqutes van de wenselijke situatie Uit de resultaten blijkt dat alle afdelingen globaal kiezen voor een nieuw formulier in het verpleegkundig dossier, wat nu of binnen een korte tijd realiseerbaar is. Een klein deel denkt dat een nieuw formulier aan het bed van de patint beter is. Er zou op dat nieuwe formulier alleen bij veranderingen iets opgeschreven moeten worden. Eventueel kan hierbij een aankruisformulier worden gebruikt. Vooral de veranderingen in mobiliteit, begeleiding en transfer moeten overgedragen. Duidelijk moet worden welke fysiotherapeut welke patint behandelt. Hoofdstuk 2 Resultaten rondvraag ziekenhuizen In dit hoofdstuk worden de resultaten van de rondvraag weergegeven. Deze rondvraag bestaat uit interviews met het Maxima Medisch Centrum te Veldhoven, Sint Anna ziekenhuis te Geldrop en met het Maxima Medisch Centrum te Eindhoven. In de volgende paragrafen wordt per interview kort een beschrijving gegeven van de resultaten uit het interview. De interviews zijn allemaal gehouden met een fysiotherapeut van het desbetreffende ziekenhuis. Tot slot wordt een samenvatting gegeven met de meest relevante informatie uit alle interviews. Het interviewschema wat gebruikt is bij de afname van deze interviews is te vinden in Bijlage VII. 2.1 Uitwerking interview Maxima Medisch Centrum Veldhoven De schriftelijke informatie over de fysiotherapeutische behandeling van een patint tussen fysiotherapie en verpleegkunde wordt overgedragen met behulp van een Multidisciplinair Overleg formulier. Dit is een blanco formulier met lijnen. Elke discipline heeft een eigen vel. Dit formulier wordt opgeborgen in het verpleegkundig dossier welke hangt aan het bed van de patint. Alleen wanneer het afdelingshoofd besluit dat de informatie van de patint te persoonlijk is, kan besloten worden om het dossier van de patint op de verpleegkundepost te bewaren. Bij het overdragen worden bijna alle veranderingen en verbeteringen van de patint opgeschreven. Hierbij wordt ook veel niet concrete taal gebruikt, zoals De patint doet het goed. Maar ook De patint mag van 2 krukken naar 1 kruk. De bedoeling is dat er na elke behandeling wordt gerapporteerd, maar dat gebeurt in de praktijk niet altijd. De dingen die overgedragen worden hebben vooral betrekking op de progressie van de patint. Door tijdgebrek wordt er minder overgedragen dan gewenst. Het overdragen van de schriftelijke informatie kost tussen de 5 en 10 minuten per patint per behandeling. In principe is dit veel tijd, maar wel nuttig omdat het zo belangrijk is om goed over te dragen. Wanneer er namelijk goed wordt gerapporteerd krijgt de patint minder dubbele vragen. Dit is belangrijk, omdat de patint het al vaak moeilijk heeft, omdat hij in het ziekenhuis ligt. Ook kost het voor de andere disciplines minder tijd om niet telkens weer al die vragen te stellen. Zij hoeven immers alleen de dossiers even in te kijken. Bij de overdracht wordt er geen gebruik gemaakt van jargon. In principe is iedere patint in staat om zijn eigen dossier te lezen. Wel worden er soms termen gebruikt die niet voor iedereen eenduidig zijn. Zoals de term mobiliseren, die op meerdere manieren uitgelegd kan worden. 2.2 Uitwerking interview Sint Anna ziekenhuis Geldrop In het Sint Anna ziekenhuis is sinds een jaar een nieuw overdrachtsysteem ingevoerd. Voor dit systeem had iedere discipline zijn eigen archief bij de eigen discipline. Sinds het nieuwe systeem rapporteert de fysiotherapie in het gentegreerde zorgdossier. Er is dus geen eigen archief meer. De schriftelijke informatie over de fysiotherapeutische behandeling van een patint tussen fysiotherapie en verpleegkunde wordt overgedragen met behulp van verschillende formulieren per afdeling. Bij alle formulieren is het de bedoeling dat de fysiotherapeut in een paar woorden opschrijft wat overgedragen moet worden. Op de formulieren staan soms slechts enkele punten die ingevuld moeten worden zoals ziekte inzicht en motivatie van de patint op het formulier van de afdeling neurologie. Deze informatie wordt opgeborgen in het dossier van de patint. Het dossier hangt aan het voeteneinde van het bed van de patint. Deze worden tijdens bezoekuren allemaal weggehaald. De dossiers kunnen op aanvraag van de familie wel worden ingezien. De onderwerpen die worden overgedragen over de patint verschillen per afdeling. Zo worden er op de afdeling neurologie nauwkeurig lijsten ingevuld, terwijl er op de longafdeling ook veel mondeling wordt overgedragen. Bij het schriftelijk overdragen wordt vermeld wat er in de therapie is gedaan, zo mogelijk wordt de kwantiteit vermeld en vervolgens wordt subjectief weergegeven hoe dat de therapie over het algemeen is gegaan. Echt belangrijke zaken worden genoteerd in het dossier en besproken met een verpleegkundige, zodat zij daar ook een notitie van kunnen maken. Verpleegkundigen lezen vaak alleen de fysiotherapeutische verslaglegging wanneer ze iets willen weten, en niet standaard wanneer de patint weer een therapie heeft gehad. De bedoeling is dat er na elke behandeling wordt gerapporteerd, maar dat gebeurt in de praktijk niet altijd. De genterviewde was zeer tevreden over de schriftelijke overdracht op dit moment. Het schriftelijk overdragen gebeurt na elke behandeling van de patint. Dit kost per keer ongeveer een minuut. De genterviewde vindt dit voldoende om goed over te kunnen dragen. Doordat het dossier met alle gegevens van de patint aan zijn eigen bed hangt wordt het dossier ook daar vaak ingekeken en ingevuld. Ook wordt de inhoud van het dossier besproken met de patint. De patint krijgt zo meer aandacht, omdat er altijd wel even een praatje wordt gemaakt. Daarbij heeft de patint inzicht in hoe vaak er in zijn dossier wordt gekeken. Doordat alle informatie op n plek te vinden is, is iedereen in het ziekenhuis die met de patint in aanraking komt veel beter op de hoogte. Dat merkt de patint ook doordat er minder dubbele vragen worden gesteld en doordat er geen tegenstrijdige activiteiten met de patint worden gedaan. Een nadeel is dat er wat voorzichtiger wordt omgegaan met wat er gerapporteerd wordt en hoe bepaalde dingen worden opgeschreven. In principe wordt er zo min mogelijk gebruik gemaakt van jargon, omdat het dossier voor iedereen, inclusief de patint, leesbaar moet zijn. Doordat de fysiotherapie geen eigen verslaglegging meer bijhoudt bij klinische patinten komt het wel eens voor dat er wat fysiotherapeutische termen worden opgeschreven. De genterviewde ondervindt geen problemen bij eventueel verkeerd genterpreteerde gegevens, en hij kan niet aangeven of andere disciplines daar ooit problemen mee hebben. 2.3 Uitwerking interview Maxima Medisch Centrum Eindhoven In het Maxima Medisch Centrum, locatie Eindhoven, rapporteren de fysiotherapeuten voor de verpleegkundigen in het dossier van de patint, en ze hebben een eigen rapportage op hun eigen afdeling. In het dossier zit een formulier met communicatie waarop verschillende disciplines gegevens noteren. De fysiotherapie heeft dus niet een eigen formulier, maar zij delen een formulier met andere disciplines. Het formulier heeft een vaste plaats in het dossier. Deze dossiers liggen bij het bed van de patint. Er wordt soms aan het bed gerapporteerd, en soms worden de dossiers meegenomen naar een kamer om te rapporteren. De genterviewde weet niet of de dossiers tijdens bezoekuren worden weggehaald. Er wordt niet altijd overgedragen, alleen bij veranderingen en bijzonderheden, of wanneer de fysiotherapie wil dat de verpleging bepaalde oefeningen met een patint doet, zoals lopen. Soms wordt er niet gerapporteerd, omdat het dossier niet op de vaste plaats ligt. Wanneer er iets belangrijks moet worden overgedragen gebeurd dit ook mondeling, zodat de verpleegkundigen dit in hun deel van het dossier kunnen noteren. De gegevens die worden overgedragen zijn vooral gegevens over ADL-niveau (Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen), wat de patint al zelf kan. Er wordt niet geschreven in eenheden zoals kracht of graden. Het overdragen kost naar schatting 2 minuten per patint. Dit is moeilijk te zeggen, omdat er soms niet wordt gerapporteerd en soms moet er worden gezocht naar het dossier. Het dossier is in principe wel altijd vindbaar, alleen kost dit soms meer tijd. De genterviewde vindt de tijd die hij besteedt aan het overdragen goed. Hij kan overdragen waarvan hij het belang inziet wat overgedragen moet worden. Het is erg belangrijk dat er overgedragen wordt. Helaas is dat afhankelijk van de discipline van de personen op de afdeling. Opgeschreven informatie wordt niet altijd gelezen. De personen die dat wel doen zijn beter op de hoogte van de vorderingen en bijzonderheden van de patint en dat komt terug tijdens de verzorging en behandeling van de patint. Als iedereen het dossier voldoende zou inzien zou dat heel nuttig zijn. Er zouden geen dingen dubbel gebeuren, omdat je van elkaar weet wie waar mee bezig is. Een tip van de genterviewde was dat hij het fijn zou vinden om te weten of zijn informatieoverdracht werd gelezen en zo ja, door wie. Hij zou het fijn vinden als iedereen die het formulier communicatie heeft gelezen het zou ondertekenen met een paraaf. In principe worden er bij de overdracht termen gebruikt die alle medische mensen begrijpen. De termen flexie en extensie worden dus niet gebruikt. Niet alle termen zijn duidelijk voor de patint. Een voorbeeld hiervan is de term ADL. 2.4 Samenvatting interviews rondvraag ziekenhuizen Bij alle ziekenhuizen wordt een formulier of blanco vel met lijnen gebruikt bij de overdracht. Deze formulieren zijn in al de ziekenhuizen te vinden in het verpleegkundig dossier, aan het bed van de patint. Er wordt meestal bij veranderingen en bijzonderheden gerapporteerd, maar de diepgang verschilt per afdeling. Het rapporteren duurt tussen de 1 en 10 minuten per patint. De belangrijkste verbetering voor de patint is dat er minder dubbele vragen worden gesteld als er goed wordt gerapporteerd. Doordat het dossier aan het bed van de patint hangt wordt de patint meer betrokken bij zijn eigen ziekteverloop. Bij het rapporteren wordt er zo min mogelijk gebruik gemaakt van jargon. Er worden geen zuiver fysiotherapeutische termen gebruikt. Hoofdstuk 3 Resultaten onderzoeksartikelen In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de wetenschappelijke onderzoeksartikelen. Per paragraaf wordt er n artikel besproken. Bij het controleren van de artikelen op betrouwbaarheid en validiteit bleken de artikelen te voldoen aan de volgende eisen. De titels dekken de inhoud, de samenvattingen geven over het algemeen duidelijk de inhoud weer, de vraagstelling is in alle vier de artikelen terug te vinden, de methode is over het algemeen wat minder duidelijk beschreven, de resultaten worden soms in tabellen en soms beschrijvend weergegeven en in de discussies wordt overal een antwoord gegeven op de vraagstelling. Meer uitgebreide gegevens over de uitkomsten op de checklisten zijn terug te vinden in Bijlage X. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een samenvatting met de meest relevante informatie uit alle artikelen. De informatie uit de artikelen wordt gebruikt als onderbouwing voor de discussie. 3.1 Artikel over de ontwikkeling van een patinten informatie dossier Uit het artikel Improvement of patient education and information: development of a patients information dossier (18) blijkt dat door een multidisciplinair dossier de patint meer betrokken raakt bij de behandeling. Ook wordt de patint beter genformeerd en het geeft duidelijkheid. Het dossier wordt ten alle tijden bij de patint gehouden. Ook wanneer de patint naar huis gaat en later terug moet komen op controle. Het wordt niet duidelijk uit het artikel of de kliniek ook nog een dossier bijhoudt om de gegevens in de kliniek te houden. Het dossier bestaat uit tien hoofdstukken. Een aantal hoofdstukken zitten standaard in het dossier en een aantal alleen indien ze van toepassing zijn op de patint. De conclusie van het onderzoek is dat als er meer gecommuniceerd wordt, de patint de mogelijkheid krijgt actief betrokken te zijn bij zijn behandeling en dit alles een positief effect heeft op de sociale impact van de patint. 3.2 Artikel over de communicatie tussen verpleegkundigen en artsen In het onderzoek Nurse-physician communication: Perceptions of Nurses at an Army Medical Centre (2) wordt onderzocht of de communicatie tussen verpleegkundigen en artsen afhangt van: Opleidingsniveau van de verpleegkundigen. Ervaring als verpleegkundige De tijd dat een verpleegkundige werkzaam is op n afdeling De uren dat een verpleegkundige per week werkzaam is op een afdeling Het werkzaam zijn op een intensive care afdeling of gewone afdeling In een militair ziekenhuis is aan 112 verpleegkundigen van de medische, operatieve, orthopedische en psychiatrische afdelingen, en de coronaire, medische, operatieve en cardiothoracale intensive care afdelingen gevraagd om de ICU Nurse-Physician Subscale Questionnaire in te vullen. Deze vragenlijst bestaat uit verschillende dimensies, o.a. openness, accuracy and timeliness, en is bedoeld om het niveau van de communicatie te bepalen. In de conclusie staat beschreven dat er weinig communicatie tussen artsen en verpleegkundigen is. Er blijkt geen relatie te bestaan tussen de stellingen en de frequentie en kwaliteit van de communicatie. 3.3 Artikel over de informatieoverdracht bij geriatrische patienten In het artikel The Transfer of Information About Geriatric Clients in the Occupational Therapy Chain of Care: An Intervention Study (17) wordt de informatieoverdracht onderzocht tussen ergotherapeuten onderling, die werkzaam zijn in de: Geriatrische afdeling in het ziekenhuis Eerstelijnsgezondheidszorg Gemeenschappelijke dienst Particuliere zorg Na een bijeenkomst waarin er uitleg is gegeven van de ADL taxonomie, waarbij 73 ergotherapeuten aanwezig waren, is de lijst voor 5 maanden toegepast bij geriatrische patinten. Met behulp van de lijst is informatie overgedragen aan andere ergotherapeuten die in andere disciplines werkzaam waren. Aan het einde van de 5 maanden is een vragenlijst rondgestuurd aan alle 73 ergotherapeuten die bij de eerste bijeenkomst aanwezig waren. Daarna zijn nog 10 interviews gehouden onder deze mensen om duidelijkheid te krijgen over de ingevulde lijst. De resultaten van het onderzoek zijn gebaseerd op de mensen die aanwezig waren op de voorlichtingsdag, werken met geriatrische patinten en de questionnaire hadden ingevuld (N=51). De conclusie van het onderzoek is dat de ADL taxonomy bruikbaar is voor het overdragen van informatie. Belangrijk hierbij is dat er snel moet worden overgedragen. Ook moeten de ergotherapeuten mondelinge communicatie blijven gebruiken om de schriftelijke overdracht te ondersteunen. 3.4 Artikel over de communicatie tussen verschillende disciplines Uit het artikel The communication of information about older people between health and social care practitioners (22) blijkt dat er slecht wordt gecommuniceerd wat betreft het ontslag van de patint. Er wordt onvolledige informatie naar de huisarts of instelling verstuurd. Dit komt doordat verschillende instellingen verschillende doelen hebben. Ook wordt er geen feedback gegeven op de manier van rapporteren. Men weet dus niet wat men van elkaar wil weten. Vooral in het ziekenhuis wordt het belang van volledige rapportage niet ingezien. Door de hulpverleners die na het ontslag met de patint te maken krijgen, wordt het gerapporteerde vaak niet serieus genomen. Rapportage is vaak niet volledig doordat de hulpverlener geen totaal overzicht heeft op de patint. Dit zou verbeterd kunnen worden door middel van een key-worker, die zich alleen met het totaalbeeld van de patint bezig houdt. Als oorzaak voor slechte rapportage wordt tijdsdruk, het belang er niet van in zien, geen prioriteiten stellen, de verdeeldheid van informatie en geen familie in de buurt gegeven. Andere mogelijkheden om de communicatie te verbeteren zouden kunnen zijn, een elektronisch dossier,omdat dit veel papierwerk scheelt. Een gezamenlijk dossier zou ook een goede oplossing zijn. Deze mogelijkheden zijn niet verder onderzocht in dit artikel. 3.5 Samenvatting onderzoeksartikelen Patinten zijn er bij gebaat als er goed wordt overgedragen tussen disciplines. Zo wordt de patint actief betrokken bij zijn behandelingen en dit heeft een positief effect op de sociale impact van de patint. Verder blijkt dat de opleiding van de verpleegkundige, de tijd die de verpleegkundige al werkzaam zijn op de afdeling en op welke afdeling ze werkzaam zijn niets te maken heeft met het niveau van communiceren. Ook blijkt een elektronisch patintendossier een goede oplossing te zijn. Nieuwe bevindingen moeten meteen worden gerapporteerd, zodat anderen deze meteen toe kunnen passen. Verder moet de schriftelijke overdracht mondeling ondersteund kunnen worden. Discussie: de wenselijke situatie In het deel Discussie wordt ingegaan op de verbanden tussen de resultaten die in voorgaande delen van dit verslag weergegeven zijn, zodat er gekeken kan worden naar wat dit betekent voor een mogelijke oplossing voor het probleem. Er wordt besproken welke resultaten elkaar tegenspreken of juist bevestigen zodat er uiteindelijk tot een oplossing voor het probleem gekomen kan worden: Het communicatieplan. De discussie bestaat uit twee hoofdstukken, namelijk uit de probleemomschrijving en uit verbanden resultaten. Hoofdstuk 1 Probleemomschrijving Voordat er verbanden gelegd kunnen worden tussen de verkregen resultaten uit Deel III en Deel IV wordt eerst nog even kort herhaald wat het probleem is wat verbeterd moet worden en welk doel er aan het begin van het project gesteld is. Als laatste worden ook nog de drie hoofdvragen vernoemd. Vanuit deze hoofdvragen kunnen er antwoorden gegeven worden welke kunnen leiden tot discussie en dat is dat ook de reden waarom ze nu nog even herhaald worden. 1.1 Probleemstelling De schriftelijke en mogelijk mondelinge informatieoverdracht over de vorderingen en/of bijzonderheden van de fysiotherapeutische behandelingen van de patint tussen de fysiotherapie en verpleging op de afdelingen neurologie, chirurgie, orthopedie en longziekten van het Catharina-ziekenhuis verloopt niet zoals gewenst. 1.2 Doel Het doel wat aan het begin van het project gesteld is, is om met dit project een bruikbaar communicatieplan te ontwikkelen voor de afdelingen neurologie, chirurgie, orthopedie en longziekten van het Catharina-ziekenhuis te Eindhoven met als doel het verbeteren van de schriftelijke overdracht tussen de fysiotherapie en de verpleging, wat ten goede komt aan de patint. Met een communicatieplan wordt bedoeld het maken van een schriftelijke informatieoverdracht over de vorderingen en/of bijzonderheden van de patint tussen de fysiotherapie en de verpleging. Dit alles moet voor 27 mei 2003 gerealiseerd zijn. 1.3 Hoofdvragen Er zijn drie hoofdvragen aan het begin van het project opgesteld, namelijk: 1. Hoe vindt de huidige schriftelijke en mondelinge informatieoverdracht plaats tussen de fysiotherapie en de verpleegkundigen? 2. Waarop zijn ondernomen pogingen ter verbetering van de schriftelijke informatieoverdracht, over de vorderingen en/of bijzonderheden van de patint met betrekking tot de fysiotherapeutische behandeling, tussen de fysiotherapie en de verpleging tot nu toe gestrand? 3. Welke manier van informatieoverdracht is wenselijk en hoe kan de huidige manier worden verbeterd? Deze vragen zijn beantwoord door middel van het houden van interviews en enqutes. Deze resultaten zullen in het volgende hoofdstuk besproken worden en bediscussieerd. Hoofdstuk 2 Verbanden tussen de resultaten In dit hoofdstuk zullen verbanden worden gelegd tussen de resultaten uit voorgaande delen van dit verslag. Er wordt besproken welke resultaten elkaar tegenspreken of juist bevestigen zodat er uiteindelijk tot een oplossing voor het probleem gekomen kan worden: Het communicatieplan. 2.1 De huidige schriftelijke informatieoverdracht Uit de interviews in het Catharina-ziekenhuis blijkt dat de schriftelijke informatieoverdracht op de afdelingen op verschillende manieren verlopen. Op de afdeling neurologie wordt er gebruik gemaakt van het communicatieblad. Hier schrijven alle paramedische disciplines hun bevindingen op. De communicatie verloopt hier redelijk goed. Op de afdeling chirurgie is er een apart blad voor fysiotherapie in het verpleegkundig dossier. Hier wordt bijna nooit gebruik van gemaakt. Dit komt onder andere doordat patinten niet lang aanwezig zijn op de afdeling, maar ook omdat niet iedereen afweet van het formulier. Op de afdeling orthopedie wordt gecommuniceerd via de medische status en op de afdeling longziekten verloopt de communicatie meestal met een aantekening in het verpleegkundig dossier waar de verpleegkunde rapporteert. Uit de enqute blijkt dat alle afdelingen, maar in mindere mate de afdeling neurologie, graag zien dat er meer en beter wordt gerapporteerd door de fysiotherapeuten. 2.2 De huidige mondelinge informatieoverdracht Uit de interviews blijkt dat de mondelinge communicatie verloopt in de wandelingangen. Wie er daarna rapporteert in het dossier van de patint wordt niet altijd duidelijk af gesproken. Hierdoor ontstaan problemen, omdat de besproken informatie niet altijd over komt bij iedereen die met de patint te maken krijgt. Omdat de mondelinge informatieoverdracht een minder groot probleem is dan de schriftelijke informatieoverdracht en de omvang in verhouding met de tijd te groot wordt om ook de mondelinge informatieoverdracht te verwerken in ons project wordt verder alleen nog gesproken over de schriftelijke communicatie. 2.3 Eerder ondernomen pogingen Uit de interviews in het Catharina-ziekenhuis bleek dat er verschillende pogingen zijn ondernomen om de communicatie te verbeteren. Oorzaken waarom deze pogingen zijn mislukt waren volgens de genterviewden dat formulieren er soms niet uitnodigend uitzagen om iets op te schrijven, het hoe, door wie en wanneer was onduidelijk, mensen spraken elkaar niet of onvoldoende aan op het gebruik van de formulieren, of doordat men het belang van het invullen ervan niet inzag en de poging verwaterde na enkele weken. Hieruit blijkt dat mensen dus onvoldoende op de hoogte zijn gesteld over de implementatie van de pogingen en dus niet inzien wat het belang is van goede communicatie tussen disciplines, wat wel nodig is om de poging te kunnen laten slagen. Soms wisten mensen niet eens van eerdere pogingen af. Bij de implementatie van het communicatieplan moet er dus rekening worden gehouden dat de medewerkers van de desbetreffende afdelingen vooraf duidelijk instructies en voorlichting krijgen over het communicatieplan, zodat de medewerkers het belang ervan inzien en zo mee kunnen werken aan de implementatie van het communicatieplan. Wanneer de betrokkenen niet achter het plan staan, kan het communicatieplan niet slagen. Uit de onderzoeksartikelen blijkt dat het opleidingsniveau, de ervaring en de tijd die de verpleegkundigen werkzaam zijn op de afdeling geen invloed heeft op het niveau van de informatieoverdracht.(2) 2.4 Aandachtspunten omtrent het nieuwe communicatieplan Om een nieuw communicatieplan op te stellen worden eerst de een aantal aandachtspunten besproken Deze gaan over jargon, tijdsinvestering voor schriftelijke informatieoverdracht, wenselijke situatie, schriftelijke informatie overdragen, onderwerpen schriftelijke informatieoverdracht, plaats van overdracht en de behandelaar van de patint. 2.4.1 Jargon Het gebruik van jargon levert geen problemen op volgens de genquteerden in het Catharina-ziekenhuis, omdat dit weinig wordt gebruikt. Ook tijdens de rondvraag in andere ziekenhuizen bleek dat het gebruik van jargon geen belemmering is voor een goede informatieoverdracht. Tijdens het maken van het communicatieplan zal daarom met het jargon weinig rekening worden gehouden. Er worden hooguit woorden verklaart in de handleiding van het communicatieplan, zodat de mogelijkheid dat dit een probleem zou kunnen gaan worden, vermeden wordt. De handleiding is te vinden te vinden in Bijlage XI. 2.4.2 Tijdsinvestering voor schriftelijke informatieoverdracht In eerste instantie werd door de opdrachtgever aangegeven dat het communicatieplan vooral snel moest zijn. Maar uit de enqute in het Catharina-ziekenhuis en de rondvraag in andere ziekenhuizen bleek dat het uitschrijven van bijzonderheden van een patint in principe maar weinig tijd kost. In de resultaten van de enqute werd aangegeven dat de tijd die nodig is voor het rapporteren rondom een patint geen belemmering is voor een goede informatieoverdracht. Alleen de tijd die het kost naar het zoeken van de dossiers wordt wel als een belemmering gezien. Niet op alle afdelingen is er een centraal punt voor de dossiers, waardoor ze steeds op een andere plaats liggen en vaak onvindbaar zijn voor desbetreffende discipline die het dossier nodig heeft. Daarom is het belangrijk dat er een centraal punt komt voor de dossiers, zodat deze voor iedereen snel vindbaar zijn en dit geen belemmering voor schriftelijke rapportage meer is. Uit de onderzoeksartikelen blijkt dat nieuwe bevindingen meteen moeten worden gerapporteerd, zodat de nieuwe informatie van de patint meteen beschikbaar is voor anderen. (17) 2.4.3 Wenselijke situatie Uit de resultaten van de enqute blijkt dat het merendeel een nieuw formulier in het verpleegkundig dossier zouden willen zien, en daarbij werd vermeld dat dit op korte termijn realiseerbaar is. Hierboven is al aangegeven dat een nieuw formulier dan meer uitnodigend zou moeten zijn, omdat in het interview is aangegeven dat het uiterlijk van het huidige formulier een belemmerende factor is voor het invullen ervan. Alleen een vel met lijnen zal daarom niet volstaan. Toch zal het formulier schrijfruimte moeten bevatten, zodat onduidelijkheden toegelicht kunnen worden. Alleen een aankruisformulier wordt hierbij uitgesloten, omdat er werd aangegeven dat er altijd de mogelijkheid moet zijn om uit te kunnen leggen waarom iets is ingevuld, en wat er precies mee wordt bedoeld. Het merendeel zou dan ook, volgens de enqute, liever een aankruisformulier zien gecombineerd met een uitgeschreven verhaal voor de toelichting. Voordelen van een eventueel aankruisformulier zijn dat er snel kan worden gezien wat er bij de patint is veranderd. Een nadeel kan zijn dat er uit gemakzucht weinig wordt toegelicht naast het aankruisen. Belangrijk bij een aankruisformulier is de duidelijkheid van wat wanneer heeft plaatsgevonden. Daarnaast is het belangrijk dat het communicatieplan een vaste plaats krijgt in het dossier, zodat deze snel opgezocht kan worden. Uit de onderzoeksartikelen blijkt dat een elektronisch dossier een oplossing zou kunnen zijn. (22) Dit is echter momenteel nog niet realiseerbaar in het Catharina-ziekenhuis. Dit zal daar binnen nu en twee jaar worden ingevoerd. Om deze reden wordt het elektronisch patinten dossier verder buiten beschouwing gelaten. Tevens heeft geen van de genquteerden dit als mogelijke optie aangegeven. 2.4.4 Schriftelijk informatie overdragen Uit de enqute in het Catharina-ziekenhuis blijkt dat er alleen moet worden gerapporteerd bij veranderingen. Uit de rondvraag bleek dat in alle drie de ziekenhuizen het eigenlijk de bedoeling is om na elke behandeling te rapporteren. Een voordeel hiervan is dat het overzichtelijk wordt wanneer en hoe vaak per week een patint is behandeld. Een nadeel is dat er soms niets gerapporteerd hoeft te worden, omdat er geen veranderingen of bijzonderheden zijn. Verpleegkundigen lezen dan onnodige schriftelijke informatieoverdracht en fysiotherapeuten zijn, ondanks dat het niet veel tijd kost, toch onnodig aan het schriftelijk overdragen. Het uiteindelijke communicatieplan zal alleen worden gebruikt om lopende zaken duidelijk te maken en wanneer er veranderingen zijn opgetreden bij de patint om onnodige schriftelijke overdracht te voorkomen. 2.4.5 Onderwerpen schriftelijke informatieoverdracht Uit de enqute blijkt dat over het algemeen informatie over mobiliteit, transfer, begeleiding en hulpmiddelen overgedragen moet worden. Ook zijn motivatie van de patint, houding en ademhalingsoefeningen belangrijk. De laatste twee onderwerpen zijn specifiek belangrijker voor respectievelijk de afdeling neurologie en longziekten. 2.4.6 Plaats van overdracht Tijdens de rondvraag in andere ziekenhuizen bleek dat de fysiotherapeuten rapporteerden in het dossier van de patint. Dit dossier hing in alle drie de ziekenhuizen aan het bed van de patint. Ook uit de onderzoeksartikelen blijkt dat het dossier bij het bed van de patint een goede optie is.(18) In het Catharina-ziekenhuis is dat op dit moment niet het geval. Voordelen van het dossier aan het bed zijn dat het dossier minder vaak zoek is, dat het veel makkelijker is om het dossier even te pakken en door te bladeren, zodat iedereen ook beter op de hoogte is en dat de patint veel meer wordt betrokken bij de rapportage. Zo krijgt de patint veel meer het idee dat hij goed wordt geholpen en wordt deze voor het gevoel meer bij de behandeling betrokken. Een nadeel hiervan is dat het dossier bij bezoekuren moet worden weggehaald, omdat de privacywetgeving staat dat de hulpverleners ervoor moeten zorgen dat buitenstaanders geen persoonlijke informatie aankunnen van de patint. Dit is alleen niet realiseerbaar, omdat de bezoektijden op het Catharina-ziekenhuis niet vastliggen. Het is in de praktijk een te ingrijpende verandering om in te voeren, aangezien binnen een paar jaar het elektronische patinten dossier ingevoerd zal worden, aldus de opdrachtgever. Wanneer er een aparte map wordt aangemaakt voor de fysiotherapie, of wanneer er in de medische status wordt gerapporteerd, zal dit geen problemen opleveren voor de privacy van de patint. Uit de interviews blijkt al dat daar weinig tot geen gebruik van gemaakt zal worden door de verpleegkundigen, omdat het zo teveel tijd kost om aan informatie te komen. Er moeten dan twee mappen ingekeken worden om informatie in te winnen over de patint. Dit wordt dan ook niet wenselijk gevonden, blijkt uit de enqute afgenomen in het Catharina-ziekenhuis. Het communicatieplan zal op een centrale plaats moeten komen in verband met het bereikbaar zijn van de dossiers voor alle disciplines, het mag niet inzichtelijk zijn voor naasten van de patint of buitenstaanders als hier geen toestemming voor is gegeven en de plaats van overdracht moet conform de wetgeving privacy zijn. Aangezien niet op iedere afdeling het verpleegkundig dossier vindbaar is, zal er in dat geval gekozen moeten worden voor de medische status of het verpleegkundig dossier. De beste oplossing zou zijn het verpleegkundig dossier aan het bed van de patint. (18) Aangezien dit zeer moeilijk realiseerbaar blijkt en er binnen redelijk korte tijd een elektronisch dossier wordt ingevoerd is dit nu een te grote verandering voor een korte tijd. Als tussenoplossing zal het formulier in het verpleegkundig dossier worden geplaatst op een centrale plaats in de verpleegpost. Wanneer het dossier niet op een centrale plaats ligt zal dit ten koste gaan van het gebruik van het formulier. 2.4.7 Behandelaar patint Tijdens de interviews kwam naar voren dat er ook veel onduidelijkheid is over welke fysiotherapeut welke patint behandelt. Dit kan worden opgelost door in het dossier na elke rapportage een duidelijke paraaf neer te zetten, zodat iedereen kan zien wie wat heeft opgeschreven. Mocht er onduidelijkheid ontstaan over een bepaalde rapportage dan kan diegene daarover worden aangesproken. Dit probleem vormde de grootste belemmering voor mondelinge communicatie zover onderzocht. Wanneer er in het dossier staat vermeld wie welke patint behandelt, kan zo op een simpele manier nagegaan worden wie er aangesproken moet worden. 2.5 Het ontwikkelen van een nieuw rapportageformulier Naar aanleiding van het voorgaande is begonnen met de ontwikkeling van een nieuw rapportageformulier. Dit is een aankruisformulier in combinatie met een de mogelijkheid van een toelichting. De eerste opzet was een algemeen formulier voor alle afdelingen. Aangezien niet alle afdelingen dezelfde aankruismogelijkheden wilden is besloten om voor iedere afdeling een apart formulier te ontwikkelen. Op ieder formulier staat wat specifiek belangrijk is voor die afdeling. Deze opzet is naar de afdeling fysiotherapie gegaan. Zij hebben opmerkingen kunnen geven over het formulier zoals zij denken dat het gebruikt zal worden in de praktijk. Een nieuwe aangepaste versie is besproken met de contactpersonen van iedere afdeling. Op de opmerking van de longafdeling om ook verpleegkundigen aan de voorzijde te laten rapporteren is geen gehoor gegeven, omdat dit een erg rommelig formulier oplevert. Ook zal daardoor dubbele rapportage ontstaan, waardoor het formulier minder goed gebruikt wordt. Wanneer er opmerkingen of vragen zijn vanuit de verpleegkundigen kan dit vermeld wordt op de achterzijde van het formulier. Verder was er discussie over de saturatie en aantal liters zuurstof die de patint gebruikt. De saturatie wordt wel vermeld, maar het aantal liters zuurstof is niet geplaatst, omdat de arts dit bepaald en niet de fysiotherapeuten of verpleegkundigen. Op de afdeling neurologie kwam de vraag het formulier te combineren met het NDT-formulier. Dit is gebeurd waardoor de toelichting op de achterzijde is komen te vervallen. De toelichting dient daarom gerapporteerd te worden op het communicatieblad op pagina 9. Ook kwam de vraag het formulier te combineren met ergotherapie. Dit wordt een goed optie gevonden, maar er is helaas te weinig tijd dit nu nog in de praktijk toe te passen. De ergotherapeut in het Catharina-ziekenhuis is hierover ingelicht. Nadat al deze veranderingen zijn doorgevoerd is het formulier naar de reproductie gebracht zodat het formulier in de huisstijl van het Catharina-ziekenhuis wordt vermaakt. De handleidingen van de rapportageformulieren zijn te vinden in Bijlage XI, en de rapportageformulieren in Bijlage XII. Conclusie Gedurende dit afstudeerproject is er vastgesteld door middel van enqutes, dat de schriftelijke informatieoverdracht over de vorderingen en/of bijzonderheden van de fysiotherapeutische behandelingen van de patint tussen de fysiotherapie en verpleegkunde op de afdelingen neurologie, chirurgie, orthopedie en longziekten van het Catharina-ziekenhuis niet verloopt zoals gewenst. De volgende oplossing bleek na de discussie de meest toepasbare voor het Catharina-ziekenhuis. Er is voor elke afdeling een apart aankruisformulier met ruimte voor toelichting ontwikkeld, dus in totaal zijn er vier formulieren. Standaard per formulier is de ruimte voor de patintgegevens en de ruimte voor toelichting op de achterkant van het formulier, met uitzondering van de afdeling neurologie (hier staat het NDT-formulier op de achterkant en kan de toelichting op Pagina 9 van het dossier worden vermeld). Wat varieert per formulier zijn de verschillende categorien, zoals mobiliseren, ademhaling, hulpmiddelen en dergelijke. Deze formulieren zijn terug te vinden in Bijlage XII en de handleiding, waarin de uitleg staat over hoe het formulier te gebruiken, is in Bijlage XI te vinden. Het formulier zal opgeborgen worden in het verpleegkundig dossier op de verpleegpost van de desbetreffende afdeling. De voorkant van het formulier wordt ingevuld door de fysiotherapeut. Op de achterkant van het formulier is er ruimte voor toelichting. Hier kunnen zowel de fysiotherapeut als de verpleegkundige toelichting geven of vragen stellen en dus op deze wijze met elkaar communiceren. Dit gedeelte kan dus door beide gebruikt worden. Er is voor deze formulieren gekozen, omdat de meerderheid van de genquteerden, om precies te zijn 60% van de fysiotherapeuten en 53% van de verpleegkundigen, aangaf hier behoefte aan te hebben. De categorien op de formulieren zijn ook bepaald naar aanleiding van de resultaten uit de enqute. Er is gekozen voor het opbergen van het formulier in het verpleegkundig dossier, omdat uit de enqute bleek dat 68,2% tot 87,5% van de genquteerde dit de meest geschikte plaats vond. De plaats waar het verpleegkundige dossier wordt opgeborgen is op de verpleegpost, maar uit de rondvraag op drie andere ziekenhuizen blijkt dit niet de beste oplossing te zijn. De eerste keus voor de plaats van opbergen van het verpleegkundig dossier zou volgens de rondvraag bij het bed van de patint zijn, omdat dan het probleem van het niet kunnen vinden van verpleegkundige dossiers opgelost is. Elke discipline heeft het verpleegkundig dossier bij de hand als het bij de patint is. Dus geen zoektochten naar verpleegkundige dossiers meer. Nog een groot voordeel is dat de patint intensiever bij de behandeling betrokken wordt. Om deze redenen was het verpleegkundig dossier aan het bed van de patint de eerste keus. Alleen bleek dit niet realiseerbaar op de desbetreffende afdelingen van het Catharina-ziekenhuis. Ten eerste omdat er geen vaste bezoektijden zijn, waardoor het moeilijk is om overzicht te houden wanneer er bezoek komt, en dus het verpleegkundig dossier bij het bed weggehaald moet worden vanwege de privacywetgeving. En ten tweede brengt dit te drastische veranderingen met zich mee. Het Catharina-ziekenhuis gaat namelijk binnen een jaar een elektronisch patinten dossier invoeren, waardoor het niet realistisch is om voor overbrugging van een jaar nu nog deze ingrijpende verandering te realiseren. Om deze redenen werd besloten om de plaats van het verpleegkundig dossier hetzelfde te houden zoals hij nu is, dus op de verpleegpost. Het gevolg hiervan is dat het probleem van het niet kunnen vinden van de verpleegkundige dossiers blijft. Dit kan dus niet door middel van dit afstudeerproject opgelost worden. De ontwikkelde formulieren zijn om twee redenen toepasbaar in de praktijk. Ten eerste, omdat de formulieren voldoen aan de volgende eisen: Eisen gesteld door de opdrachtgever: - Het formulier moet snel en makkelijk in gebruik zijn; De essentie van het formulier moet in een oogopslag duidelijk zijn; Het formulier moet aangepast zijn aan de betrokken afdelingen; Eisen gesteld door de projectgroep naar aanleiding van de diverse onderzoeken die gedaan zijn: Het formulier moet een combinatie zijn van een aankruisformulier en een toelichtingsformulier; Verpleegkundigen moeten op het formulier de mogelijkheid hebben om vragen te kunnen stellen aan de fysiotherapeuten en andersom; De datum en een paraaf moeten duidelijk op het formulier vermeld kunnen worden, zodat duidelijk is welke fysiotherapeut wanneer welke patint heeft behandeld; Het formulier moet in de ziekenhuisstijl van het Catharina-ziekenhuis zijn; De categorien op het formulier, bijvoorbeeld mobiliseren, moeten gericht zijn op de afdeling waar het formulier voor bestemd is en duidelijk zijn voor iedereen die er mee te maken heeft; Er dient een handleiding aanwezig te zijn hoe het formulier gebruikt moet worden; Het formulier moet makkelijk en snel bereikbaar zijn voor zowel de fysiotherapeuten als de verpleegkundigen. (Aan deze eis kan alleen voldaan worden als de verpleegkundige dossiers op de verpleegpost blijven en dus voor iedereen makkelijk en snel bereikbaar zijn.) Ten tweede blijkt dat de formulieren toepasbaar zijn uit een gesprek dat plaatsgevonden heeft met de opdrachtgever en contactpersonen over het product en of het product wel of niet toepasbaar is voor de fysiotherapeuten en verpleegkundigen die werkzaam zijn op de desbetreffende afdelingen. Uit dit gesprek zijn tips voortgekomen welke hebben geleid tot verbetering van het product. Na deze verbeteringen heeft de opdrachtgever nogmaals het product gezien en bevestigd dat het product, zoals opgesteld in Bijlage XII, toepasbaar is voor de fysiotherapeuten die werkzaam zijn op de afdelingen neurologie, chirurgie, orthopedie en longziekten van het Catharina-ziekenhuis. Bij de implementatie van deze formulieren, oftewel het communicatieplan, wordt er rekening gehouden met de medewerkers van de desbetreffende afdelingen. Dit doordat er vooraf duidelijke instructies en voorlichting gegeven wordt over het communicatieplan door middel van de handleiding en een presentatie gegeven wordt door de projectgroep, zodat de medewerkers overtuigd kunnen worden van het belang ervan en zo mee willen gaan werken aan de implementatie. Wanneer de betrokkenen niet achter het plan staan, kan het communicatieplan niet slagen. Het hoofd van de afdeling Kwaliteit- en Milieuzorg, Gerard op de Weegh, zal de implementatie op zich nemen. Bij de implementatie van het communicatieplan kunnen er mogelijk weerstanden optreden waar rekening mee gehouden moet worden. Het is mogelijk dat de verpleegkundige dossiers niet op de centrale plaats in de verpleegpost worden verzameld (wat nu het geval is) en dat ze dus kwijt zijn, waardoor de fysiotherapeuten niet schriftelijk over kunnen dragen. Aan dit probleem kan op dit moment vanuit het afstudeerproject niets gedaan worden. Daarnaast kunnen er tijdens de implementatie van het project een aantal weerstanden komen van met name fysiotherapeuten. Dit omdat er een aantal fysiotherapeuten op de afdeling zijn die het probleem, en dus ook het belang van het project, niet inzien en die het alleen maar tijd vinden kosten om het communicatieplan in te vullen. Dit kan opgelost worden door een presentatie te geven over het communicatieplan op de afdeling fysiotherapie. Hier kunnen de resultaten van de enqutes aangetoond worden en hopen hen hiermee te overtuigen van het belang van het communicatieplan. Hierbij wordt rekening gehouden met het feit dat bij elke implementatie altijd een aantal mensen zijn die tegen het implementeren van iets nieuws zijn. Dit kan nooit helemaal voorkomen worden. (13) Het doel van dit project was om een bruikbaar communicatieplan te ontwikkelen voor de afdelingen neurologie, chirurgie, orthopedie en longziekten van het Catharina-ziekenhuis te Eindhoven. De bedoeling van dit communicatieplan is om de schriftelijke overdracht tussen de fysiotherapie en de verpleging te verbeteren, wat ten goede komt aan de patint. Dit doel is bereikt. Er is een bruikbaar communicatieplan ontwikkeld voor desbetreffende afdelingen met als doel het verbeteren van de schriftelijke informatieoverdracht tussen fysiotherapie en verpleegkunde. Uiteindelijk komt dit ten goede van de patint, omdat de behandelingen van de fysiotherapeut en de verpleegkundige nu beter op elkaar aan kunnen sluiten en de verschillende disciplines nu niet meer via de patint hoeven te communiceren om te weten wat de ander gedaan heeft. Dit kan nu met behulp van het communicatieplan (het formulier) in het verpleegkundig dossier welke op de verpleegpost ligt. Beperkingen Het project is benvloed door een aantal beperkingen. Deze waren niet gewenst, maar zijn nu eenmaal aanwezig geweest. Deze beperkingen zullen in dit hoofdstuk besproken worden. Er wordt van een drietal beperkingen gesproken, namelijk beperkingen rondom het project, beperkingen rondom tijd en beperkingen rondom de projectgroep. Voor een eventueel vervolgonderzoek zouden deze beperkingen voorkomen kunnen worden door er vooraf rekening mee te kunnen houden. Hoofdstuk 1 Beperkingen rondom het project Er zijn een aantal factoren waardoor dit project een aantal beperkingen heeft opgeleverd. Een van die beperkingen is dat er nauwelijks tot geen onderzoek is verricht naar multidisciplinaire communicatie in een zelfde instelling. Dit probleem bestaat wel degelijk, maar er is geen onderzoek gevonden waarin oplossingen worden aangedragen. Een andere beperking is dat de enqute met een slecht kopieerapparaat gekopieerd is, waardoor deze er veel minder aantrekkelijk uit zag om in te vullen. De respons was 39%, wat niet slecht is, maar een grotere respons was meer gewenst om de betrouwbaarheid van de resultaten te vergroten. Nog een beperking is dat bij het verwerken van de resultaten de meningen van de fysiotherapeuten die op twee of meer van de betrokken afdelingen werkzaam zijn dubbel zijn meegeteld. De resultaten zijn namelijk weergegeven per afdeling en de mening van die fysiotherapeut telt dus bij beide afdelingen mee. Hierdoor wordt de enqute minder betrouwbaar. Dit is bij vier enqutes het geval. Hoofdstuk 2 Beperkingen rondom tijd Door tijdgebrek is er alleen voor de schriftelijke communicatie een oplossing gezocht, omdat dit het grootste probleem is, maar het zou vollediger zijn geweest ook de mondelinge communicatie verder te onderzoeken. Hoofdstuk 3 Beperking rondom de projectgroep Andere beperkingen aan dit project waren dat de leden van dit project geen ervaren interviewers zijn en dat deze toch verschillende interviews hebben afgenomen. De kans is groter dat ondanks geprobeerd is dit te vermijden, verkeerde interpretaties zijn gedaan. Hetzelfde geldt voor het opstellen van de enqute. Een hele andere beperking is dat we met twee fysiotherapiestudenten en twee verpleegkundestudenten aan het project hebben gewerkt en er verschillende beoordelingscriteria zijn tussen deze twee opleidingen. Soms was het daardoor moeilijker om beslissingen te nemen. Ook waren de studenten fysiotherapie de eerste twee maanden nog bezig met hun stage, terwijl de studenten verpleegkunde fulltime aan het project konden werken. Hierdoor voorkom je niet dat uiteindelijk de twee verpleegkunde studenten veel samen hebben gewerkt en meer hebben gedaan tijdens de eerste periode en vervolgens de twee fysiotherapie studenten daarna meer hebben gedaan. Het gevolg hiervan is dat er minder samen is gewerkt door de verschillende vakgebieden als gewenst. Aanbevelingen Voor een eventueel vervolgonderzoek kunnen er aanbevelingen worden gedaan. Dit wordt in dit hoofdstuk gedaan. Er worden algemene aanbevelingen gedaan en aanbevelingen rondom de implementatie van het communicatieplan. Hoofdstuk 1 Algemene aanbevelingen - Onderzoek naar multidisciplinaire communicatie Door meer informatie te krijgen over de multidisciplinaire communicatie in een instelling tussen verpleegkundigen en paramedici kunnen er ook makkelijker oplossingen voor dit probleem gevonden worden. Op dit moment is hier zeer weinig over te vinden. De eerste aanbeveling is dan ook om onderzoek te doen naar de communicatie tussen verpleegkundigen en paramedici. - Onderzoek naar (mondelinge) communicatie Catharina-ziekenhuis Uit de interviews in het Catharina-ziekenhuis bleek dat ook de mondelinge communicatie niet vlekkeloos verloopt. Als aanvulling op het verbeteren van het communicatieplan in het Catharina-ziekenhuis zal ook hier meer onderzoek naar gedaan moeten worden. - Onderzoek elektronisch patintendossier Het zou voor het Catharina-ziekenhuis een oplossing kunnen zijn om in de toekomst een elektronisch patintendossier te gaan gebruiken. Een aanbeveling is dan ook om hier verder onderzoek naar te doen. - Verder onderzoek naar implementatie in het Catharina-ziekenhuis In dit project is weinig aandacht besteed aan de implementatie van het nieuwe communicatieplan. Aangezien een goede implementatie zeer belangrijk is, zou het goed zijn hier verder onderzoek naar te gaan doen. In dit verslag zullen wel een aantal aanbevelingen worden gedaan naar de implementatie. - Onderzoek naar samen rapporteren fysiotherapie / ergotherapie op de afdeling neurologie Tijdens het ontwikkelen van het formulier ontstond de vraag op de afdeling neurologie het formulier te delen met ergotherapie. Beide partijen stonden hier positief tegenover. - Onderzoek naar daadwerkelijk gebruik van het nieuwe rapportageformulier Over een jaar zou het goed zijn te bekijken of het rapportageformulier een uitkomst is voor het communicatieprobleem en wanneer dit niet het geval is, waarom het project niet is geslaagd. Hoofdstuk 2 Aanbevelingen implementatie Wanneer het communicatieplan daadwerkelijk gebruikt gaat worden is het belangrijk om alle mensen die hiermee in aanraking gaan komen, goed in te lichten over het doel en het gebruik ervan. Door de makers van dit project gebeurt dat door middel van een presentatie en een handleiding van het communicatieplan. Zo worden onduidelijkheden zoveel mogelijk weggenomen. In het ziekenhuis zelf is het belangrijk om mensen aan te spreken die zich niet aan de afspraken houden. Er zouden op iedere afdeling contactpersonen moeten zijn die hier op letten. Zij moeten de mensen om het communicatieplan te gaan gebruiken en te overtuigen van het feit dat dit een oplossing is voor het probleem. Ook zou het zo moeten zijn dat ook mensen elkaar onderling erop aan gaan spreken en de contactpersonen hiervoor niet nodig zouden zijn. Hun taak is dan om het proces nauwlettend in de gaten te houden en in te springen waar nodig. Dit zou de meest ideale situatie zijn. Er moeten ook regelmatig evaluatiemomenten ingelast moet worden met de contactpersonen, zodat bij problemen snel ingegrepen kan worden. Details op het formulier kunnen dan eventueel nog worden aangepast, wanneer dit niet goed bleek te werken in de praktijk. Het volgende stappenplan kan tijdens de implementatie worden gebruikt: Stap 1 Ontwikkeling richtlijnen, vaststellen gewenste veranderingen Stap 2 Analyse van knelpunten ten aanzien van de verandering Stap3 Ontwikkeling van strategien en plannen om verandering te realiseren Stap 4 Organisatie van feitelijke invoering Stap 5 Evaluatie van het bereikte resultaat (12) Nawoord Het afstudeerproject is voltooid en het eindproduct is ontwikkeld. Allemaal zijn we er tevreden over, zo ook de opdrachtgever. Dit blijkt uit een gesprek dat plaatsgevonden heeft met de opdrachtgever, Gerard Kiebert, waarin bevestigd is dat het product toepasbaar is voor de fysiotherapeuten die werkzaam zijn op de afdelingen neurologie, chirurgie, orthopedie en longziekten. De samenwerking met het Catharina-ziekenhuis is over het algemeen goed verlopen. Er is sprake geweest van een prettige samenwerking wat ten goede is gekomen aan het project. De samenwerking tussen de studenten van fysiotherapie en verpleegkunde is ook goed verlopen, ondanks dat dit de eerste keer is dat studenten van fysiotherapie en verpleegkunde samen afstuderen. Een voordeel van deze vorm van samenwerking is dat elke opleiding een andere visie heeft met betrekking tot het maken van een project. Zo hebben de verschillende opleidingen elkaar aangevuld met ieder hun eigen sterke punten. Daarbij sluit het onderwerp van het project goed aan bij de opleidingen van de projectleden, omdat het onderwerp van het project ook betrekking heeft op de samenwerking tussen fysiotherapie en verpleegkunde. Wat wel een punt is waar rekening mee gehouden moet worden als er nog eenzelfde soort afstudeergroep komt, maar wat absoluut geen nadeel hoeft te zijn, is dat er niet tegelijk kan worden gestart met het project vanwege de stage van de fysiotherapie studenten. Hierdoor kon niet voorkomen worden dat de verpleegkunde studenten in het begin veel samen hebben gewerkt en dat, na afloop van de stages, de fysiotherapie studenten veel hebben samen gewerkt. In dit afstudeerproject is dit geen nadeel geweest, omdat dit is opgevangen door wanneer bijvoorbeeld de verpleegkunde studenten iets uitgewerkt hadden, het werd nagelezen door een student van fysiotherapie. Zo bleef je van elkaar op de hoogte en zo hadden beide opleidingen toch invloed op het afstudeerproject. Alle vier de projectleden zijn het erover eens dat er het afgelopen half jaar hard gewerkt is om dit project tot een goed einde te brengen, maar het was zeker de moeite waard. Het is erg leerzaam geweest, maar het was vooral ook erg leuk om te doen. Er was een goede sfeer binnen de afstudeergroep, met de docenten en met het Catharina-ziekenhuis. Kortom: dit project wordt met een goed gevoel afgesloten en er wordt tevreden teruggekeken op de afgelopen jaren aan de Fontys Paramedische Hogeschool en Fontys Hogeschool Verpleegkunde. Literatuurlijst 1. Aalbers, T Taaldidactiek aan de basis Groningen:Wolters-Noordhoff; p. 61-65, 1992 2. Anderson, F.D. e.a. Nurse-Physician Communication: Perceptions of Nurses at an army medical Center Military medicine 1996, 161(7), 411-415 3. Aufdemkampe, G., Berg, van den, J.,Windt, van der, D.A.W.M. Hoe vind ik het? Houten / Mechelen: Bohn Stafleu Van Loghum; 2de druk, 2003 4. Baarda Dr. D.B., Goede Dr. M.P.M. de Methoden en technieken Houten: Stenfert Kroese; 2de druk, 1995 5. Baarda, D.B., Dr, De Goede, M.P.M., Dr, Kalmijn, M., Dr. Enquteren en gestructureerd interviewen Houten: Educatieve Partners Nederland, 2000 6. Brinkman, J. Vragenlijst Groningen: Wolters-Noordhoff, 1994 7. Burgerlijk Wetboek Boek 7 Bijzondere overeenkomsten, Titel 7 Opdracht, Afdeling 5 De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling, artikel 446 tot en met 468 Lelystad: Koninklijke Vermonde, 2001/2002 8. Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale Toetsing Consensusbijeenkomst Verpleegkundige Verslaglegging Utrecht: Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale Toetsing; 2de druk, 1992 9. Dankers, van der Spek, M Communicatie en teamwork in de lerende organisatie Baarn: Uitgeverij H. Nelissen, 2000 10. Eikelboom E. Studiehandleiding Afstudeerproject versie juni 2002 Eindhoven, 2002 11. Emans B. Interviewen: Theorie, techniek en training Groningen: Wolters-Noordhoff; 3de druk, 1990 12. Grol R.T.P.M., Everdingen van J.J.E., Casparie A.F., Invoering van richtlijnen en veranderingen De Tijdstroom, Utrecht, 1994 13. Hollands L., Hendriks L., Arins H. Elementen van kwaliteitszorg Utrecht: Lemma; 2e druk, 2002 14. Hulshof M. Leren interviewen Groningen: Wolters-Noordhoff; 3de druk, 1997 15. Kiebert,G. Fysiotherapeut en opdrachtgever Eindhoven: Catharina Ziekenhuis, 2003 16. Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie Richtlijnen fysiotherapeutische verslaglegging Amersfoort: KNGF, 2003 17. Lilja, M. e.a. The transfer of Information about geriatric Clients in the occupational therapy chain of Care: An intervention Study Scandinavion journal of occupational therapy 2000, (7), 51-59 18. Mauser-Bunschoten, E.P. Improvement of patient education and information: development of a patient's information dossier. Haemophilia 2001, 7(4), 397-400 19. Michels, W.J. Basisboek communicatie Groningen: Wolters-noordhoff; 2e druk, 2000 20. Migchelbrink, F. Workshop Vragenlijst constructie Eindhoven: Fontys Hogescholen, 2003 21. Molen, van der H.T., Kluytmans, F, Kramer, M. (Open universiteit, Heerlen) Gespreksvoering, vaardigheden en modellen Groningen: Wolters-Noordhoff, 1995 22. Payne, S. e.a. The communication of information about older people between health and social care practioners Age Ageing 2002, 31(2), 107-117 23. Pijs, E. Het grote vaardighedenboek Arnhem: Uitgeverij Angerenstein; 2e druk, 1995 24. Pligt J.van der, Vries N.K. de Opinies en attitudes: Metingen, modellen en theorie Amsterdam: Boom, 1995 25. Rijkers, D Privacy, de wet bescherming persoonsgegevens Alphen a/d rijn: Adformatie groep, 2002 26. Vocht, de Alphons Basisboek SPSS 8 & 9 voor Wiindows 95 & 98 Utrecht: Bijdebeld Press; 3e druk, 2000 27.  HYPERLINK "http://www.amc.uva.nl/EN/OtherOrganisations/dcc/SR-RCT.pdf" www.amc.uva.nl/EN/OtherOrganisations/dcc/SR-RCT.pdf 28.  HYPERLINK http://www.doconline.com www.doconline.com 29.  HYPERLINK "http://www.fontys.nl/mediatheek" www.fontys.nl/mediatheek 30.  HYPERLINK http://www.picarta.nl www.picarta.nl 31.  HYPERLINK http://www.pubmed.com www.pubmed.com 32.  HYPERLINK http://www.wgbo.nl www.wgbo.nl BIJLAGE II: Interviewschema Catharina-ziekenhuis INTERVIEWSCHEMA: COMMUNICATIEPLAN CATHARINA ZIEKENHUIS Naam interviewer: Tamara Smits (taakgerichte gespreksleider) Ellen Spoelstra (sociaal-emotionele gespreksleider) Nummer informant: Datum interview: 24 of 25 februari Tijdstip aanvang: Plaats: Eindhoven Introductie voor de interviewer Met de informant is telefonisch een afspraak gemaakt voor bovengenoemde plaats en tijd. De afspraak is met email bevestigd, twee weken voor bovengenoemde datum. Bij de inleiding van het gesprek (Ellen) moeten de volgende zaken onder de aandacht worden gebracht: Voorstellen: Tamara Smits (taakgerichte gesprekleider) en Ellen Spoelstra (sociaal-emotionele gespreksleider). Afstudeeropdracht vanuit Fontys Hogescholen, Eindhoven. Samenwerking tussen fysiotherapie en verpleegkunde (1e keer). In juni einde afstudeerproject. Informant is n van de zes personen die we gaan interviewen. Duur interview: maximaal n uur. Doel: informatie verzamelen over de schriftelijke en mondelinge informatieoverdracht tussen fysiotherapie en verpleegkundigen, zodat we aan de hand van de resultaten concreet een enqute op kunnen stellen. Het verzoek om de vragen te beantwoorden vanuit zijn of haar professie als verpleegkundige of fysiotherapeut. Soort te verwachten vragen: open vragen om probleem te verhelderen. Na iedere vraag volgt een evaluatie van het gegeven antwoord ter controle. Anonieme (indien gewenst) verwerking in verslagvorm. Vastlegging schriftelijke en via cassetterecorder (vertrouwelijk gebruik). (Hulshof, 1997) (Baarda, 2000) (Emans, 1990) Tamara zorgt voor koffie of thee. Ellen stelt de vragen die in het interviewschema staan vermeld en zorgt dat de genterviewde zich op zn gemak voelt. Ze wil dit doen door te zorgen voor een gesloten kamer zodat we niet gestoord worden, de anonimiteit te handhaven en door een positieve reactie te geven op de antwoorden. Tamara houdt het overzicht en beoordeelt of doorvragen gewenst is of dat men beter door kan gaan naar de volgende vraag. De huidige schriftelijke en mondelinge informatieoverdracht We willen eerst beginnen om iets te weten te komen over de huidige schriftelijke en mondelinge informatieoverdracht over de fysiotherapeutische behandeling van een patint tussen fysiotherapie en verpleegkunde. Vraag 1 a. Hoe wordt er nu schriftelijke informatie overgedragen over de fysiotherapeutische behandeling van een patint tussen fysiotherapie en verpleegkunde? b. Wat vind je hiervan als verpleegkundige? c. Waarom? d. Hoe wordt er nu mondeling informatie overgedragen over de fysiotherapeutische behandeling van een patint tussen fysiotherapie en verpleegkunde? e. Wat vind je hiervan als verpleegkundige? f. Waarom? Vraag 2 a. Heeft het resultaat van de huidige manier van informatieoverdracht invloed op de patint? b. Hoe dan? c. Is dit een bezwaar? d. Waar zie je dat aan? Vraag 3 Wat is je mening over hoeveel tijd de huidige manier van informatieoverdracht nu kost? Vraag 4 a. Wordt er bij de schriftelijke overdracht gebruik gemaakt van jargon (zie begrip verduidelijking)? b. Is deze taal voor alle medewerkers die gebruik maken van de informatieoverdracht te begrijpen? c. En wordt er bij de mondelinge overdracht gebruik gemaakt van jargon? d. Is deze taal voor alle medewerkers die gebruik maken van de informatieoverdracht te begrijpen? Vraag 5 a. Zijn bepaalde taken rondom de informatieoverdracht tussen fysiotherapie en verpleegkunde vastgelegd? b. Wat is de taak/zijn de taken van de verpleegkundigen in het verzorgen van de informatieoverdracht? c. Wordt dit ook daadwerkelijk gedaan? d. Wat is de taak zijn de taken van de fysiotherapeuten in het verzorgen van de informatieoverdracht? e. Wordt dit ook daadwerkelijk gedaan? Het probleem is nu een stuk duidelijker geworden en we weten nu waar we wat eraan moeten gaan veranderen. Begrip verduidelijking: Informatieoverdracht = het doorvertellen van bruikbare gegevens over de patint van de fysiotherapeut naar de verpleegkundige en andersom. Jargon = moeilijke taal dus bijvoorbeeld allerlei moeilijke termen over spieren enz. Eerder ondernomen pogingen ter verbetering van het probleem. In ons projectvoorstel stond beschreven dat eerder ondernomen pogingen zijn gestrand. Vraag 6 a. Welke pogingen zijn al ondernomen om het probleem op te lossen? Schrijf puntsgewijs de ondernomen pogingen op en vraag los van elke poging door met de volgende vragen: b. Waarom zijn deze mislukt? c. Wat vind je hiervan? Fijn dat we weten waarom al deze pogingen zijn gestrand zodat we hier rekening mee kunnen houden om ons communicatieplan wel te laten slagen. Wat is wenselijk en realiseerbaar? Ok, we weten nu wat het probleem precies is en waarom eerdere pogingen zijn gestrand. We komen dan bij de volgende stap: Vraag 7 a. Hoe zou je de schriftelijke informatieoverdracht over de fysiotherapeutische behandeling van een patint tussen fysiotherapie en verpleegkunde het liefste zien? b. Zou dit ook realiseerbaar zijn op de afdeling? c. Wat zou er dan moeten gebeuren om de huidige situatie te veranderen in de wenselijke situatie? d. Hoe zou je de mondelinge informatieoverdracht over de fysiotherapeutische behandeling van een patint tussen fysiotherapie en verpleegkunde het liefste zien? e. Zou dit ook realiseerbaar zijn op de afdeling? f. Wat zou er dan moeten gebeuren om de huidige situatie te veranderen in de wenselijke situatie? Samenvatting geven waarin je zegt:: Je zou het dus zo en zo het liefste zien. Overig We hebben nu duidelijk gekregen over het probleem en willen nu nog een aantal vragen stellen welke ons helpen bij het opstellen van de enqute. Vraag 8 a. Welke onderwerpen zouden er volgens U schriftelijk overgedragen moeten worden? b. Op welk(e) tijdstip(pen) moet er schriftelijk overgedragen worden? c. Op welke plaats moet er schriftelijk overgedragen worden? Vraag 9 a. Welke onderwerpen zouden er, volgens jouw, mondeling overgedragen moeten worden? b. Op welk(e) tijdstip(pen) moet er mondeling overgedragen worden? c. Op welke plaats moet er mondeling overgedragen worden? Tamara kondigt aan dat het interview voorbij is. Afsluiting Het geven van een samenvatting, conclusie of toekomstvisie (afhankelijk verloop gesprek) Doel behaald? De informant krijgt de gelegenheid zelf nog iets te zeggen. Heeft de informant nog iets gemist en/of nog vragen? De informant kan altijd nog contact met ons op kan nemen als deze nog vragen heeft of nog iets vergeten is te zeggen. Wij geven aan dat we nog contact met de persoon opnemen zodra de enqute klaar is. Bedanken voor het afnemen van het interview Eventueel willen we nog even napraten over de ervaringen tijdens het interview in een ontspannen sfeer (nagesprek). (5,14) BIJLAGE IIIa: Enquteformulier voor verzorgenden en verpleegkundigen Vind jij dat er wat verbeterd moet worden aan de schriftelijke informatieoverdracht tussen fysiotherapie en verpleegkunde?  Je kunt er iets aan doen door deze enqute in te vullen! INTRODUCTIEBRIEF Beste verzorgenden en verpleegkundigen, Jullie zullen misschien denken: alweer een enqute? Maar wanneer je even 10 minuten de tijd neemt om deze enqute in te vullen krijgen wij meer zicht op de informatieoverdracht tussen fysiotherapie en verpleegkunde waardoor we deze overdracht mogelijk kunnen verbeteren wat jullie ten goede komt. Dus reden genoeg om het even in te vullen. Wij zijn vier studenten van Fontys Hogescholen in Eindhoven. We zijn bezig met een afstudeerproject dat we met twee fysiotherapiestudenten en twee verpleegkundestudenten doen. We hebben een project gekregen vanuit de afdeling fysiotherapie van dit ziekenhuis welke gaat over de communicatie tussen fysiotherapie en verpleegkunde. We gaan naar de onderstaande probleemstelling een onderzoek doen en schrijven hierover een verslag. We sluiten ons project af met een presentatie. Onze probleemstelling luidt als volgt: De schriftelijke informatieoverdracht over de vorderingen en/ of bijzonderheden van de fysiotherapeutische behandelingen van de patint tussen de fysiotherapie en verpleging op de afdelingen longziekten, algemene chirurgie, neurologie en orthopedie van het Catharina-ziekenhuis verloopt niet zoals gewenst. We willen jullie over dit onderwerp een aantal vragen stellen zodat we duidelijk krijgen hoe de informatieoverdracht nu plaats vindt en wat we er mogelijk aan zouden kunnen doen om dit te verbeteren. We hebben de enqute opgesteld aan de hand van een drietal onderwerpen en willen jullie vragen om te reageren op de stellingen of antwoord te geven op de vragen. We willen de enqutes niet anoniem houden omdat we zo, bij eventuele onduidelijkheden, nog contact op kunnen nemen met die persoon. We garanderen wel dat we tijdens het maken van het verslag en de presentatie de anonimiteit waarborgen. Je kunt de ingevulde enqute, vr 24 maart inleveren bij onze contactpersoon op jouw afdeling (mocht je nog vragen hebben dan kun je ook bij hen terecht): Orthopedie: Charlotte van Rooij Algemene chirurgie: Eveline Wagenaars Longziekten: Leonie Claes Neurologie: Jaqueline Rutten Alvast bedankt voor je medewerking! Ankie Maas student fysiotherapie Ingrid Brand student fysiotherapie Tamara Smits student verpleegkunde Ellen Spoelstra student verpleegkunde Eindhoven, maart 2003 DE ENQUETE De enqute bestaat uit 4 stellingen en 9 gesloten vragen die we per onderwerp hebben gerangschikt. De stellingen kun je beantwoorden door je mening te omcirkelen en de vragen kun je beantwoorden door het best passende antwoord aan te kruisen. We willen beginnen met te vragen op welke afdeling je werkt zodat we mogelijk een verbetering specifiek voor jouw afdeling kunnen maken. NAAM: _______________________________________ 1. Op welke afdeling ben je werkzaam? Orthopedie Chirurgie Longziekten Neurologie Wat is je functie? Verzorgende Verpleegkundige, niveau 4 Verpleegkundige, niveau 5 De huidige schriftelijke informatieoverdracht We willen graag iets meer te weten te komen over hoe de huidige schriftelijke informatieoverdracht op dit moment plaatsvindt. 3. De schriftelijke informatieoverdracht tussen fysiotherapie en verpleegkunde over de fysiotherapeutische behandeling van een patint verloopt op dit moment zoals gewenst. (omcirkel het best passende antwoord) 4 3 2 1 volledig grotendeels grotendeels volledig mee oneens oneens eens mee eens 4. Het resultaat van de huidige manier van schriftelijk informatieoverdracht heeft een negatieve invloed op de patint. 4 3 2 1 volledig grotendeels grotendeels volledig mee oneens oneens eens mee eens Eerder ondernomen pogingen ter verbetering van het probleem. In ons projectvoorstel stond dat eerdere pogingen ter verbetering van de schriftelijke informatieoverdracht tussen fysiotherapie en verpleegkunde waren gestrand. Lees eerst de vraag en de dikgedrukte antwoordmogelijkheden. Kies het beste antwoord uit en kruis vervolgens bij dit antwoord de belangrijkste oorzaak aan. 5. Eerdere pogingen zijn gestrand omdat Fysiotherapie zich niet aan de afspraken hield. Oorzaken hiervoor zijn: ( Ze hadden er geen tijd voor. ( Ze waren niet bereid om er tijd voor vrij te maken. ( Het zoeken naar dossiers kost teveel tijd. ( Ze zien er het belang niet van in. ( Anders, namelijk Verpleegkunde zich niet aan de afspraken hield. Oorzaken hiervoor zijn: ( We hadden er geen tijd voor. ( We waren niet bereid om er tijd voor vrij te maken. ( Het zoeken naar dossiers kost teveel tijd. ( We zagen er het belang niet van in. ( Anders, namelijk Het verwaterde, vanuit beiden kanten. Oorzaken hiervoor zijn: ( We hadden er beide geen tijd voor. ( We waren beide niet bereid om er tijd voor vrij te maken. ( Het zoeken naar dossiers kost teveel tijd. ( We zien er het belang niet van in. ( Anders, namelijk Welke eerdere pogingen? Ik weet niet waar je het over hebt. Wat is wenselijk en realiseerbaar? Hoe zie je de schriftelijke informatieoverdracht tussen fysiotherapie en verpleegkunde het liefst? Wat zou de meest ideale manier van schriftelijke informatieoverdracht tussen de fysiotherapeut en de verpleegkundigen, volgens jou zijn? Via het huidige formulier bestemd voor fysiotherapie in het verpleegkundig dossier, als dit consequent wordt ingevuld. Via het huidige rapportageformulier in het verpleegkundig dossier bestemd voor verpleegkunde, fysiotherapie en andere disciplines, als dit consequent wordt ingevuld Via een nieuw formulier, speciaal voor fysiotherapie, in een aparte map. Via een nieuw formulier, speciaal voor fysiotherapie, in het verpleegkundig dossier. Anders, namelijk Zou deze ideale manier ook realiseerbaar zijn bij jouw op de afdeling? Ja, dat is nu realiseerbaar. Ja, dat zou in de toekomst realiseerbaar zijn. Nee, dit is niet realiseerbaar. Stel dat uit het resultaat van de enqute blijkt dat de meerderheid van de mensen een nieuw formulier wil: Waar zou dit dan opgeborgen moeten worden? In het verpleegkundig dossier. In de medische status. In een aparte map voor fysiotherapie, waarin van elke onder behandeling staande patint van fysiotherapie iets staat. Bij het bed van de patint. Anders, namelijk 9. Wanneer moet er overgedragen worden? Ieder keer als de fysiotherapie contact heeft gehad met de patint. Alleen bij verandering (dus bijv. als de patint mag gaan lopen). Alleen bij bijzonderheden (dus bij alle dingen die afwijken van het normale). 10. Ik lees bij de overdracht over de vorderingen van een patint het liefst Een uitgeschreven verhaal. Een aankruisformulier met antwoordcategorien. Combinatie van beiden, aankruisformulier met een toelichting. 11. Welke onderwerpen zouden er overgedragen moeten worden? Kruis de drie belangrijkste aan. Mobiliteit Met of zonder begeleiding Transfer Ademhalingsoefeningen Motivatie patint Houding Gebruik van hulpmiddelen Anders, namelijk 12. Ik zou het fijn vinden als er een lijst komt waarop staat of de fysiotherapeut die dag iets heeft gerapporteerd over een bepaalde patint, zodat ik niet iedere dag het hele dossier hoef na te lezen. 4 3 2 1 volledig grotendeels grotendeels volledig mee oneens oneens eens mee eens 13. Ik vind dat er meer duidelijkheid moet komen over welke fysiotherapeut welke patint behandelt. 4 3 2 1 volledig grotendeels grotendeels volledig mee oneens oneens eens mee eens Eventuele opmerkingen of tips: Bedankt voor het invullen!! Jullie horen zeker nog van ons! Je kunt de enqute inleveren bij: Orthopedie: Charlotte van Rooij Algemene chirurgie: Eveline Wagenaars Longziekten: Leonie Claes Neurologie: Jaqueline Rutten Ankie Maas, Ingrid Brand, Tamara Smits en Ellen Spoelstra BIJLAGE IIIb: Enquteformulier voor fysiotherapeuten Vind jij dat er wat verbeterd moet worden aan de schriftelijke informatieoverdracht tussen fysiotherapie en verpleegkunde?  Je kunt er iets aan doen door deze enqute in te vullen! INTRODUCTIEBRIEF Beste fysiotherapeuten, We hebben begrepen dat vanuit de verpleging veelvuldig de vraag komt om verbetering van de communicatie tussen jullie en de verpleging. Daarom zijn wij bezig met een afstudeeropdracht om hier iets aan te doen. Wij zijn vier studenten van Fontys Hogescholen in Eindhoven, twee fysiotherapiestudenten en twee verpleegkundestudenten die middels deze enqute er achter willen komen wat we aan de communicatie kunnen verbeteren. We gaan naar de onderstaande probleemstelling een onderzoek doen en schrijven hierover een verslag. We sluiten ons project af met een presentatie. Onze probleemstelling luidt als volgt: De schriftelijke informatieoverdracht over de vorderingen en/of bijzonderheden van de fysiotherapeutische behandelingen van de patint tussen de fysiotherapie en verpleging op de afdelingen longziekten, algemene chirurgie, neurologie en orthopedie van het Catharina-ziekenhuis verloopt niet zoals gewenst. We hebben de enqute opgesteld aan de hand van een drietal onderwerpen en willen jullie vragen om te reageren op de stellingen of antwoord te geven op de vragen. We willen de enqutes niet anoniem houden omdat we zo, bij eventuele onduidelijkheden, nog contact op kunnen nemen met die persoon. We garanderen wel dat we tijdens het maken van het verslag en de presentatie de anonimiteit waarborgen. Je kunt de ingevulde enqute, vr 24 maart inleveren bij onze contactpersoon: Gerard Kiebert. Mocht je nog vragen hebben dan kun je ook bij hem terecht. Alvast bedankt voor je medewerking!! Ankie Maas student fysiotherapie Ingrid Brand student fysiotherapie Tamara Smits student verpleegkunde Ellen Spoelstra student verpleegkunde Eindhoven, maart 2003 DE ENQUETE De enqute bestaat uit 4 stellingen en 9 gesloten vragen die we per onderwerp hebben gerangschikt. De stellingen kun je beantwoorden door je mening te omcirkelen en de vragen kun je beantwoorden door het best passende antwoord aan te kruisen. We willen beginnen met te vragen op welke afdeling je werkt zodat we mogelijk een verbetering specifiek voor jouw afdeling kunnen maken. NAAM: _______________________________________ 1. Op welke afdelingen ben je werkzaam? (meerdere antwoorden mogelijk) Orthopedie Chirurgie Longziekten Neurologie Geen van de betrokken afdelingen (je mag stoppen met invullen van de enqute). 2. Hoe lang ben je werkzaam bij het Catharina-ziekenhuis? 0-5 jaar. 6-10 jaar. 11-15 jaar. 16-20 jaar. 21 jaar of langer. De huidige schriftelijke informatieoverdracht We willen graag iets meer te weten te komen over hoe de huidige schriftelijke informatieoverdracht op dit moment plaatsvindt. 3. De schriftelijke informatieoverdracht tussen fysiotherapie en verpleegkunde over de fysiotherapeutische behandeling van een patint verloopt op dit moment zoals gewenst. (omcirkel het best passende antwoord) 4 3 2 1 volledig grotendeels grotendeels volledig mee oneens oneens eens mee eens Het resultaat van de huidige manier van schriftelijke informatieoverdracht heeft een negatieve invloed op de patint. 4 3 2 1 volledig grotendeels grotendeels volledig mee oneens oneens eens mee eens Eerder ondernomen pogingen ter verbetering van het probleem. In ons projectvoorstel stond dat eerdere pogingen ter verbetering van de schriftelijke informatieoverdracht tussen fysiotherapie en verpleegkunde waren gestrand. Lees eerst de vraag en de dikgedrukte antwoordmogelijkheden. Kies het beste antwoord uit en kruis vervolgens bij dit antwoord de belangrijkste oorzaak aan. 5. Eerdere pogingen zijn gestrand omdat Fysiotherapie zich niet aan de afspraken hield. Oorzaken hiervoor zijn: ( We hadden er geen tijd voor. ( We waren niet bereid om er tijd voor vrij te maken. ( Het zoeken naar dossiers kost teveel tijd. ( We zien er het belang niet van in. ( Anders, namelijk Verpleegkunde zich niet aan de afspraken hield. Oorzaken hiervoor zijn: ( Ze hadden er geen tijd voor. ( Ze waren niet bereid om er tijd voor vrij te maken. ( Het zoeken naar dossiers kost teveel tijd. ( Ze zagen er het belang niet van in. ( Anders, namelijk Het verwaterde, vanuit beide kanten. Oorzaken hiervoor zijn: ( We hadden er beide geen tijd voor. ( We waren beide niet bereid om er tijd voor vrij te maken. ( Het zoeken naar dossiers kost teveel tijd. ( We zien er beide het belang niet van in. ( Anders, namelijk Welke eerdere pogingen? Ik weet niet waar je het over hebt. Wat is wenselijk en realiseerbaar? Hoe zie je de schriftelijke informatieoverdracht tussen fysiotherapie en verpleegkunde het liefst? 6. Wat zou de meest ideale manier van schriftelijke informatieoverdracht tussen de fysiotherapeut en de verpleegkundigen, volgens jou zijn? Via het huidige formulier bestemd voor fysiotherapie in het verpleegkundig dossier, als dit consequent wordt ingevuld. Via het huidige rapportageformulier in het verpleegkundig dossier bestemd voor verpleegkunde, fysiotherapie en andere disciplines, als dit consequent wordt ingevuld Via een nieuw formulier, speciaal voor fysiotherapie, in een aparte map. Via een nieuw formulier, speciaal voor fysiotherapie, in het verpleegkundig dossier. Anders, namelijk 7. Zou deze ideale manier ook realiseerbaar zijn op de afdelingen waar je werkt? Ja, dit is op alle afdelingen nu realiseerbaar. Ja, dit is alleen op de volgende afdelingen nu realiseerbaar: (omcirkel het juiste antwoord) ( Chirurgie ( Neurologie ( Orthopedie ( Longafdeling Ja, dit is op alle afdelingen in de toekomst realiseerbaar. Ja, dit is alleen op de volgende afdelingen in de toekomst realiseerbaar: (omcirkel het juiste antwoord) ( Chirurgie ( Neurologie ( Orthopedie ( Longafdeling Nee, dit is niet realiseerbaar op de afdelingen waar ik werkzaam ben. 8. Stel dat uit het resultaat van de enqute blijkt dat de meerderheid van de mensen een nieuw formulier wil: Waar zou dit dan opgeborgen moeten worden? In het verpleegkundig dossier. In de medische status. In een aparte map voor fysiotherapie, waarin van elke onder behandeling staande patint van fysiotherapie iets staat. Bij het bed van de patint. Anders, namelijk 9. Wanneer moet er overgedragen worden? Ieder keer als ik contact heb gehad met de patint. Alleen bij verandering (dus bijv. als de patint mag gaan lopen). Alleen bij bijzonderheden (dus bij alle dingen die afwijken van het normale). 10. Welke onderwerpen zouden er overgedragen moeten worden? Kruis de drie belangrijkste aan. Mobiliteit Met of zonder begeleiding Transfer Ademhalingsoefeningen Motivatie patint Houding Gebruik van hulpmiddelen Anders, namelijk 11. Ik gebruik bij de overdracht over de vorderingen van een patint het liefst Een uitgeschreven verhaal. Een aankruisformulier met antwoordcategorien. Combinatie van beiden, aankruisformulier met een toelichting. 12. Het lijkt me makkelijk als er een lijst komt waar ik op kan schrijven bij welke patinten ik iets heb gerapporteerd, zodat de verpleging niet iedere dag het hele dossier hoeft na te lezen en zeker mijn rapportage leest. 4 3 2 1 volledig grotendeels grotendeels volledig mee oneens oneens eens mee eens Ik vind dat er meer duidelijkheid moet komen over welke fysiotherapeut welke patint behandelt, zodat de verpleging ons hier niet iedere keer over aan hoeft te spreken. 4 3 2 1 volledig grotendeels grotendeels volledig mee oneens oneens eens mee eens Eventuele opmerkingen of tips: Bedankt voor het invullen!! Jullie horen zeker nog van ons! Je kunt de enqute inleveren bij: Gerard Kiebert Ankie Maas, Ingrid Brand, Tamara Smits en Ellen Spoelstra BIJLAGE IV: Codeboek verwerking enqute Width: 8 Missing vallue: 9 Type: string Ben je werkzaam als fysiotherapeut of verpleegkundige Kolom 1: werk, Ben je fysiotherapeut of verpleegkundige? Label 1: fysiotherapeut Label 2: verpleegkundige Op welke afdeling ben je werkzaam? Kolom 2: Orthopedie, Ben je werkzaam op de afdeling orthopedie? Label 1: ja Label 2: nee Kolom 3: Chirurgie, Ben je werkzaam op afdeling chirurgie? Label 1: ja Label 2: nee Kolom 4: Longziekten, Ben je werkzaam op de afdeling longziekten? Label 1: ja Label 2: nee Kolom 5: Neurologie, Ben je werkzaam op de afdeilng neurologie? Label 1: ja Label 2: nee 3. Wat is je functie? Kolom 6: Functie, Wat is je functie? Label 1: verzorgende Label 2: verpleegkundige, niveau 4 Label 3: verpleegkundige, niveau 5 Label 4: stagiaire 4. Hoe lang ben je werkzaam bij het Catharina-ziekenhuis? Kolom 7: Werkzaam, Hoe lang ben je werkzaam bij het Catharina-ziekenhuis? Label 1: 0-5 jaar Label 2: 6-10 jaar Label 3: 11-15 Label 4: 16-20 Label 5: 21 jaar of langer 5. De schriftelijke informatieoverdracht tussen fysiotherapie en verpleegkunde over de fysiotherapeutische behandeling verloopt op dit moment niet zoals gewenst. Kolom 8: Gewenst, De schriftelijke informatieoverdracht tussen fysiotherapie en verpleegkunde over de fysiotherapeutische behandeling verloopt op dit moment niet zoals gewenst. Label 1: volledig mee eens Label 2: grotendeels eens Label 3: grotendeels oneens Label 4: volledig mee oneens 6. Het resultaat van de huidige manier van schriftelijke informatieoverdracht heeft een negatieve invloed op de patint. Kolom 9: Invloed, Het resultaat van de huidige manier van schriftelijke informatieoverdracht heeft een negatieve invloed op de patint. Label 1: volledig mee eens Label 2: grotendeels eens Label 3: grotendeels oneens Label 4: volledig mee oneens 7. Eerdere pogingen zijn gestrand omdat Kolom 10: Fysiotherapie, Eerdere pogingen zijn gestrand door fysiotherapie Label 1: ja Label 2: nee Kolom 11: Verpleegkunde, Eerdere pogingen zijn gestrand door verpleegkunde Label 1: ja Label 2: nee Kolom 12: Beide, Eerdere pogingen zijn gestrand door beide afdelingen Label 1: ja Label 2: nee Kolom 13: Geen, Ik heb nog nooit een poging mee gemaakt Label 1: ja Label 2: nee Oorzaken Kolom 14: Tijd, Is tijd een oorzaak? Label 1: ja Label 2: nee Kolom 15: Bereid, Is bereidheid een oorzaak? Label 1: ja Label 2: nee Kolom 16: Dossiers, Is de vindbaarheid van de dossiers een oorzaak? Label 1: ja Label 2: nee Kolom 17: Belang, Zie je het belang er niet van in? Label 1: ja Label 2: nee Kolom 18: Niet bekend, Is de oorzaak niet bekend Label 1: ja Label 2: nee Kolom 19: Onduidelijkheid, Is de oorzaak onduidelijkheid over wie er komt? Label 1: ja Label 2: nee 8. Wat zou de meest ideale manier van schriftelijke informatieoverdracht tussen de fysiotherapeut en de verpleegkundigen, volgens jouw zijn? Kolom 20: Ideaal, Wat zou de meest ideale manier van schriftelijke informatieoverdracht tussen de fysiotherapeut en de verpleegkundigen, volgens jou zijn? Label 1: via het huidige formulier bestemd voor fysiotherapie in het verpleegkundig dossier, als dit consequent wordt ingevuld. Label 2: via het huidige rapportageformulier in het verpleegkundig dossier bestemd voor verpleegkundige, fysiotherapie en andere disciplines, als dit consequent wordt ingevuld. Label 3: via een nieuw formulier, speciaal oor fysiotherapie, in een aparte map. Label 4: via een nieuw formulier, speciaal voor fysiotherapie, in het verpleegkundige dossier. Label 5: via een formulier aan bed Label 6: een gecombineerd formulier met andere disciplines 9. Zou deze ideale manier ook realiseerbaar zijn op de afdeling waar je werkt? Kolom 21: Mogelijk, Zou deze ideale manier ook realiseerbaar zijn op de afdeling waar je werkt? Label 1: ja, dit is nu realiseerbaar. Label 2: ja, dat zou in de toekomst realiseerbaar zijn. Label 3: nee, dit is niet realiseerbaar. Label 4: dit is alleen in de toekomst realiseerbaar op afdeling. 10. Stel dat uit het resultaat van de enqute blijkt dat de meerderheid van de mensen een nieuw formulier wil: Waar zou dit dan opgeborgen moeten worden? Kolom 22: Waar, Stel dat uit het resultaat van de enqute blijkt dat de meerderheid van de mensen een nieuw formulier wil; Waar zou dit dan opgeborgen moeten worden? Label 1: in het verpleegkundig dossier. Label 2: in de medische status. Label 3: in een aparte map voor fysiotherapie, waarin van elke onder behandeling staande patint van fysiotherapie iets staat. Label 4: bij het bed van de patint. Label 5: anders, namelijk 11. Wanneer moet er overgedragen worden? Kolom 23: Wanneer, Wanneer moet er overgedragen worden? Label 1: iedere keer als de fysiotherapie contact heeft gehad met de patint. Label 2: alleen bij verandering (dus bijv. als de patint mag gaan lopen). Label 3: alleen bij bijzonderheden (dus bij alle dingen die afwijken van het normale). 12. Ik lees bij de overdracht over de vorderingen van een patint het liefst Kolom 24: Hoe, Ik lees bij de overdracht over de vorderingen van de patient het liefst... Label 1: een uitgeschreven verhaal. Label 2: een aankruisformulier met antwoordcategorien. Label 3: combinatie van beiden, aankruisformulier met een toelichting. 13. Welke onderwerpen zouden er overgedragen moeten worden? Kolom 25: Mobiliteit, Moet het onderwerp mobiliteit overgedragen worden? Label 1: ja Label 2: nee Kolom 26: Begeleiding, Moet de mate van begeleiding overgedragen worden? Label 1: ja Label 2: nee Kolom 27: Transfer, Moet er informatie over de transfer overgedragen worden? Label 1: ja Label 2: nee Kolom 28: Ademhalingsoefeningen, Moet er informatie over ademhalingsoefeningen overgedragen worden? Label 1: ja Label 2: nee Kolom 29: Motivatie, Moet er informatie over de motivatie van de patint doorgegeven worden? Label 1: ja Label 2: nee Kolom 30: Houding, Moet er informatie over de houding overgedragen worden? Label 1: ja Label 2: nee Kolom 31: Hulpmiddelen, Moer er informatie over hulpmiddelen overgedragen worden? Label 1: ja Label 2: nee Kolom 32: Voortgang, Moet er informatie over de voortgang overgedragen worden? Label 1: ja Label 2: nee Kolom 33: Toekomst, Moet er informatie over de toekomst overgedragen worden? Label 1: ja Label 2: nee Kolom 34: Uitvoering, Moet er informatie over de uitvoering overgedragen worden? Label 1: ja Label 2: nee Kolom 35: Bijzonderheden, Moet er informatie over bijzonderheden overgedragen worden? Label 1: ja Label 2: nee 14. Ik zou het fijn vinden als er een lijst komt waarop staat of de fysiotherapeut die dag iets heeft gerapporteerd over een bepaalde patint, zodat ik niet iedere dag het hele dossier hoef na te lezen. Kolom 36: Lijst wie, Ik zou het fijn vinden als er een lijst komt waarop staat of de fysiotherapeut die dag iets heeft gerapporteerd over een bepaalde patint, zodat ik niet iedere dag het hele dossier hoef na te lezen. Label 1: volledig mee eens Label 2: grotendeels eens Label 3: grotendeels oneens Label 4: volledig mee oneens 15. Ik vind dat er meer duidelijkheid moet komen over welke fysiotherapeut welke patint behandelt. Kolom 37: Duidelijk, Ik vind dat er meer duidelijkheid moet komen over welke fysiotherapeut welke patint behandelt. Label 1: volledig mee eens Label 2: grotendeels eens Label 3: grotendeels oneens Label 4: volledig mee oneens BIJLAGE V: Grafische resultaten enqute werkelijke situatie BIJLAGE VI: Grafische resultaten enqute wenselijke situatie BIJLAGE VII: Interviewschema rondvraag ziekenhuizen Introductie voor de interviewer Met de informant is telefonisch een afspraak gemaakt voor bovengenoemde plaats en tijd. Bij de inleiding van het gesprek (Ingrid) moeten de volgende zaken onder de aandacht worden gebracht: Voorstellen: Ankie Maas (taakgerichte gesprekleider) en Ingrid Brand (sociaal-emotionele gespreksleider) Afstudeeropdracht vanuit Fontys Hogescholen, Eindhoven Samenwerking tussen fysiotherapie en verpleegkunde (1e keer) Duur interview: maximaal 30 minuten Doel: informatie verzamelen over de schriftelijke informatieoverdracht tussen fysiotherapie en verpleegkundigen, zodat dit vergeleken kan worden met de informatieoverdracht in het Catharina-ziekenhuis. Soort te verwachten vragen: open vragen om de werking van het communicatiemiddel te verhelderen. Na iedere vraag volgt een evaluatie van het gegeven antwoord ter controle Anonieme (indien gewenst) verwerking in verslagvorm Vastlegging schriftelijke en via cassetterecorder (vertrouwelijk gebruik) (5,11,14) Ingrid stelt de vragen die in het interviewschema staan vermeld en zorgt dat de genterviewde zich op zn gemak voelt. Ze wil dit doen door het interview te houden in een gesloten ruimte, zodat er niet gestoord kan worden. Ankie houdt het overzicht en beoordeelt of doorvragen gewenst is of dat men beter door kan gaan naar de volgende vraag. De vragen Vraag 1 a. Hoe wordt er schriftelijk informatie overgedragen over de fysiotherapeutische behandeling van een patint tussen fysiotherapie en verpleegkunde? b. Waar wordt deze informatie opgeborgen? Vraag 2 Welke onderwerpen over de patint worden er schriftelijk overgedragen? b. Wat zijn de criteria om informatie over te dragen? (bijzonderheden/ veranderingen) c. Wat vind u van de schriftelijke informatieoverdracht tussen fysiotherapie en verpleegkunde op dit moment? Vraag 3 a. Hoeveel tijd kost het schriftelijk overdragen van de gegevens gemiddeld per patint met behulp van dit communicatieplan? b. Wat vind u van de tijd die u nu moet besteden aan het schriftelijk overdragen van informatie over de patint? Vraag 4 a. Heeft het resultaat van de huidige manier van schriftelijke informatieoverdracht invloed op de patint? b. Hoe dan? c. Waar zie je dat aan? Vraag 5 a. Wordt er bij de overdracht gebruik gemaakt van jargon (voor uitleg zie begrip verduidelijking)? b. Is deze taal voor alle medewerkers die gebruik maken van de schriftelijke informatieoverdracht te begrijpen? Begrip verduidelijking: Informatieoverdracht = het doorvertellen van bruikbare gegevens over de patint van de fysiotherapeut naar de verpleegkundige en andersom. Jargon = moeilijke taal dus bijvoorbeeld allerlei moeilijke termen over spieren enz. BIJLAGE VIII: Checklist beschrijvende onderzoeken Checklist voor de kritische lezer ter beoordeling van de methodologie en de statistiek van een beschrijvend onderzoek Titel: is kort, duidelijk en dekt deze de inhoud? 2 De samenvatting Geeft de samenvatting weet wat er in het artikel staat? Zijn opzet, methode, resultaten en conclusies duidelijk? 3 De inleiding nodigt uit tot verder lezen omdat: de vraagstelling duidelijk is beschreven; de context van het onderzoek duidelijk is beschreven; de relevantie voor de fysiotherapie wordt aangegeven; het duidelijk is wanneer en waar het onderzoek is uitgevoerd. 4 De methode Populatie of steekproef Is er sprake van een adequate selectie en beschrijving van de populatie/steekproef? Is er een selectie of een aselecte steekproef? Is de grootte van de steekproef beschreven? Is het aantal uitvallers gerapporteerd? Zijn de inclusie- en exclusiecriteria beschreven? Design Is duidelijk welke onderzoeksopzet is gekozen (retrospectief, prospectief, cross-sectioneel of longitudinaal onderzoek)? 4.3 Meetinstrumenten Is de betrouwbaarheid gegeven en is deze hoger dan 0,80? Is een valide meetinstrument gekozen? Is het meetinstrument gevoelig voor veranderingen in de tijd? 4.4 Data Is duidelijk op welke meetschaal wordt gemeten? 4.5 Procedure Is duidelijk wat er gemeten is en hoe dat is gedaan? Statistiek Is de keuze van de toegepaste statistiek terecht? De volgende vraag dient bevestigend te worden beantwoord, anders is er voor de kritische lezer geen reden om het artikel verder te lezen: Is de methode zo beschreven dat het onderzoek kan worden gerepliceerd? 5 De resultaten Worden de resultaten op ee overzichtelijke en duidelijke wijze gerapporteerd? Hebben de tabellen en figuren een meerwaarde wat een overzichtelijk weergave betreft? Zijn de tabellen en figuren te begrijpen zonder dat de tekst van het artikel moet worden geraadpleegd? Zijn de resultaten zo beschreven dat duidelijk is dat de conclusie uit het onderzoek terecht zijn? 6 Discussie (Conclusie) Wordt een antwoord gegeven op de vraagstelling? Zijn de conclusies gerechtvaardigd, gegeven de opzet en de resultaten van het onderzoek? Bespreken de auteurs eventuele voordelen en/of beperkingen van het onderzoek? Worden de gevonden resultaten vergeleken met andere wetenschappelijke publicaties? Worden er suggesties gedaan voor vervolgonderzoek? 7 Literatuur Zijn naam van auteur(s), boek/tijdschriften, jaartal, titel, enzovoort, correct gegeven? BIJLAGE IX: Checklist systematische review BIJLAGE X: Antwoorden op de checklisten Improvement of patient education and information: developement of a patients information dossier. De titel is kort en duidelijk en dekt de inhoud volledig. de samenvatting geeft weer waar het artikel over gaat en hoe men het onderzoek verricht. Ook is er kort wat weergegeven over de conclusie en resultaten. Er wordt aangegeven waarom het onderzoek gedaan wordt en wat het probleem is. Daarnaast staat ook het nut van het onderzoek beschreven.. In het verdere verloop van het artikel wordt ook het tijdstip van het onderzoek duidelijk. Er is een populatie gebruikt. De personen moesten werkzaam zijn of patint zijn in de van creveltkliniek. Tijdens de eerste vragenlijst zijn 23 vragenlijsten naar hulpverleners gegaan, waarvan 13 zijn terug gekomen. Naar patinten zijn 40 lijsten gestuurd waarvan 23 terug gekomen. Tijdens de evaluatie zijn 75 vragenlijsten verstuurd waarvan er 35 zijn terug gekomen. Zij moesten minimaal 4 weken gebruik hebben gemaakt van het nieuwe dossier tijdens een periode van 3 maanden (eind 1999 begin 2000). Wanneer de kinderen jonger waren als 12 jaar moest het worden aangevuld door hun ouders. Er is gebruik gemaakt van een cross sectioneel onderzoek. De patinten hebben een vragenlijst ingevuld. Dit is gebeurd gedurende een periode van 3 maanden. Het meetinstrument is zelf ontwikkeld. Er staat hier niet over aangegeven hoe betrouwbaar, valide en gevoelig het voor tijd is. Het is ontwikkeld in samenwerking met een instelling en alle disciplines. Er wordt gemeten op nominaal niveau. De procedure van hoe gemeten is duidelijk. Er zijn tabellen weer gegeven waarin de gegevens staan. Ook is weergeven de gemiddelde leeftijd van de patinten. Leeftijd van de oudste en jongste deelnemer. Het onderzoek kan gerepliceerd worden De resultaten worden duidelijk beschreven en nogmaals verduidelijkt in grafieken. Deze tabbellen zijn ook te begrijpen zonder tekst. In de discussie wordt uitgelegd hoe het dossier is ontwikkeld en gemplementeerd. Of de informatie nu beter is geworden wordt weer gecontroleerd door middel van vragenlijsten. Daar kan de juiste conclusie uit worden getrokken dat de informatievoorziening door het dossier is verbeterd. Er wordt niet gesproken over beperkingen van het onderzoek, vergeleken met wetenschappelijke publicaties of suggesties gedaan voor vervolgonderzoek. De literatuurlijst is correct weergegeven. Nurse-physician communication: Perceptions of Nurses at an Army Medical Centre. De titel is niet heel kort, maar wel duidelijk, en hij dekt voor een groot deel de inhoud. De opzet, resultaten en conclusies worden duidelijk weergegeven in de samenvatting, de methode is daarentegen niet duidelijk. De vraagstelling is kort en duidelijk met drie variabelen. De context van het onderzoek wordt beschreven. De relevantie van het onderzoek wordt helder beschreven, duidelijk is dat goede communicatie de kwaliteit verhoogt en de kosten verminderd. In de titel is al duidelijk waar het onderzoek is uitgevoerd, maar wanneer staat niet vermeld. De precieze plaats staat niet vermeld. De methode Er zijn 112 verpleegkundigen (gegistered nurses and licensed practical nurses) van bepaalde geselecteerde afdelingen gevraagd vrijwillig mee te doen aan het onderzoek. Er is sprake van een populatie, omdat alle verpleegkundigen in dat ziekenhuis is gevraagd mee te doen. Het aantal uitvallers is niet gerapporteerd. Inclusiecriteria waren dat de verpleegkundigen op de desbetreffende afdelingen werkzaam moesten zijn, en deze zijn duidelijk beschreven. Het gaat hier om een prospectief onderzoek, omdat er eerst vragen zijn opgesteld, en daarna pas de gegevens zijn verzameld. De communicatie is gemeten met behulp van de Shortell ICU Nurse-Physician Subscale Questionnaire. Een lijst met 22 items en een 5 puntsschaal met vragen over openness, accuracy and timeliness. Hiervan wordt geen betrouwbaarheid gegeven. Construct validiteit was geconstateerd van het meetinstrument met de alfa cofficinten 0,88 (openness) 0,64 (timeliness) en 0,74 (accuracy) (Shortell et al.). Onduidelijk is of het meetinstrument gevoelig is voor veranderingen in de tijd. Er wordt op een ordinale schaal gemeten, er is op een 5 puntsschaal gemeten. Er is duidelijk wat er gemeten is. Er is duidelijk dat dit met een vragenlijst is gedaan, maar niet hoe precies de procedure hiervan is geweest, hoe het invullen van de lijsten is gegaan. De keuze van de toegepaste statistiek: de 5 puntsschaal is gebruikt en de resultaten zijn vergeleken met de 5 vooraf opgestelde stellingen. De methode is niet zo beschreven dat het onderzoek kan worden gerepliceerd. De resultaten worden op een overzichtelijke en duidelijke manier weergegeven in 4 tabellen. De tabellen hebben een meerwaarde, omdat ze duidelijk en overzichtelijk de resultaten weergeven. Tabel I is duidelijk te begrijpen zonder het lezen van de tekst. Tabel II, III en IV zijn lastiger te begrijpen zonder tekst. 6 In deze discussie wordt een antwoord gegeven op de vraagstelling, maar er wordt weinig relatie gelegd met de resultaten. Een beperking van het onderzoek is dat er maar op een kleine schaal is gemeten. Een andere beperking kan zijn dat de communicatie is gerelateerd aan andere variabelen, zoals type persoon of tevredenheid over het werk. De gevonden resultaten worden vergeleken met publicaties van Shortell et al. In de conclusie wordt vermeld dat er middelen ontwikkeld moeten worden die meer gevoelig en valide zijn voor de specifieke communicatie tussen verpleegkundigen en artsen. 7 De namen van de auteurs, het tijdschrift, het jaartal en de titel zijn correct gegeven. The Transfer of Information About Geriatric Clients in the Occupational Therapy Chain of Care: An Intervention Study. De titel is lang en daardoor niet zo duidelijk. De titel dekt wel de inhoud. De samenvatting geeft weer wat er in het artikel staat. De opzet van het artikel wordt weergegeven, en wat voor meetinstrument er is gebruikt. Over de methode staat niks vermeld. Vervolgens worden kort de resultaten gegeven samen met een conclusie. In de inleiding staat de vraagstelling duidelijk beschreven, net als de context en de relevantie van het onderzoek. Onduidelijk is waar wanneer het onderzoek heeft plaatsgevonden. Methode Er is een geografische steekproef gehouden, er zijn ergotherapeuten benadert van een bepaald gebied. Hoe dit precies is gebeurd staat niet vermeld in het artikel. Aan het einde van het onderzoek zijn nog eens 10 ergotherapeuten at random geselecteerd voor een interview. Hiervoor zijn 2 inclusiecriteria beschreven. Op het einde van het onderzoek bij het invullen van de questionnaire is 1 ergotherapeut uitgevallen, omdat ze de ADL taxonomy niet had gebruikt. Andere ergotherapeuten die zijn afgevallen kunnen berekend worden vanuit de tabellen. Het gaat hier om een prospectief onderzoek. De ADL taxonomy heeft een goede inter (rater) betrouwbaarheid. In het artikel staat dat de validiteit en de nauwkeurigheid adequaat is. De questionnaire, de evaluatie, bestond uit gestandaardiseerde vragen met gesloten antwoordcategorien. (???) Er wordt gemeten op nominale schaal (met de questionnaire), dit staat niet in de tekst. Wat gemeten is, is terug te vinden in de tabellen. (o.a. werkplaats, ADL eerder gebruikt, hoe werd eerder informatie overgedragen, hoe het zit met het geven en ontvangen van informatie van patinten, welke informatie er met de ADL lijst werd overgedragen) De keuze van de toegepaste statistiek is terecht, de resultaten staan duidelijk weergegeven in tabellen. De methode is niet zo beschreven dat het onderzoek kan worden gerepliceerd. De resultaten worden weergegeven in 3 tabellen. Deze worden toegelicht met tekst. De tabellen hebben een meerwaarde, omdat ze een duidelijk overzicht geven in de resultaten, zonder de tekst zijn de tabellen ook te begrijpen. Duidelijk is dat de discussie is gebaseerd op de resultaten. In de discussie wordt een antwoord gegeven op de vraagstelling. De namen van de auteurs, het tijdschrift, het jaartal en de titel zijn correct gegeven. The communication of information about older people between health and social care practitioners De vraagstellingen zijn helder geformuleerd, en kunnen worden gecontroleerd door middel van PICO. Er zijn zeer veel zoekmachines geraadpleegd waaronder cochrane library, medline, embase. Ook zijn er criteria gesteld ten aanzien van actualiteit: vanaf 1 januari 1994. Verder is er geen gebruik gemaakt van Amerikaanse artikelen vanwege een ander soort systeem. Verder moet het over oudere mensen gaan met artikelen over mentale gezondheid zijn geschrapt. Is de selectieprocedure van de artikelen is adequaat uitgevoerd. Er zijn goede in en exclusiecriteria gesteld die aansluiten op de vraagstelling. De artikelen zijn niet gebruikt wanneer zij niet door de criteria kwamen. De artikelen zijn onafhankelijk van elkaar beoordeeld op speciaal benoemde factoren. Er is geen gebruik gemaakt van een cochrane omdat de artikelen teveel van elkaar verschilden. Er is niet beschreven hoe de onderzoekers hun resultaten met elkaar hebben vergeleken. Wel is in een tabel meer duidelijkheid gegeven over de beoordeling. Er is gebruik gemaakt vaan een puntenschaal. En de onderzoeken zijn verdeelt in soorten artikelen tabel 1 en 2. Er wordt niet beschreven hoeveel reviewers er waren. Zo ver mogelijk is dit van de artikelen beschreven. In eerste instantie is er weinig sprake van heterogeniteit. De resultaten van de onderzoeken komen vrij goed met elkaar overeen. Wanneer de studies verschillende methodes, uitkomstmeetinsttumenten en samples hadden gebruikt was het niet passend om data en studies te combineren door middel van meta-analyse. Niet van toepassing De resultaten zijn voldoende valide en toepasbaar n.v.t. De resultaten zijn ook van toepassing op deze situatie. Het gaat in het project van het CZE niet over ouderen, maar wel om de informatieoverdracht die niet loopt zoals gewenst. In dit artikel gaat het vooral om de ontslagfase, maar er worden ook dingen beschreven over interdisciplinaire communicatie. De systematische review is wel te gebruiken in ons onderzoek, omdat de gegevens op een betrouwbare manier gevonden en beoordeeld zijn. Voor ons onderzoek kunnen wij er zelf de relevante informatie uit halen. BIJLAGE XI: Handleiding formulieren Handleiding rapportageformulier fysiotherapie afdeling Neurologie Algemeen Het formulier moet in gebruik worden genomen tijdens het eerste contact van de fysiotherapeut met de patint. Vervolgens dient te formulier bijgehouden te worden bij veranderingen en bijzonderheden. De fysiotherapeut dient het formulier op dat moment zo volledig mogelijk in te vullen. Op de voorkant zijn aankruismogelijkheden gebruikt, waardoor het snel is in te vullen en overzichtelijk is voor de lezer. Op de achterkant van het formulier is het NDT-formulier geplaatst wat ontwikkeld is door de NDT-werkgroep. Wanneer een aankruismogelijkheid of ingevulde tabel een toelichting nodig heeft, moet dit op het communicatieblad, blz. 9, in het verpleegkundig dossier vermeld worden. Alle aantekeningen op het formulier moeten door middel van een paraaf ondertekend worden. De verpleegkundige schrijft zelf niets op de voorkant van het formulier. Wanneer er een vraag of opmerking is van een verpleegkundige dient dit op de pagina 9 te worden vermeld. De fysiotherapeut dient hier schriftelijk en indien nodig mondeling op te reageren. Onderwerpen Naam patint Hierbij moet het geslacht van de patint worden aangegeven door Dhr/ Mevr in te vullen en de gehele achternaam van de patint moet worden genoteerd. Geboortedatum Deze wordt ingevuld in de volgorde dag/ maand/ jaar. Diagnose Deze is hetzelfde als in de medische status, maar mag wel verkort worden opgeschreven. Mobiliseren Dit item wordt altijd ingevuld. Hierin wordt het niveau van de mobilisatie van de patint aangegeven. Bed Dit wordt aangekruist wanneer de patint in principe niet uit bed wordt gehaald. Stoel Wanneer de patint kan zitten of als dit wordt geoefend, moet dit worden aangekruist evenals het gebruik en zo ja, welke rolstoel, en gebruik van het soort werkblad. Ook wordt na het invullen een paraaf vermeld. Staan Dit wordt aangekruist als de patint kan staan of dit wordt geoefend. Er achter wordt onder elkaar de datum en tijd ingevuld die de patint heeft gestaan en de paraaf van degene waarmee de patint heeft gestaan. Lopen Deze wordt aangekruist als de patint kan lopen. Er achter wordt onder elkaar de datum en het aantal meters aangegeven en de paraaf van degene waar de patint mee heeft gelopen. Transfer Dit item wordt altijd ingevuld. Bij de soort, de zijde en de begeleiding van de transfer wordt de juiste mogelijkheid aangekruist. Daar achter wordt de startdatum vermeld. Wanneer er een verandering in transfer plaats vindt, wordt dit opnieuw aangekruist en de start en stopdatum bijgewerkt. Wanneer er een verandering in transfer geoefend wordt, maar deze nog niet altijd toegepast kan worden, wordt dit ook aangegeven, maar wordt er nog geen stopdatum ingevuld. Ook hier dient een paraaf gezet te worden. Begeleiding tijdens lopen Dit item wordt altijd ingevuld. Bij dit item wordt n mogelijkheid aangekruist met daar achter de startdatum. Wanneer wel wordt ingevuld moet daarachter ook het aantal personen worden ingevuld. Bij veranderingen wordt een stopdatum en nieuwe startdatum ingevuld, met daarachter een paraaf. Hulpmiddel tijdens lopen Dit item wordt altijd ingevuld. Hier wordt aangegeven of een patint een hulpmiddel nodig heeft en zo ja, wat voor hulpmiddel. Wanneer een ander hulpmiddel wordt gebruikt dan in de gegeven categorien staat wordt de categorie anders, namelijk aangekruist en wordt het desbetreffende hulpmiddel daarachter ingevuld. Achter de aankruismogelijkheid dient de startdatum en stopdatum te worden ingevuld. Hierachter wordt de paraaf van de fysiotherapeut gezet. Motivatie en ziekte-inzicht Dit item wordt altijd ingevuld. Deze onderdelen geven aan hoe er om moet worden gegaan met de patint ten behoeve van zijn/ haar motivatie en hoe het ziekte-inzicht van de patint is. Dit dient aangegeven te worden door de juiste aankruismogelijkheid te gebruiken. Hierachter wordt de startdatum met een paraaf genoteerd. Wanneer de motivatie of het ziekte-inzicht van de patint veranderd wordt een stopdatum en een nieuwe startdatum ingevuld. Datum toelichting pagina 9 Wanneer er een item toegelicht dient te worden kan in de rechterkolom van het formulier een datum worden genoteerd. De toelichting dient opgeschreven te worden op pagina 9 (het communicatieblad) in het verpleegkundige dossier. Handleiding rapportageformulier fysiotherapie afdeling Chirurgie Algemeen Het formulier moet in gebruik worden genomen tijdens het eerste contact van de fysiotherapeut met de patint. Vervolgens dient te formulier bijgehouden te worden bij veranderingen en bijzonderheden. De fysiotherapeut dient het formulier op dat moment zo volledig mogelijk in te vullen. Op de voorkant zijn aankruismogelijkheden gebruikt, waardoor het snel is in te vullen en overzichtelijk is voor de lezer. Wanneer een aankruismogelijkheid of ingevulde tabel een toelichting nodig heeft, moet dit op de achterzijde vermeld worden. Alle aantekeningen op het formulier moeten door middel van een paraaf ondertekend worden. De verpleegkundige schrijft zelf niets op de voorkant van het formulier. Wanneer er een vraag of opmerking is van een verpleegkundige dient dit op de achterzijde te worden vermeld. De fysiotherapeut dient hier schriftelijk en indien nodig ook mondeling op te reageren. Onderwerpen Naam patint Hierbij moet het geslacht van de patint worden aangegeven door Dhr/ Mevr in te vullen en de gehele achternaam van de patint moet worden genoteerd. Geboortedatum Deze wordt ingevuld in de volgorde dag/ maand/ jaar. Diagnose Deze is hetzelfde als in de medische status, maar mag wel verkort worden opgeschreven. Ademhaling In de eerste regel wordt de datum van die dag ingevuld. Daaronder wordt met een +, +/-, of respectievelijk de aanwezigheid of afwezigheid van de volgende elementen aangegeven. Sputum Hoest de patint sputum op? (+ , +/-, -) Productie Wordt er sputum geproduceerd? (+ , +/-, -) Ademhaling Kan de patint vrij ademhalen? (+ , +/-, -) Hoesten Kan de patint goed hoesten? (+ , +/-, -) In de onderste regel zet de fysiotherapeut die de patint heeft behandeld een paraaf, zodat verpleegkundige ziet wie bij de patint betrokken is geweest op dat moment. C.P.M. Met C.P.M. wordt bedoeld wat in de wandelgangen de shiene wordt genoemd. In de eerste regel wordt de datum ingevuld. Daaronder wordt de bewegingsuitslag in graden genoteerd in respectievelijk flexie (dit is het buigen van een gewricht) en extensie (dit is het strekken van een gewricht). Daaronder zet de fysiotherapeut zijn paraaf. Mobiliteit Dit item wordt altijd ingevuld. In deze tabel wordt het niveau van de mobilisatie van de patint aangegeven. Bed / stoel Deze wordt aangekruist wanneer de patint van het bed in de stoel kan komen. Staan Deze wordt aangekruist als de patint kan staan. In de daaropvolgende tabel wordt de datum en tijd (in minuten) ingevuld die de patint heeft gestaan en de paraaf van degene waarmee de patint heeft gestaan. Lopen Deze wordt aangekruist als de patint kan lopen. Er achter wordt onder elkaar de datum en het aantal meters aangegeven en de paraaf van degene waar de patint mee heeft gelopen. Begeleiding tijdens transfer Dit item wordt altijd ingevuld. Hier wordt aangegeven of er wel of geen begeleiding nodig is tijdens de transfer. Wanneer wel, zie toelichting wordt ingevuld dient er een toelichting te worden geschreven op de achterkant van het formulier over de soort en mate van begeleiding. Achter de aankruismogelijkheid dient de startdatum te worden ingevuld. Hierachter wordt de paraaf van de fysiotherapeut gezet. Begeleiding tijdens lopen Dit item wordt altijd ingevuld. Bij dit item wordt aangegeven of de patint begeleiding tijdens lopen nodig heeft. Wanneer wel, zie toelichting wordt ingevuld dient er een toelichting te worden geschreven op de achterkant van het formulier. Achter de aankruismogelijkheid dient de startdatum te worden ingevuld. Hierachter wordt de paraaf van de fysiotherapeut gezet. Hulpmiddel tijdens lopen Dit item wordt altijd ingevuld. Hier wordt aangegeven of een patint een hulpmiddel nodig heeft en zo ja, wat voor hulpmiddel. Wanneer de categorie elleboogkrukken wordt ingevuld dient er ook een keuze gemaakt te worden in het soort gang. Wanneer een ander hulpmiddel wordt gebruikt dan in de gegeven categorien staat wordt de categorie anders, namelijk aangekruist en wordt het desbetreffende hulpmiddel daarachter ingevuld. Achter de aankruismogelijkheid dient de startdatum te worden ingevuld. Hierachter wordt de paraaf van de fysiotherapeut gezet. In de laatste kolommen wordt de mate van belasting ingevuld. Dit wordt ingevuld in percentages. Telkens wanneer de mate van belasting veranderd wordt dit opnieuw genoteerd met een datum erbij. Motivatie Dit item wordt altijd ingevuld. Dit onderdeel geeft aan hoe er om moet worden gegaan met de patint ten behoeve van zijn/ haar motivatie. De regel wordt aangekruist die het meest van toepassing is voor deze patint. Achter de aankruismogelijkheid wordt de startdatum met een paraaf genoteerd. Datum toelichting Veranderingen / bijzonderheden Wanneer een item toegelicht dient te worden moet er in de rechterkolom van het formulier een datum worden genoteerd. De toelichting dient opgeschreven te worden op de achterkant van het formulier waar dezelfde datum als op de voorkant wordt genoteerd. Op deze zijde van het formulier hebben de verpleegkundigen ook de mogelijkheid om te reageren. De fysiotherapeut vult hier FT in en de verpleegkundige vult VP in. Tot slot wordt er weer een paraaf gezet in de laatste kolom. Handleiding rapportageformulier fysiotherapie afdeling Orthopedie Algemeen Het formulier moet in gebruik worden genomen tijdens het eerste contact van de fysiotherapeut met de patint. Vervolgens dient te formulier bijgehouden te worden bij veranderingen en bijzonderheden. De fysiotherapeut dient het formulier op dat moment zo volledig mogelijk in te vullen. Op de voorkant zijn aankruismogelijkheden gebruikt, waardoor het snel is in te vullen en overzichtelijk is voor de lezer. Wanneer een aankruismogelijkheid of ingevulde tabel een toelichting nodig heeft, moet dit op de achterzijde vermeld worden. Alle aantekeningen op het formulier moeten door middel van een paraaf ondertekend worden. De verpleegkundige schrijft zelf niets op de voorkant van het formulier. Wanneer er een vraag of opmerking is van een verpleegkundige dient dit op de achterzijde te worden vermeld. De fysiotherapeut dient hier schriftelijk en indien nodig ook mondeling op te reageren. Onderwerpen Naam patint Hierbij moet het geslacht van de patint worden aangegeven door Dhr/ Mevr in te vullen en de gehele achternaam van de patint moet worden genoteerd. Geboortedatum Deze wordt ingevuld in de volgorde dag/ maand/ jaar. Diagnose Deze is hetzelfde als in de medische status, maar mag wel verkort worden opgeschreven. C.P.M. Met C.P.M. wordt bedoeld wat in de wandelgangen de shiene wordt genoemd. In de eerste regel wordt de datum ingevuld. Daaronder wordt de bewegingsuitslag in graden genoteerd in respectievelijk flexie (dit is het buigen van een gewricht) en extensie (dit is het strekken van een gewricht). Daaronder zet de fysiotherapeut zijn paraaf. Mobiliteit Dit item wordt altijd ingevuld. In de volgende tabel wordt het niveau van de mobilisatie van de patint aangegeven. Bed / stoel Dit wordt aangekruist wanneer de patint van het bed in de stoel kan komen. Staan Dit wordt aangekruist als de patint kan staan. In de daaropvolgende tabel wordt de datum en tijd (in minuten) ingevuld die de patint heeft gestaan en de paraaf van degene waarmee de patint heeft gestaan. Lopen Dit wordt aangekruist als de patint kan lopen. Er achter wordt onder elkaar de datum en het aantal meters aangegeven en de paraaf van degene waar de patint mee heeft gelopen. Begeleiding tijdens transfer Dit item wordt altijd ingevuld. Hier wordt aangegeven of er wel of geen begeleiding nodig is tijdens de transfer. Wanneer wel, zie toelichting wordt ingevuld dient er een toelichting te worden geschreven op de achterkant van het formulier over de soort en mate van begeleiding. Achter de aankruismogelijkheid dient de startdatum te worden ingevuld. Hierachter wordt de paraaf van de fysiotherapeut gezet. Begeleiding tijdens lopen Dit item wordt altijd ingevuld. Bij dit item wordt aangegeven of de patint begeleiding tijdens lopen nodig heeft. Wanneer wel, zie toelichting wordt ingevuld dient er een toelichting te worden geschreven op de achterkant van het formulier. Achter de aankruismogelijkheid dient de startdatum te worden ingevuld. Hierachter wordt de paraaf van de fysiotherapeut gezet. Hulpmiddel tijdens lopen Dit item wordt altijd ingevuld. Hier wordt aangegeven of een patint een hulpmiddel nodig heeft en zo ja, wat voor hulpmiddel. Wanneer de categorie elleboogkrukken wordt ingevuld dient er ook een keuze gemaakt te worden in het soort gang. Wanneer een ander hulpmiddel wordt gebruikt dan in de gegeven categorien staat wordt de categorie anders, namelijk aangekruist en wordt het desbetreffende hulpmiddel daarachter ingevuld. Achter de aankruismogelijkheid dient de startdatum te worden ingevuld. Hierachter wordt de paraaf van de fysiotherapeut gezet. In de laatste kolommen wordt de mate van belasting ingevuld. Dit wordt ingevuld in percentages. Telkens wanneer de mate van belasting veranderd wordt dit opnieuw genoteerd met een datum erbij. Motivatie Dit item wordt altijd ingevuld. Dit onderdeel geeft aan hoe er om moet worden gegaan met de patint t.b.v. zijn/ haar motivatie. De regel wordt aangekruist die het meest van toepassing is voor deze patint. Achter de aankruismogelijkheid wordt de startdatum met een paraaf genoteerd. Datum toelichting Veranderingen / bijzonderheden Wanneer een item toegelicht dient te worden moet er in de rechterkolom van het formulier een datum worden genoteerd. De toelichting dient opgeschreven te worden op de achterkant van het formulier waar dezelfde datum als op de voorkant wordt genoteerd. Op deze zijde van het formulier hebben de verpleegkundigen ook de mogelijkheid om te reageren. De fysiotherapeut vult hier FT in en de verpleegkundige vult VP in. Tot slot wordt er weer een paraaf gezet in de laatste kolom. Handleiding rapportageformulier fysiotherapie afdeling Longziekten Algemeen Het formulier moet in gebruik worden genomen tijdens het eerste contact van de fysiotherapeut met de patint. Vervolgens dient te formulier bijgehouden te worden bij veranderingen en bijzonderheden. De fysiotherapeut dient het formulier op dat moment zo volledig mogelijk in te vullen. Op de voorkant zijn aankruismogelijkheden gebruikt, waardoor het snel is in te vullen en overzichtelijk is voor de lezer. Wanneer een aankruismogelijkheid of ingevulde tabel een toelichting nodig heeft, moet dit op de achterzijde vermeld worden. Alle aantekeningen op het formulier moeten door middel van een paraaf ondertekend worden. De verpleegkundige schrijft zelf niets op de voorkant van het formulier. Wanneer er een vraag of opmerking is van een verpleegkundige dient dit op de achterzijde te worden vermeld. De fysiotherapeut dient hier schriftelijk en indien nodig ook mondeling op te reageren. Onderwerpen Naam patint Hierbij moet het geslacht van de patint worden aangegeven door Dhr/ Mevr in te vullen en de gehele achternaam van de patint moet worden genoteerd. Geboortedatum Deze wordt ingevuld in de volgorde dag/ maand/ jaar. Ademhaling In de eerste regel wordt de datum van die dag ingevuld. Daaronder wordt met een +, +/- of respectievelijk de aanwezigheid of afwezigheid van de volgende elementen aangegeven. Sputum Hoest de patint sputum op? (+ , +/-, -) Productie Wordt er sputum geproduceerd? (+ , +/-, -) Ademhaling Kan de patint vrij ademhalen? (+ , +/-, -) Hoesten kan de patint goed hoesten? (+ , +/-, -) In de onderste regel zet de fysiotherapeut die de patint heeft behandeld een paraaf, zodat verpleegkundige ziet wie op dat moment bij de patint betrokken is geweest. I.P.P.B. In de volgende tabel dient aangegeven te worden wanneer de I.P.P.B. is gebruikt en door wie (door middel van een paraaf). Intermittend Positive Pressure Breathing houdt in dat onder druk vernevelde medicijnen genhaleerd worden. Mobiliseren Dit item wordt altijd ingevuld. Hierin wordt het niveau van de mobilisatie van de patint aangegeven. Bed / stoel Deze wordt aangekruist wanneer de patint van het bed in de stoel kan komen. Staan Deze wordt aangekruist als de patint kan staan. In de daaropvolgende tabel wordt de datum en tijd (in minuten) ingevuld die de patint heeft gestaan en de paraaf van degene waarmee de patint heeft gestaan. Lopen Deze wordt aangekruist als de patint kan lopen. Er achter wordt onder elkaar de datum en het aantal meters aangegeven en de paraaf van degene waar de patint mee heeft gelopen. Ook moet aangeven worden wat de saturatie O2 voor en na het lopen is. Traplopen Deze wordt aangekruist als de patint geoefend wordt in traplopen. Er achter wordt onder elkaar de datum en het aantal traptreden ingevuld en de paraaf van degene die met de patint heeft trap gelopen. Begeleiding tijdens lopen Dit item wordt altijd ingevuld. Bij dit item wordt aangegeven of de patint begeleiding tijdens lopen nodig heeft. Wanneer wel, zie toelichting wordt ingevuld dient er een toelichting te worden geschreven op de achterkant van het formulier. Achter de aankruismogelijkheid dient de startdatum te worden ingevuld. Hierachter wordt de paraaf van de fysiotherapeut gezet. Hulpmiddel tijdens lopen Dit item wordt altijd ingevuld. Hier wordt aangegeven of een patint een hulpmiddel nodig heeft en zo ja, wat voor hulpmiddel. Wanneer de categorie elleboogkrukken wordt ingevuld dient er ook een keuze gemaakt te worden in het soort gang. Wanneer een ander hulpmiddel wordt gebruikt dan in de gegeven categorien staat kan de categorie anders, namelijk aangekruist en wordt het desbetreffende hulpmiddel daarachter ingevuld worden. Achter de aankruismogelijkheid dient de startdatum te worden ingevuld. Hierachter wordt de paraaf van de fysiotherapeut gezet. Motivatie Dit item wordt altijd ingevuld. Dit onderdeel geeft aan hoe er om moet worden gegaan met de patint ten behoeve van zijn/ haar motivatie. De regel wordt aangekruist die het meest van toepassing is voor deze patint. Achter de aankruismogelijkheid wordt de startdatum met een paraaf genoteerd. Datum toelichting Veranderingen / bijzonderheden Wanneer een item toegelicht dient te worden moet er in de rechterkolom van het formulier een datum worden genoteerd. De toelichting dient opgeschreven te worden op de achterkant van het formulier waar dezelfde datum als op de voorkant wordt genoteerd. Op deze zijde van het formulier hebben de verpleegkundigen ook de mogelijkheid om te reageren. De fysiotherapeut vult hier FT in en de verpleegkundige vult VP in. Tot slot wordt er weer een paraaf gezet in de laatste kolom. BIJLAGE XII: Rapportageformulieren Formulier afdeling neurologie Formulier afdeling algemene chirurgie Formulier afdeling orthopedie Formulier afdeling longziekten BIJLAGE XIII: Handtekeningenformulier (na goedkeuring) 1. Plaats, datum, handtekeningen projectgroepsleden: Ankie Maas Plaats: Datum: Handtekening: Ingrid Brand Plaats: Datum: Handtekening: Ellen Spoelstra Plaats: Datum: Handtekening: Tamara Smits Plaats: Datum: Handtekening: 2. Plaats, datum, handtekeningen opdrachtgever: Gerard Kiebert Plaats: Datum: Handtekening: 3. Plaats, datum, handtekening docenten: Marja Legius Plaats: Datum: Handtekening: Monica Veeger Plaats: Datum: Handtekening: 4. Beoordeling (omcirkelen) SLECHT ONVOLDOENDE VOLDOENDE RUIM VOLDOENDE GOED PAGE  Catharina-ziekenhuis, Eindhoven PAGE 36 Deel I Theoretisch kader Deel II Methode Deel III Resultaten werkelijke situatie Verslag over schriftelijke informatieoverdracht tussen fysiotherapie en verpleegkunde Discussie: De wenselijke situatie Beperkingen Catharina-ziekenhuis, Eindhoven PAGE 53 Catharina-ziekenhuis, Eindhoven Catharina-ziekenhuis, Eindhoven III Catharina-ziekenhuis, Eindhoven ruis Boodschap ontvanger zender zender ontvanger Kanalen: - vocaal-auditief - visueel - tactiel idee, gedachte of gevoel inpassen in eigen referentiekader ruis coderen decoderen Boodschap: - verbaal - non-verbaal - situationeel a  EMBED Excel.Sheet.8  ()+7Ta(3OP])*4IJ"*%+%6%Y)g)u+v+w+x+y+ͰͰͬͦ͝͏mH sH 6B*CJphB*CJhph 6CJPJ5CJ B*CJph6B*CJph6B*CJph6CJCJ CJ OJQJOJQJCJ CJDOJQJ CJOJQJ 5OJQJjCJUmHnHu5     $a$+h:j`k !"#$%&'(*+,7GTab$a$$`a$$a$$^a$$a$ !"#$%&'(3CP]^ $a$$`a$$a$$a$$a$$a$^| )456 W X $a$$a$$a$$^a$$a$GR["*%+%6%!(X)Y)g)u+v+w+x+++$a$$a$ $?^`?a$$a$y+++/!2i2j2k2l2y2z2{2222222223333[4c445v55556 6666P7Q7s7{7|78(828`8a8888x9y99>*CJOJQJ6B*CJph>*>*CJ 6OJQJ6>*OJQJ5CJ>*CJOJQJCJ5655>*CJOJQJ CJOJQJ6CJ CJ 6B*mH phsH  6mH sH mH sH  CJmH sH CJ OJQJmH sH 4++-/!2j2k2l2z2{222222223E3o33333/4$a$$a$ $ 9r a$$a$$a$$a$$a$/404c44445 5P5Q55555555 6;6c666667P7Q7|7$a$$a$$a$$a$|7778 828`8a8888929x9y9994:5:6:a:b:::';(;^; $ 9r a$$a$$a$ $a$$a$9995:6:a:::';(;U;V;];^;`<<<<<<===>>9>>>-A.A/AEAFA_AAAAAAAABB1B;BbBlBBBBBBB6C7CpCqCCCCCD"D#D[D뱿ñ B*ph5B*CJph5 B*CJph6CJ5CJ>*CJOJQJ 6OJQJ6B*OJQJph6>*OJQJ>*5CJCJB*CJOJQJph CJOJQJ@^;;;<`<<<(=s=====>>C>d>{>>>>???i??? @$ ha$$ ^a$$a$$a$ @1@d@@@@.A/AEAFA^A_AAAAAAAABB:B;BkBlBmBBB$a$$a$$ la$BBBBBB7CqCCC#D\DDDDE8EoEtEzEEEEEI $ 0j a$ $ 0j a$ $ 0j a$$a$$a$$a$[D\DDDDDsEtEzE{EEEEEEIIIJVKOOUUVUeUMX(`)`x`` a aa*a,a9aJaqcscc=e_effffVj`jajjjjjjjjjjj!jB*CJUmHnHphujCJUmHnHuCJjUmHnHu6CJ 5>*CJCJ>*B*CJphOJQJ 56CJ6CJ65CJ5CJ 5 B*CJphCJ B*ph:IIJVKWKMOOORUUVUeUUMXZ\^^_w`x`` a a a$a$$a$$a$$ 0j j ^j `a$ a aaa)a*a+a,aqcrcsccc*CJPJ B*CJph5CJ5CJ6CJCJ6CJ 6>*CJCJjCJUmHnHuNjjjjjjjjk&kn?n{nnnn o o+oLoMogo`i$$IfF0k#kK04 FaF $$Ifa$gooooooo}qqVrressttzzzz$ & Fa$$a$$a$i$$IfF0k#kK04 FaF $$Ifa$t;ttu$ucuuuu_v`vvvvw*CJ 5>*CJ5656CJOJQJ56CJOJQJ5CJOJQJ>*PJ6CJ B*phCJ55CJCJ 6>*CJCJ6CJA͍΍ߍ123ES`a l$$IfF0# t04 FaF $$Ifa$$a$ȏՏ֏@ABCXfst $$Ifa$$a$l$$IfF0# t04 FaFȑɑT$a$l$$IfF0# t04 FaF $$Ifa$ܒuvw !"no$a$l$$IfF0# t04 FaF $$Ifa$P͗&e.r>!WXYAB$a$$a$$ & Fa$$a$qrzr0rst*d6$^a$$a$$a$$a$$a$$a$tvJK89?y.C_jSZ[\@NOuxy6CJ5 5>*CJ5>*CJCJ B*ph 5>*CJ>* 5>*CJ6CJ6 56>*CJ 5>*CJ 56>*CJJ9?._SZ$a$^$ & F ^a$$ & F ^a$ $ & F^a$$ & Fa$$a$$^a$ $a$Z[\ymG^$1$a$ $a$$ & Fa$$a$$a$|*M01>ry~JKsqr -MQS *N>kms+ 4     l p    >*CJ>*CJCJ655CJ 5>*CJ5CJ B*ph6CJ5CJOJQJ56CJOJQJ 5>*CJCJ6CJI|*012346789:;<=~$ a$$a$$1$a$ $$ & F1$a$JKsoz -S\$a$ +^+`$ 0| +^+`a$$ ,^,`a$$a$$a$*NR>yzs5  p   no$^a$$a$ $?^`?a$$a$$a$ n#'[{&C  !""B""$$$$ % % %%%%$%%%&%H%I%J%W%X%Y%^%j%n%~%%%%%%%%%%((((C)5CJOJQJjCJUjCJU6CJ0JB*CJphjCJU jCJU B*CJphCJ5CJmH sH 5CJ 5>*CJ65CJ@Z[{&Cm{2_$ & Fa$ $h^h`a$$ & Fia$$a$$a$   !!""B"" #S##"$b$%(C)D)o)p)$ & F h^a$$a$$a$$ & Fa$C)n)o)p)r)<*F*,#-Z-[-\-//D/2r5s5:<<DDDAIBIIIIO.U/UWSWctkknoooppp^r_rrntyyyyA{h{j{k{n{o{p{{{}6>* B*CJph6B*CJph>*CJ>*CJ5>*>*CJ 6OJQJ B* CJphPJ B*ph55CJOJQJ5>*CJPJ 5>*CJ6CJCJ 56CJ 5CJ =p)q),!-"-#-[-\-//D/23s59:<<>DGIIIOQTW$a$$a$WSW[csktkk}m~mnooopp^r_rrntu&wyyy@{A{j{$a$$a$$a$$a$j{k{m{n{o{}}}~~GԇPQ$a$$a$$a$$a$$  a$$a$}}~FՇևއPQjk3VȣtƱDZOPǺ{yolCJ5>*B*CJph>*>*B*CJph 5>*CJ56>*CJOJQJ6>*CJOJQJ5CJ6>*B*OJQJph6B*OJQJph6B*CJOJQJph6>*B*CJOJQJphj6B*OJQJUphB*OJQJph5CJ 5>*CJ B*CJph(jkӐ3V4ȣstƱDZOP$a$$a$$a$$a$P]AB?iºKϽн,GasJe$ & Fa$ $?^`?a$$a$$a$ $?^`?a$  AB?Ͻнsef G+!"hiq379tȾ CJOJQJ>*CJOJQJ56CJOJQJ5CJOJQJOJQJ>*B*CJph6CJ CJ 5CJ B*CJph656CJCJ5CJEefG+" $ 9r a$$a$$a$$a$ $?^`?a$$a$"fq$a$ $+^+`a$$ 0| +^+`a$$ ,^,`a$$ 0^`0a$ $ 0j a$$a$89t)*k+01h$a$$a$)*k01h.2de j#l###(Q-U-X-111&1222"37A78G8l<m<n<|<~<X=Z==߮غ5CJ 56B*ph 5>*CJ CJ OJQJ5CJOJQJ5B*CJph5CJCJ B*CJph>*CJ5 B*CJph6CJ65>*CJBdeq   nDEj'()$ & Fa$ $80^8`0a$$ & Fa$$a$$a$$a$$a$)|i !T!"b"k#l# &(W-X-11&1'1(1222$a$ $ ^a$$a$$a$$ & Fa$$h`ha$$ & F h`a$2!3"3777@7A7888F8G8j<k<l<m<|<}<~<X=Y=Z====?^?$^a$$a$$a$==== ?]?\@@OAABCCC DDDDDIIK"K$K%K&K'K/K1KTTTTTTUUKULUcUUUV,VYV[VfVhVVVVV W5WrW~WWGXXX.Y1YYYYCJH*OJQJ6OJQJmH sH OJQJmH sH  CJmHsH5>*5CJ >*CJ B*CJph 5>*CJ5B*OJQJph6B*OJQJph6CJCJ 5>*CJ?^?\@@OAABCCDDDDDDbFII=JzJJJK"K$a$$^a$$a$$^a$ $?^`?a$$^a$$a$$^a$"K#K$K%K&K/K0K1KLRTTTTTUUKULUcUUU $ 9r ^a$ $ 9r a$$`a$$`a$$a$ $+^+`a$$a$UUUV,VgVhVVVVV W5WaWbWrW~WWWWGXqXrXX$^a$$`a$$`a$$`a$$a$ $ 9r ^a$XX*CJ56CJOJQJCJH*66CJCJ;t[[[[[[[1\a\y\z\\]/]@]A]]]]]]]] ^5^$`a$ $?^`?a$$^a$$`a$$a$$`a$5^6^K^n^^^^^_1_2_E_______``B`v``$`a$$`a$$^a$$`a$$`a$$`a$$a$`````a2aZa[aaa b!bobpbbbbbccccIcJcKc $ 9r a$$`a$$a$$`a$$a$aaaaa b b bbb!b%b&bSbTbUbmbnbobpbtbubbbbbbbbbbbbbbbbbbccccccc$cپҷ| 5>*CJjCJUj5CJU 0JCJPJjtCJPJUjCJPJUCJPJ CJOJQJ0JCJjB*CJUph B*CJphjB*CJUph0JjU jUCJ jCJU.$cIcKccXdxd\f]fffgg h!hchdhhhhh.i/i0i\i^iiikkZk.l/l7llmmznnnnnYpapqPrSrjrlrrrrMssss0tttauuvƼ৮5CJ B* CJph5 CJmHsH6>*CJmHsH6>*56CJOJQJ6>*OJQJB*nH phtH nH tH 6CJ6CJ B*CJphCJH*>*CJCJ>*CJ 5>*CJ* 5>*CJ >*OJQJOJQJ5>*CJOJQJ6B*OJQJph6CJ6>*OJQJnHtHCJCJ B* CJphCJ6>*-wwxsx}x~xxxxgyhypyy zFzGzOzzz!{"{T{U{`{$a$$a$$a$$a$$a$$a$^``{{{|;||}1}}}}}}}}}}~~;~<~]~^~~~$^a$ $^`a$$a$$`a$$a$$ & F&a$~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~$a$ $^`a$$a$:efkli?@Acԇ$`a$$a$$a$i%̆y|Չ  p!΋Ћ79d͏Ώ12VWoِؐ;<abzߑHI jOCJ5CJ65>*56CJnH tH 5CJnH tH  6nH tH 556CJOJQJ6CJ5CJCJnH tH JԇՇևyz{|Չ։$ & Fxa$$a$$a$$a$  *+EF`abcdefghijklmnop$ & Fxa$ $ & F`a$$a$p !cЋ!"^ h^`h ^``$a$$a$:;w$a$ $^`a$789cd͏1Vklmnoؐ$p^pa$$ & Fxa$$a$;avwxyzߑHm’ÒĒŒƒǒ$ & Fxa$$a$$p^pa$Imn’ǒNPޓn{˜JKՙ֙ٙ7Қbc96VƝН)434X]5B*CJOJQJph5B*CJ(OJQJphCJ 5>*CJ5>*CJ 56CJCJ6CJ6CJ5 56CJ 5>*CJ5CJ5CJ jOCJCJ=NOPޓߓVWFGJK$h^ha$$ & Fxa$$`a$$ & Fa$$a$$a$Kklmnږ34KL—×ߗcd^ $^`a$$ & Fa$$a$$ & Fxa$AJKfgՙ֙יؙٙ78CD^_$^a$ $h^`ha$$a$$a$$ & Fxa$_hiɚʚ˚͚̚ΚϚКњҚcʛ$^a$ $?^`?a$$a$$ & Fxa$ʛ˛456789uȜɜ23456VWXYZ[\ $^`a$$a$$a$\]^_`abcdeƝ)GH$`a$$a$34XYZ[\]_`abcdefghij$a$$^a$ $^`a$$a$ $^`a$]^lm<n+Q_vx59b@;=>*+֬SUʮˮ LMqrԯկῷ᧥؛؛ jOCJ5CJ65>*556CJnH tH 5CJnH tH nH tH  6nH tH 56CJOJQJ5CJ6CJOJQJCJOJQJ CJ OJQJCJ jCJUmHnHu=jklmן؟;<noPQabc$`a$$a$$a$$^a$$a$ƥǥȥɥʥ˥5\]^_`vxy56$a$$a$6789b@AKLWXd$ & Fxa$$`a$$a$$a$deqr;<=>> h^`h ^``$a$$ & Fxa$$a$>?{*+,UV¬ìĬŬƬǬȬ$h`ha$$ & Fa$$a$Ȭɬʬˬ̬ͬάϬЬѬҬӬԬլ֬STUʮ$p^pa$$ & Fxa$$a$Lqԯ)V|԰5b$ & Fxa$$a$$p^pa$)*VW|}԰հ56bc ps۴-ʵ˵׵ص|¶öŸ<=XY̹׺غeFܼ޼!AIþOJQJ 6OJQJ5>*CJ 56CJCJ6CJ5 56CJ 5>*CJ5CJ6CJ5CJ jOCJCJK pqrs|}"#$h^ha$$^a$$a$$ & Fxa$$a$#lm´ô״شٴڴ۴-.^_ʵ׵01|$8^8a$ $^`a$$a$$ & Fxa$¶ѶҶ hڷ۷ij$`a$$ & Fxa$$8^8a$$a$jŸƸ=>̹ 6$^a$$a$$ & Fxa$67IJRSlm׺غ#$bcde $?^`?a$$a$$ & Fxa$$a$FGHqrۼܼݼ޼,n !A $^`a$$^a$$ & Fa$$a$$a$ $p^p`a$ABCDEFGHIKLֿ$^a$$ & Fa$$a$$a$L,VNxVH Bs,NWg|+\} 8Y,xKf CJOJQJ6CJ5CJmH sH 5>* 5>*CJ5CJUYhx)9?UV$ a$ $h^h`a$$`a$$^a$$a$$ & Fa$)GH<$ Ja$$ \^`\a$ $   ^ a$ $  ^a$ $h^h`a$$`a$$a$:Vu )t-;JNW|$`a$$ a$$a$$`a$$h`ha$+:J~9HXY@$O^Oa$ $ L `a$$ @^`@a$$a$$`a$eqyJKB $ ^a$$ @^`@a$ $^`a$ $ : `a$$a$$ a$$`a$ $O^O`a$TyF89$ a$$N^Na$ $^`a$$`a$$ a$$a$ $^^`^a$$O^Oa$ $^`a$ $^`a$8F7t'ZK5oL2S2vR GKLMZb78V`b,? 6>*CJ>*6nH tH H*>*CJ>*CJ5>*B*CJph5>* 5>*CJ5 56CJ5CJ6CJCJ 56CJF67tu'6F&6 $  `a$ $ `a$$`a$$ a$$a$ $^`a$ $^`a$ o~L[k3BRSu $  `a$$ @^`@a$$`a$$a$u7Uuv7Rp  IJKL $  `a$$ \^`\a$$`a$$a$ $   ^ a$b?c- Vabd $h^h`a$ $0^`0a$$a$$ & Fa$$a$$a$7, $>?H $h^ha$$a$$a$$h`ha$$a$ $h^h`a$ $0^`0a$ $h^h`a$$ & Fa$?H 68M(KO  ~~!=@(}%v봬뺴 B*CJph5CJmH sH  5mH sH OJQJmH nHsH tH656CJOJQJ5CJOJQJ5CJ5>* 5>*CJ5CJ>*CJ6CJ6>*CJmHsH> 8MMNO C}~G$ & Fa$$^a$$a$$ & Fa$$a$$^a$$ & F'a$$a$/\9:O,-;qr};$ & Fa$$a$$^a$$ & Fa$9LI}~>?@$a$$ & Fa$$a$$^a$$^a$$a$$a$x\]I8c(`$a$$ & F h^ha$$ & F 0`0a$ $ & F0`0a$ $ & Fh^ha$$a$ $O^O`a$82>_iB}$%v$$ `$ a$$a$$a$ $0^`0a$$ & F 0^`0a$$ & F h0^`0a$$ & F h0^`0a$ $ & F ha$`abn9 E !r#{#v%% &&&&&&''((w**v+x+++?/L/M/Z//060?0ա픡6CJOJQJ655CJOJQJ6CJOJQJ5CJOJQJ CJOJQJ CJOJQJ5>* 5>*CJ5CJ CJOJQJCJOJQJmH sH  5mH sH CJ CJmH sH 6CJmH sH :      @AV $ 9r a$ $@ ^@ `a$$ & F h#0^`0a$$ & F 0^`0a$$ & F 0^`0a$$a$t&X_l<`a$a$ $ 9r a$$ 0^`0a$$^a$$`a$$ & F^`a$ $ & Fh^ha$ $ & F0`0a$8 9 E  !!"q# $~^`~a$ $~^`~a$$a$$a$$a$$a$q#r#{#v%%&&&(((v*w**v+w++++>/?/L/M/Z///$a$$a$$a$$a$$a$ $?^`?a$/05060?0000U1111&2222 3%4&414445666<8 $~^`~a$$a$$a$$a$?00011&2222 333&41466747<8=8X8889999z::9;L;<<>9>@@X@Y@Z@c@CCCDDDD7E>EE)F*FFFHIIIJJJ?KUK6L7LOLPLLLMMAOKOiPPyRR6CJOJQJ5>* 5>*CJ5CJ55CJOJQJ6 B*CJph5CJmH sH  CJOJQJCJM<8=8X8999t<<<<>>>9>@@Y@Z@c@CCCCCDDDD$a$$a$$a$$a$DDD6E7E>EEFFF GeG:HHHIJJJ6L7LPLN@OAOKO $~^`~a$$^a$$a$$a$$a$KOhPiP|PPxRRRRAVBVOVPV]VVVW8W9WDWW'X\XXXoYpYyY$a$$a$$a$$a$RRRROVPV]VVW9WDW'X\XXoYpYyY_ZkZZ\\]]l^^c_d_|_}_`"```aabcddeeeeeeefffg"gFgsggg*h+h,h-h.h4h5h6h8h9h;hѾͳͱ0J j0JU>*OJQJ 5>*CJOJQJ5>* 5>*CJ5CJ56CJH*5CJmH sH  CJOJQJ5CJOJQJCJ6CJOJQJ>*CJByY^Z_ZkZZ,[\]]]]c_d_}_aaabbbcdeee$a$ $~^`~a$ $~^`~a$$a$$a$e7e]e{eeeeeeeeeffff@fAfBfCfPfQftfufvfwffh^h$a$$a$$ & F'a$ffffffffffffgg"g#gFgGgHgIgrgsgggggggh^h 9r ggggggggg+h,h-h6h7h8h9h:h;hh?hBhoh 8&dPh]h&`#$ 8 z- ;h=h>h?h@hBhChchdhjhkhmhnhohphqhhhhhhhhhhhhhhhDiFinioirisiviwiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii j jjjjjjjjj6j7j8j:j?j@j CJmH sH CJ>*CJ0JmHnHu j0JU5CJ 5>*CJ0J>*RohphqhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhDiEiFini $&dPa$$a$ 8nioirisiviwiiiiiiiiiiiiiiiiiij&`#$hf&#$+Di]h f&#$+Dih]hjjjjj7j8j9j:j?j@jJjKjUjVj]j^jejfjpjqj{jjjjjj$a$h]h&`#$@jJjKj\j^jojqjjjjjjjjjjjjjkk=k>k@kAkBkXkYkZk[k`kak5CJ jUjk@kAk\k]k^k_k`kak z- $a$ & F$a$$1h. A!"#$%o$1h. A!"#$%o' 01h. A!"#$%o' 01h. A!"#$%o' 01h. A!"#$%o' 01h. A!"#$%o' 01h. A!"#$%o' 01h. A!"#$%o' 01h. A!"#$%o' 01h. A!"#$%o' 01h. A!"#$%o' 01h. A!"#$%o' 01h. A!"#$%o' 01h. A!"#$%o' 01h. A!"#$%o* 0 01h. A!"#$%o* 001h. A!"#$%o1 0001hP. A!"#$%o1 0001hP. A!"#$%o1 0001hP. A!"#$%o 0. A!"#$%`!kly,(O~l (<c'0xڍV lUU,Je ]BE lPm+Ul] URqC@-J5(FL @CXR9h3Ν93s{2]B iGC)-;29s˧V$?e"CJ# t}R'7a/}WwjAcAkAYYB!  6ڵ-""pb,ib_G..9E`mtq޵ ­JgGlN&zKwнZCg%+Klnk Fk5|\3:ڕS_TP Vam ?uX/(E t柣3_VQ{M%D'Ijd G?(jEqFMo~ޔ+I.iՠ7eFXI7_fFVq>礘I\'ewlXnWd?*c:"y0p"s}:b+]_2nZ=!j)Εm'HeڅiSQ˧h G]Ke+yzHi4Q r–?CQLr欧9fng4:7Ң94]p&JW{=]8i ?fY%A61=5GgiNԹGk;I2ϛ% S͚0N`̗,ϙ.TQv'U͉v J5e=Q% tL DR$<"tZ/j.ye ~2f4(f`_Ĩ{GCd-l۷Tasd z3itQsEPig/)~MzQ8מmr!Za3[F72[lDZ3jBusZZdf :D" pȠ< Xx,NEGe[ T4c ::Ug=ʧP!g4xG]5{[MO98óz?A 03h'RE|zv&*/b^jBMz]T)pGK eYtGSlzh5 乡>M!S4 {mlfvN<4mK();p/QgZIJ;_oX{x>u[*N6A^zl' 'v`!P\Ar<_P-P%x\ T0>yX|JQm S0XBhaqﲫvAQCE *$ֻb6b44j)XkTC޹;L#gc]F9ShH S3f ϴd2Qh}q{U͌ G;mGUTlxdFѯQ&q19W91;L@ ZU<֬0I m+CMKPnF]UZiȚբZjy۪h붶ktQ5fԜΥZIACt]/胃á!5  @cDʕcw^0lW!$WbEwNSU sbhI{p P;%FΘBu in%krv[\pBHUTڕht>Ւ|kz Dэ&EMɚ?DiT 8j~N: :4G%h==H#< J:98l[IZ5_;jLVQ!뤕ZD|%ց:9oڑ:QsqM3:n'kFMm!߃AO_'YDk-ɷC7@h bb.v,kTuB ]Q$FH&Zo:5D+|+#nv&OԘϱm0Qۀ2IO:d3Xo[)},'Za7s~2hO~2?Qۄ2f% Q-ɷ" q?@+Xmhbĭ4 P8 mI!IZ4aZonۑg;~n #|4d H۸`?(I=VIרI4W!dXBO͉ ȵDE>$@5@+#E7f;MNv&i_eыBK>l=| 5|U?w?4cDճ ݳ 'lzU=dCh/<^dۓٛLR]+p;Ipžhbo!#Isht&Yg,݀oѪ{vBF|ɚ={Y;6."=}={N9~{t/ͳGٵF|ɚ=YV.Ez: {h= `\΋ͳGٵn'kf}[={!$٣ubzt %h/GٵFk'ڱzv"BIسGY/czH:{v"FX~K9>eu|Z~F>BIEa!O+0AO_'a;Gh }φɑԉi0nW ^Ʒ}[:cOh+~)g-YVx?v5!$ubw|G(FR7~)'ubw|Z('A/c? )1>F_ qvJOZ݌x%nT}Xz9MDcu d;=㸚/qe_"qWSϙn~qY շ!z9WPم_dSc(dZ O1Og b5:m|tVŻ@kOs_Bky-KcO6.#p>W5"'z3Nr~_ɦVx&#v5|ZlN X';FxܯdS+'p>WZl֧9/+? ?ƈq>WZlNNpExܯdS+\`ĉܮ~#'gN7Mr+? w3ܮ~g q9ς&W~ƖK< ʭr]"o5 ȩrSʸtB ^BPky9 l+Mo6+}يwmO  g3zs=]\_VzFjx;7!<Ü 3#<'wEuVq>I)cL /_ t Kut1Z 巻rn~_Nɹ܀_vۗ*p{gNBE4mfW'gS3YJ`^~W[ 3“(9cŌTD,AfZ[sڱ3l0o3v&"Z@T)}Oni>? F,TMZ+Dt.?Iqc ]N*_/|:|TVRw]*}Hjjt9#=2zv܇®"(}U <(|@_wer ΕU{ډ[~v2.tb׷V}!-7;t/G!̹n/4Z`/7gG Dw5g>އS>q\_@{j3:ߨPHK 5Y5kWvc;ve~=w۩$jήnUoA]ݣ|0f\n?梻k;hn@.[֎Zu҉_BFsAJ^JxߋȹzVZ6W5um-B]wJ| -o Rsm, jWozzz֥ݷg]n]=Y]7ָV}m]GVo۳!_[#N4`! ?cCy`F"~p-iH! xڥ t D1A@B#YԀ"(9B 6 BلG6" hdG%A4(P,B) A{3i{ӗs|3}g;(PkBCTQx6}+Uq|r-!EPmȨA=5ώ1vYϏ*/,C`lVh=zg/RJL{M0;$ܠf6]29ƅ9E8{z^XTu$]_ooNS%deV?FH4uK}s2]<)œn$Ur$Lw d sCpY >ߜMn a>wA-H&]r\œ/]u'RvxB@T*QYPU~%U]œ6FD(AgKtQZh$7gF3œ92H{tn7 fBnA[Z4sn99A?T|s$ݍNSZD~9W 7 B2U"Y9daηAqsoAYz0|åvPr}s }9'NR図]>0h?]w9W>9lo}s6KE|s0WU,;Ia'AܥZt~Odi<_-"G5 8p+gr6@2t@ڦU?"-IxqYGhO^q6Qv)FE/S=}m[+/AU`ڋri+Qm8)̑6lSmGd %W5)N:ʯ ~:4+w7y 9´ _p ϹXy{W^G>?H;y})ZH3z`.,>Oy-M*Mo=K!Qan=K"2KP]wz27N˽8*P(/h|%J& PoQqj4=Nm6aRd"Vb$4: )y 6?1q֧zzݤǰ񩞰/ө-(ͤOQ7*dP>uLd6ovvBb8mC&NMi2j8wa/ڛ>`9~!^E N=1:c ݏKh-{:.i|#^pMH3t$ZH47q%ZSZ/=ȣXOwa6j(M{vmN0Aq?]x!ޮFe3g0T;fJ4$Pwӌ]dZCjYTvH*պ.!}J435T;mDJ)_lĚ QZkL/2ܓ7pé-OZYOBS .A̡<2!iZg x}/7.|$>ӂ0I4ܭhM[-Ehǃ0k{=Ujwt3 s_sshG{l)隩ֆJL'mO2r]J䊔%˗'1Lg[MwVf9*֏>*)/M~[u5DyK www.doconline.nlyK 2http://www.doconline.nl/DyK www.pubmed.nlyK ,http://www.pubmed.nl/DyK www.fontys.nl/mediatheekyK @http://www.fontys.nl/mediatheekSDyK 4www.amc.uva.nl/EN/OtherOrganisations/dcc/SR-RCT.pdfyK vhttp://www.amc.uva.nl/EN/OtherOrganisations/dcc/SR-RCT.pdfDyK www.doconline.comyK 4http://www.doconline.com/DyK www.fontys.nl/mediatheekyK @http://www.fontys.nl/mediatheekDyK www.picarta.nlyK .http://www.picarta.nl/DyK www.pubmed.comyK .http://www.pubmed.com/DyK  www.wgbo.nlyK (http://www.wgbo.nl/ Dd m<  C A? 2|\Ar<_XM`!P\Ar<_P-P%x\ T0>yX|JQm S0XBhaqﲫvAQCE *$ֻb6b44j)XkTC޹;L#gc]F9ShH S3f ϴd2Qh}q{U͌ G;mGUTlxdFѯQ&q19W91;L@ ZU<֬0I m+CMKPnF]UZiȚբZjy۪h붶ktQ5fԜΥZIACt]/胃á!5  @cDʕcw^0lW!$WbEwNSU sbhI{p P;%FΘBu in%krv[\pBHUTڕht>Ւ|kz Dэ&EMɚ?DiT 8j~N: :4G%h==H#< J:98l[IZ5_;jLVQ!뤕ZD|%ց:9oڑ:QsqM3:n'kFMm!߃AO_'YDk-ɷC7@h bb.v,kTuB ]Q$FH&Zo:5D+|+#nv&OԘϱm0Qۀ2IO:d3Xo[)},'Za7s~2hO~2?Qۄ2f% Q-ɷ" q?@+Xmhbĭ4 P8 mI!IZ4aZonۑg;~n #|4d H۸`?(I=VIרI4W!dXBO͉ ȵDE>$@5@+#E7f;MNv&i_eыBK>l=| 5|U?w?4cDճ ݳ 'lzU=dCh/<^dۓٛLR]+p;Ipžhbo!#Isht&Yg,݀oѪ{vBF|ɚ={Y;6."=}={N9~{t/ͳGٵF|ɚ=YV.Ez: {h= `\΋ͳGٵn'kf}[={!$٣ubzt %h/GٵFk'ڱzv"BIسGY/czH:{v"FX~K9>eu|Z~F>BIEa!O+0AO_'a  !"#$%&'()*+,-./0123456789:;<=>?@ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ[\]^_`abcdefghijklmnopqrstuvwxyz{|}~      !"#$%&'()*+,-./0123456789:;<=>?@ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ[\]^_`abcdefghijklmnopqrstuvwxyz{|}~      !"#$%&'()*+,-./0123456789:;<=>?@ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ[\]^_abcdefgnstuvwxyz{|}~Root Entry  Fx>p Data `WordDocument ؾObjectPoollKx>x>_1111320892 FlKx>Mx>Ole PRINTrPCompObje  !"#$%&'()*+,-./01235 FMicrosoft Excel-werkbladBiff8Excel.Sheet.89q Oh+'0HP\h ssMicrosoft Excel@@RxI@V9 =(Q   M ''  Arial-Arial----"System-'- M "--  .y !! "---'--- M ---'--- ,x !!- "-  $?//??- $?wg/?$/gg//< u "-?//"wgg---'--- ,x !! -  $/??// "- < u $?wg/?$/gg//---'---  ,x !! "- MM -  MMMM $:4: -  $:::- ss - ssss$ "- M3 - M3M3$:e_4:3f - 3f$:ee::- s&M - s&Ms&M$e__ee "- f -  ff$:;54: -  $:;;::-  - $;55;; "- f - ff$,:,y4s44,: - $:y,y,::-  - $,y4ssy,y "- 33 -  3333$D:DqMkM4D:ff -  ff$,:,qDqD:,:- MM - MMMM$DqMk4k,qDq "- @@ - @@@@$]:]XeQe4]: - $D:DX]X]:D:- `` - ````$]XeQMQDX]X "- 3f -  3f3f$u:uv}p}4u:f -  f$]:]vuvu:]:- M - MM$uv}pep]vuv "- ff - ffff$:1+4: - $u:u11:u:-  - $1+}+u11 "- @ -  @@$:)"4:-  $:))::- ` -  ``$)"")) "- -  $:1+4:-  $:11::-  -  $1++11 "-  -   $:)"4:-  $:))::-  - $)"")) "- MM -  MMMM$:4: -  $:::- ss -  ssss$ "-M3 -  M3M3$*:*B3<34*:3f -  3f$:B*B*::-  s&M -  s&Ms&M$*B3<<B*B "-f -  ff$C:C$KK4C: -  $*:*$C$C:*:-   -  $C$K3*$C$ "-f -  ff$[:[/c)c4[: -  $C:C/[/[:C:-   -  $[/c)K)C/[/ "-33 -  3333$s:s{{4s:ff -  ff$[:[ss:[:-  MM -  MMMM$s{c[s "-@@ -  @@@@$:/)4: -  $s:s//:s:-  `` -  ````$/){)s// "-3f -  3f3f$:B<4:f -  f$:BB::-  M -  MM$B<<BB "--   -  $:44:: "-@ -  @@$:4:- $:::- ` -  ``$ "--   -  $:44:: "--   -  $: 44:: "-MM -  MMMM$A:AII4A: -  $):)AA:):-  ss -  ssss$AI1)A "-M3 -  M3M3$Y:Yaa4Y:3f -  3f$A:AYY:A:-  s&M -  s&Ms&M$YaIAY "-f -  ff$q:qzz4q: -  $Y:Yqq:Y:-   -  $qzaYq "-f -  ff$:4: -  $q:q:q:-   -  $zq "-33 -  3333$:4.4:ff -  ff$:44::-  MM -  MMMM$4..44 "-@@ -  @@@@$:4: -  $:::-  `` -  ````$ "-3f -  3f3f$:4:f -  f$:::-  M -  MM$ "-ff -  ffff$:4: -  $:::-   -  $ "--  ` -  ``$: 44:: "--  $:##4:-  $:::-  -  $#  "--   $3:3;;43:-  $:33::-  -  $3;#3 "-MM -  MMMM$p:pxx4p: -  $W:Wpp:W:-  ss -  ssss$px`Wp "-M3 -  M3M3$:z4:3f -  3f$p:p:p:-  s&M -  s&Ms&M$zxzp "-f -  ff$:4: -  $:::-   -  $ "-f -  ff$: 4: -  $:  ::-   -  $    "-33 -  3333$:4:ff -  ff$:::-  MM -  MMMM$ "-@@ -  @@@@$:,&4: -  $:,,::-  `` -  ````$,&&,, "-3f -  3f3f$:  4:f -  f$:::-  M -  MM$  "--   -  $:!4 4:: "--  ` -  ``$1::4!4:1: "--   -  $J:R4:41:J: "--   $b:b"jj4b:-  $J:J"b"b:J:-  -  $b"jRJ"b" "-MM -  MMMM$:4: -  $:::-  ss -  ssss$ "-M3 -  M3M3$:4:3f -  3f$:::-  s&M -  s&Ms&M$ "-f -  ff$:4: -  $:::-   -  $ "-f -  ff$:4: -  $:::-   -  $ "-33 -  3333$:?84:ff -  ff$:??::-  MM -  MMMM$?88?? "-@@ -  @@@@$:  4: -  $:::-  `` -  ````$  "-3f -  3f3f$0:0D8=840:f -  f$:D0D0::-  M -  MM$0D8= =D0D "--   -  $H:P4840:H: "--  ` -  ``$`:h4P4H:`: "--   -  $x:4h4`:x: "--   -  $:44x::-  - "- ?w??""ww  2 k0, 2 ?20,, 2 ?40,, 2 q?60,, 2 ?80,, 2 T100,,,???P?P?P??P??nPn?PArial- 2 Algemeen-Arial- 2 F Chirurgie-Arial- 2 u Longziekten-Arial- 2  Neurologie-Arial- 2  Orthopedie---'--  M -----'--  " @w Q2 j1Welke onderwerpen moeten er overgedragen worden? P///444/!B/!4/4L4//4/!4//!4/4!/4/4B4!4/44---'--  M --'--  M --  < u ---'---  ; v ---'---  ; v "-  -   T $  2  mobiliteitB,,,---'-- - ; v ---'-- - ; v "-3f -  3f    2  begeleiding,,,,,,,,---'--- ; v ---'--- ; v "-  -  8   2  transfer,,(,---'---  ; v ---'---  ; v "-  -    {  '2 u ademhalingsoefeningen,,,B,,,,(,,,,,,,,---'-- - ; v ---'-- - ; v "-ff -  ff    2  motivatieB,(,,---'--- ; v ---'--- ; v "-  -   _  2 Y houding,,,,,,---'---  ; v ---'---  ; v "- f -  f    2  hulpmiddelen,,,B,,,,,---'-- - ; v ---'-- - ; v "- -   s C  2 = voortgang(,,,,,,---'--- ; v ---'--- ; v "- -     2  toekomst,,(,B(---'---  ; v ---'---  ; v "- -   X (  2 " uitvoering,(,,,,---'-- - ; v ---'-- - ; v "- -      2  bijzonderheden,(,,,,,,,,,---'-- -  ; v ---'-- -  M ---'-- -  M - - ' M  '  'ObjInfo WorkbookSummaryInformation( DocumentSummaryInformation8      !"#$%&'()*+,-./0123456789:;<=>?@ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ[\]^_abcdefghijklmnopqrstuvwxyz{|}~ A\p Ba=<)9=j<X@"1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1Z`Arial1Z`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial1`Arial7" "\ #,##0_-;" "\ #,##0\-A" "\ #,##0_-;[Red]" "\ #,##0\-C" "\ #,##0.00_-;" "\ #,##0.00\-M$" "\ #,##0.00_-;[Red]" "\ #,##0.00\-q*6_-" "\ * #,##0_-;_-" "\ * #,##0\-;_-" "\ * "-"_-;_-@_-,)'_-* #,##0_-;_-* #,##0\-;_-* "-"_-;_-@_-,>_-" "\ * #,##0.00_-;_-" "\ * #,##0.00\-;_-" "\ * "-"??_-;_-@_-4+/_-* #,##0.00_-;_-* #,##0.00\-;_-* "-"??_-;_-@_-                + )  , *           `Grafiek1 4Blad1 KBlad2 4Blad32Aexcel algemeen.xlsBlad1Blad2Blad3YZ)fysiotherapeutverpleegkundigeZ+Wat is je beroep?1@T@YYZR43  @@  "DWat is je functie? Verzorgende StagiaireODe schriftelijk informatieoverdracht verloopt op dit moment niet zoals gewenst.iResultaat huidige manier van schriftelijke informatieoverdracht heeft een negatieve invloed op de patient Fysiotherapie VerpleegkundeBeideWelke eerdere pogingen?#Eerder pogingen zijn gestrand door& JMeest ideale manier, van schriftelijke informatieoverdracht, volgens jouw?KZou deze ideale manier ook realiseerbaar zijn op de afdeling waar je werkt?Stel: dat uit het resultaat van de enquete blijkt dat de meerderheid van de mensen een nieuw formulier wil; Waar zou dit dan opgeborgen moeten worden? Alleen bij veranderingAlleen bij bijzonderheden$Wanneer moet er overgedragen worden?7Ik lees bij de vorderingen van de patient het liefste.. mobiliteit begeleidingtransferademhalingsoefeningen motivatieOvergedragen onderwerpen7Lijst waarop staat of fysio die dag heeft gerapporteerd6Meer duidelijkheid welke fysio welke patient behandeldhouding hulpmiddelen voortgangtoekomst uitvoeringbijzonderhedenCOMBINATIE VAN ALLES Longziekten Chirurgie Orthopedie NeurologieAlgemeen"Op welke afdeling ben je werkzaam? orthopedie chirurgie longziekten neurologiefysiotherapeutverpleegkundigeWat is je beroep?Ja, dit is nu realiseerbaar$Ja, dit is in toekomst realiseerbaarNee, dit is niet realiseerbaar%Ja, alleen op de betreffende afdelingIn het verpleegkundig dossierIn de medische status#In een apart map voor fysiotherapieBij bed patientCIedere keer als de fysiotherapie contact heeft gehad met de patientEen uitgeschreven verhaal-Een aankruisformulier met antwoordcategorieenCombinatie van beiden Volledig eensGrotendeels eensGrotendeels oneensVolledig oneensHuidige formulier$Huidige multidisciplinaire formulierNieuw formulier in aparte mapNieuw formulier aan bedVerpleegkundige, niveau 4Verpleegkundige, niveau 5)Nieuw formulier in verpleegkundig dossierBM b!V/qJ |r{,ANnb\Tb`T0b`T0qbbG$rLН0b'؁C%vb|rlb{bՠՠip0TbbTn0ՠ}0ՠՠՠ%#'T0@b]00!zm00b E000t!0TbTbA:\excel algemeen.xlsaluta [0]`T0! Nb0`b0{T0T00Pe0Pբ0P?b10-bb=kT0e0{T0L0b@b֜z00b0d{0cT0b0b0$b}0RT0$bbb`bz0b0Zbb%0bZ0` 0ZbQ` 0h10?b 1D b)  AMOce Printer Mailbox_ dOce 31x5 PCL Mailbox\\Fontystree\.TF-OCE3155-2214G.PRT.EHVA.NLE.FONTYSzzd" d??3` x7` >Y8` >Y9迡3dW23 M NM4 3Q:"  mobiliteitQ ;#'Q ;#'Q3_4E4 3Q:"  begeleidingQ ;#'Q ;#'Q3_4E4 3Q:" transferQ ;#'Q ;#'Q3_4E4 3Q:" .ademhalingsoefeningenQ ;#'Q ;#'Q3_4E4 3Q:"  motivatieQ ;#'Q ;#'Q3_4E4 3Q:" houdingQ ;#'Q ;#'Q3_4E4 3Q:"  hulpmiddelenQ ;#'Q ;#'Q3_4E4 3Q:"  voortgangQ ;#'Q ;#'Q3_4E4 3Q:" toekomstQ ;#' Q ;#'Q3_4E4 3Q:"  uitvoeringQ ;#' Q ;#'Q 3_4E4 3Q:"  bijzonderhedenQ ;#' Q ;#'Q 3_4E4D$% M 3O&9Q4$% M 3O&8Q4FAA 3OA 3 b+MZ!  O43*#M! M! M NM43" :dd Hi 3O Ht% M3O&/Q423 M NM4444% I6 M03OZ&7Q f1Welke onderwerpen moeten er overgedragen worden? '44 eAlgemeenAlgemeenAlgemeenAlgemeenAlgemeenAlgemeenAlgemeenAlgemeenAlgemeen Algemeen Algemeen Chirurgie Chirurgie Chirurgie Chirurgie Chirurgie Chirurgie Chirurgie Chirurgie Chirurgie Chirurgie Chirurgie Longziekten Longziekten Longziekten Longziekten Longziekten Longziekten Longziekten Longziekten Longziekten Longziekten Longziekten Neurologie Neurologie Neurologie Neurologie Neurologie Neurologie Neurologie Neurologie Neurologie Neurologie Neurologie Orthopedie Orthopedie Orthopedie Orthopedie Orthopedie Orthopedie Orthopedie Orthopedie Orthopedie Orthopedie OrthopedieeyU@yP@33333Q@;@333333<@?@O@333333?333333@ 333333? 333333@33333T@33333Q@R@B@9@B@33333Q@ @  `V@LJ@33333G@LJ@ffffffB@/@33333L@333333@ 333333@ 333333@33333T@ O@fffff&X@@3333331@33333B@LM@  333333 @T@ S@̌G@'@fffffA@7@fffffQ@  e>   A  dMbP?_*+%MHP DeskJet 5000C od,,LetterDINU"0Z" d,??U]  T0 b b 16      * +  ,@@  & ' ( ) %~ 4@?5^I ?y&1?m?x 42BR T0! b " b# 16$  % 4 `5 b`6 `b7 8@28 @9 @: b@< = b> T0? T0   A B ! "!"%@%@ʼ@@ # #@@°@X@ $#$4@F@<@ @ %"%9@9@9@9@456789: < <9 <: <; << =$=n@?@ @@ >!>@@B@J@ ? ?@%@ʼ@%@&@F0000F00@ T0A bU bV 16W  X Y Z b @#@@u@@@ A"A`@I@t@ U U9 U: U; U< V$V@@ĭ@@ W!W@B@@@ X X@@@%@ Y#Y@@@ Z"ZI@9@9@600F0000r T0s bt bu 16v  w  r r r r r s$s1Zd?s~jt?s%C?~ sL@ t!~ tt/$?tMbX?t㥛 ? u uMbX9?~ uuMbX9?uE? v#vv%C?v|?5^? w"w7@7@w!rh?8dFRRRH T0  b  b 1 6     b  b 82   b   = > ? C @ $$5@@ w@6@ w@ !$E@*@E@  $X@X@X@@ #$0@@@@ "$)@`@)@@ T6666 T0 b b 16     - . 0 / $@@^@@ !@@)@  @@@ #@@v@0@ "F@7@p@dF0000 T0  b  b 16     b b  1 2 3 4 $@@p@@`@-@ !U@@z@@z@@z@  E@@ #@@T@ "@@4@&F0000 T0 b b 16     5   $@@Ȕ@ !9@@O@)@  X@4@@ #,@B@@ "`@@O@`@d8**** T0 b b 16     6 7 8 $@^@@ !Ц@@z@@  @@ #Ԣ@@ "7@ S@d8****" T0# b$ b% 16&  ' : ; b< b= 82> ?  " " " " " " " " " "  "  "  #$H#@@ @,@@ب@O@^@n@^@n@ $!H$E@@R@B@9@B@@@ % H%`V@@@@@@@@@@ &#H&,@B@@@@@@@u@ '"H'@ S@f@p@@7@@ : :9 :: :; :< ;$;І@@<@h@ <!<z@d@d@E@ = =@@@r@ >#>@Ԣ@@A@@ ?"?ܤ@4@Ҵ@ZZZZZF0000W T0X bY bZ 16[  \  W W9 W: W; W< X$Xij@@n@p@ Y!Yƶ@@@z@@z@ Z Z@@@ [#[޲@2@ \"\@@p@@dF0000\3D(  p " 6NMM?BT]"` 0  A" ??3` >Y ` >Y ` -h3d-g23 M NM4 3Q:<  Volledig eensQ ;=AQ ;=AQ3_4E4 3Q:< $Grotendeels eensQ ;=AQ ;=AQ3_4E4 3Q:< (Grotendeels oneensQ ;=AQ ;=AQ3_4E4 3Q:< "Volledig oneensQ ;=AQ ;=AQ3_4E4D$% M 3O& Q4$% M 3O& Q4FA  3O  3 b#M!  O43*#M! M! M NM43" :dd 3O % M3OQ4444% o_ M:3OVD&Q rDe schriftelijke informatieoverdracht tussen fysiotherapie en verpleegkunde verloopt op dit moment zoals gewenst.'44eee xp # 6NMM?\<k]#`0  A"??3` >Y ` >Y ` { O3d23 M NM4 3Q:U  Volledig eensQ ;VZQ ;VZQ3_4E4 3Q:U $Grotendeels eensQ ;VZQ ;VZQ3_4E4 3Q:U (Grotendeels oneensQ ;VZQ ;VZQ3_4E4 3Q:U "Volledig oneensQ ;VZQ ;VZQ3_4E4D $% M 3O& Q4$% M 3O& Q4FA[ [ 3O[ [ 3 b#M!  O43*#M! M! M NM43" :dd c3O c% M3OQ4444% N tM03OS9&Q uHet resultaat van de huidige manier van schriftelijke informatieoverdracht heeft een negatieve invloed op de patient.'44eee xp $ 6NMM?y]$`\0  A"\??3` >Y ` >Y`  #Q3d23 M NM4 3Q:r  FysiotherapieQ ;swQ ;swQ3_4E4 3Q:r  VerpleegkundeQ ;swQ ;swQ3_4E4 3Q:r BeideQ ;swQ ;swQ3_4E4 3Q:r 2Welke eerdere pogingen?Q ;swQ ;swQ3_4E4D $% M 3O& Q4$% M 3O&Q4FA[ k 3O[ k 3 b#M!  O43*#M! M! M NM43" :dd j3O % M3OQ4444% Mw gM03O_(&#Q HEerdere pogingen zijn gestrand omdat & zich niet aan de afspraken hield.'44eee xp ' 6NMM?]'`0  A"??3` >Y` >Y`  'N@3d23 M NM4 3Q: >In het verpleegkundig dossierQ ;Q ;Q3_4E4 3Q: .In de medische statusQ ;Q ;Q3_4E4 3Q: J#In een apart map voor fysiotherapieQ ;Q ;Q3_4E4 3Q: "Bij bed patientQ ;Q ;Q3_4E4D $% M 3O&Q4$% M 3O&Q4FA\  3O\  3 b#M!  O43*#M! M! M NM43" :dde |3Oe |% M3OQ4444% Ro M03O[9&'Q 0Stel dat uit het resultaat van de enquete blijkt dat de meerderheid van de mensen een nieuw formulier wil: Waar zou dit dan opgeborgen moeten worden? '44eee ~v ( <NMM?@P](`0  AMHP DeskJet 5000C od,,LetterDINU"0Z" d,,??3` >Y` >Y` l (!@3d23 M NM4 3Q: CIedere keer als de fysiotherapie contact heeft gehad met de patientQ ;Q ;Q3_4E4 3Q: 0Alleen bij veranderingQ ;Q ;Q3_4E4 3Q: 6Alleen bij bijzonderhedenQ ;Q ;Q3_4E4D$% M 3O&Q4$% M 3O&Q4FAj g 3Oj g 3 b#M!  O43*#M! M! M NM43" :ddd 3Oe \m% M3O&.Q423 M NM4444% >N# fM03O &(Q L$Wanneer moet er overgedragen worden?'44eee xp ) 6NMM? P])`T0  A"T??3` >Y` >Y` n )M3d23 M NM4 3Q: 6Een uitgeschreven verhaalQ ;Q ;Q3_4E4 3Q: ^-Een aankruisformulier met antwoordcategorieenQ ;Q ;Q3_4E4 3Q: .Combinatie van beidenQ ;Q ;Q3_4E4D $% M 3O&Q4$% M 3O&Q4FA\to 3O\to 3 b#M!  O43*#M! M! M NM43" :dd0 K~3O0 % M3OQ4444% W" DM03OQ(&)Q JIk lees bij de overdracht over de vorderingen van de patient het liefste..'44eee xp * 6NMM?)<p9K]*`0  AMHP DeskJet 5000C od,,LetterDINU"0Z" d,,??3` >Y` >Y` x*3d-23 M NM4 3Q:"  mobiliteitQ ;#'Q ;#'Q3_4E4 3Q:"  begeleidingQ ;#'Q ;#'Q3_4E4 3Q:" transferQ ;#'Q ;#'Q3_4E4 3Q:" .ademhalingsoefeningenQ ;#'Q ;#'Q3_4E4 3Q:"  motivatieQ ;#'Q ;#'Q3_4E4 3Q:" houdingQ ;#'Q ;#'Q3_4E4 3Q:"  hulpmiddelenQ ;#'Q ;#'Q3_4E4 3Q:"  voortgangQ ;#'Q ;#'Q3_4E4 3Q:" toekomstQ ;#' Q ;#'Q3_4E4 3Q:"  uitvoeringQ ;#' Q ;#'Q 3_4E4 3Q:"  bijzonderhedenQ ;#' Q ;#'Q 3_4E4D$% M 3O&Q4$% M 3O&Q4FA^o P 3O^q P 3 b#M!  O43*#M! M! M NM43" :dd- k 3O- t% M3O&/Q423 M NM4444% 9L5 M03O&*Q f1Welke onderwerpen moeten er overgedragen worden? '44 ee          e xp + 6NMM?@R]+` 0  A" ??3` >Y` >Y` +пD?3d23 M NM4 3Q::  Volledig eensQ ;;?Q ;;?Q3_4E4 3Q:: $Grotendeels eensQ ;;?Q ;;?Q3_4E4 3Q:: (Grotendeels oneensQ ;;?Q ;;?Q3_4E4 3Q:: "Volledig oneensQ ;;?Q ;;?Q3_4E4D$% M 3O&Q4$% M 3O&Q4FA_k 3O_e 3 b+MZ!  O43*#M! M! M NM43" :dd 53O % M3OQ4444% Q M03O=9&+Q Ik zou het fijn vinden als er een lijst komt waarop staat of de fysiotherapie die dag iets heeft gerapporteerd over een bepaalde patient. '44eAlgemeenAlgemeenAlgemeenAlgemeen Chirurgie Chirurgie Chirurgie Chirurgie Longziekten Longziekten Longziekten Longziekten Neurologie Neurologie Neurologie Neurologie Orthopedie Orthopedie Orthopedie Orthopediee333333@ffffff8@<@D@333333@:@:@E@333333@/@ffffffB@ E@+@8@@A@;@33333:@4@fffffJ@e xp , 6NMM? ^< m-],`L 0  A"L ??3` >Y` >Y` [,P@3d23 M NM4 3Q:W  Volledig eensQ ;X\Q ;X\Q3_4E4 3Q:W $Grotendeels eensQ ;X\Q ;X\Q3_4E4 3Q:W (Grotendeels oneensQ ;X\Q ;X\Q3_4E4 3Q:W "Volledig oneensQ ;X\Q ;X\Q3_4E4D $% M 3O&Q4$% M 3O&Q4FA[ ) 3O[ ) 3 b+MZ!  O43*#M! M! M NM43" :dd 3O % M3OQ4444% R M03OF(&,Q _Ik vind dat er meer duidelijkheid moet komen over welke fysiotherapeut welke patient behandeld.'44eAlgemeenAlgemeenAlgemeenAlgemeen Chirurgie Chirurgie Chirurgie Chirurgie Longziekten Longziekten Longziekten Longziekten Neurologie Neurologie Neurologie Neurologie Orthopedie Orthopedie Orthopedie OrthopedieeLI@D@333333@@fffff&M@fffff@@@@33333G@33333G@333333@fffff&H@I@D@fffffA@@1@e xp - 6NMM?&3]-` 0  A" ??3` >Y` >Y` >Y"B?3d23 M NM4 3Q:   VerzorgendeQ ;!%Q ;!%Q3_4E4 3Q:  6Verpleegkundige, niveau 4Q ;!%Q ;!%Q3_4E4 3Q:  6Verpleegkundige, niveau 5Q ;!%Q ;!%Q3_4E4 3Q:   StagiaireQ ;!%Q ;!%Q3_4E4D$% M 3O&Q4$% M 3O&Q4FA_ 3O_ 3 b#M!  O43*#M! M! M NM43" :dd x3O nO% M3O&.Q423 M NM4444% KM03Of&"Q (Wat is je functie?'44eee xp . 6NMM?Z].` 0  A" ??3` >Y` >Y ` P%K3d23 M NM4 3Q: &Huidige formulierQ ;Q ;Q3_4E4 3Q: L$Huidige multidisciplinaire formulierQ ;Q ;Q3_4E4 3Q: >Nieuw formulier in aparte mapQ ;Q ;Q3_4E4 3Q: V)Nieuw formulier in verpleegkundig dossierQ ;Q ;Q3_4E4 3Q: 2Nieuw formulier aan bedQ ;Q ;Q3_4E4D$% M 3O&Q4$% M 3O& Q4FA%0 3O%1 3 b#M!  O43*#M! M! M NM43" :dda  3Oa j% M3O&-Q423 M NM4444% Kz M03OYD&%Q Wat zou de meest ideale manier van schriftelijke informatieoverdracht tussen de fysiotherapie en verpleegkunde,volgens jou zijn?'44eee xp / 6NMM?]/`D 0  A"D ??3` >Y!` >Y$` >Y&E?3d23 M NM4 3Q: :Ja, dit is nu realiseerbaarQ ;Q ;Q3_4E4 3Q: L$Ja, dit is in toekomst realiseerbaarQ ;Q ;Q3_4E4 3Q: N%Ja, alleen op de betreffende afdelingQ ;Q ;Q3_4E4 3Q: @Nee, dit is niet realiseerbaarQ ;Q ;Q3_4E4D$% M 3O&!Q4$% M 3O&$Q4FA^ 3O^ 3 b#M!  O43*#M! M! M NM43" :dd  3O % M3OQ4444%  M:3OC*&&Q KZou deze ideale manier ook realiseerbaar zijn op de afdeling waar je werkt?'44eee xp 0 6NMM? <]0` 0  A" ??3`  0`  2`  3@w3d23 M NM4 3Q: &Wat is je beroep?Q ;Q ;Q3_ O   MM< 43_ O 3f  MM< 4E4D$% zM 3O&2Q4$% zM 3O&3Q4FARp 3O1D p 3"  <3O <% zM3OQ44$% zM 3OQ '43_ M NM  MM< 444%  Q4M03Od&0Q'44eee ~v   <NMM?Z i] ` 0  A" ??3` >Y` >Y` { ~ 1?3d23 M NM4 3Q: &Wat is je beroep?Q ;Q ;Q3_4E4D $% M 3O&Q4$% M 3O&Q4FA( 3O( 3 b#M! M 43*#M! M! M NM43" :dd44% JVM03Od&1Q &Wat is je beroep?'44e%fysiotherapeut'verpleegkundigee1@T@e xp 3 6NMM?0Z]3`<0  A"<??3`  4`  5` 6@3d23 M NM4 3Q: H"Op welke afdeling ben je werkzaam?Q ;Q ;Q3_4E4D $% M 3O&4Q4$% M 3O&5Q4FA1w 3O1w 3 b#M!  O43*#M! M! M NM43" :dd44% V M03O&6Q'44eee **>@ A  dMbP?_*+%"??iU>@ A  dMbP?_*+%"??iU>@  ՜.+,D՜.+,P  PXt | Fontys Hogescholene1 Blad1Blad2Blad3 Grafiek1  Werkbladen Grafieken 6> _PID_GUIDAN{C1777161-69D5-11D7-B5E7-0002B33B17E6};Gh }φɑԉi0nW ^Ʒ}[:cOh+~)g-YVx?v5!$ubw|G(FR7~)'ubw|Z('A/c? )1>F_ qvJOZ݌x%nT}Xz9MDcu d;=㸚/qe_"qWSϙn~qY շ!z9WPم_dSc(dZ O1Og b5:m|tVŻ@kOs_Bky-KcO6.#p>W5"'z3Nr~_ɦVx&#v5|ZlN X';FxܯdS+'p>WZl֧9/+? ?ƈq>WZlNNpExܯdS+\`ĉܮ~#'gN7Mr+? w3ܮ~g q9ς&W~ƖK< ʭr]"o5 ȩrSʸtB ^BPky9 l+Mo6+}يwmO  g3zs=]\_VzFjx;7!<Ü 3#<'wEuVq>I)cL /_ t Kut1Z 巻rn~_Nɹ܀_vۗ*p{gNBE4mfW'gS3YJ`^~W[ 3“(9cŌTD,AfZ[sڱ3l0o3v&"Z@T)}Oni>? F,TMZ+Dt.?Iqc ]N*_/|:|TVRw]*}Hjjt9#=2zv܇®"(}U <(|@_wer ΕU{ډ[~v2.tb׷V}!-7;t/G!̹n/4Z`/7gG Dw5g>އS>q\_@{j3:ߨPHK 5Y5kWvc;ve~=w۩$jήnUoA]ݣ|0f\n?梻k;hn@.[֎Zu҉_BFsAJ^JxߋȹzVZ6W5um-B]wJ| -o Rsm, jWozzz֥ݷg]n]=Y]7ָV}m]GVo۳!_[#N41TablegSummaryInformation(DocumentSummaryInformation8(CompObj4j i>@> StandaardCJ_HaJmHsHtH:@: Kop 1$@&5OJQJ\^JtH 0@0 Kop 2$@& CJPJaJ6@6 Kop 3$@&5CJPJ\aJ>@> Kop 4$@&6CJOJQJ]^JtH .@. Kop 5$@& 5>*\(@( Kop 6$@&>*6@6 Kop 7$@&6]mH sH u.@. Kop 8$@& 6CJ], @, Kop 9 $@&>*CJDA@D Standaardalinea-lettertype0B@0 Platte tekstCJPP@P Platte tekst 2 B* CJOJQJ\^JphtH RR@R Platte tekst inspringen 2 ^CJJC@"J Platte tekst inspringen ^:Q@2: Platte tekst 3$a$CJ.U@A. Hyperlink >*B*phlS@Rl Platte tekst inspringen 3$ 0j j ^j a$ CJaJtH >V@a> GevolgdeHyperlink >*B* ph8@r8 Koptekst  9r OJQJ()@( Paginanummer: @: Voettekst  9r OJQJ<'@< Verwijzing opmerkingCJ66 Tekst opmerkingCJ0>@0 Titel$a$ 5CJaJFYF Documentstructuur-D  CJOJQJ2"2 Bijschrift$a$5$7q#%agPEKIFMNOQRDSCd$7q#%(     l.zA+],]6D%q%Awmw -&-k8__NoOoag&LuǚBk8aR  !"#$%&'(*+,7GTab !"#$%&'(3CP]^| )456W X GR[*!+!6!!$X%Y%g%u'v'w'x'''')+!.j.k.l.z.{......../E/o//////000c00001 1P1Q11111111 2;2c222223P3Q3|3334 424`4a4444525x5y555465666a6b666'7(7^7778`888(9s99999::C:d:{::::;?;i;;; <1<d<<<<.=/=E=F=^=_========>>:>;>k>l>m>>>>>>>>7?q???#@\@@@@A8AoAtAzAAAAAEEFVGWGIKKKNUQVQeQQMTVXZZ[w\x\\ ] ] ] ]]])]*]+],]q_r_s___j?j{jjjj k k+kLkMkgkkkkkkk}mmVnneoopp;ppq$qcqqqq_r`rrrrs!WXYABqrzr0rst*d69?._SZ[\ymG^|*012346789:;<=~JKsoz -S\*NR>yzs5pn o  Z[{&Cm{2_B S" b !$C%D%o%p%q%(!)")#)[)\)++D+./s15688:@CEEEKMPSSSW_sgtgg}i~ijkkkll^n_nnnpq&suuu@wAwjwkwmwnwowyyyzz||G|ԃPQjkӌ3V4ȟstƭǭOP]AB?i¶KϹй,GasJefG+"fq89t)*k+01hdeq      nDEj'()|iTbkl "$W)X)--&-'-(-...!/"/333@3A3444F4G4j8k8l8m8|8}8~8X9Y9Z9999;^;\<<O==>??@@@@@@bBEE=FzFFFG"G#G$G%G&G/G0G1GHNPPPPPQQKQLQcQQQQQR,RgRhRRRRR S5SaSbSrS~SSSSGTqTrTTT>?{*+,UV¨èĨŨƨǨȨɨʨ˨̨ͨΨϨШѨҨӨԨը֨STUʪLqԫ)V|Ԭ5b pqrs|}"#lm°ðװذٰڰ۰-.^_ʱױ01|²ѲҲ hڳ۳ijŴƴ=>̵ 67IJRSlm׶ض#$bcdeFGHqr۸ܸݸ޸,n !ABCDEFGHIKLֻYhxƼּ)9ܽ?UV۾)GH<:Vu )t-;JNW|+:J~9HXY@eqyJKBTyF8967tu'6F&6 o~L[k3BRSu7Uuv7Rp  IJKLb?c- Vabd7, $>?H 8MMNO C}~G/\9:O,-;qr};9LI}~>?@x\]I8c(`82>_iB}$%v @ A   V   t&X_l<`a89Eqr{v!!"""$$$v&w&&v'w''''>+?+L+M+Z+++,5,6,?,,,,U----&.... /%0&010001222<4=4X4555t8888:::9:<<Y<Z<c<?????@@@@@@6A7A>AABBB CeC:DDDEFFF6H7HPHJ@KAKKKhLiL|LLxNNNNARBRORPR]RRRS8S9SDSS'T\TTToUpUyU^V_VkVV,WXYYYYc[d[}[]]]^^^_`aaa7a]a{aaaaaaaaabbbb@bAbBbCbPbQbtbubvbwbbbbbbbbbbbbbcc"c#cFcGcHcIcrcsccccccccccccccc+d,d8d9d:d;dd?dBdodpdqddddddddddddddFeneoereseveeeeeeeeeeeeeefff7f8f:f?f@fJfKfUfVf]f^fefffpfqf{fffffffffffffgg gg+g=g>g@gbg0000000000000000000000000000000000000000(0(00,0,(00T0T0T0T0T0T0T0T0T0T0000000000000000000(00(0((0 0P0]0]0]0]0]0]00)0)0)0)0)0)0)0)0)0)0)0)0)0)0)0)0)0000000000000000000000000000x'0x'0x'0x'0x'0x'0x'`0x'(x'x'z.x'..X.X......X.//X.X.000000X.000X.Q1Q1Q1Q1.8181111181222281Q3Q3Q3 Q3 Q3 4..a4a4a4a4a48a4x5x5x5x5....b6b6b68b6(7(7(7(7(7(b68888(b69(b69999999999999999999999999999999999999.....>>>>>....#@#@#@#@#@#@#@@tA0tA0tA0tA0tA0tA0tA0tA0tA0tA0tA0tA0tA0tA0tA0tA80tA0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ`0VQ`0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ 0VQ 0VQ 0VQ 0VQ 0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0VQ0tA0k0k 0k 0k 0k 0k0k0k0k 0 k 0 k0k0k 0 k 0 k 0 k 0k0k0k 0k 0k 0k 0k0k0tA0=s0=s0=s0=s 0=s0=s 0=s 0=s 0=s0=s0=s0=s0=s0=s0=s0tA0} 0} 0}0} 0} 0} 0} 0} 0} 0} 0} 0 }0}(0}H0ʀH0ʀ0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀0̀ 0̀ 0̀ 0̀ 0̀ 0̀0̀ 0̀ 0̀ 0̀ 0̀ 0 ̀ 0 ̀ 0 ̀0̀0̀H0ʀH0ʀ0Y0Y0Y0Y0Y0Y0Y0Y0Y0Y0Y0Y0Y0Y0Y0Y0Y(0}0t0t0t0t0t0t00000H0000 0 0000000 0 0 0 0 00 0 0 0 000000\0\0\0\0\0\0\ 0\ 0\ 0\ 0\ 0\ 0\0\0\0\0\0\0\0\0\ 0\0 0 0 0 0  0 0*0*`0*0*0*0*0*0*0*@0*0*0*0*0*0*0*0*0*0*0*0*0*0*0*0*0*0*0*0*0*0*0*0*0*0*0*0*0*0*0*H0*H0*H0*000000000000X00>0>0>0>0>0>0>0>>0>0>0>0>0>0>0>0>0>0>0>0>0>i 0>i 0>i 0>i 0>i 0>0>0>0>0>0>0>0> 0> 0> 0>0>0>0>0>0>0>0>H0*00000 0 0 0 0 0000`000`00000000[)0[)0[)0[)0[)0[)0[)0[)0[)0[)0[)0[)0[)0[)0[)0[)0[)0[)0[)0[)80[)0S0S0S0S0S0S0S0S0S0S0S0S00l0l0l0l0l0l0l0l0l0l`0l0l0l@0l0l0mw0mw0mw0mw0l0y0y0y0y0y0y0y0y0y0y0y0y0y0y0y80y080y00000000000000000(0y0(0y(0y(0y(0y(0y0(0y0P0P0P0P0P0P 0P 0 P 0 P 0 P 0 P0P0P0P0P0P 0 P 0P 0P 0P0P0P0P0P0P0P0P0P0P0P0P(0y(0y080`000000000000000000000000000000000000000X00*0*X000X000X001X0X00000X00000000`0(0 0 0 0 0 0 0 !0 0 !0 !0 0 0 !0 0 !0 !0 !0 !0 !0 !0 !0  0 0 0 0 0 0`0X)@00-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-`0-0-00l80l80l80l80l80l80l80l80l80l80l80l80l80l80l80l80l80l80l80l80l80@0l80@0@0@0@0@0@0@0@0@0@0@0@0@0@0@0@0@0@0@0@0@0l80l80P0Ph0P0Q0Q0Q0Q0Q0Q0Q0Q0Q0Q0Q0Qh0P0R0R0R80P0 S0 S0 S80P0rS0rS0rS0rS0rS0rS0rS0rS0rS0rS0rS0rS0rS0rS0rS0rS0rS0rS0rS0l80V0V0V00V0VH0V0W0W0W0V0bW0bW0bW80bW0W0W0W0W0W0W0W0W0W0W0W0W0W0W0W0W0W0W0W0W0W0W0W0W0W0W(0bW0Z0Z0Z0Z0Z0Z0Z0Z80Z0[0[0[0V0B\0V0V0V0\0\0\0\0\0\0\0V0V0 ^0 ^0 ^0 ^0 ^0V0^0^`0V`0V0V0_0_(0_(0_0\_0\_0\_0\_0\_0\_0\_(0_0X`0X`& 0X`& 0X`& 0X`& 0X`& 0X`& 0X`& 0X`& 0X`& 0X`& 0 X`& 0 X`& 0 X`0X`0X`0X`80X`80X`0g0g0g0g0g0g0g0g0g0g0gX0g0i0i0i0i0ih0i0zjh0ih0i0j0j0j0j0j0j0j0jh0i0Yl0Yl0Yl0Yl0Yl0Yl0Yl0Yl0Yl0Yl0Yl0Yl0Yl' 0Yl0Yl' 0Yl0Yl`0Yl`0Yl0Yl0Yl0Ylh0i0o0o0o0o0o0o0o0o0o0o0o0o0o0o0o0o0o0o0o0o0o0o0o0o0o(0_0t0t80t0hu0hu0hu0huX0hu0Gv0Gv0Gv0Gv0Gv00& 0 Uw& 0 Uw& 0Uw& 0Uw& 0Uw& 0Uw& 0Uw& 0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw0Uw00z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z0z(0z00000000000800x 00x 00x 00x 000000 00x 00x 00x 00000000000000000H00p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0px 0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0px 0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0px 0 p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0p0px 0 p0p0p0p0p0p0p(0z00 000x 0 0x 0 0x 0 0x 00x 0000 00x 00x 00x 0000 0000x 00x 00x 00x 00x 00000x 00x 00x 000000x0x00Ax 0A0Ax 0A0Ax 0A0A0A0A0A0A0A0Ax 0A0Ax 0A0Ax 0 A0Ax 0!A0Ax 0"A0Ax 0#A0Ax 0$A0Ax 0%A0A0A0A0A0A0A0A0A0A0A0A0A0A0A0A0A0A0A0A0A0A0Ax0x00u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u`0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u0u000000000000000000000000000000000000(00x0x0x0x0x0x0x0x0x0x0x0x80x80x0bx 0&b0bx 0'b0bx 0(b0bx 0)b0bx 0*b0b0b0b0b80x0x 0+0x 0,0x 0-0x 0.0x 0/00000000H0000000000000000000000 00000000000000000000000000000000000000x 0000000000000x 0100000000000x 0200000000000x 03000000000(00 0 0 0 0 0 x 04 0 x 05 0 x 06 0 x 07 0 x 08 0 0 0 0 0 0 x 09 0 x 0: 0 0 0 0 0 0 0 x 0; 0 x 0< 0 0 0 0 0 0 0 x 0= 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 x 0> 0 x 0? 0 x 0@ 0 x 0A 0 x 0B 0 0 0 0 0 x 0C 0 x 0D 0 x 0E 0 0 0 0 0 0 0 x 0F 0 x 0G 0 x 0H 0 x 0I 0 x 0J 0 x 0K 0 x 0L 0 x 0M 0 0 0 0 0 x0 0x 0N0x 0O0x 0P000000000000x0 x0 x 0 x0 x0 0n0n0n0n0n0n0n0n0n0n0n0n0n0n0n0n0n0n80 80 80 80 00000000 000000 0000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0N0Nx0N00000000000000000000000000000000000000000000000000000x0N0v0v0v0v0v0v0v0v0v0v0v0v0v0v0v0v(0N0 0 0 0 0 0 0 0 0 00000H0000000 0000000X0X000000h00?0?0?0?0?0?' 0?0?' 0?0?0?0?0?0?0? 0?0?00000 0~ 0~ 0~ 0~0~0~ 0~0~0~0~0~0~0~ 0~0~0~0~0~0~0~0~0~0~0~0~0~0~ 0~0~0~0~0~0~0~00000~0000000~0~0~0~0~0~0~0~00@0@ 0@ 0@ 0@ 0@ 0\@ 0\@ 0\@ 0\@ 0\@ 0\@0 0 0 0000 0 0 0 0 02 03 03 03 03 03 000000&0& 0& 0& 0& 0& 0& 0& 0& 0& 0& 0& 0& 0& 0&0&0&0& 0& 0& 0& 0& 0& 0& 0& 0& 0& 0 & 0 & 0 &0&0& 0 &000000000060(0K000Z0Z00000C0C00000000000000##0##0##0##0##0##000000%(0%((0%(000+0+00\,0\,00,0,00-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-000000000000020200404007607607607607607607607600:0:0:00<0<(0<000X@0X@00@0@00AA0AA0AA0AA0AA0AA00B0B0B0B0B00]E0]E00G0G00H0H0H0H0H0H0H0H0H0H0H00(O0(O(0(O000R0R00_S0_S00S0S0S0S0S0S0S0S0S0S00V0V0V0V0V0V00@Z0@Z00[0[0[0[0[0[0[0[0[0[0[' 0[' 0' 0' 0000000000x000000x000000x000000x0000000080000000x000000x000000000@0@@0@0@@@@@@@0@@@0@@0@@0@@0@@0@@0@@0@@0@@0@@0@@0@@0@0@0@0@0@@0@0@0@0@@0@0@0@0 000000000000000000000 FFFFFFFFFFFFFFFFggggggkkkmmmDDDDDDHHHHHHLLLLLL[[[[[[__y+9[Dj C)}=Ya$cviI]??0R;h@jak %,28>BGK^+/4|7^; @BI ajlmgot%}/͍Zp)Wj{Pe")2^?"KUXt[5^`Kc^inrw`{~ԇpK_ʛ\j6d>Ȭ#j6Au q#/<8DKOyYefgohnijjak     !"#$&'()*+-./01345679:;<=?@ACDEFHIJL`k  !!%!I!W!~!!!_]]]] ^^%^T^m^t^^^^^^^__agXXXXXXXXX 8?B!!T!T (:ef?2$kly,(O~s2$\Ar<_XY2$?cCy`'  0e0e     A@  A5% 8c8c     ?A)BCD|E||S"@%er(   " C xA`D:\PFiles\MSOffice\Clipart\corpbas\j0078820.wmf"" # C xA`D:\PFiles\MSOffice\Clipart\corpbas\j0078820.wmf"#b C c $CA  ?"!#V D # D"  V E # E" V F # F" >2 G  ">2 H  "b I C I" VB J C D"b K C K" VB L C D"b M C M" b N C N" b O C O"  b P C P"  b Q C  Q"   \ R 3  R"  h S@ S  S"  \B T S D"\B U@ S D"VB V@ C D"\B W S D"VB X C D"VB Y C D"\B Z S D" VB [ C D" VB \ C D" VB ] C D" ^  ~BCDEF@S" _  ~BCxDEFx@3" `  ~BC8DEF8@3" a  ~BCDEF@S" c \W3fԔ?Samen op weg naar een betere communicatieArial Black"\ d 3 "  e C xA`D:\PFiles\MSOffice\Clipart\corpbas\j0078809.wmf"B S  ?(bfffffffffffffffffffffffffffffՃz]agcH ! te<!Tdl%D%tS - .t^ t_lt]lltD HtRtQ@ t\HltZ tO:t[88tNGO tMtY88QtTlltF tGhWTCtIhWtKP?tHP<tJhyTyt`tLP1<1ta8" tW8S8tXl l&tV8\ tE\ ,HHtUHtP,tCOR 4" #C T# #W T OLE_LINK2YgbgZgbg,1=FGMTZ (-9BCIPVmst{8L& + , 2       # ; B c l q v *?bvRWCWA%V%%%'(H(Q(!.l.44>>>>>>??D?y?|???+@/@d@i@@@@@@@@@A!A@AEAM*MganaklAHQS{ " l      &Cb!i!r""""""""""""""""##(#/#?$E$M$U$V$]$$$F)Z)`/m/o/{/|////>FKFFFkLpLMMCMOMTTuTTcVyV{{eieoȱͱٱڱõѵӵԵصٵ2ABJƸ 6ABGHQRYamnuv{w̿пۿܿ:G0*?%(  W`?M  p        e y   6Cp9Mm!q!! "H$R$b$h$o$u$)*w;;<$<|==GHH HHHP&PPQQ;QLQQQQQQQQ5R>R?RCRDRKRPRWRkRqRRRRRRRRRRRSS]TfT@UHUUUUUUU VVJV\VVVVVVV WWWWWWWW2XzX~XXXXXY]YYYYYYZ&Z:ZGZZZ[+[2[[[[[[[[\\#\(\\\\\\]!])];]D]E]K]p^^ _#_4_H___``aaAeHePeVe^edeffhhhhi iiijIjKj`jbjJkLkkkkkll1m3mXmZmmmpppprrrrDsFsssuu v vvvvv"w(wyym΂Ղciԙݙ"#(6?@FTZbhxQWX`ƺ̺Ժں28dlzžھ}  KKUY#bh,.$&"'   r\frzFIS[     ns,4jm.. //BAHAqAwAUUUUVV VVVVXX`aJaSaaabbCbIb}bbbbccc!cscxcycccccc+d-d5dCdXdcdndeeeeeeeff+f9f:f?fffff_gbgZ<c<??BBDEFF7HPHAKKKiLLNNBRPR9SDST'TTTYYd[}[]]+dxee9f:f>f@fIfKf\f^foffffffffg.gg?gbg_\\EHVA-FSTU-001\SDATA\USERS\7726EA2C\Mijn documenten\eindverslagcommunicatieplancze28-05-03.docQC:\windows\TEMP\AutoHerstel-versie van eindverslagcommunicatieplancze28-05-03.asd_\\EHVA-FSTU-001\SDATA\USERS\7726EA2C\Mijn documenten\eindverslagcommunicatieplancze28-05-03.docQC:\windows\TEMP\AutoHerstel-versie van eindverslagcommunicatieplancze28-05-03.asd_\\EHVA-FSTU-001\SDATA\USERS\7726EA2C\Mijn documenten\eindverslagcommunicatieplancze28-05-03.doc_\\EHVA-FSTU-001\SDATA\USERS\7726EA2C\Mijn documenten\eindverslagcommunicatieplancze28-05-03.doc_\\EHVA-FSTU-001\SDATA\USERS\7726EA2C\Mijn documenten\eindverslagcommunicatieplancze28-05-03.doc_\\EHVA-FSTU-001\SDATA\USERS\7726EA2C\Mijn documenten\eindverslagcommunicatieplancze28-05-03.doc annikadewit_\\EHVA-FSTU-001\SDATA\USERS\7726EA2C\Mijn documenten\eindverslagcommunicatieplancze28-05-03.doc B.C. Maas%C:\eindverslagcommunicatieplancze.doc|v } ~q 2O@`N (.&!",~a'^VTF_Du*B(x\QNo5"b?l9(z}Ә#'?\A*B(S~jrf1]@{%[e\.jj.Ȑ*Q!Z6F_u2Ah޹+U{n7#uy|%E j#̇\= xt_Y *B(} *B(- oWn \QNWwr *B(TW X2. r~\D L@5Hh <Ij "j n Q XN }k   [0Gr,M P[T >(UlB^rs=D"a-8Wz9|kB h,K\,MU*B(s-]-y~m"]u ) $jf*6BR4;(E7\QN}NCl#{?z / xHTX%6 Y{IbPN|+p|Zk;lQN4ANpb @`cI *B(M\̇\p =5 u t!DRJi!5i!pzBaw"㾻\"tfnP" y>x@#\QNkS#*B(,i#*B(#5\T$$, &Hl&,S <`B&ԐR2' ; (\QN w(Xp({7w(x8|6~( F{e(fd"M4[)|cGr)`b5)p, h+++|VY+Y~+P#+.l B,Z,;,\QN$z,:*t->-6fg(~-=m5-*Rb9-\-U g-KS-*B(+w@.L0(/1 4/(jl/n#0B^cf0\QN31L261s4ZK1q;1OY220Nu92 2.&2{o3~|*4{BmE4f6RE%595;f1X5q562 6<<K6^K62BR6vdD|7\QN;H7d*<vO;{;0:"< B;<\`W>3 >z1nz}>j`5 >,| >Vn>Ew'?rVAr?b#{?t #?J洛c?|.j @styn@\QN`q@!T@K[xh@Ď0)2>Aإ| AI*L$@A*B(UADZDZWE0ۖ E,E*B(E'E $G:>G;n{Hh HKa-,Hz-{Ixv*yJ*B(7 J-NJvJJJ*B(')KV@>\;K^tK,RK.v|K*B(*B LA L0 HLƸ0KLČL٢[GkL-15$M*B(BM\QN\hMT7 ^M6n9%N9M&N\QN"N-N<dMNҶ[ Ou+O@G̒Y1_O+T4iO\QNEOKx3 O$5OOPѠ"%fP*B(6HnPzPK,Q~> fQy]1Q2NQ^`&Q r( Y<ƠE|Y\Is$0Z56Z^z Z\QNnZ*B(@6[B[׾ny0[BoUzr[R`[6'*[ĆS[b[8[`_\:*t-/\|H]G'@]*B(]>,]耄l^& J_Z  2k`8w`vdaDia~r a$aإ| ,b{0bc0c- fcb dZKKeVf}e pFeއZeV4A`f@pO_f S ff} fڨddf!fQgi#gExgghIa Fh`pYh\QNh\h+e\ik,l+Ck\X_l5lY{(lTSOl*B(TlEvl*B(ol8Sm,m("(mz(ṅ\hnM|nbA'enpMn^SohYo|D>GoxzJ"oڊ0|ocboԲ%:pth:nRpXEv$}q0*~]nqV%IrЎ>rlts?tp,vf(th9t*B(8Ut\QNdt{(tlOqudFJ\^uzevu+{zv,vx֜i"vx`]xT`9~x*B(1x*B(oy~E/yD4X2Vy<w5y j0y{AJ^z ?zi`zas{3`a{إ|!{O6|R<l|6Х|bT@|\QNz| iV|"iD}&n [K}*#v ~`0~B:~{k~\QN@~!)b!:px^`.^`.^`.^`. ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(hh^h`. hh^h`OJQJo(*^`.^`.p^p`.@ ^@ `.^`.^`.^`.^`.^`.^`.p^p`.@ ^@ `.^`.^`.^`.^`.^`.^`.p^p`.@ ^@ `.^`.^`.^`.^`.^`.^`.p^p`.@ ^@ `.^`.^`.^`.^`.^`.^`.p^p`.@ ^@ `.^`.^`.^`.^`.808^8`0o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.)?)^)`?o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.^`OJPJQJ^Jo(- ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(^`OJPJQJ^Jo(-^`.pp^p`.@ @ ^@ `.^`.^`.^`.^`.PP^P`. hh^h`OJQJo(?^`?o(-?^`?o(-?^`?o(.^`OJPJQJ^Jo(- ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(,,^,`o(.hh^h`o(hh^h`o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... `^``o(........?^`?o(-?^`?o(!?!^!`?o(.0^`0o(..0^`0o(...   ^ `o( ....   ^ `o( .....  ` ^ ``o( ...... @`@^@``o(....... `^``o(........  ^ `o(-^`OJPJQJ^Jo(- ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(hh^h`CJo(. ^`B*o(ph.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.?^`?o()?)^)`?6o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L. hh^h`o(. hh^h`OJQJo(hh^h`o(hh^h`o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... ^`o(........^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.  ^ `o(- ^`B*o(ph.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.^`o(.hh^h`o(hh^h`o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... `^``o(........?^`?o(-^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.?^`?o(-?^`?o(- hh^h`OJQJo(?^`?o(-?^`?o(-^`OJPJQJ^Jo(-^`.pp^p`.@ @ ^@ `.^`.^`.^`.^`.PP^P`.^`OJPJQJ^Jo( ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(?^`?o(?^`?o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... `^``o(........?^`?!?!^!`?.0^`0..0^`0...   ^ ` ....   ^ ` .....  ` ^ `` ...... @`@^@``....... `^``........  ^ `o(-,,^,`o(-hh^h`o(.M^`Mo(M^`Mo(.0^`0o(..0^`0o(...   ^ `o( ....   ^ `o( .....  ` ^ ``o( ...... @`@^@``o(....... `^``o(........ hh^h`OJQJo(hh^h`.?^`?o(?^`?o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... `^``o(........  ^ `o(-^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.?^`?o(-^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.0^`0o(000^0`0o(.0^`0o(..0^`0o(...   ^ `o( ....   ^ `o( .....  ` ^ ``o( ...... @`@^@``o(....... `^``o(........ hh^h`OJQJo(^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.h^`ho(.^`o(.OO^O`o(..0^`0o(...0^`0o(....   ^ `o( .....   ^ `o( ......  ` ^ ``o(....... @`@^@``o(......      !"#$%&'()*+,-./012345689:;<=>?@ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ[\]^_`abcdefghijklmnopqrstuvwxyz{|}~.. ^`o(.........?^`?o(-?^`?5CJOJQJRHo(^`OJPJQJ^Jo(- ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(^`6o(.OO^O`6o(..0^`06o(...0^`06o(....   ^ `6o( .....   ^ `6o( ......  ` ^ ``6o(....... @`@^@``6o(........ ^`6o(.........^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.^`OJPJQJ^Jo(- ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.?^`?.#?#^#`?..0^`0...0^`0....   ^ ` ..... " " ^" ` ......  ` ^ ``....... N`N^N``........ ^`.........hh^h`o(hh^h`o(.0^`0o(..88^8`o(... 88^8`o( .... `^``o( ..... `^``o( ...... ^`o(....... pp^p`o(........?^`?o(-  ^ `OJPJQJ^Jo(-   ^ `OJQJo(o ww^w`OJQJo( GG^G`OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o W!W!^W!`OJQJo(  ^ `o(-?^`?o(.)?)^)`?6o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.^`o(.^`o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........hh^h`o(.  ^ `o(-hh^h`o(. hh^h`OJQJo(?^`?6.!?!^!`?6..0^`06...0^`06....   ^ `6 .....   ^ `6 ......  ` ^ ``6....... @`@^@``6........ ^`6.........^`OJPJQJ^Jo( ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(hh^h`o(.^`OJPJQJ^Jo(- ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(  ^ `o(-?^`?o(- 808^8`0o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.  ^ `5OJPJQJ^Jo(-   ^ `OJQJo(o ww^w`OJQJo( GG^G`OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o W!W!^W!`OJQJo(^`6o(.OO^O`6o(..0^`06o(...0^`06o(....   ^ `6o( .....   ^ `6o( ......  ` ^ ``6o(....... @`@^@``6o(........ ^`6o(.........?^`?o(-?^`?o(-::^:`o(::^:`o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... `^``o(........^`OJPJQJ^Jo( ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(?^`?o(?^`?o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ?^`?5>*o(. ?^`?5>*o(.. 0^`05>*o(... 0^`05>*o(.... 88^8`5>*o( ..... 88^8`5>*o( ...... `^``5>*o(.......  `^``5>*o(........  ^`5>*o(.........hh^h`o(.hh^h`o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........?^`?o(.?^`?o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........hh^h`o(.^`o(.^`o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........)?)^)`?o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.hh^h`o(hh^h`o(.0^`0o(..0^`0o(... 0^`0o( .... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ hh^h`OJQJo()?)^)`?6o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.hh^h`o(.?^`?o(-?^`?o(-^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.hh^h`o(.?^`?o(?^`?o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... `^``o(........M^`Mo(M^`Mo(.0^`0o(..0^`0o(...   ^ `o( ....   ^ `o( .....  ` ^ ``o( ...... @`@^@``o(....... `^``o(........?^`?o(.?^`?o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........?^`?o(?^`?o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... `^``o(........^`o(.OO^O`o(..0^`0o(...0^`0o(....   ^ `o( .....   ^ `o( ......  ` ^ ``o(....... @`@^@``o(........ ^`o(.........hh^h`o(.?^`?o(.?^`?o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........?^`?o(-?^`?o(-?^`?o(-  ^ `o(. hh^h`OJQJo(?^`?6o(.!?!^!`?6o(..0^`06o(...0^`06o(....   ^ `6o( .....   ^ `6o( ......  ` ^ ``6o(....... @`@^@``6o(........ ^`6o(.........0^`0o(.  ^ `OJPJQJ^Jo(-   ^ `OJQJo(o ww^w`OJQJo( GG^G`OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o W!W!^W!`OJQJo(?^`?o()^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.?^`?o(-hh^h`o(-  ^ `o(-hh^h`o(-k^`k6o(k^`k6o(.0^`06o(..0^`06o(... 0^`06o( .... 88^8`6o( ..... 88^8`6o( ...... `^``6o(....... `^``6o(......../^`/o(.0^`0o(..0^`0o(...88^8`o(.... `^``o( ..... `^``o( ...... ^`o(....... pp^p`o(........ pp^p`o(.........^`6o(-^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.::^:`o(::^:`o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... `^``o(........?^`?CJo(88^8`o(.^`. L ^ `L.  ^ `.xx^x`.HLH^H`L.^`.^`.L^`L.?^`?o(.0^`0o(..0^`0o(...88^8`o(.... 88^8`o( ..... `^``o( ...... ^`o(....... ^`o(........ pp^p`o(.........^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.::^:`5o(::^:`5o(.0^`05o(..0^`05o(... 0^`05o( .... 88^8`5o( ..... 88^8`5o( ...... `^``5o(....... `^``5o(........ hh^h`OJQJo(hh^h`o(.?^`?o(-?^`?CJo(1^`OJPJQJ^Jo(- ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(hh^h`o(.808^8`0o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.hh^h`>*o(.?^`?o(?^`?o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... ^`o(........hh^h`o(hh^h`o(.0^`0o(..0^`0o(... 0^`0o( .... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........?^`?o(-^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.hh^h`5o(hh^h`5o(.0^`05o(..0^`05o(... 0^`05o( .... 88^8`5o( ..... 88^8`5o( ...... `^``5o(....... `^``5o(........?^`?o(.?^`?CJo(.0^`0CJo(..0^`0CJo(...88^8`CJo(.... 88^8`CJo( ..... `^``CJo( ...... `^``CJo(....... ^`CJo(........ ^`CJo(.........^`o(^`o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... ^`o(........?^`?o(- hh^h`OJQJo(?^`?o(?^`?o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... ^`o(........hh^h`o(hh^h`o(.0^`0o(..0^`0o(... 0^`0o( .... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ hh^h`OJQJo( hh^h`OJQJo(?^`?.!?!^!`?..0^`0...0^`0....   ^ ` .....   ^ ` ......  ` ^ ``....... @`@^@``........ ^`......... hh^h`OJQJo( hh^h`OJQJo(  ^ `o(-hh^h`o(hh^h`o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... `^``o(........  ^ `o(-^`OJPJQJ^Jo( ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo( hh^h`OJQJo(hh^h`o(hh^h`o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... `^``o(........hh^h`. hh^h`OJQJo(M^`Mo(M^`Mo(.0^`0o(..0^`0o(...   ^ `o( ....   ^ `o( .....  ` ^ ``o( ...... @`@^@``o(....... `^``o(........?^`?o(.!?!^!`?o(..0^`0o(...0^`0o(....   ^ `o( .....   ^ `o( ......  ` ^ ``o(....... @`@^@``o(........ ^`o(.........?^`?o(?^`?o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... `^``o(........z^`zo(z^`zo(.0^`0o(..0^`0o(... 0^`0o( .... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........?^`?o(-?^`?o(.?^`?o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........hh^h`o())^)`o(.R0R^R`0o(.. 0 ^ `0o(... <<^<`o( .... ^`o( ..... &`&^&``o( ...... `^``o(....... `^``o(........hh^h`.  ^ `o(- hh^h`OJQJo(?^`?o(.++^+`o(.++^+`o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... 88^8`o(....... `^``o(........ `^``o(......... hh^h`OJQJo(^`>*o(^`o(.^`o(.808^8`0o(..808^8`0o(... ^`o( .... ^`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... pp^p`o(........^`o(.^`o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........  ^ `OJPJQJ^Jo(-   ^ `OJQJo(o ww^w`OJQJo( GG^G`OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o W!W!^W!`OJQJo(^`OJPJQJ^Jo(- ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(  ^ `o(.  ^ `o(.pLp^p`L.@@^@`.^`.L^`L.^`.^`.P!LP!^P!`L.  ^ `o(-  ^ `o(-::^:`>*o(^`OJPJQJ^Jo(- ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo()?)^)`?o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.^`OJPJQJ^Jo(- ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(^`6o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.?^`?o(-^`5o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L. ^`B*o(ph.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.M^`Mo(M^`Mo(.0^`0o(..0^`0o(...   ^ `o( ....   ^ `o( .....  ` ^ ``o( ...... @`@^@``o(....... `^``o(........ , ^ `,o(.::^:`5o(^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.?^`?o(.?^`?o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........?^`?.?^`?..0^`0...0^`0.... 88^8` ..... 88^8` ...... `^``....... `^``........ ^`.........?^`?o(.?^`?o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........~^`~o(.?^`?o(.?^`?o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........^`o(-hh^h`o(?^`?o(- hh^h`OJQJo(^`OJPJQJ^Jo(- ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(::^:`o(-?^`?o(-?^`?o(.?^`?o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........?^`?o(-^`OJPJQJ^Jo(- ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo( hh^h`OJQJo((^`o(^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L. hh^h`OJQJo(?^`?o(-^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.?^`?o(.?^`?o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........^`OJPJQJ^Jo(- ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(hh^h`o(.hh^h`o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........?^`?o(.?^`?o(.?^`?o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........::^:`o(?^`?o(-?^`?5CJOJQJRHo(k^`k5o(k^`k5o(.0^`05o(..0^`05o(... 0^`05o( .... 88^8`5o( ..... 88^8`5o( ...... `^``5o(....... `^``5o(........ hh^h`OJQJo(?^`?o(-\^`\o(hh^h`o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... ^`o(........ hh^h`OJQJo(\^`\o(.::^:`o(::^:`o(.0^`0o(..0^`0o(... 0^`0o( .... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........?^`?o(-^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.hh^h`o(hh^h`o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... `^``o(........^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.808^8`0o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.^`OJPJQJ^Jo(- ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(?^`?5CJOJQJRHo(?^`?o(-?^`?o(-hh^h`o(.hh^h`o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... `^``o(........^`OJPJQJ^Jo(- ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(?^`?o(.?^`?o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........?^`?o(- hh^h`OJQJo(?^`?o(.hh^h`5o(::^:`o(.0^`0o(..0^`0o(... 0^`0o( .... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........^`CJo(.^`CJo(..0^`0CJo(...0^`0CJo(.... 88^8`CJo( ..... 88^8`CJo( ...... `^``CJo(....... `^``CJo(........ ^`CJo(.........  ^ `o(-?^`?CJo(?^`?o(-?^`?o(?^`?o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... `^``o(........?^`?o(.?^`?o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(......... hh^h`OJQJo(s^`s.?^`?o(- hh^h`OJQJo( hh^h`OJQJo(?^`?o(.?^`?o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........)?)^)`?OJPJQJ^Jo(- ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(^`o(.OO^O`o(..0^`0o(...0^`0o(....   ^ `o( .....   ^ `o( ......  ` ^ ``o(....... @`@^@``o(........ ^`o(.........++^+`o(.0^`0o(..0^`0o(...88^8`o(.... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... ^`o(........ ^`o(.........^`o(.^`o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........hh^h`5o(hh^h`5o(.0^`05o(..0^`05o(... 0^`05o( .... 88^8`5o( ..... 88^8`5o( ...... `^``5o(....... `^``5o(........^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.++^+`o(.0^`0o(..0^`0o(...88^8`o(.... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... ^`o(........ ^`o(......... hh^h`OJQJo(?^`?o(.808^8`0CJOJ PJQJ ^Jo( ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(?^`?o(-^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.?^`?o(.?^`?o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........?^`?o(-hh^h`o(.^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L. 0^`0o(.hh^h`o(.++^+`5o(++^+`5o(.0^`05o(..0^`05o(... 0^`05o( .... 88^8`5o( ..... 88^8`5o( ...... `^``5o(....... `^``5o(........ hh^h`OJQJo(?^`?o(.?^`?o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........?^`?o(.!?!^!`?o(..0^`0o(...0^`0o(....   ^ `o( .....   ^ `o( ......  ` ^ ``o(....... @`@^@``o(........ ^`o(.........hh^h`o(.hh^h`o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........hh^h`o(.hh^h`o(. hh^h`OJQJo(^`>*o(.^`>*o(..0^`0>*o(...0^`0>*o(.... 88^8`>*o( ..... 88^8`>*o( ...... `^``>*o(....... `^``>*o(........ ^`>*o(.........^`o(.OO^O`o(..0^`0o(...0^`0o(....   ^ `o( .....   ^ `o( ......  ` ^ ``o(....... @`@^@``o(........ ^`o(.........++^+`o(.++^+`o(.0^`0o(..0^`0o(... 0^`0o( .... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........hh^h`.\^`\o(.hh^h`o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... `^``o(........0^`0o(.000^0`0o(..0^`0o(...0^`0o(....   ^ `o( .....   ^ `o( ......  ` ^ ``o(....... @`@^@``o(........ ^`o(.........))^)`o(-^`o(.^`o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........?^`?CJo(.?^`?o(-?^`?o(- ?^`?o(.?^`?>*o(.?^`?>*o(..0^`0>*o(...0^`0>*o(.... 88^8`>*o( ..... 88^8`>*o( ...... `^``>*o(....... `^``>*o(........ ^`>*o(.........?^`?.?^`?..0^`0...0^`0.... 88^8` ..... 88^8` ...... `^``....... `^``........ ^`.........  ^ `OJPJQJ^Jo(-   ^ `OJQJo(o ww^w`OJQJo( GG^G`OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o W!W!^W!`OJQJo()?)^)`?6o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.)?)^)`?6o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.^`o(->^`>6o(.>^`>6o(..0^`06o(...0^`06o(.... 88^8`6o( ..... 88^8`6o( ...... 88^8`6o(....... `^``6o(........ `^``6o(.........?^`?CJo(1^`o(.OO^O`o(..0^`0o(...0^`0o(....   ^ `o( .....   ^ `o( ......  ` ^ ``o(....... @`@^@``o(........ ^`o(.........hh^h`o(.hh^h`o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... `^``o(........?^`?o(-^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L. ?^`?o(.  ^ `o(-++^+`o(.0^`0o(..0^`0o(...88^8`o(.... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... ^`o(........ ^`o(.........\^`\o(hh^h`. hh^h`OJQJo(hh^h`o(.)?)^)`?OJPJQJ^Jo(- ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(?^`?o(-  ^ `o(-hh^h`>*o(.^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L. )?)^)`?o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.  ^ `o(-@ 0@ ^@ `0OJ PJQJ ^Jo(   ^ `OJQJo(o xx^x`OJQJo( HH^H`OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o X X ^X `OJQJo( hh^h`>*o(^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.hh^h`o(.0^`0o(..0^`0o(...88^8`o(.... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... ^`o(........ ^`o(.........]^`]o(.0^`0o(..0^`0o(...88^8`o(.... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... ^`o(........ ^`o(.........?^`?o(?^`?o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... `^``o(........^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.k^`ko(.0^`0o(..0^`0o(...88^8`o(.... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... ^`o(........ pp^p`o(......... hh^h`OJQJo( hh^h`OJQJo( hh^h`OJQJo( hh^h`OJQJo()?)^)`?o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.\^`\o(hh^h`o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... ^`o(........hh^h`o(.?^`?o(-  ^ `o(.?^`?CJo(  ^ `o(.?^`?o(?^`?o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... `^``o(........hh^h`o(hh^h`o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... `^``o(........ hh^h`OJQJo(?^`?6.!?!^!`?6..0^`06...0^`06....   ^ `6 .....   ^ `6 ......  ` ^ ``6....... @`@^@``6........ ^`6......... hh^h`OJQJo(?^`?o(- hh^h`OJQJo(?^`?o(-^`o(. ^`5CJo(.. 808^8`05CJo(... 808^8`05CJo(.... ^`5CJo( ..... ^`5CJo( ...... `^``5CJo(.......  `^``5CJo(........  pp^p`5CJo(.........hh^h`o(.hh^h`CJo(^`CJo(. 0 ^ `0CJo(..'0'^'`0CJo(... ^`CJo( ....   ^ `CJo( ..... N `N ^N ``CJo( ...... k `k ^k ``CJo(....... ^`CJo(........^`OJPJQJ^Jo(- ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(?^`?o(-^`o(.^`o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........^`OJPJQJ^Jo(- ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(WW^W`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L. hh^h`OJQJo(hh^h`CJo(.?^`?o(!?!^!`?o(.0^`0o(..0^`0o(...   ^ `o( ....   ^ `o( .....  ` ^ ``o( ...... @`@^@``o(....... `^``o(........hh^h`o(hh^h`o(.0^`0o(..0^`0o(... 0^`0o( .... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........hh^h`o(hh^h`o(.0^`0o(..0^`0o(... 88^8`o( .... 88^8`o( ..... `^``o( ...... `^``o(....... `^``o(........?^`?o(.!?!^!`?o(..0^`0o(...0^`0o(....   ^ `o( .....   ^ `o( ......  ` ^ ``o(....... @`@^@``o(........ ^`o(.........^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.808^8`0o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L. 88^8`B*o(ph.^`. L ^ `L.  ^ `.xx^x`.HLH^H`L.^`.^`.L^`L. )?)^)`?o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.^`OJPJQJ^Jo(- ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L. hh^h`OJQJo(?^`?o(.!?!^!`?o(..0^`0o(...0^`0o(....   ^ `o( .....   ^ `o( ......  ` ^ ``o(....... @`@^@``o(........ ^`o(.........^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.?^`?.#?#^#`?..0^`0...0^`0....   ^ ` ..... " " ^" ` ......  ` ^ ``....... N`N^N``........ ^`.........hh^h`o(hh^h`o(.0^`0o(..0^`0o(... 0^`0o( .... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........?^`?o(-?^`?o(-  ^ `o(-tMt^t`Mo(.^`o(.^`o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........&^`&o(.:&:^:`&o(..0^`0o(...0^`0o(....   ^ `o( .....   ^ `o( ......  ` ^ ``o(....... @`@^@``o(........ ^`o(.........?^`?CJo(hh^h`o(hh^h`o(.0^`0o(..88^8`o(... 88^8`o( .... `^``o( ..... `^``o( ...... ^`o(....... pp^p`o(........hh^h`o(.^`o(..@ 0@ ^@ `0o(...x0x^x`0o(.... ^`o( ..... PP^P`o( ...... ^`o(....... (#`(#^(#``o(........ `'``'^`'``o(.........hh^h`o(.hh^h`o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(......... ^`B*o(ph.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.?^`?o(-?^`?o(-hh^h`o(- ^`o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.^`o(.OO^O`o(..0^`0o(...0^`0o(....   ^ `o( .....   ^ `o( ......  ` ^ ``o(....... @`@^@``o(........ ^`o(.........  ^ `OJPJQJ^Jo(-   ^ `OJQJo(o ww^w`OJQJo( GG^G`OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o W!W!^W!`OJQJo(  ^ `o(- ?^`?OJQJo(^`6o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L. hh^h`OJQJo(^`OJPJQJ^Jo(- ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(?^`?o(-hh^h`o(hh^h`o(.0^`0o(..88^8`o(... 88^8`o( .... `^``o( ..... `^``o( ...... ^`o(....... p      !"#$p^p`o(........?^`?o(.?^`?o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........hh^h`o(.hh^h`o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........  ^ `OJPJQJ^Jo(-   ^ `OJQJo(o ww^w`OJQJo( GG^G`OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o W!W!^W!`OJQJo(?^`?o(-M^`M6o(M^`M6o(.0^`06o(..0^`06o(... 88^8`6o( .... 88^8`6o( ..... `^``6o( ...... `^``6o(....... `^``6o(........^`OJPJQJ^Jo(- ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(808^8`0o(.^`.pLp^p`L.@ @ ^@ `.^`.L^`L.^`.^`.PLP^P`L.  ^ `o(-?^`?o(.?^`?o(..0^`0o(...0^`0o(.... 88^8`o( ..... 88^8`o( ...... `^``o(....... `^``o(........ ^`o(.........^`OJPJQJ^Jo( ^`OJQJo(o pp^p`OJQJo( @ @ ^@ `OJQJo( ^`OJQJo(o ^`OJQJo( ^`OJQJo( ^`OJQJo(o PP^P`OJQJo(  ^ `o(-?^`?o(- hh^h`OJQJo(hh^h`.?^`?.!?!^!`?..0^`0...0^`0....   ^ ` .....   ^ ` ......  ` ^ ``....... @`@^@``........ ^`......... hh^h`OJQJo(TW = _D > ?tl> Hh > ;? Ew'?P? b!:? 2? +4@ y0[@ 5l@  zR J_} fl/{e(_DTW 6|K,Q#v ~;H7 > #?cGjtU P[v==D5 >n%IrnRpc0c f+w@.ZRcbo2'*[*B L+[[SltshnHY+M|nLl9) "<nq!T@i!} XB[<K6iV|1QBaw"2Vym,5jX9VS~jmE'E]|k HL%['^`<`]x;<K<?zq*Qp^MN/ `[> @~+S[ZWEc?Q/\ yn#04A`fNQz|[ O#s$0Z2Ai"v9J S*6WGSenGr)KL!D}%:pKKem5-]+ &=5 h,Kn*UbDs$}qfcE/y0~BmE4* ;-,H/DV0|o\^u\"ITDia% Fh(~-,]@6[nV w(TW A _DdA ?tA Hh A ;HB Ew'?B b!:B 2,C +xC y0[C 5lD Ar?H]F6F_\-O_fj @%XN 2 6;!>t!'( YCk95a-7w(UAd[ [M4[)\D kEOi!>-as{{H9%N$G3 OP"L261A LK38J"oo3y\hM 2k`wXFe:z9~}|j.E|YK6u *9 H 4/Q cIlQ\D >#{? S5\T$=\9osR8JJ(l5OO_lu92@~~E%5Mni`z V!f5VTldf<`B&gh^tK6HnPQgu+OdN')K-{I5)Y.&2j0y]@dtB:~#Up(|*4 ,bvO;E=8xh@AJ^zs-]UlBGkL7 J- OY2PN|u\;K E`q@q56>r31j V78BM$a"Nx@#oWn x8UtpYhz Ztyn@;,^cf0M&Nk~zP;1}HR 2i#gl B,?z6ZZD}e(z}(tIbD; (7T@|}k vda'@]%fP9t7#nZJ|,=!)-No0wJ} S-TSOlUAw`^So\o5",mn j# BZ~;Ij J[]90bb9-P;(/BR6^KdMN+z}>?9NJ>GoX4ZK1e\i[K}AclX/G-VZ,Sm1Uef?=,v 16R g-f(t|6~(8[w5yF1l&}NCn:zr[|~Exg= ,Mh#Y=; aoy000hD u@h ^`OJQJo(D @h 8^8`OJQJo(Oh+'0 $ @ L X dpxInhoudsopgaveonho Hendriksgavendend Normal.dotv B.C. Maasv4C.Microsoft Word 9.0@@@| %@rɨ)@gvx>}՜.+,D՜.+,8 hp|  ino Inhoudsopgave Titel 8@ _PID_HLINKSAH6|http://www.wgbo.nl/"2http://www.pubmed.com/njhttp://www.picarta.nl/d} http://www.fontys.nl/mediatheek@ http://www.doconline.com/qz ;http://www.amc.uva.nl/EN/OtherOrganisations/dcc/SR-RCT.pdfd} http://www.fontys.nl/mediatheekBhttp://www.pubmed.nl/http://www.doconline.nl/r"0D:\PFiles\MSOffice\Clipart\corpbas\j0078820.wmfr#0D:\PFiles\MSOffice\Clipart\corpbas\j0078820.wmf{ e0D:\PFiles\MSOffice\Clipart\corpbas\j0078809.wmf  FMicrosoft Word-document MSWordDocWord.Document.89qgghh hj?j{jjjj k k+kLkMkgkkk͈Έc͉̉Ή߉123ES`aȋՋ֋@ABCXfstȍɍT܎uvw !*d+d9fbg@Hag@@Unknown Gz Times New Roman5Symbol3& z Arial?& Arial BlackI& ??Arial Unicode MSe   Cooper BlackBookman Old Style5& zaTahoma?5 z Courier New;Wingdings?Wingdings 2"1vFxvLuf}n!20do2 InhoudsopgaveHendriks B.C. Maas