Samenvatting

In deze scriptie staat beschreven hoe onderzocht is welke vettingmethodiek (digitale identiteitscontrole) het beste past binnen de organisatorische randvoorwaarden van de Radboud Universiteit. Voordat dit beantwoord kon worden, moesten de volgende aspecten onderzocht worden:
- Wat zijn de organisatorische randvoorwaarden;
- Welke normen zijn van belang voor de vettingmethodiek;
- Welke vettingmethodieken zijn er en hoe scoren deze;
- Een praktijkvoorbeeld waarin de werking van de vettingmethodiek wordt aangegeven en hoe het beheer hiervan is belegd;
Om deze aspecten te onderzoeken werd er een kwalitatief onderzoek uitgevoerd. Om onderzoeksvraag 1 en 2 te beantwoorden zijn er een twee interviews gehouden. Bij onderzoeksvraag 2 werd documentanalyse gebruikt om de genoemde normen uit het interview verder uit te zoeken en te bekijken op toepasbaarheid. Onderzoeksvraag 3 is beantwoord door middel van een documentanalyse, het rapport “Remote Vetting for SCSA” is daarvoor onderzocht en de best beoordeelde vettingmethodieken uit het rapport zijn beoordeeld met de toetsingscriteria van de Radboud Universiteit. Onderzoeksvraag 4 werd beantwoord door een interview te houden met collega-instelling het Windesheim te Zwolle.
Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat SURFsecureID het beste past binnen deze organisatorische randvoorwaarden. Daarnaast is de ISO 27001 belangrijk voor de vettingmethodiek en heeft het Windesheim te Zwolle als praktijkvoorbeeld gediend.