Samenvatting

In het gebied van de vereniging Noardlike Fryske Wâlden wordt snoeihout en rietsluik vaak verbrand, wat schadelijk is voor het milieu. Daarom werd onderzocht of er duurzamere en rendabele alternatieven zijn die ook praktisch uitvoerbaar zijn voor beheerders. Er zijn vier alternatieven vergeleken met verbranden: takkenril, composteren, en het gebruik van houtsnippers in een biomassacentrale of als bodembedekker. Deze zijn beoordeeld op emissies, verwaardingswaarde, kosten en arbeidsuren via bureauonderzoek en enquêtes onder beheerders.Uit de multicriteria-analyse blijkt dat composteren het gunstigst scoort, zowel bij zelf versnipperen als bij uitbesteden. Verbranden komt in beide gevallen als minst gunstig uit de bus. De enquête onder beheerders toont echter dat de biomassacentrale als meest haalbaar wordt gezien, gevolgd door takkenril, composteren en bodembedekker. Toch geven veel beheerders nog steeds de voorkeur aan verbranden.Een alternatief scenario waarin de helft wordt gecomposteerd en de andere helft naar de biomassacentrale gaat, levert aanzienlijke CO2-reductie en financiële baten op, maar vergt meer arbeidsuren. Tot slot wordt aanbevolen om vervolgonderzoek te doen naar de praktische toepassing van alternatieven en om beheerders beter te informeren en betrekken bij mogelijke veranderingen.