ONDERZOEK NAAR KENNIS EN COMPETENTIES OMTRENT DE GGZ EN DE PSYCHIATRIE ONDER DE BEGELEIDERS VAN AVELEIJN ROHAAN
Een inventariserend onderzoek naar de gesteldheid en beleving van de aanwezige kennis en competenties van de GGZ/ psychiatrie bij de begeleiding van Aveleijn RohaanONDERZOEK NAAR KENNIS EN COMPETENTIES OMTRENT DE GGZ EN DE PSYCHIATRIE ONDER DE BEGELEIDERS VAN AVELEIJN ROHAAN
Een inventariserend onderzoek naar de gesteldheid en beleving van de aanwezige kennis en competenties van de GGZ/ psychiatrie bij de begeleiding van Aveleijn RohaanSamenvatting
Samenvatting
InleidingIn dit kwalitatieve onderzoek is er onderzocht hoe het gesteld is met de kennis en competenties onder de werknemers van Aveleijn Rohaan. Op deze locatie wordt intensieve behandeling en begeleiding geboden aan cliënten met een complexe hulpvraag. De aanleiding van het onderzoek is hierin dat de cliënten met een verstandelijke beperking steeds vaker ziektebeelden hebben die onder de ggz en psychiatrie vallen. MethodeDoor gebruik te maken van een enquête en interview zijn er resultaten verzameld. Op de enquête zijn er vijfentwintig respondenten te tellen. De locatie zelf kent zesenveertig werknemers. Voor de interviews zijn er verschillende functies van de locatie geïnterviewd. Te weten een senior begeleider, twee persoonlijk begeleiders en twee ondersteunend begeleiders. ResultatenWerknemers van Aveleijn Rohaan geven te kennen dat zij meer behoefte aan kennis en competenties omtrent de ggz en psychiatrie. Daarnaast geven de werknemers te kennen dat zij meer handvatten geboden willen krijgen omtrent de ggz en psychiatrie. De werknemers geven ook aan dat zij een betere communicatie wensen tussen het team en de gedragswetenschapper. Volgens de respondenten ligt de rol hierin bij de manager. Het merendeel van de respondenten geven aan dat meer kennis en competenties omtrent de ggz en psychiatrie de werkdruk kunnen verlagen.
ConclusiesTen eerste wordt er geconcludeerd dat niet alle werknemers eenduidig kunnen aangeven met welke problematiek zij op Aveleijn Rohaan te maken hebben. Ten tweede wordt de conclusie getrokken dat de behoefte van werknemers op dit moment voornamelijk ligt in kennis omtrent psychoses en waanideeën. Als derde conclusie wordt er gesteld dat er te weinig handvatten worden geboden. Hierin stellen de respondenten dat dit de verantwoordelijkheid is van de gedragswetenschapper.
DiscussieHet onderzoek is enkel toepasbaar op de locatie Aveleijn Rohaan. Dit wil zeggen dat het onderzoek niet extern valide is. Dit komt doordat dit onderzoek zich focust op de IBB locatie Rohaan, waar er complexe hulpvragen aanwezig zijn. Uit het onderzoek is gebleken dat werknemers wellicht sociaal gewenste antwoorden geven in de enquête. Dit is gesteld doordat de antwoorden van de interviews de enquête tegenspreken. Daarnaast is er geconcludeerd dat de werknemers niet voldoende eigen initiatief tonen. Om de probleemstelling op te kunnen lossen moet er van uit de driehoek meer initiatief worden getoond. Dus zowel de manager, gedragswetenschapper als de teams zouden zich meer moeten inzetten om gezamenlijk de probleemstelling te verbeteren.
AanbevelingenDe eerste aanbeveling richt zicht tot de basis kennis omtrent de problematiek op Rohaan. Elke werknemer zou moeten weten met welke problematiek hij of zij werkt. De tweede aanbeveling richt zich tot de gedragswetenschappers. De werknemers geven aan kennis te willen over psychoses en wanen. Hierin ligt de grootste verantwoordelijkheid bij de gedragswetenschappers, maar de werknemer moet hierin ook actief blijven door de reflectieve praktijk in te zetten. De derde aanb
Organisatie | Saxion |
Opleiding | Sociaal Pedagogische Hulpverlening |
Datum | 2018-07-01 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |