Samenvatting

Het doel van dit onderzoek is om de stemming en het beroepsmatig functioneren van vrouwen met een myoom tijdens een medicamenteuze behandeling te onderzoeken. Daarmee is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: ‘Wat is de invloed van de medicamenteuze behandeling op de stemming en het beroepsmatig functioneren van vrouwen met een myoom, die binnen de FeM-poli worden behandeld?’
 
Om een antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag zijn de kwantitatieve gegevens van zowel een voor- als ook een nameting verzameld. Het gaat om de gegevens van vrouwen met een myoom die in behandeling zijn (geweest) bij de FeM-poli. De steekproef bestaat uit 50 vrouwen die tussen de 42 en 67 jaar zijn. De respondenten hebben gedurende 12 maanden een medicamenteuze behandeling gehad ter vermindering van de klachten.
 
Met de resultaten van dit onderzoek kan er niet met zekerheid gezegd worden dat de medicamenteuze behandeling leidt tot een reductie wat betreft de depressieve symptomen en het ziekteverzuim. Er kan wel gezegd worden dat er meer vrouwen zijn die na de medicamenteuze behandeling geen depressieve symptomen hebben. Het aantal respondenten die na de behandeling van 12 maanden geen ziekteverzuim heeft, is gelijk. Er is geen positieve samenhang tussen de mate van de depressieve symptomen en het ziekteverzuim.
 
Op basis hiervan wordt aanbevolen om specifiek aandacht te besteden aan vrouwen met depressieve symptomen. Hiermee kan dan ook het ziekteverzuim verminderd worden. Hierbij kan er gedacht worden aan interventies, trainingen of voorlichtingen.
Een eventueel vervolgonderzoek zou gericht kunnen worden op het effect van de medicamenteuze behandeling in een klinische trial. Hierbij is het van belang dat er sprake is van een gerandomiseerd onderzoek en er een controlegroep aanwezig is.