Effectmeting, Planning & Organisatie
Effectmeting, Planning & Organisatie
Samenvatting
Het zorgadvies team (ZAT) van de Christelijke scholengemeenschap Reggesteyn heeft geconstateerd dat er veel leerlingen in de bovenbouw afstromen of blijven zitten waarvan in de onderbouw nooit het idee bestond dat ze niet het juiste niveau bezaten. Het ZAT denkt dat deze tegenvallende resultaten het gevolg zijn van nog onvoldoende ontwikkelde planvaardigheden en dus niet van een te laag intelligentieniveau. In de bovenbouw moeten leerlingen meer plannen, leren en doen en neemt de geboden structuur af, er wordt verwacht dat leerlingen zelf keuzes maken en gaan plannen. Plannen is een onderdeel van de executieve functies, en deze zijn pas rond het vijfentwintigste levensjaar volledig ontwikkeld. Executieve functies staan los van de intelligentie, maar het valt te verwachten dat bij het instromen in de bovenbouw leerlingen verschillen met betrekking tot de ontwikkelingsgraad van deze functies. In dit onderzoek is gekeken hoe de planvaardigheden, meer specifiek, het werkgeheugen en de planning, van leerlingen in onderbouw getraind en verbeterd kunnen worden, zodat ze zich in de bovenbouw beter kunnen verweren tegen de hogere eisen aan hun planvaardigheden, zodat de tegenvallende resultaten zullen uitblijven. Uit de literatuur komt naar voren dat het spelen van (bord)spellen de ontwikkeling van executieve functies kan faciliteren. In welke mate heeft het spelen van bordspellen een effect op de planvaardigheden van havoleerlingen van CSG Reggesteyn tussen de 12 en 14 jaar oud?’. Er is gekeken of het spelen van bordspellen die een beroep doen op de planvaardigheden bijdraagt aan de ontwikkeling hiervan. Om antwoord te kunnen geven op deze vraag is er een experiment uitgevoerd bij twee havo 2 klassen; de een als controlegroep en de ander als experimentele groep. Voorafgaand aan het onderzoek is er begonnen met een voormeting die bestond uit de BRIEF vragenlijst; zelfrapportage en oudervragenlijst. Deze voormeting werd aangevuld met de Dierentuin-plattegrondtest uit de BADS. Vijf maanden lang werd er eenmaal per week tijdens de mentorles 30 minuten een bordspel gespeeld door de experimentele groep. De controle groep speelde geen spelletjes, maar volgde ‘gewoon’ de mentorles. De nameting bestond uit dezelfde testen als de voormeting. Uit de resultaten van de testen bleek dat de planvaardigheden bij de experimentele groep inderdaad significant beter waren geworden (p < 0,05). Opvallend genoeg hadden de leerlingen niet de indruk dat ze betere planvaardigheid hadden; op de BRIEF, die naar een mening vraagt, werd er geen verschil waargenomen (of zelfs een achteruitgang). De ontwikkeling die de leerlingen hebben gemaakt in planvaardigheden is dus nog niet merkbaar bij de leerlingen zelf, of hun ouders. Op basis hiervan wordt aanbevolen om in volgend onderzoek de frequentie van de trainingen te verhogen. Door meer trainingen in te plannen en de pauzes tussen twee trainingen te verkleinen zou men meer ontwikkeling verwachten.
Organisatie | Saxion |
Opleiding | Toegepaste Psychologie |
Datum | 2018-04-01 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |