De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Op de hoogte van heuvels

Inventariserend en Karterend onderzoek naar potentiële grafheuvels in het noordelijke gemeente gebied van Arnhem

Open access

Op de hoogte van heuvels

Inventariserend en Karterend onderzoek naar potentiële grafheuvels in het noordelijke gemeente gebied van Arnhem

Open access

Samenvatting

Econsultancy Doetinchem voert in het noordelijke deel van het gemeentegebied van Arnhem met enige regelmaat projecten uit. Bij deze projecten dient, volgens de archeologische verwachtingskaart van de gemeente Arnhem, altijd rekening gehouden te worden met aanwezigheid van grafheuvels. In dit afstudeeronderzoek wordt onderzocht of deze verwachting nader gedefinieerd kan worden, of dat wellicht nuances kunnen worden aangebracht aan deze trefkans. De hoofdvraag van dit onderzoek is dan ook welke conclusies er te trekken zijn over de vele tientallen en tot heden nog ongedefinieerde kleine heuvelvormige elementen die zichtbaar zijn binnen het noordelijke deel van het gemeentegebied van Arnhem. Grafheuvels zijn heuvelvormige objecten die hebben gediend als begraafplek. Een grafheuvel bestond uit een primair graf waarover een heuvel werd opgeworpen. In latere perioden kwam het voor dat bijzettingen werden gedaan (secundaire graven). In circa 2.800 voor Christus begon men met het begraven van doden onder een heuvellichaam. Dit gebruik eindigde in de loop van de Midden-Bronstijd en Late-Bronstijd met de intrede van urnenvelden, waarin de crematieresten van elke dode apart in een urn werden bijgezet onder een klein heuveltje. Wel kwam het voor dat doden in urnen werden bijgezet in oude grafheuvels. In de IJzertijd en Romeinse tijd zijn er in het huidige Nederland ook grafheuvels opgericht. In dit afstudeeronderzoek wordt echter gekeken naar wat al bekend is over grafheuvels uit het Neolithicum en de Bronstijd in midden-Nederland, in het bijzonder in het gebied van de Veluwe, omdat dat ook de focus is van het afstudeeronderzoek. Grafheuvels werden veelal opgebouwd uit plaggen. Hoe deze plaggen eruit zagen, had te maken met de bodem waaruit ze gewonnen werden. Het is waarschijnlijk dat plaggen uit de naaste omgeving van de grafheuvel werden gebruikt. Het wordt aangenomen dat in laatneolithische grafheuvels plaggen van bosbodems gebruikt werden. Bij gebrek aan podzolering in mineralogisch rijke bosbodems (de zogenaamde moderpodzolen/bruine bosgronden) is een duidelijke plaggenstructuur echter moeilijk te herkennen. In latere perioden ontstonden, voornamelijk ten gevolge van antropogene invloeden, open plekken in de bossen, waarin podzolering optrad. In latere grafheuvels zijn deze zogenaamde heideplaggen te herkennen. Naast het verschil in plaggen is er ook nog onderscheid in bouwstijl te zien. Over verschillende perioden waren verschillende bouwstijlen dominant. Zo is er veel verschil te zien in bijvoorbeeld gebruik van greppels of houten structuren zoals paalkransen. In het Neolithicum en de Bronstijd, bestond het landschap in Nederland uit een parkachtig landschap, waarbij open plekken werden afgewisseld door bossen met een dicht bladerdak. De prehistorische mens bedreef in deze perioden landbouw en het was bezig met het ontginnen van land. Dit deed men, naast kappen met bijlen, onder andere met de slash and burn methode waarbij in grote stukken landschap het bos door middel van vuur verwijderd werd. Vervolgens werd dit vruchtbare landschap gecultiveerd. Dit had veel invloed op het landschap en creëerde vele open plekken die, nadat ze (op)gebruikt waren en verlaten werden, uiteindelijk veranderden in heidevelden en open bossen (successie richting gesloten bos). Er bestaat veel onzekerheid over de plek van grafheuvels binnen het landschap. Uit pollenanalyses is gebleken dat (waarschijnlijk veel) grafheuvels werden opgeworpen op plekken waar de heide al ontstaan was. Dat wil zeggen dat men gronden gebruikte die niet meer gebruikt werden voor agrarische doeleinden. Wel is het gebleken dat men deze gronden onderhield door er vee op te weiden. De plek binnen het leefgebied van deze gemeenschap is ook onzeker. Aan de ene kant zou je verwachten dat grafheuvels een aparte plaats kregen in het landschap. Hier kunnen de heuvels een rituele functie hebben, weg van de gemeenschap. Aan de andere kant zou je kunnen beweren dat men het liefst

Toon meer
OrganisatieSaxion
OpleidingArcheologie
Datum2023-08-01
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk