Nattigheid telt
Verantwoordingsdocument opgesteld aan de hand van een inventarisatie van metaalvondsten uit de late prehistorie (2400-800 v.Chr.) in de gemeente 's-Hertogenbosch "Het Bossche Broek" en gemeente VughtNattigheid telt
Verantwoordingsdocument opgesteld aan de hand van een inventarisatie van metaalvondsten uit de late prehistorie (2400-800 v.Chr.) in de gemeente 's-Hertogenbosch "Het Bossche Broek" en gemeente VughtSamenvatting
Vanuit de opleiding Archeologie van Saxion Hogeschool is in opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en Erfgoed 's-Hertogenbosch een onderzoek gedaan naar laatprehistorisch metaal uit de Bronstijd. Het betreft bronzen bijlen, speren en zwaarden die op opmerkelijke locaties worden gevonden. Gebieden die onder invloed staan van water zijn de voornaamste plekken waar deze objecten worden gevonden. Twee van deze gebieden zijn "Het Bossche Broek" en "De Moerputten", gelegen tussen Vught en 's-Hertogenbosch. De aanwezigheid van verschillende meldingen van bronzen vondsten maakt het interessant om hier naar te kijken. Hieruit volgt de vraag: kunnen laat prehistorische vindplaatsen in "Het Bossche Broek" en "De Moerputten" binnnen de gemeenten Vught en 's-Hertogenbosch worden verwacht?
Om dit te presenteren is een inventarisatie uitgevoerd naar deze voorwerpen in een onderzoeksgebied in Noord-Brabant, de nadruk ligt op "Het Bossche Broek" en "De Moerputten" maar om meer inzicht te krijgen in deze deposities is een groter onderzoeksgebied gebruikt (het gebied van ’s-Hertogenbosch op mesoniveau en oostelijk Noord-Brabant op macroniveau. Fontijn heeft in zijn onderzoek naar metaaldeposities in het Maas-Demer-Scheldegebied een model bedacht waarin hij aangeeft dat sprake moet zijn van selectieve deposities. Daarbij speelt de “natte” context een rol (veel metaaldeposities worden aangetroffen in rivieren, beken, vennen etc.). De aard van de deposities verandert met de afstand tot de nederzetting (bijlen, priemen en sikkels vlakbij – zwaarden en speerpunten op grotere afstand.
De meeste van dit soort vondsten zijn gedaan tijdens metaaldetecties en een deel van deze vondsten zijn terechtgekomen in privécollecties. Niet alle vondstgegevens zijn daardoor bewaard gebleven. Bij het onderzoek is bepaald in welke landschappelijke context de deposities zijn aangetroffen, waarbij de geomorfologische kaart en de AHN-kaart gebruikt zijn. Tijdens het inventariseren zijn op verzoek van de opdrachtgever ook deposities van vuurstenen en natuurstenen bijlen uit het Neolithicum meegenomen. Doel daarvan was vast te stellen of de metaaldeposities volgens eenzelfde patroon plaatsvonden als de eerdere deposities van stenen bijlen. Tenslotte is op mesoniveau ook gekeken naar de metaaldeposities in relatie met locaties waar begravingen, zoals grafheuvels en nederzettingsterreinen zijn aangetroffen, om vast te stellen of de depositiegebieden dichtbij of veraf van deze locaties lagen.
Organisatie | Saxion |
Opleiding | Archeologie |
Datum | 2021-06-01 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |