Samenvatting

Bij de afdeling ART Dongen van GGz Breburg wordt al jarenlang met twee verschillende teams van zorgprofessionals gewerkt. Team A, die begeleiding bood aan cliënten die ambulant in het dorp wonen en team B, die begeleiding bood aan cliënten die klinisch op het terrein wonen. Eind 2019 heeft het management ervoor gekozen om deze teams samen te voegen, om zo de effectiviteit, flexibiliteit en samenwerking van ART Dongen te verbeteren. Na een kritische reflectie is het de zorgprofessionals en het management van ART Dongen toch opgevallen dat de (voorheen) twee verschillende teams nog niet voldoende samenwerken en dat de bovengenoemde doelen nog niet behaald zijn. Dit heeft volgens hen een nadelig effect op de kwaliteit van zorg die zij bieden aan de cliënten en daarom is een hulpvraag aan de onderzoeker gesteld. De onderzoeker heeft een vooronderzoek gemaakt en kwam tot de volgende hoofdvraag voor het praktijkonderzoek:

“Wat hebben de zorgprofessionals van ART Dongen onder andere nodig om als één effectief, zelfsturend team te gaan functioneren, zodat zij effectief kunnen werken aan een gezamenlijk doel en de kwaliteit van zorg kunnen verbeteren?”

Om tot een antwoord op deze hoofdvraag te komen zijn verschillende manier van dataverzameling toegepast. Zo heeft de onderzoeker een literatuurstudie gedaan naar de kenmerken van een effectief, zelfsturend team. Vervolgens heeft de onderzoeker een enquête afgenomen van de zorgprofessionals van ART Dongen over de tevredenheid en wensen over de samenwerking binnen het team en zijn een viertal professionals geïnterviewd voor bredere informatie. Daarnaast is een SWOT analyse gemaakt aan de hand van vragenlijsten die zijn afgenomen van de managers, waarin hen naar de kansen, bedreigingen, sterktes en zwaktes van ART Dongen gevraagd werd. Tot slot heeft de onderzoeker zorgprofessionals van andere ART teams binnen GGz Breburg geïnterviewd om te ontdekken hoe bij hen wordt samengewerkt.

Uit het onderzoek was te concluderen dat de zorgprofessionals saamhorigheid missen in het team en gaven zij aan dat er veel sprake is van individualisme, waardoor de individuele krachten in het team niet gebundeld worden. Deze krachten worden ook niet op de juiste manier ingezet, doordat elke professional dezelfde taken uitvoert op de werkvloer, ondanks de verschillende functies binnen het team. De zorgprofessionals ervaren een slechte manier van communiceren vanuit het management, maar ook binnen het team. Een oorzaak hiervan kan de grootte van het team zijn. Tot slot wordt er door de zorgprofessionals een grote afstand ervaren tussen het management en het team door slechte communicatie en het gebrek aan sturing, handvatten en beleidsstukken. Hierdoor heerst er een cultuur van onduidelijkheid en onzekerheid. De zorgprofessionals van andere ART teams binnen GGz Breburg gaven aan de afstand tussen het management en het team minder te ervaren door de aanwezigheid van senioren of een betrokken verpleegkundig specialist, die als brug dient tussen het management en het team. Daarnaast werken beide teams met subteams of kleinere teams om de risico’s van een grote groep te beperken.

Op basis van deze resultaten heeft de onderzoeker een adviesrapport gemaakt voor de zorgprofessionals van ART Dongen, waarin hen vier aanbevelingen worden gedaan. Het aanwijzen of aannemen van een senior, het implementeren van subteams, het omschrijven van functie-/competentieprofielen en het organiseren van een teamdag. Daarnaast kan eventueel ook een vervolgonderzoek uitgevoerd worden die zich richt op de ervaringen en wensen van de cliënten.