Samenvatting

De overheid heeft als doelstelling om in 2050 een volledig circulaire economie te realiseren (Rijksoverheid, z.d.). Over minder dan 30 jaar moet de bouwsector dan ook volledig circulair zijn. Bij Van der Heijden Bouw & Ontwikkeling en Archifit B.V. merken ze allebei dat door de prijsstijgingen de bouwmaterialen veel duurder worden. Tegelijkertijd moeten de woningen veel duurzamer en meer met het oog op circulair gebouwd worden. Het is lastig om samen met opdrachtgevers of projectontwikkelaars tot een goede combinatie te komen waarin beide aspecten goed aan bod komen.
Uit onderzoek is gebleken dat het verhogen van het niveau van circulariteit zorgt voor een substantiële kostenverhoging. Na onderzoek van Alba en Copper8 (Circulaire handleiding , 2023) blijkt ook dat de investeringskosten voor een circulair gebouw minstens 14 procent hoger zijn dan voor traditionele bouw. Uit deze probleemstelling is de volgende hoofdvraag opgesteld:
Hoe ziet de circulaire seriematige woning eruit, terwijl de bouwkosten van deze woning ten opzichte van de bouwkosten van een huidige circulaire woning zo veel mogelijk reduceren?
Uit het kostenonderzoek van de projecten Den Hoek in Helvoirt en het Venster van Made blijkt dat de circulaire woning met een BCI-score van 56 procent 27,8 procent duurder is dan de traditionele woning van Archifit en Van der Heijden Bouw & Ontwikkeling.
Het doel van het onderzoek is om een circulaire woning te ontwikkelen die toepasbaar is in de seriematige woningbouw waarbij de bouwkosten van deze woning dichter bij de kosten van traditionele woningbouw liggen. De woning heeft minimaal een BCI-score van 60 procent. Hiermee voldoet de woning aan de toekomstige eisen.
Aan de hand van een literatuurstudies, casestudy, interviews en een ontwerpstudie wordt er antwoord gegeven op de hoofdvraag. Aan de hand van het Programma van Eisen en de opgestelde circulaire visie is de Toekomstige Circulaire Woning ontworpen. De toekomstige circulaire woning heeft door het unieke ontwerp en de innovatieve materialen een BCI-Score van 69 procent weten te behalen.
Ook is de Toekomstige Circulaire Woning betreffend de totale bouwkosten gedaald, terwijl de bouwkosten per BVO gestegen zijn. Echter is circulair bouwen ook het reduceren van het gebruik van nieuwe materialen, waardoor kleiner bouwen ook onderdeel is van circulair bouwen. Hierdoor zijn de bouwkosten per m² BVO minder belangrijk dan de totale bouwkosten van de TCW. Het is dus mogelijk om een circulaire woning te ontwikkelen die betreffende de bouwkosten dichter bij traditioneel bouwen ligt. Er is namelijk een positief verschil van 1,3 procent.
In dit onderzoek zijn de installaties buiten beschouwing gelaten. Deze zijn overgenomen uit het project van Den Hoek in Helvoirt. Echter zou vervolgonderzoek kunnen kijken of het mogelijk is om de TCW passief te maken waardoor er geen installaties nodig zijn in de woning. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat de bouwkosten van de TCW omlaag gaan aangezien de installaties een groot deel uitmaken van de bouwkosten, namelijk 29,8 procent van de totale bouwkosten. De Rc-waardes van de TCW zijn namelijk zodanig hoog dat de woning dicht bij een passief huis komt. Hiermee zal niet alleen de BCI-score verder omhoog gaan, maar zullen de kosten nog dichter bij een traditioneel huis komen te liggen. Ook komen we dichter bij het doel van de overheid om in 2050 volledig circulair te zijn.