Samenvatting

Het doel van dit onderzoek is, dat duidelijk wordt wat er binnen stichting Profila Zorg gedaan kan worden om de tevredenheid onder verwanten van cliënten die wonen bij Profila Zorg te verhogen. In dit onderzoek staan verwanten centraal, maar het uiteindelijke doel is het verbeteren van de zorg voor cliënten.

Voor de beantwoording van de hoofdvraag is er ingegaan op drie niveaus van de hulpverlening: macroniveau (samenleving); mesoniveau (organisatie) en microniveau (cliënt).
Als onderzoeksmethode is gebruik gemaakt van literatuuronderzoek, interviews en focusgroep bijeenkomsten met verwanten van cliënten die bij Profila Zorg wonen.

De kern voor het verhogen van tevredenheid bij verwanten, zit in het erkennen van het belang van verwanten, door alle medewerkers en op alle niveaus van de organisatie van Profila Zorg. Hulpverleners dienen verwanten niet te als ‘deskundigen’. Daarmee vormen verwanten een onmisbare schakel in de zorg en begeleiding van de cliënt en dus in de samenwerking met de hulpverlener.

De eerste aanbeveling is om verwanten op te nemen in de ‘kwaliteitsindicatoren’ en ze een prominente plaats te geven in de basismethodiek van de organisatie: 7C Model.
De tweede aanbeveling betreft het trainen van medewerkers over het samenwerken in de driehoek cliënt, verwanten en hulpverlener.
De derde aanbeveling heeft betrekking op informatieverstrekking. Verwanten willen beter geïnformeerd worden over thema’s als: bezuinigingen, verwantenraad et cetera.
Naast de aanbevelingen is een ‘zelfbeoordelinglijst’ ontwikkeld voor hulpverleners binnen Profila Zorg over de samenwerking met verwanten.