De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Nazorg Ex-gedetineerden

Bachelor thesis naar de begeleidingsbehoeften van ex-gedetineerden in de gemeente Eindhoven

Open access

Rechten:

Nazorg Ex-gedetineerden

Bachelor thesis naar de begeleidingsbehoeften van ex-gedetineerden in de gemeente Eindhoven

Open access

Rechten:

Samenvatting

Ongeveer de helft van de ex-gedetineerden in Nederland gaat binnen 2 jaar weer de fout in. In vele gevallen komt dit door de omstandigheden waarin zij opnieuw in terecht komen na hun vrijlating. Om deze cirkel te doorbreken is een vorm van nazorg nodig. Nazorg in Nederland richt zich vooral op de 5 leefgebieden: identiteitsbewijs, werk en inkomen, huisvesting, schulden en zorg (Loosdregt, 2019). Deze 5 voorzieningen zijn noodzakelijk om een goede basis te leggen, maar het is niet altijd genoeg om het gedrag van een ex-gedetineerden te veranderen. In de meeste gevallen is ook een vorm van gedragsverandering nodig, door middel van begeleiding of behandeling. Voor hulpverleners is het regelen van de praktische zaken rondom de 5 leefgebieden een knelpunt door de lange wachttijden, regels en wetten waar zij mee te maken krijgen.
Het doel van het onderzoek was om inzicht te verschaffen in factoren die bijdragen aan recidive en herstel voor ex-gedetineerden in de gemeente Eindhoven, zodat professionals beter kunnen aansluiten bij de begeleidingsbehoeften van ex-gedetineerden en zo de recidivecijfers kunnen verminderen. De onderzoeksvraag was dan ook: “Hoe kunnen professionals in Eindhoven aansluiten bij de begeleidingsbehoeften van ex-gedetineerden na vrijlating om recidive te voorkomen?” Dit is onderzocht door middel van kwalitatief onderzoek, waarbij interviews zijn afgenomen met begeleiders van verschillende instanties (N=6) en ex-gedetineerden (N=4) uit de gemeente Eindhoven.
Begeleiders zagen vooral risicofactoren zoals een achtergrond in verslaving, jeugdtrauma’s, psychische toestand, persoonlijkheidskenmerken en mogelijke verstandelijke beperkingen, maar ook omgevingsfactoren zoals niet voldoende geld hebben, met slechte vrienden omgaan, verveling, en het niet accepteren van hulp in het omgaan met eventuele trauma's en moeilijke situaties. Indicatoren van recidive zijn een gebrek aan contact houden, smoesjes, en dure bezittingen hebben. Bevorderende factoren volgens begeleiders zijn vooral een goede opvang in de periode direct na vrijlating, waarbij basisbehoeften zoals geld, onderdak en begeleiding gegarandeerd moeten worden. In een later stadium zijn legaal inkomen, structuur, stabiliteit, een sociaal netwerk en maatschappelijke betrokkenheid bevorderend. Flexibiliteit en maatwerk zijn essentieel in de begeleiding, waarbij de begeleider duidelijk en eerlijk moet zijn en goed moet luisteren, eigen verantwoordelijkheid en motivatie te stimuleren, en consequenties te zetten. Belemmerende factoren zijn vooral beleidsmatig door een teveel aan procedures en regels, waardoor voor vrijlating niets geregeld kan worden en de geldstroom langzaam op gang komt. Het gebrek aan funding is ook problematisch. In de begeleiding, werken een autoritaire, veeleisende en oordelende houding averechts. Ex-gedetineerden gaven zelf aan dat snel na vrijlating vooral hulp nodig is op gebied van onderdak, inkomen en werk om recidive te voorkomen, omdat een reden voor criminaliteit was dat ze gemakkelijk aan geld kwamen. Zonder basisbehoeften is het verleidelijk om terug te gaan naar oude vrienden en gewoonten. Er bleek veel behoefte aan hulp met praktische zaken, om te leren hoe dingen in de maatschappij precies moeten. Familie kan bevorderend werken, maar niet voor iedereen. Wanneer de ex-gedetineerde hulp accepteerde, moeite deed en bereid was te werken werd recidive vaker voorkomen. Een teveel aan verschillende hulpverleners en afwijzingen van instanties werkte tenslotte belemmerend volgens de geïnterviewden.
Om beter aan te sluiten bij de begeleidingsbehoeften van ex-gedetineerden om recidive te voorkomen, kan meer nadruk gelegd worden op de periode vlak na de vrijlating, waarbij zoveel
mogelijk samengewerkt kan worden met andere instanties om huisvesting, inkomen en werk te garanderen. Het kan helpen om ex-gedetineerden te motiveren om aan zichzelf te werken, wat gemakkelijker gaat wanneer zij eerst praktische hulp ervaren van de begeleiding, bijvoorbeeld in het regelen van schulden. Ook het betrekken van familieleden kan bevorderend werken. Gebaseerd op dit onderzoek wordt aanbevolen om de 72-uur opvang te prioriteren, door voldoende funding beschikbaar te stellen, en het budget te verdelen over het jaar en daardoor het project te waarborgen. Daarnaast zou een nauwere samenwerking tussen instanties met betrekking tot gedeelde huisvesting wenselijk zijn. Tijdens de dagbesteding wordt aanbevolen om concreet sociale en werk-vaardigheden te trainen, om herintegratie te bevorderen en een kans te geven tot opbouwen. Ten slotte kunnen begeleiders meer nadruk leggen op praktische handelingen, zodat ex-gedetineerden gemakkelijker voordelen kunnen zien.

Toon meer
OrganisatieFontys
AfdelingFontys Hogeschool Sociale Studies
Datum2020-08
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk