De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Hieronder vindt u een citaat vanuit het interview met een medewerker, om een indruk te krijgen van de huidige problematiek binnen de instelling waar het onderzoek heeft plaatsgevonden.
“R5: de andere groep, die is eigenlijk een beetje zorgwekkender omdat die wat minder gezien wordt, dat zijn de kinderen die zich terugtrekken. Kinderen die eigenlijk in een hoekje gaan zitten, die in slaap vallen, die zijn niet zo lastig. He weet je, die parkeer je en dat zal wel. Maar in feite vanuit het kind gezien, is die nog minder weerbaar dan het kind wat gaat trekken, gooien smijten, gillen, wat dan ook. En het is vaak zo'n ongeziene groep omdat niet de meest lastige kinderen zijn. Weet je, je legt ze in een kamertje of in de bedbox. En wij hebben daar geen last van”.
Medewerkers binnen instelling X dienen zorg te verlenen aan kinderen met een meervoudige en ernstig meervoudige beperking. Deze kinderen bevinden zich in één groep, waardoor de zorgvragen en zorgzwaarte erg gevarieerd is. Het ene kind kan praten en lopen, heeft bijvoorbeeld behoefte aan schoolse activiteiten terwijl het andere kind in een rolstoel zit, niet zelf kan eten en communicatief afhankelijk is van pictogrammen. Volgens de medewerkers laten kinderen met een meervoudige beperking gedrag zien wat volgens hen te maken heeft met het verdelen van de zorg en de onbalans hierin. De hoofdvraag luidt daarom als volgt: ‘Hoe kan de sociaal agoog binnen instelling X de zorg gelijkmatig verdelen tussen meervoudig beperkte kinderen en ernstig meervoudig beperkte kinderen?’
Het ene kind vraagt veel dagelijkse verzorging en is afhankelijk van de medewerker, terwijl het andere kind pedagogische begeleiding nodig heeft. Over beide doelgroepen dienen de medewerkers kennis en vaardigheden te hebben om op het ontwikkelingsniveau en de behoeftes van het kind in te kunnen spelen. Op dit moment ondervinden medewerkers hierbij problemen. Het gevolg hiervan is dat kinderen bijvoorbeeld gaan gillen, bijten en met spullen gooien. De medewerkers weten niet hoe zij hierop in kunnen spelen, wat zij het kind voor spelmateriaal aan kunnen bieden en hoe zij toch voor beide doelgroepen kunnen zorgen. Het citaat bovenaan de pagina laat tevens zien dat de medewerker zich zorgen maakt over een ernstig meervoudig beperkt kind, ondanks de gesignaleerde problematieken vooral gericht zijn op het meervoudig beperkt kind. Het onderzoek wijst namelijk uit dat beide doelgroepen signalen afgeven en de medewerkers moeite hebben met de gehele combinatie van deze twee doelgroepen. Om deze problemen aan te pakken heeft de onderzoeker literatuuronderzoek gedaan en interviews afgenomen met tien respondenten om een helder beeld te krijgen van de daadwerkelijke problematiek. Vervolgens zijn er resultaten en een conclusie geschreven. Dit maakt overzichtelijk waar het probleem nu écht om draait. Uiteindelijk zijn er aanbevelingen geschreven en aangedragen waarmee de medewerkers aan de slag kunnen gaan. Deze aanbevelingen zijn gepresenteerd, waarop positieve feedback is gekomen. De medewerkers willen zelfs dat de aanbevelingen naar de manager doorgespeeld worden zodat hier daadwerkelijk wat mee gedaan kan worden en zij de mogelijkheid krijgen om kennis en vaardigheden op te doen die bij kunnen dragen aan de balans waar zij op dit moment naar op zoek zijn.

Toon meer
OrganisatieFontys
OpleidingSociale Studies
AfdelingFontys Hogeschool Sociale Studies
Datum2018-06-22
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk