De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Sexting? ‘Onze leerlingen doen daar niet aan!’

Bachelor thesis naar samenwerking in de zorg van (toekomstige) sexting-slachtoffers

Open access

Rechten:

Sexting? ‘Onze leerlingen doen daar niet aan!’

Bachelor thesis naar samenwerking in de zorg van (toekomstige) sexting-slachtoffers

Open access

Rechten:

Samenvatting

De sociale media wereld is de afgelopen jaren flink gegroeid. Het is een steeds belangrijker medium geworden in het mensenleven. Zeker voor de jongeren van nu. Zij worden ook wel de digitale generatie genoemd (Hermes, Naber & Dieleman, 2007). Zij zijn hiermee opgegroeid en gaan razendsnel mee met de trends en ontwikkelingen. Een nieuw fenomeen dat steeds vaker voorkomt de afgelopen jaren, is sexting. Sexting is het versturen van naaktbeelden of video’s via social media, maar dit beeldmateriaal wordt regelmatig ook ongewenst verspreid. In dit onderzoek ligt de focus op deze ongewenste verspreiding van naaktbeelden onder jongeren. Uit onderzoek blijkt dat jongeren nog te weinig woorden voorgelicht door zowel school als ouders (Rutgers, 2017). De gevolgen voor een jongere, wanneer er sprake is geweest van ongewenste verspreiding, kunnen leiden tot depressie, drank- of drugsverslaving of ernstige trauma’s (RTL Nieuws, 2017). Daarnaast is er regelmatige sprake van victim blaming. Dit betekent dat het slachtoffer de schuld krijgt, wordt gepest of familie en vrienden schamen zich voor het slachtoffer.

Het sexting-probleem werd geverifieerd door organisatie Z, Deze organisatie geeft zelf voorlichting op scholen en bij jeugdhulpverleningsinstellingen over onder andere de onderwerpen sexting, grooming en sextortion. Tevens werd het probleem geverifieerd door zorgcoördinator Y van een onderwijsinstelling in de gemeente X.

De uitgebreide probleemanalyse leidde uiteindelijk tot de volgende hoofdvraag:
Hoe kunnen ouders, het voortgezet onderwijs en jeugdhulpverlening in de gemeente X samenwerken in de zorg bij een (toekomstig) sexting-slachtoffer tussen de 12 en 18 jaar oud?
Om een antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag, is er gebruikt gemaakt van het theoretisch kader en wordt deze onderbouwd door de volgende drie deelvragen:
• Hoe ervaren ouders, het voortgezet onderwijs en jeugdhulpverlening de kennis die ze hebben over sexting?
• Hoe ervaren de ouders, het voortgezet onderwijs en jeugdhulpverlening de samenwerking bij een sexting-slachtoffer op dit moment?
• Wat is er nodig om de zorg van een sexting-slachtoffer te optimaliseren?
Vervolgens zijn er tien respondenten gevonden, welke actief zijn in het voortgezet onderwijs of bij jeugdhulpverlening. Zij zijn door middel van kwalitatieve interviews bevraagd. Voor ouders is er een kwalitatief surveyonderzoek opgesteld, met in totaal 17 respondenten.
Uit de resultaten blijkt dat bij zowel ouders als het voortgezet onderwijs onvoldoende kennis bestaat rondom sexting. Kop-in-het-zand gedrag is wat hier sterk naar boven komt. Men wil er niets van weten, zodat ze er niets mee hoeven doen. Bij jeugdhulpverlening wordt er al wel meer getraind omdat hier ook nog medewerkers rondlopen, die helemaal niets van het onderwerp afweten.
De privacywet zorgt op dit moment voor belemmeringen in de samenwerking. Zowel bij collega’s onderling door het anonimiseren wat onduidelijkheden oplevert, als bij de toestemming die nodig is van ouders om zorg te bieden aan een jongere. Om de samenwerking te optimaliseren, zal sexting als eerst genormaliseerd moeten worden. Hierdoor wordt de drempel verlaagd voor jongeren om aan de bel te trekken bij een volwassene, wanneer er ongewenst een foto of video is verspreid (Jacobsen, Kleijer, 2015).

Daarnaast mist er op dit moment nog beleid of een protocol met betrekking tot sexting bij onderwijs- en zorginstellingen binnen de gemeente X. Uit de resultaten blijkt dan ook, dat er een sterke behoefte is aan meer voorlichting en training aan zowel de jongeren als ouders, docenten en hulpverleners over het onderwerp sexting. De conclusie die hieruit volgt is onder andere dat sexting meer genormaliseerd moet worden en de volwassen generatie zijn normen en waarden bij moet schaven. Het is bevordelijk wanneer zij begrijpen waarom jongeren hieraan doen en daarmee voorkomen dat zij zelf aan victim blaming doen. Wanneer deze stap is gezet wordt de drempel verlaagd voor jongeren om hulp te vragen en kan er een goede samenwerking neer worden gezet. Bijvoorbeeld door een duidelijke rolverdeling onder de betrokkenen, die terug te vinden is in een protocol of beleid.

De aanbevelingen zijn gemakkelijk implementeerbaar, mochten de onderwijs- en jeugdhulpinstellingen hier open voor staan. Het gezegde dat centraal staat in de aanbevelingen is dan ook dat men het wiel niet opnieuw hoeft uit te vinden. Er is namelijk al een bestaand sextingprotocol, ontwikkeld door Bureau Jeugd & Media (2015). Hierin staat duidelijk uitgelegd wie welke rol draagt en hoe je een sexting-slachtoffer het beste kan helpen. Om sexting te kunnen normaliseren, moet er meer bekendheid voor het onderwerp komen door middel van voorlichting aan zowel jongeren, ouders, docenten en hupverleners. Er zijn al diverse organisaties die voorlichting hierover geven, het advies is dan ook om hier meer gebruik van te maken. Daarnaast is herhaaldelijke training ook van belang voor hen allen. Voor de volwassenen gaat het dan voornamelijk om inhoudelijke informatie en het aanleren van gesprekstechnieken, zodat er niet onbewust victim blaming kan plaatsvinden. Ook bestaan er al diverse lespakketten over het onderwerp sexting welke docenten kunnen inzetten, bijvoorbeeld tijdens het mentoruur.

Toon meer
OrganisatieFontys
OpleidingSociale Studies
AfdelingFontys Sociale Studies
Datum2019-01-18
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk