Samenvatting

De aanleiding van het onderzoek zijn de maatschappelijke ontwikkelingen. De overgang van de verzorgingsstaat naar de participatiesamenleving, invoering van de Jeugdwet en transitie in de Jeugdzorg waardoor er een evolutie heeft plaatsgevonden binnen de residentiële jeugdzorg op het gebied van systeemgericht werken. Organisatie X is een residentiële jeugdzorginstelling die tegen het probleem aanloopt dat de jeugdzorgwerkers te behandelgroep Y de maatschappelijke evolutie niet kunnen bijbenen waardoor wantrouwen is ontstaan in de triade van ouders, jeugdzorgwerker en de jongere. Door het heersende wantrouwen werken jeugdzorgwerkers en ouders elkaar tegen in hun gezamenlijke doel, namelijk de ontwikkeling van de jongere.
Het doel van dit onderzoek is om kennis en inzicht te bieden in de wijze waarop ouders en jeugdzorgwerkers tegen ouderparticipatie aankijken te behandelgroep Y. Daarbij biedt het onderzoek inzicht in de wensen en behoeftes van de ouders en jeugdzorgwerkers op het gebied van ouderparticipatie om op deze wijze de driehoeksverhouding in balans te brengen.
Hiervoor is de volgende onderzoeksvraag centraal gesteld in het onderzoek: Hoe kunnen jeugdzorgwerkers ouderparticipatie optimaal inzetten te behandelgroep Y zodat ouders en jeugdzorgwerker samenwerken in het kader van de ontwikkeling van de jongere?
Dit onderzoek betreft een kwalitatief onderzoek. De onderzoeker heeft empirische gegevens verzameld die informatie geven over het perspectief van de deelnemers aan het onderzoek. Deze empirische gegevens zijn verzameld door middel van semigestructureerde interviews aan de hand van een topiclijst. De data-analyse heeft plaatsgevonden volgens de richtlijnen die worden beschreven in het boek ‘Analyseren van kwalitatief onderzoek’ van Boeije (2016). De interviews zijn getranscribeerd en gecodeerd. De open, axiale en selectieve codering zijn toegepast op de verkregen data vanuit de interviews. De codes die verbonden zijn aan de fragmenten zijn opgenomen in de codeboom.
De onderzoeker heeft verbanden gelegd tussen het theoretisch kader en de verworven data uit de interviews om tot de beantwoording van de deelvragen te komen. Uit de resultaten is gebleken dat ouders te behandelgroep Y niet participeren in het behandeltraject van de jongere. Ouders willen graag hun opvoedtaak blijven uitoefenen. Ouders krijgen hier de kans niet toe doordat de deuren van de behandelgroep gesloten blijven. Jeugdzorgwerkers weten niet hoe zij de deuren voor ouders kunnen openen.
Op basis van de verworven resultaten en gestelde conclusies wordt aanbevolen om het contact met ouders aan te gaan vanuit de fasen van groepsdynamica (Nabuurs, 2017). Het inzetten van intervisie om de het heersende wantrouwen in de triade van ouders, jeugdzorgwerkers en de jongere op te lossen. Dit is het startpunt om ouders te laten participeren in de behandeling van de jongere te organisatie X.